• No results found

Justitiële jeugdinrichtingen

3 BETROKKEN ACTOREN

3.1 Justitiële jeugdinrichtingen

Nederland kent veertien justitiële jeugdinrichtingen.14Deze hebben tot taak om vrijheidsbenemende straffen en maatregelen van jeugdigen ten uitvoer te leggen.15Het doel van het verblijf in de justitiële jeugdinrich-tingen is de kans op ontsporing van de jeugdige na diens terugkeer in de maatschappij te verminderen.16De jeugdigen in de inrichtingen verblijven in leefgroepen en volgen een dagprogramma.

De jeugdinrichtingen zijn te verdelen in opvanginrichtingen en behandel-inrichtingen. Het onderscheid tussen beide typen inrichtingen houdt verband met de strafrechtelijke verblijfstitels van de jeugdigen die er worden geplaatst. Figuur 10 laat zien dat in opvanginrichtingen jeugdigen zijn geplaatst vanwege voorlopige hechtenis en detentie. Er zijn ook jeugdigen geplaatst die wachten op een plek in een behandelinrichting. In de behandelinrichtingen worden jeugdigen behandeld voor ontwikkelings-stoornissen (onder andere als zij een PIJ-maatregel opgelegd gekregen hebben). Er zijn ook inrichtingen die zowel opvang- als behandel-afdelingen kennen.

Justitiële jeugdinrichtingen voeren hun wettelijk taak niet alleen uit in het kader van het jeugdstrafrecht, maar ook in het kader van het civiele jeugdbeschermingsrecht. In een justitiële jeugdinrichting worden namelijk ook jeugdigen geplaatst in het kader van een maatregel van kinderbe-scherming. Opvanginrichtingen bieden crisisopvang aan jeugdigen met een ondertoezichtstelling (OTS) die in een acute en zeer ernstige situatie verkeren. Behandelinrichtingen bieden behandeling, ook aan jeugdigen, op grond van civiele maatregelen. Deze jeugdigen blijven in dit onderzoek overigens buiten beschouwing. Deze «samenplaatsing» is doorgevoerd tot op het niveau van de leefgroepen: jeugdigen met een strafrechtelijke verblijfstitel kunnen samen met jeugdigen met een civielrechtelijke verblijfstitel in één leefgroep samengeplaatst worden. Overigens is inmiddels de beslissing gevallen om deze samenplaatsing te beëindigen.

14Op 1-1-2005 waren er nog vijftien justitiële jeugdinrichtingen. In december 2004 heeft de minister van Justitie besloten één ervan te sluiten, de capaciteit is in 2005 afgebouwd.

15Artikel 3a lid 1, Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen.

16Artikel 24, Reglement justitiële jeugd-inrichtingen.

Figuur 10 Veel voorkomende verblijfstitels in justitiële jeugdinrichtingen

Opvanginrichting

Behandelinrichting strafrecht

civiel recht

instroom uitstroom

Voorlopige hechtenis

PIJ behandeling PIJ passant

PIJ = plaatsing in jeugdinrichting

OTS-behandeling OTS-crisisopvang Detentie

Wanneer een jeugdige verdacht wordt van het plegen van een ernstig misdrijf, kan de kinderrechter, op vordering van de officier van justitie, bevelen om de jeugdige in voorlopige hechtenis te plaatsen. De voorlo-pige hechtenis heeft twee doelen: beveiliging van de samenleving tegen nieuwe misdrijven door de jeugdige en ongehinderde uitvoering van het strafrechtelijk onderzoek.

Na uiterlijk 110 dagen (inverzekeringstelling en voorlopige hechtenis) dient de behandeling van de zaak ter terechtzitting te beginnen. De voorlopige hechtenis loopt door tot uiterlijk zestig dagen na uitspraak in eerste aanleg. Als een jeugdige tegen de uitspraak in hoger beroep gaat, kan de periode in voorlopige hechtenis echter aanzienlijk verlengd worden (Doek & Vlaardingerbroek, 2006, p. 468). De voorlopige hechtenis kan op twee manieren eindigen:

• de kinderrechter spreekt een vonnis uit;

• de voorlopige hechtenis eindigt door opheffing, schorsing of door afwijzing van het verzoek om verlenging vóórdat de zaak is voorgelegd aan de kinderrechter.

De kinderrechter kan een jeugdige veroordelen tot jeugddetentie. Het moet dan gaan om een misdrijf en de kinderrechter moet van mening zijn dat het gepleegde misdrijf de jeugdige geheel of gedeeltelijk kan worden toegerekend. Jeugddetentie kan ook worden opgelegd als vervangende straf, bijvoorbeeld als een eerder opgelegde taakstraf niet naar behoren is uitgevoerd. De jeugddetentie kan maximaal twaalf maanden duren voor

jeugdigen die twaalf tot zestien jaar oud waren toen ze het misdrijf pleegden. Als ze tijdens het plegen van het misdrijf zestien of zeventien jaar oud waren, kan de detentie maximaal 24 maanden duren.

Wanneer de kinderrechter van mening is dat het gepleegde delict de jeugdige, gezien zijn achtergrond en persoonlijkheid, niet of minder aan te rekenen is omdat er sprake is van ontwikkelingsachterstand of een scheefgroei in de ontwikkeling, kan hij de strafrechtelijke maatregel

«plaatsing in een inrichting voor jeugdigen» (PIJ-maatregel) opleggen.

Deze maatregel is gericht op opvoeding en behandeling, en wordt opgelegd als de rechter van mening is dat de jeugdige zonder die maatregel een gevaar voor zichzelf en voor anderen blijft. De kinder-rechter kan een PIJ-maatregel alleen opleggen na advies van tenminste twee gedragsdeskundigen uit verschillende disciplines.

De PIJ-maatregel wordt aanvankelijk voor twee jaar uitgesproken en kan nog twee maal met twee jaar worden verlengd. Daarmee kan een PIJ-maatregel dus maximaal zes jaar duren. Omdat bij het opleggen van een PIJ-maatregel de lengte van de periode die in voorarrest is doorge-bracht, niet in mindering wordt gebracht op de totale tijd, kan de periode dat een jeugdige in een justitiële jeugdinrichting doorbrengt voor één strafbaar feit langer duren dan zes jaar.

Het is mogelijk dat de kinderrechter een combinatievonnis oplegt, waarin hij bepaalde straffen en maatregelen met elkaar combineert. Zo is het mogelijk dat jeugdigen zowel een jeugddetentie als een PIJ-maatregel wordt opgelegd. Deze jeugdigen worden pas in vrijheid gesteld nadat het geheel aan opgelegde straffen en maatregelen ten uitvoer is gelegd.

PIJ-maatregelen worden relatief vaak in combinatie met een jeugd-detentie opgelegd. Ook is het mogelijk dat slechts één straf of maatregel wordt opgelegd.

Figuur 11 geeft weer hoe lang jeugdigen op de verschillende strafrechte-lijke titels in een jeugdinrichting kunnen verblijven.

Maximaal Figuur 11 Tijdsverloop soorten vrijheidsbeneming

Maximaal

Maximaal 2 jaar Max.

Maximaal 104 dagen Max. Maximaal 2 jaar

3 mnd.

Maximaal 2 jaar Max. DETENTIE 12–15 JARIGEN EN 16-17 JARIGEN

PIJ-MAATREGEL

waarvan scholings-en

trainings-programma