• No results found

Vormvrije mer‐beoordeling

3. Kenmerken van de milieueffecten

de  milieueffecten  van  de  nieuw  aangevraagde  situatie  te  vergelijken  met  de  referentiesituatie.  De  referentiesituatie  bestaat  uit  de  huidige  situatie  inclusief  de  effecten  van  ontwikkelingen  in  de  omgeving waarvan de realisatie zeker is (autonome ontwikkelingen). In de directe omgeving van het  gebied  zijn  geen  ontwikkelingen  voorzien  die  van  invloed  kunnen  zijn  op  de  effectbeoordeling.  De  effectbeoordeling in dit hoofdstuk is gebaseerd op de informatie zoals opgenomen in de toelichting bij  het bestemmingsplan en de onderliggende onderzoeken. 

 

Conform  de  EU  richtlijn  wordt  in  ieder  geval  ingegaan  op  het  bereik  van  het  effect,  waaronder  het  grensoverschrijdende karakter daarvan. De waarschijnlijkheid van het effect en de duur, frequentie en  omkeerbaarheid  van  het  effect.  Om  hier  inzicht  in  te  geven  worden  eerst  de  milieu‐  en  omgevingsaspecten behandeld. 

 

Milieu‐ omgevingsaspecten   

Archeologie 

Het  project  leidt  tot  diverse  bodemingrepen,  die  mogelijk  een  verstorend  effect  hebben  voor  archeologische resten. Deze vinden niet plaats op een terrein met een hoge archeologische waarde. 

De toetsing is gebaseerd op een verwachtingswaarde op basis van de provinciale beleidskaart FAMKE. 

Hieruit blijkt dat er een kans is op het aantreffen van archeologische resten uit de periode ijzertijd –  middeleeuwen. Op basis van het beleidsadvies is een archeologisch onderzoek1) uitgevoerd, waaruit  geen  archeologische  indicatoren  naar  voren  zijn  gekomen.  Op  de  projectlocatie  zijn  geen  archeologische resten gevonden waarmee bij de verdere planvorming rekening zou moeten worden  niet  is  uit  te  sluiten  dat  er  op  de  locatie  verontreinigingen  door  bedrijfsactiviteiten  of  sloopafval  is  ontstaan, kan redelijkerwijs worden uitgesloten dat deze tot grote negatieve milieueffecten leiden. Het  zal  in  het  ergste  geval  gaan  om  plaatselijke  en/of  oppervlakkige  verontreinigingen,  die  gesaneerd  kunnen worden. Voorafgaand aan de uitvoering zal verkennend bodemonderzoek hierover uitsluitsel 

 

 

Cultuurhistorie 

Het project leidt tot verandering van het landschap op lokale schaal. In en rondom de projectlocatie  zijn geen specifieke cultuurhistorische waarden aan te wijzen. De landschappelijke kwaliteiten zijn wel  van  cultuurhistorische  betekenis.  Om  hier  met  respect  mee  om  te  gaan  is  een  zorgvuldig  proces  gevolgd, dat heeft geleid tot een goede landschappelijke inpassing. De uitgangspunten hiervan worden  geborgd in het bestemmingsplan. 

 

Ecologie 

De ontwikkeling van het gebied tot een terrein met recreatiewoningen heeft verschillende effecten op  natuurwaarden.  Op  de  onderhavige  gronden  geldt  dat  deze  worden  heringericht,  waarbij  ingrepen  plaatsvinden  in  beplantingen,  verharding  wordt  aangelegd,  gebouwen  worden  gebouwd  en  andere  aanlegactiviteiten plaatsvinden. Op de gronden direct rondom het projectgebied zijn er effecten door  te  sluiten.  Om  de  effecten  van  de  realisatie  van  de  recreatiewoningen  en  de  bijbehorende  verkeersbewegingen op de stikstofdepositie te bepalen is een stikstofberekening uitgevoerd met het  programma AERIUS. De resultaten hiervan zijn eveneens in de bijlage opgenomen.  

 

Uit de berekening volgt dat er sprake is van rekenresultaten die hoger zijn dan de drempelwaarde van  0,05, namelijk 0,11 mol N/ha/jr. op Natura 2000‐gebied Duinen Terschelling. Voor projecten die een  bijdrage  hebben  van  meer  dan  0,05  en  minder  dan  de  grenswaarde  van  1  mol  N/ha/jr.  geldt  een  meldingsplicht  voor  bepaalde  categorieën  (landbouw,  industrie,  aanleg/wijziging  infrastructuur). 

(Recreatieve) woningbouw valt niet onder een meldingsplichtige categorie, wel dient de berekening 

Het  toevoegen  van  een  terrein  met  recreatiewoningen  heeft  potentiële  effecten  voor  de  directe  omgeving. Het gaat dan om geluid, stof, geur, gevaar, licht et cetera als gevolg van het gebruik van de  vergelijkbaar  met  hotels  en  pensions.  De  zone  voor  potentiële  hinder  is  dus  10  meter  rondom  het  terrein waar de recreatiewoningen mogelijk worden gemaakt. Binnen deze zone liggen geen gevoelige  functies en ook geen andere gevoelige waarden. 

 

   

 

Het  project  heeft  potentiële  effecten  voor  de  waterkwantiteit  (toename  verharding  en  bergingscapaciteit). De effecten op de waterkwantiteit worden gecompenseerd in de vorm van nieuwe  waterberging, waarmee dit effecten in principe teniet wordt gedaan.  

 

Wegverkeerslawaai 

Het  project  heeft  gelet  op  het  beperkte  effect  op  verkeersbewegingen  geen  effecten  voor  de  geluidsituatie langs wegen.  

 

Bereik van het effect 

Uit het voorgaande blijkt dat het bereik van het effect lokaal is en zeker niet een grensoverschrijdend  karakter  heeft.  Directe  effecten  zijn  beperkt  tot  de  directe  omgeving  (circa  10  meter  rondom  de  projectlocatie).  De  effecten  op  grotere  afstand  zijn  het  gevolg  van  een  toename  van  verkeer  en  stikstofdepositie. Ook dit leidt niet tot significant negatieve effecten op het milieu. 

 

Waarschijnlijkheid van het effect 

Gelet op het intensieve recreatieve gebruik van de omgeving is het effect van het realiseren van 12  recreatiewoningen in de praktijk verwaarloosbaar voor het milieu. Ook moet in acht worden genomen  dat  er  een  extensieve  recreatieve  functie  mogelijk  wordt  gemaakt  op  een  plek  waar  nu  een  meer  intensieve functie, namelijk een hotel, mogelijk is. 

 

Duur, frequentie en omkeerbaarheid van het effect 

Het gebruik van recreatiewoningen zal slechts incidenteel en kortstondige directe hinder veroorzaken. 

Effecten  van  stikstofdepositie  hebben  een  meer  continu  effect.  De  ontwikkeling  is  in  principe  niet  omkeerbaar, maar de effecten zijn wel monitoren en te reguleren. 

 

Conclusie van de kenmerken van de milieueffecten 

De  effecten  van  het  project  zijn  zeer  lokaal  en,  mede  gelet  op  het  gebruik  van  de  omgeving,  verwaarloosbaar. Bovendien is de ontwikkeling gericht op het realiseren van een beter passende, meer  extensieve vorm van verblijfsrecreatie dan op basis van het geldende bestemmingsplan mogelijk is. Per  saldo  wordt  een  positief  milieueffect  verwacht.  De  kenmerken  van  de  effecten  van  het  project  rechtvaardigden zodoende geen MER. 

     

 

 

11  

4. Conclusie  

Uit de vormvrije mer‐beoordeling blijkt dat gelet op de kenmerken van het project, de plaats van het  project en de kenmerken van de potentiële effecten geen belangrijke negatieve milieugevolgen zullen  optreden. Er is dan ook geen aanleiding voor het doorlopen van een mer‐procedure.