• No results found

3 Praktijkvoorbeelden en interviews met experts

3.3 Kernpunten uit interviews

Tijdens het onderzoek zijn we op zoek gegaan naar de ervaringen met groeiplaatsconstructies en de faal- en succes factoren. Hiervoor zijn boomexperts van diverse gemeentes benaderd en we hebben gesproken met de commercieel directeur van een groot boomverzorgingsbedrijf. We hebben getracht hierachter te komen door een aantal verschillende gemeentes te interviewen via telefonisch contact of door een bezoek aan hen te brengen. Hieronder volgen de belangrijkste, en zo mogelijk vernieuwende, punten

van de geïnterviewden. In de bijlage staan de volledige interviews uitgeschreven.

3.3.1 Gemeente Amsterdam

Hans Kaljee, bomenconsulent, afdeling Dienst Ruimtelijke Ordening te Amsterdam. Interview door bezoek.

In Amsterdam worden ondanks de veenondergrond en de hoge grondwaterstand alle constructies toegepast. Een analyse per situatie is namelijk van belang om te toetsen of dit ook werkelijk mogelijk is, elke situatie berust op maatwerk.

Een te dure groeiplaats in de stad ontstaat doordat ingenieursbureaus te lage normbedragen hanteren. De bedragen liggen rond € 500,- terwijl een groeiplaats met voorziening minimaal € 5000,- kost. Kostenbesparingen in beheer is niet van grote waarde, een stijging daarentegen zorgt voor veel weerstand. Lagere beheerskosten per jaar zijn goed om een groeiplaatsconstructie te onderbouwen, maar de visuele kwaliteit is uiteindelijk doorslaggevend.

Strikt toezicht op de aanleg van groeiplaatsconstructies is van groot belang. De detaillering is zeer belangrijk en met name bij aansluit- ingen gaat het weleens fout. Dit heeft in een aantal situaties in Amsterdam voor verzakking van het straatwerk gezorgd.

Hans Kaljee pleit voor aparte lucht- en vochtvoorziening van de boom en een aparte luchtvoorziening voor het bomenzand. Het rijpende organische materiaal uit bomenzand gebruikt namelijk veel zuurstof in de eerste 3 jaar en dit dient een aparte voorziening te krijgen.

Bij de verticale wanden van permavoid kratten in een Treebox HP constructie moeten de kratten leeg blijven, dit zorgt voor

luchtcirculatie en het zorgt ervoor dat wortels binnen de Treebox blijven.

Door verschillende partijen meer kennis te geven over de

mogelijkheden met groeiplaatsconstructies zullen de normbedragen steeds hoger worden. Het aantal kuub doorwortelbare ruimte is de laatste jaren gestegen van 5 naar 20 m³ per boom. Hans Kaljee is ervan overtuigd dat als de belangen maar groot genoeg zijn dit door zal blijven ontwikkelen.

3.3.2 Gemeente Apeldoorn

Anton Dekker, bomenspecialist en uitvoerder bomen en bossen. Interview door bezoek.

Gemeente Apeldoorn is koploper als het gaat om toegepaste groeiplaatsconstructies, alle voorzieningen zijn hier, mede ook door de lage grondwaterstand, toegepast. Vele ideeën zijn ontstaan door het experimenteren met verschillende constructies door Anton Dekker en zijn collega’s, te denken valt aan de betonnen bunker en de Silva Cell.

Sinds 2000 worden diverse constructies toegepast en de resultaten zijn zeer goed, er is geen enkele aantal boom uitgevallen. Het straatbeeld is van hoge kwaliteit, met name ook doordat er geen wortelopdruk voorkomt door de constructies. In belangrijke radialen mag geïnvesteerd worden en is een groeiplaatsconstructie

vanzelfsprekend, deze worden standaard opgenomen in het bestek. De laatste ontwikkeling is de groeiplaats met gebroken glas

als draagkrachtig materiaal. Glas is recyclebaar, duurzaam (in tegenstelling tot bomengranulaat) en in combinatie met organisch materiaal en een beetje klei en/of leem zal dit mogelijk in de toekomst een goed groeimedium worden.

In Apeldoorn wordt hemelwater vaak afgekoppeld en geïnfiltreerd in een groeiplaatsvoorziening. Een onderzoek heeft uitgewezen dat zout weinig schade in de bodem en aan de boom veroorzaakt. Het is verstandig om water te gebruiken dat afkomstig is van fiets- en/of voetpaden, hier is de concentratie zout beduidend minder dan die van een weg.

Anton pleit voor een soort KLIK-melding voor groeiplaatsinrichtingen. Dit voorkomt onnodige schade aan groeiplaatsinrichtingen en zo weet

55 iedereen wat er waar is toegepast.

3.3.3 Gemeente Arnhem

Codi Duister, boomadviseur gemeente Arnhem. Interview middels telefonisch contact.

De gemeente Arnhem maakt gebruik van bomenzand en bomengranulaat waarbij er standaard hoeveelheden worden gehanteerd per boomgrootte en de levensduur.

Er worden in Arnhem geen overige groeiplaatsconstructies toegepast omdat meneer Duister niet overtuigd is van deze investering. Het lijkt hem tevens bijna onmogelijk de bestaande ondergrondse infrastructuur te combineren met een dergelijke voorziening. De plantmaat van nieuwe bomen is in de gemeente standaard 18-20 of 20-25. Dit omdat een grote boom een langere tijd nodig heeft om aan te slaan en dit volgens de gemeente niet opweegt tegen de hogere kosten.

Een goede groeiplaats zorgt voor een snelle groei van de boom, dit heeft extra maatregelen nodig qua beheer en dit is nog een reden om niet te investeren in groeiplaatsconstructies.

Bij herinrichting en nieuw te realiseren wijken wordt er misschien wel overwogen groeiplaatsconstructies toe te passen, vooralsnog lijken deze investeringen onwaarschijnlijk.

3.3.4 Gemeente Utrecht

Alfons Tanis, boomadviseur gemeente Utrecht. Interview middels telefonisch contact.

In de gemeente Utrecht zijn de toepassingen van

groeiplaatsconstructies beperkt tot permavoid onder parkeerplaatsen. De bomen in het stationsgebied worden in de toekomst voorzien van de Treebox HP.

Groeiplaatsconstructies zijn een nog onbekende (kosten) post waardoor er niet genoeg geld voor constructies wordt uitgetrokken. Het nut en de noodzaak van een constructie zijn nog onbekend, hierdoor kost het erg veel tijd en moeite om de betrokken partijen

ervan te overtuigen dergelijke voorzieningen aan te brengen. Door de kosten over een langere levensduur, met minder

beheersmaatregelen, uiteen te zetten wordt de investering mogelijk interessanter voor meerdere partijen.

3.3.5 Nationale Bomenbank

Dirk Doornenbal, commercieel directeur Nationale Bomenbank. Interview door bezoek.

De Nationale Bomenbank is een bedrijf in boomverzorging dat veel ervaring heeft met het aanbrengen van verschillende groeiplaats- constructies. De ervaring leert dat bomenzand en bomengranulaat nog weleens verkeerd worden aangebracht, met alle gevolgen van dien. Dirk Doornenbal wijst er op dat er ‘in den droge’ lagen van 0,30 m moeten worden aangebracht en deze dan te verdichten met een Wacker stamper. Hij raadt aan om bomenzand alleen onder fiets en voetpaden te gebruiken en dus niet onder parkeerplaatsen, hiervoor is een combinatie met permavoid nodig.

Op de vraag of permavoid kratten voldoende sterk zijn om zijwaartse krachten op te vangen bij een Treebox HP antwoordt Dirk

Doornenbal stellig ‘ja’. Tevens geeft hij, net als Hans Kaljee, aan dat de lege kratten zorgen voor uitwisseling met atmosferische lucht en dat dit ten gunste is van de boom.

Nieuwe ontwikkelingen vinden vooral plaats in biologische processen ten gunste van voeding en kweken van bomen. Er wordt bijvoorbeeld steeds meer gebruik gemaakt van compostthee, mulchen, mycorrhiza schimmels en wormencompost. Op deze manier ontstaat een

4

Wat zijn de kosten van een