• No results found

Kalma en de Den Uyl van de jaren vijftig ¬ met zijn afscheid van te

In document Vrijgeest Kalma (pagina 58-61)

ideologisch denken; zijn institu­

tionele hervormingskoers; zijn

cultuurpolitieke opvattingen;

en zijn benadering van het

vrijheidsbegrip

61

nemen, waarin hij samen met anderen verzet

aantekende tegen het ongegeneerde aandeel-houderskapitalisme. En het geldt voor Links,

rechts en de vooruitgang, waarin hij de

democratie ertoe oproept afstand te nemen van het overheersende neoliberale denken, dat met de Derde Weg ook tot diep in de eigen gelederen is doorgedrongen. Ik ben benieuwd wat hij van het nieuwe regeerakkoord vindt.

In de laatste pagina’s van Links, rechts en

de vooruitgang vat Paul zijn credo zo samen:

‘Tegenover de hybris waarop het geloof in het technisch kunnen van de mens vaak uitloopt, zou bescheidenheid in de omgang met de tech-niek en ten opzichte van de maakbaarheid van de samenleving als politieke deugd verdedigd moeten worden. Dat geldt ook voor ideële of be-langengebonden militaire interventie.

De historische kracht van de sociaal-democra-tie heeft altijd gescholen in haar ambivalensociaal-democra-tie, haar constructieve verzet tegen het moder-niseringsproces ¬ ook al zagen veel democraten dat zelf vaak anders, bevlogener. Ze heeft dat proces, met economie en technologie als krachtige motoren, proberen te beteugelen, in goede banen proberen te leiden. Ze heeft het leed dat het veroorzaakte en de slachtoffers die het maakte (vooral onder de arbeidersklasse in de opkomende industriële maatschappij) zo veel mogelijk trachten te beperken. Die strijd is in veel opzichten succesvol geweest, maar ze is nooit voorgoed gewonnen en zal altijd opnieuw gevoerd moeten worden.’

Met deze woorden betoont Paul zich een hartstochtelijk pleitbezorger van matiging en bescheidenheid.

Zelf kwam ik in meer directe zin voor het eerst in aanraking met de wbs toen mij werd gevraagd met anderen een rapport over de toe-komst van het hoger onderwijs samen te stellen, in het begin van de jaren negentig. Mijn con-tacten met de wbs en vooral met Paul zijn sinds die tijd in stand gebleven. Ze zijn verstevigd en verdiept sinds ik voorzitter werd van het cura-torium van de wbs. Veel van wat ik hiervoor heb gezegd, vond ik terug in onze contacten. Heel

veel hart voor de wbs en voor de mensen die er werken. Ik herinner me natuurlijk als de dag van gisteren zijn zorg om Ayaan Hirsi Ali, toen wij voor het eerst in deze mate geconfronteerd wer-den met het fenomeen van bedreiging. Heel veel hart ook voor de sociaal-democratie, heel veel kennis daarvan en een grote gehechtheid aan de onafhankelijke positie van de wbs. Een onafhan-kelijke positie die door de jaren heen kritisch is

bevraagd en zelfs betwist. Laat ik zeggen, Paul, dat je daar niet altijd vrienden mee hebt ge-maakt. Maar je vond op dit punt wat je vond, en je verdedigde dat standpunt tot het gaatje. Dan is er het tweede portret in zijn kamer: dat van Wiardi Beckman. Het is het dodenmasker dat van hem is gemaakt direct na zijn dood in Dachau, in maart 1. De relatie met de naam-gever van de wbs is afstandelijker, indirecter, maar wie goed kijkt ziet belangrijke parallelle inspiratiebronnen. Zoals de Franse denktraditie: Wiardi Beckman liet zich inspireren door Jean Jaurès, Paul zocht het in het werk van Touraine, Gorz, Rosanvallon en Manin. En zoals ook de combinatie van morele bevlogenheid, idealisme en gedrevenheid voor vernieuwing; het streven om de sociaal-democratie een constructieve plaats in de maatschappij te bezorgen.

Dankzij zijn dochter, Marijke Halbertsma, is de verbinding met het werk van Wiardi Beck-man versterkt. Zij en Paul bezochten samen de herdenkingsbijeenkomst in Dachau in 200. Dankzij hun inspanningen en die van enkele anderen zullen binnenkort de brieven worden uitgegeven die Stuuf Wiardi Beckman tussen

Paul verkeert eigenlijk steeds in

een soort judobeweging met

heersende opvattingen in de PvdA

¬ zeker als hij die iets te modieus

vindt

62

11 en 13 schreef aan Marinus van der Goes van Naters.

Zo laveert Paul tussen traditie en vernieu-wing. Hij treedt uiteindelijk in de voetsporen van hen die na hun werk bij de wbs voor de praktische politiek in het parlement kozen. Zijn voormalige collega’s Jeltje van Nieuwenhoven, Femke Halsema en Ayaan Hirsi Ali. Vele andere voormalige wbs-ers, zoals Max van der Stoel en Ed van Thijn. En zijn voorgangers Joop den Uyl, Wouter Gortzak en Joop van den Berg, die de PvdA in de senaat vertegenwoordigde.

Paul, ook voor jou is het een mooie overgang

en ik weet dat je er trots op bent. Vanuit de wbs vinden wij het wel prima dat een man met zo veel sociaal-democratische bagage en zo veel sociaal-democratische geschiedenis de Tweede-Kamerfractie is komen versterken. Dat kan, zal ik maar op zijn Gronings zeggen, geen kwaad. Paul, dank je wel voor het vele, vele werk dat je met zo veel plezier en zo veel acribie voor de wbs en voor de sociaal-democratie tot nu toe hebt verricht. Wij gaan je voor het vervolg scherp in de gaten houden, en wij wensen je vooral ongelofelijk veel plezier en succes toe in Den Haag.

Noten

1 Willem Breedveld, ‘Joop den Uyl, zijn kabinet ¬ en waarom het niet werd voortgezet’, in: s&d 1/1, pp. 32-33.

2 Paul Kalma over zichzelf op www.tweedekamer.nl. 3 Paul Kalma en Marnix Krop,

‘Politiek als program’, in: s&d 1/1, p.2.

 Paul Kalma, ‘Het revisionisme

van J.M. den Uyl’, in: s&d 17/12, pp. 07-2.  Paul Kalma (200), Links, rechts

en de vooruitgang, Amsterdam:

Mets & Schilt/Wiardi Beckman Stichting, pp. 36-37.

63

 boeken

Over de auteur Paul de Beer is redacteur van s&d

De entree van de Partij voor de Dieren in de Tweede Kamer, eind vorig jaar, riep twee soor-ten reacties op. Sommigen zagen de verkiezing van de PvdD als het toppunt van decadentie: terwijl wereldwijd miljoenen mensen versto-ken zijn van voldoende eten, drinversto-ken, onderdak en gezondheidszorg, maken wij ons druk om het welzijn van dieren, die vaak beter worden verzorgd dan de armen elders op de wereld. Vol-gens anderen markeert de steun voor de PvdD een nieuwe fase in de ontwikkeling van grond-rechten: nadat deze in een eerdere fase werden uitgebreid naar niet-blanken en vrouwen, is nu het moment daar om ook rechten aan dieren toe te kennen.

Ogenschijnlijk kunnen degenen die het suc-ces van de PvdD toejuichen de meeste steun ontlenen aan het nieuwe boek van filosofe Martha Nussbaum, dat onder de ¬ ongelukkig vertaalde ¬ titel Grensgebieden van het recht on-langs in het Nederlands verscheen. In het laatste en meest ambitieuze hoofdstuk breekt Nuss-baum namelijk een lans voor het toekennen van grondrechten aan dieren. Toch zouden, na zorgvuldige lezing, ook de tegenstanders van de PvdD aan Nussbaums betoog sterke argumenten

kunnen ontlenen. Dat tekent de kracht, maar tegelijkertijd ook de zwakte van dit rijke, maar ambivalente boek.

u

Rawls en rechtvaardigheid

Zoals bijna alle politiek-filosofische werken die de afgelopen decennia zijn verschenen, is ook

Grensgebieden van het recht in de eerste plaats

een commentaar op het werk van John Rawls. Nussbaum wil drie wat zij noemt ‘onopgeloste problemen’ in Rawls’ hoofdwerk A Theory of

Justice oplossen. Deze onopgeloste problemen

betreffen drie soorten wezens die er bij Rawls bekaaid van afkomen: gehandicapten, arme we-reldburgers en dieren. Rawls heeft zelf erkend dat zijn rechtvaardigheidstheorie geen criteria oplevert voor de behandeling van deze drie groe-pen. Zij vallen volgens hem buiten het bestek van sociale rechtvaardigheid. Feitelijk hebben zij niet dezelfde burger- en sociale rechten als de ‘doorsnee’ burgers van ontwikkelde demo-cratische landen, op wie zijn theorie zich richt, maar zijn zij aangewezen op hun mededogen en welwillendheid. Nussbaum is zeker niet de eer-ste die deze tekortkomingen van Rawls’ recht-vaardigheidstheorie blootlegt, maar zij is wel de eerste die voor elk van de drie problemen in een

Het kwaad van de

In document Vrijgeest Kalma (pagina 58-61)