• No results found

Kant houdt in zijn beschouwingen bij Baumgartens handboek vast aan diens indeling van de metafysica in vier deelwetenschappen: ontologie, kosmologie, psychologie en theologie, ook al laat deze in-deling weinig ruimte voor nieuwe inzichten. Heidegger licht in zijn cursus over de metafysische grondslagen van de logica toe dat de metafysica ondenkbaar is zonder haar traditie.132 Dit geldt kennelijk ook voor Kant, (2.2.1.) zij het dat Kant in zijn herhaling van Baum-gartens metafysica de logica vooropstelt. (2.2.2.)

2.2.1. KANT EN DE VOORTGANG VAN DE METAFYSICA

tradi-tie, al dan niet met geweld, aan te passen aan zijn eigen maat. Hij bericht hierover in een verhandeling over de voortgang van de meta-fysica.133 In de titel van deze verhandeling verwerkt Kant de op-dracht van de Königliche Akademie der Wissenschaften te Berlijn. Hij moet de werkelijke voortgang, dit wil zeggen de geschiedenis, van de metafysica beschrijven. Deze opdracht valt Kant zwaar, ook omdat de metafysica louter in de idee bestaat. Zo handelt de ontolo-gie over de eerste beginselen in het menselijke kennen, de kosmolo-gie over de idee van de wereld, de psycholokosmolo-gie over de idee van de ziel en de theologie over de idee van god. Kant stelt bovendien vast dat de metafysica nauwelijks voortgang heeft geboekt. In zijn be-schouwingen bij Baumgartens handboek geeft Kant uitvoerig com-mentaar op de wetenschappen van de traditionele metafysica. Hier-bij schenkt hij ook aandacht aan het doel ervan: een brug te slaan tussen kennis van het zinnelijke en bovenzinnelijke.

KANT EN DE GESCHIEDENIS VAN DE METAFYSICA

In zijn verhandeling over de voortgang van de metafysica deelt Kant de geschiedenis van de metafysica in drie perioden in. In elke perio-de overheerst één filosofische stroming.

Dogmatische stroming - Over de dogmatische metafysica merkt Kant

op dat ze haar methode ontleent aan de mathematica. De mathemati-ca slaat een brug tussen kennis van het zinnelijke en kennis van het bovenzinnelijke. De metafysica meent dit ook te kunnen. Naar Kants opvatting ziet de metafysica over het hoofd dat de mathematica uit-eindelijk getoetst kan worden aan de ervaring. Dit geldt niet voor de regels en oordelen van de metafysica. Het gevolg is dat het vertrou-wen van de metafysica op de waarheid van haar inzichten onge-grond is.

Sceptische stroming - De sceptische metafysica is een reactie op het echec van de dogmatische metafysica. De sceptische metafysica keert zich niet tegen de algemene metafysica maar tegen de bevindingen van de bijzondere metafysica. Tegenover elke bewering van de bij-zondere metafysica over god, vrijheid en onsterfelijkheid kan net zo goed een tegenovergestelde bewering staan. Dit is voor de sceptische metafysica aanleiding haar twijfel uit te spreken over alle kennis, ook de kennis van het zinnelijke.

Kritische stroming - De kritische stroming dient zich aan met Kants fundering van de metafysica. De alomvattende twijfel van de scepti-sche metafysica spoort de kritiscepti-sche metafysica aan om te bewijzen dat de a-priorische regels van de algemene metafysica geldig zijn. Kant voegt eraan toe dat de wetenschap van deze regels, de algeme-ne metafysica, zich nauwelijks heeft ontwikkeld sinds Aristoteles. De school van Leibniz en Wolff voegt weinig toe aan de Aristotelische regels maar systematiseert wel de beschrijving ervan. Wat ontbreekt, een leemte waarin de kritische metafysica voorziet, is kennis van wat deze regels mogelijk maakt.

RUSTPUNT - Kant besluit de inleiding tot zijn verhandeling over de voortgang van de metafysica met de opmerking dat de metafysica zich eeuwenlang bewogen heeft tussen enerzijds een onbegrensd vertrouwen en anderzijds een al even onbegrensd wantrouwen. Naar zijn opvatting vindt ze eindelijk een rustpunt, beharrliche Zustand, en wel in zijn kritische metafysica.134

KANT EN BAUMGARTENS HANDBOEK

De metafysica is traditioneel de wetenschap die door middel van het denken een brug wil slaan tussen kennis van het zinnelijke en kennis van het bovenzinnelijke. In zijn beschouwingen bij Baumgartens handboek merkt Kant terloops op dat het doel van de metafysica on-bereikbaar is. Het is onmogelijk om een brug te slaan tussen kennis van het zinnelijke, die op ervaring berust, en kennis van het boven-zinnelijke, die uitsluitend in het gebruik, solo usu, verkregen is.135 Dit roept de vraag op wat de rede met de metafysica wil.136 Kant ant-woordt dat het zinnelijke niet alleen dat is wat de zintuigen waarne-men maar ook dat wat het denken denkt, mits dit van toepassing is op een mogelijke ervaring. Hierbij doelt hij op het a priori. De alge-mene metafysica als wetenschap van het a priori wijst zelf niet de weg naar het bovenzinnelijke maar is een propedeuse, Propädeutik.137

2.2.2.KANT EN DE LOGICA

De ontologie is van de vier wetenschappen van de metafysica het minst gevoelig voor verandering. Dit hangt mogelijk samen met wat Heidegger in zijn magnum opus de vergetelheid van het zijn, Seinsver-gessenheit, noemt. 138 In zijn Kantboek stelt Heidegger dat Kant hierop een uitzondering vormt. Kant ziet als eerste in dat ook de ontologie een probleem vormt.139 Hij meent dit probleem op te kunnen lossen

door de traditie te ‘logiciseren’, om Ferrié te parafraseren, de auteur van een commentaar op Heideggers Kantboek.

KANT EN DE EENHEID VAN LOGICA EN METAFYSICA

Kenmerkend voor Kants kritische metafysica is de vraag naar de mogelijkheid van de regels van het denken. Dit heeft onder andere tot gevolg dat Kants logica en metafysica grotendeels samenvallen. Zoals Caygill, de auteur van een woordenboek van de filosofie van Kant, zegt: Kants hele oeuvre is in zekere zin één lange verhandeling over de logica.140

LOGICA ALS RUSTPUNT - Als het waar is dat Kant de algemene metafy-sica als wetenschap, Wissenschaft, fundeert, zoals Heidegger opmerkt in zijn cursus over Kants eerste Kritiek,141 dan gebeurt dit dus op lo-gische gronden. Het is deze lolo-gische grondslag die de kritische meta-fysica tot een rustpunt maakt.

KANTS LOGICA

In zijn eerste Kritiek maakt Kant onderscheid tussen wat hij esthetica en logica noemt. Logica is de wetenschap van de regels van het ver-stand. Kant maakt onderscheid tussen een formele logica van het algemene en een materiële logica van het bijzondere gebruik van het verstand. De logica van het algemene gebruik van het verstand be-treft uitsluitend de noodzakelijke regels van het denken, dit wil zeg-gen de regels die gegeven zijn met het gebruik van het verstand, on-afhankelijk van dat waarvoor het verstand gebruikt wordt. De logica van het bijzondere gebruik van het verstand betreft de regels waar-aan het verstand zich moet houden om juist of correct te denken over bepaalde onderwerpen.142 Kant verdeelt vervolgens de algemene lo-gica verder onder in wat hij een toegepaste en een zuivere algemene logica noemt.

Toegepaste algemene logica - De toegepaste algemene logica is naar Kants opvatting de algemene logica, toegepast op wat het denken bevordert of hindert. Denk onder andere aan onoplettendheid, be-oordelingsfouten, twijfel, gewetensbezwaren, en overtuigingen. Deze toegepaste wetenschap noemt Kant een purgeermiddel, Kathartikon, voor het gezonde verstand.143

elementen van het verstand. Deze logica ziet af van alle inhoud en richt zich uitsluitend op de vorm van het denken. Het ligt voor de hand dat de zuivere logica niet berust op empirische beginselen of op psychologische kennis. Haar kennis komt louter door demonstratie tot stand, dit wil zeggen door syllogistische bewijsvoering. Het on-derwerp van de zuivere algemene logica is de werking van het stand en de rede ongeacht de invloed van de zintuigen, van de ver-beelding, van de wetten van het geheugen, van de macht van de ge-woonte, van neigingen. Kort gezegd, het onderwerp van de zuivere algemene logica is de werking van het verstand, ongeacht alles wat in de dagelijkse praktijk de werking ervan kan beïnvloeden. Ze han-delt uitsluitend over de beginselen a priori. Kant spreekt in dit ver-band van een canon, Kanon: het geheel van beginselen van het correc-te gebruik van het verstand.

WAARHEID EN LOGICA -Kant constateert dat er een tegenspraak is tus-sen het doel van de logica in strikte zin, dit wil zeggen van de zuiver formele logica, en de mogelijkheden van deze logica. De logica is de wetenschap van het ware oordeel. Waarheid is overeenstemming tussen verstand en ding, adaequatio intellectus et rei. Anders dan in de materiële logica ontbreekt in de formele logica het ding waarmee het verstand in overeenstemming dient te zijn. Op de vraag hoe waar-heid mogelijk is zonder overeenstemming antwoordt Kant dat de formele logica niet de waarheid betreft. De formele logica kan hoog-stens noodzakelijke maar geen voldoende maatstaven aanreiken voor de beoordeling van wat waar en onwaar is, namelijk door vast te stellen of het denken juist of correct is.144