• No results found

Karakter beroepspensioenregeling

In document Tweede Kamer der Staten-Generaal (pagina 56-59)

ARTIKEL VII WET VERPLICHTE BEROEPSPENSIOENREGELING De Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 28. Karakter beroepspensioenregeling

1. De beroepspensioenregeling houdt een premieregeling in.

2. Een premieregeling voor pensioen op opbouwbasis houdt in:

a. een solidaire premieregeling;

b. een flexibele premieregeling; of c. een premie-uitkeringsregeling.

I

Artikel 28a komt te luiden:

Artikel 28a. Solidaire premieregeling

1. Bij een solidaire premieregeling berekent de pensioenuitvoerder de kans dat met de premie de beoogde pensioendoelstelling wordt behaald.

Deze berekening wordt bij de opdrachtaanvaarding en periodiek, uiterlijk iedere vijf jaar, gedaan aan de hand van een uniforme scenario-analyse.

De pensioenuitvoerder informeert de beroepspensioenvereniging hierover.

2. Het voor de pensioenuitkering bestemd vermogen wordt gedurende de uitkeringsfase gebruikt voor financiering van een variabele uitkering.

3. De solidariteitsreserve is onderdeel van de solidaire premieregeling.

4. De financiële mee- of tegenvallers als gevolg van het collectieve beleggingsbeleid worden in de voor pensioenuitkering bestemde vermogens en de solidariteitsreserve verwerkt door middel van vastge-legde toedelingsregels die in ieder geval aansluiten bij de risicohouding per leeftijdscohort, waarbij in de toedelingsregels bepaald kan worden dat het beschermingsrendement voor het renterisico wordt toebedeeld ofwel op basis van wijziging van de rentetermijnstructuur die de toezichthouder beschikbaar stelt ofwel rechtstreeks uit het rendement van de daarvoor bestemde beleggingen. De financiële mee- of tegenvallers als gevolg van

de ontwikkeling van de levensverwachting en het sterfteresultaat worden verwerkt door middel van aparte toedelingsregels of de solidariteitsre-serve.

5. De toedelingsregels voor de beschermingsrendementen en overren-dementen voor het beleggingsrisico zijn zodanig dat er op voorhand geen herverdelingseffecten tussen leeftijdsgroepen plaatsvinden.

6. Het voor de pensioenuitkering bestemd vermogen is niet negatief.

7. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot dit artikel over onder meer de scenario-analyse en de toedelingsregels.

J

Na artikel 28a worden de volgende artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 28b. Flexibele premieregeling

1. Bij een flexibele premieregeling wordt de premie belegd tot de pensioendatum. Het kapitaal voortvloeiend uit de premies wordt vanaf de pensioendatum gebruikt voor financiering van een vastgestelde of variabele uitkering.

2. Een risicodelingsreserve is onderdeel van een flexibele premiere-geling.

3. Bij de variabele uitkering worden financiële mee- of tegenvallers die het gevolg zijn van het beleggingsrisico of van de ontwikkeling van de levensverwachting verwerkt door middel van individuele toedeling of door middel van een collectief toedelingsmechanisme. De verwerking van financiële mee- of tegenvallers die het gevolg zijn van het sterfteresultaat gebeurt door middel van een collectief toedelingsmechanisme.

4. De vormgeving van het collectief toedelingsmechanisme voor het beleggingsrisico is zodanig dat er op voorhand geen herverdelingsef-fecten tussen leeftijdsgroepen plaatsvinden.

5. Het voor pensioen bestemd vermogen is niet negatief.

6. De pensioenuitvoerder past een collectief toedelingsmechanisme toe op een toedelingskring die bestaat uit pensioengerechtigden.

7. In afwijking van het zesde lid kunnen:

a. deelnemers of gewezen deelnemers deel uitmaken van de toedelings-kring in de laatste tien jaar voorafgaand aan de reglementaire pensioen-leeftijd, waarbij de deelname van deelnemers of gewezen deelnemers aan de toedelingskring plaatsvindt door tijdsevenredige toetreding tot het collectief toedelingsmechanisme in deze periode; en

b. alle deelnemers, gewezen deelnemers of andere aanspraakgerech-tigden deel uitmaken van de toedelingskring voor het collectief toede-lingsmechanisme voor verwerking van het sterfteresultaat.

8. Zo nodig in afwijking van het zevende lid, onderdeel b, vindt de verwerking van het sterfteresultaat plaats over alle deelnemers, gewezen deelnemers, andere aanspraakgerechtigden en pensioengerechtigden.

9. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot dit artikel over onder meer de tarieven voor een vastgestelde uitkering.

Artikel 28c. Premie-uitkeringsregeling

1. Bij een premie-uitkeringsregeling wordt de premie belegd tot de pensioendatum. Het kapitaal voortvloeiend uit de premies wordt vanaf de pensioendatum gebruikt voor financiering van een vastgestelde of variabele uitkering.

2. In afwijking van het eerste lid is de verzekeraar verplicht om op verzoek van de deelnemer of gewezen deelnemer in de laatste 15 jaar voor de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van

de Algemene Ouderdomswet, het tot op dat moment opgebouwde kapitaal of de vanaf dat moment beschikbaar gestelde premie geheel of gedeeltelijk aan te wenden voor een aanspraak op een vastgestelde uitkering vanaf de pensioendatum.

3. De verzekeraar informeert degene die het kapitaal of de premie wenst aan te wenden als bedoeld in het tweede lid over de voor hem relevante gevolgen en risico’s hierbij, waaronder een opgave van de hoogte van de vastgestelde uitkeringen indien het kapitaal of de premie daarvoor zou worden aangewend en de hoogte van de variabele uitkeringen als wordt belegd tot de pensioendatum. Deze opgaven worden tevens weergegeven op basis van een pessimistisch scenario, een verwacht scenario en een optimistisch scenario.

4. Bij de variabele uitkering worden financiële mee- of tegenvallers die het gevolg zijn van het beleggingsrisico of van de ontwikkeling van de levensverwachting verwerkt door middel van individuele toedeling.

5. Het voor pensioen bestemd vermogen is niet negatief.

6. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot dit artikel.

Artikel 28d. Solidariteitsreserve

1. Een solidariteitsreserve heeft een maximale omvang van 15% van het geheel voor pensioen gereserveerde vermogen inclusief de solidariteits-reserve. De solidariteitsreserve is niet negatief.

2. Indien een solidariteitsreserve wordt gevuld uit premies of over-rendement bedraagt de inleg uit premie niet meer dan 10% van de premiesom per deelnemer per jaar en bedraagt de inleg uit overren-dement niet meer dan 10% van het positieve collectieve overrenoverren-dement per jaar.

3. Door middel van de solidariteitsreserve worden financiële mee- of tegenvallers collectief gedeeld op een wijze die op voorhand leidt tot gemiddeld stabielere of hogere toekomstige en al ingegane pensioenuit-keringen voor alle generaties, ten opzichte van de aanname dat de solidariteitsreserve geen onderdeel van de beroepspensioenregeling zou zijn. De solidariteitsreserve wordt niet gebruikt voor deling van operatio-nele kosten.

4. De pensioenuitvoerder stelt regels vast voor de doelstellingen van de solidariteitsreserve en het vullen en uitdelen uit de solidariteitsreserve.

Deze regels zijn evenwichtig, transparant, onderling consistent en worden voor langere tijd vastgesteld.

5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot dit artikel.

Artikel 28e. Risicodelingsreserve

1. Een risicodelingsreserve heeft een maximale omvang van 15% van het geheel voor pensioen gereserveerde vermogen inclusief de risicode-lingsreserve. De risicodelingsreserve is niet negatief.

2. Indien een risicodelingsreserve wordt gevuld uit premies bedraagt de inleg uit premie niet meer dan 10% van de premiesom per deelnemer per jaar. Een risicodelingsreserve wordt niet gevuld uit rendement.

3. Door middel van de risicodelingsreserve worden financiële mee- of tegenvallers collectief gedeeld op een wijze die op voorhand leidt tot gemiddeld stabielere of hogere toekomstige en al ingegane pensioenuit-keringen voor alle generaties, ten opzichte van de situatie dat de

risicodelingsreserve geen onderdeel van de beroepspensioenregeling is.

De risicodelingsreserve wordt niet gebruikt voor deling van operationele kosten.

4. Bij een flexibele premieregeling met beleggingsvrijheid worden financiële mee- of tegenvallers als gevolg van het beleggingsrisico niet gecompenseerd door de risicodelingsreserve.

5. De pensioenuitvoerder stelt regels vast voor de doelstellingen van de risicodelingsreserve en het vullen en uitdelen uit de risicodelingsreserve.

Deze regels zijn evenwichtig, transparant, onderling consistent en worden voor langere tijd vastgesteld.

6. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot dit artikel.

K

Artikel 30 vervalt.

L

Artikel 32 komt te luiden:

In document Tweede Kamer der Staten-Generaal (pagina 56-59)