• No results found

Verder kijken dan kenmerkende stellingen – Ambtenaar VS politieke ambtsdrager In hoofdstuk vier is ingegaan op een onderzoek van Lasthuizen, van Voorst & Huberts

Hoofdstuk 6 – Data analyse

6.5 Verder kijken dan kenmerkende stellingen

6.5.5 Verder kijken dan kenmerkende stellingen – Ambtenaar VS politieke ambtsdrager In hoofdstuk vier is ingegaan op een onderzoek van Lasthuizen, van Voorst & Huberts

(2009) naar de perceptie van bestuurders en ambtenaren van integriteit en integriteitsbeleid. In het onderzoek is ook aandacht besteed aan het onderwerp belangenverstrengeling. De stellingen 17, 18 en 19 kwamen voort uit dit onderzoek (zie tabel 18). Als er gekeken wordt naar de geïdealiseerde Q-sort voor één factor dan zijn politieke ambtsdragers en ambtenaren het vooral oneens met stelling 18. Politieke ambtsdragers worden door respondenten niet als minder integer gezien:

meer last heeft als die beschuldigd wordt dan een ambtenaar die meer in anonimiteit kan reageren” (resp. 1, raadslid).

Nu bestaat de P-set in dit onderzoek wel voor ongeveer 70 procent uit politieke ambtsdragers, wat de uitkomst zeker kan beïnvloeden. Als er los van de geïdealiseerde Q-sort wordt gekeken naar stelling 18 dan klopt het gegeven beeld van de geïdealiseerde Q-sort ook voor de gehele P-set. Slechts twee respondenten (een wethouder en een ambtenaar) hebben stelling 18 op de mee eens kant geplaatst (beide +1). Ambtenaren denken dus niet anders over deze stelling dan politieke ambtsdragers.

Uit het antwoord van de respondent op stelling 18 komt ook stelling 17 naar voren. Stelling 17 staat in de geïdealiseerde Q-sort voor één factor in het midden (0). Als er naar de geïdealiseerde Q-sorts voor drie factoren wordt gekeken is te zien dat deze stelling wisselt tussen -1 en +1. Respondenten plaatsten deze stellingen wel degelijk verschillend ten opzichte van elkaar. 19 respondenten waren het oneens met deze stelling (10 raadsleden, 3 ambtenaren, 3 wethouders en de burgemeester) tegenover 11 respondenten die het eens waren (2 raadsleden, 6 ambtenaren en 3 wethouders). Vijf respondenten hebben deze stelling in het midden gelegd (1 raadslid, 1 ambtenaar en 3 wethouders). Het is interessant dat vooral raadsleden het oneens zijn met deze stelling terwijl de meerderheid van de ambtenaren het juist eens is met de stelling. Een ambtenaar reageert: “Het zijn boegbeelden, waar burgers zich mee moeten kunnen identificeren” (resp. 24, ambtenaar). Wat wel opgemerkt moet worden is dat ik het idee heb dat respondenten deze stelling niet altijd even goed begrepen hebben. Een raadslid die het volledig oneens was met de stelling (-3) zegt:

“Ik vind dat de hele organisatie verantwoordelijk is voor zijn en haar handelen, de ambtenarij is vaak voor de uitvoering van taken nog belangrijker dan de Raad. Bovendien leggen de ambtenaren geen democratische verantwoording af, en is er in principe minder controle op hen” (resp. 23, raadslid).

Het eerste deel van het antwoord strookt met stelling 17, maar het tweede deel klopt niet met het standpunt dat de respondent het oneens is met de stelling. Meerdere respondenten die stelling 17 op +3 en -3 plaatsen, geven soortgelijke antwoorden, waardoor niet aangenomen kan worden dat alle tien raadsleden het echt oneens zijn met de stelling. Wel komt uit meerdere antwoorden de link met de media naar voren. Er wordt dan vooral ingegaan op het

gevoel dat de aandacht van de media groter is voor politieke ambtsdragers dan voor ambtenaren.

Uit eerder onderzoek blijkt dat ambtenaren politieke ambtsdragers als minder integer ervaren (stelling 19) (Lasthuizen, van Voorst & Huberts, 2009: 3). In dit onderzoek komt dit beeld niet naar voren. Slechts één ambtenaar heeft aangegeven dat dit zo is tegenover vier ambtenaren die het hiermee oneens zijn en vijf ambtenaren die het niet weten of het een onbelangrijke stelling vonden. Verder kan er niet heel veel gezegd worden over stelling 19. Hoewel deze stelling bij de geïdealiseerde Q-sort voor één factor bij oneens te vinden is (-1), hebben 18 respondenten deze stelling in het midden geplaatst (0). De uiteindelijke plek van deze stelling komt voort door drie respondenten (een raadslid, een wethouder en een ambtenaar). Zij plaatsten de stelling bij -3. De wethouder stelt:

“Politieke ambtsdragers hebben een groter risico. Zo hebben wij het er in het college regelmatig over. Op de werkvloer is dat minder. Dat is deels ook wel logisch omdat zij hun werk moeten doen en wij zijn vooral verantwoordelijk voor het beeld… Soms wordt er door ambtenaren krampachtig gereageerd op belangenverstrengeling” (resp. 11, wethouder).

De ambtenaar reageert als volgt op deze stelling:

“Oneens, ik merk dat totaal niet. Bestuurders zijn daar hier ook scherp op. Ik geloof dat het scherper is dan bij ambtenaren. Het effect bij hun is veel groter. Zij worden eerder aan de schandpaal genageld” (resp. 15, ambtenaar).

Beiden geven aan dat politieke ambtsdragers meer in de belangstelling staan, maar de wethouder houdt er een minder positief beeld over ambtenaren op na.

Ook als er wordt gekeken naar de stellingen die betrekking hebben op mogelijke verschillen, komt er niet naar voren dat er daadwerkelijk verschillen te vinden zijn tussen ambtenaren en politieke ambtsdragers. Dit kan komen door de schrijffout in te stellingen waar over publieke ambtsdragers gesproken is. Toch spraken respondenten over wethouders en raadsleden bij de antwoorden op de stellingen. Zoals al eerder aangegeven bij de geïdealiseerde Q-sorts voor drie factoren kan er niet geconcludeerd worden dat ambtenaren

opgemerkt dat er met name aandacht is voor politieke ambtsdragers op het gebied van belangenverstrengeling en in mindere mate voor ambtenaren.

Tabel 18

Stellingen over ambtenaren VS politieke ambtsdragers

Stelling A

17 Publieke ambtsdragers dragen een grotere verantwoordelijkheid dan ambtenaren als het aankomt op het gebied van belangenverstrengeling.

0

18 Publieke ambtsdragers zijn minder integer dan ambtenaren. -2 19 In mijn organisatie hebben ambtenaren meer aandacht voor

belangenverstrengeling dan publieke ambtsdragers.

-1

6.6 Samenvattend

In dit hoofdstuk is uitgebreid ingegaan op de genomen stappen in te Q-analyse. Uit de Q- analyse met meerdere factorladingen kwamen niet voldoende onderscheidende factoren naar voren. Om deze reden is besloten om terug te gaan naar slechts één factorlading. Deze uitkomsten geven een algemeen beeld over hoe de politieke ambtsdragers en ambtenaren die meedoen aan dit onderzoek denken over belangenverstrengeling. Naast het beschrijven van het algemene beeld is extra aandacht besteed aan een aantal thema’s die voortkomen uit de stellingen. Er is waar nodig teruggegrepen naar de informatie van de Q-analyse met meerdere factoren. Daarnaast is bij sommige stellingen ook zonder de Q-analyse naar de uitkomsten gekeken om tot een betere interpretatie te komen van de stelling. In het volgende hoofdstuk wordt de conclusie gegeven en wordt en de onderzoeksvraag beantwoord.