• No results found

4 Elf wijken in beeld

4.5 Jol, Lelystad

De buurt Jol – in de volksmond ‘de Jol’ – is onderdeel van de Kustwijk. De Jol telt 988 woningen en 2.300

inwoners. De Kustwijk als geheel herbergt ruim 12.000 inwoners. De Jol kent een typische woonerfstructuur met

een cirkelvormige toegangsweg die compacte, halfopen hofjes ontsluit. De buurt is opgebouwd uit goedkopere

laagbouw rijwoningen waarvan een aanzienlijk deel corporatiebezit. In het hart van de Jol ligt een winkelcentrum

36

met een buurtoverstijgende functie. De bouw van de Jol startte eind jaren zeventig, tijdens de economische

recessie die volgde op de tweede oliecrisis. Zowel ruimtelijk, als bouwtechnisch blijft de kwaliteit van veel wijken

uit deze periode achter bij de ‘vroege’ woonerfwijken. Zo ook in de Jol. De Kustwijk omvat enkele buurten met

ruime koopwoningen aan het water, die de wijkstatistieken positief beïnvloeden. Ook de Jol kent een gouden

randje: het Stadseiland is een kleine, door waterpartijen omsloten deelbuurt met duurdere koopwoningen die rond

de eeuwwisseling gebouwd zijn. Vanwege haar geïsoleerde ligging – het gebied is alleen met een fietsbrug

verbonden met de rest van de buurt – wordt het Stadseiland door bewoners noch professionals beschouwd als

onderdeel van de Jol.

Weliswaar scoort Jol in 2018 voldoende in de Leefbaarometer, maar de buurt blijft achter bij de rest van de

Kustwijk. Ingezoomd op gridniveau valt op dat sinds 2012 een steeds groter gedeelte van de buurt een zwakke

leefbaarheidsscore vertoont. Omdat gemeentelijke statistieken vrijwel uitsluitend op wijkniveau (Kustwijk) worden

verzameld, verschaffen ze weinig inzicht in de situatie in de Jol. Vergeleken met de rest van Lelystad scoort de

Kustwijk in de middenmoot.

65

In de Wijkmonitor uit 2015 zijn sommige gegevens wel opgesplitst op buurtniveau;

waarbij opvalt dat de Jol (inclusief de deelbuurt Stadseiland) vrijwel zonder uitzondering minder gunstig scoort

dan de rest van de Kustwijk. Zo had 23 procent van de huishoudens in de Jol in 2015 een inkomen lager dan 120

procent van het sociaal minimum, terwijl het gemiddelde in de Kustwijk 7 procent bedroeg (stedelijk gemiddelde

13%). Kortom: doordat statistische afbakening niet overeenstemt met de geografische opbouw van de Jol valt uit

wijkstatistieken nauwelijks op te maken wat er werkelijk speelt in de Jol. Ook het rapport De Lelystadse

woonwijken: Opgaven voor de komende jaren (2018) gaat niet concreet in op de opgaven die zich op buurtniveau

aftekenen.

Er vond in het verleden geen gerichte gebiedsaanpak plaats in de Jol, zoals wel het geval was in de Zuiderzee-

en de Atolwijk. Naar aanleiding van signalen en klachten over de leefbaarheid is in 2016 een SWOT-analyse

opgesteld, waarna de gemeente Lelystad, woonstichting Centrada het initiatief namen voor een preventieve

wijkaanpak. De betrokken partijen spraken onder meer af dat er een integrale aanpak zou komen in de buurten

Jol en Galjoen. Hierbij worden de geplande kwaliteitsverbeteringen in de woningen en de aanpak van tuinen en

erfafscheidingen in samenhang aangepakt. In 2018 opende aan de rand van de wijk een vernieuwd

37

buurtcentrum. Centrada voerde in 2018 en 2019 groot onderhoud uit aan 382 huurwoningen en parallel hieraan

knapte de gemeente de openbare ruimte op, zowel de verharding als het groen. Interne renovaties (keuken,

badkamer) werden bij mutatie uitgevoerd.

Vanaf 2017 is dus een fysieke verbeterslag ingezet. Volgens wijkprofessionals is de problematiek achter de

voordeur de afgelopen jaren echter verergerd. Net als in de Zuiderzeewijk zijn in de Jol in de jaren negentig veel

sociale huurwoningen aan zittende huurders verkocht. Daardoor is er veel versnipperd bezit. Veel huiseigenaren

zijn niet of onvoldoende zelfredzaam: ze hebben een laag inkomen, schulden en een (te) hoge hypotheek. Het is

voor hen een grote opgave om naar de (nabije) toekomst te kijken – ze zijn bezig met overleven. Door de

renovatie van het bezit van Centrada wordt dit contrast extra geaccentueerd. Tegenover de eigenaar-bewoners

met een overwegend hoge woonduur staat een hoge doorstroom in het corporatiebezit. Mensen met ambitie

verlaten de wijk. Het aantal nationaliteiten is het afgelopen decennium toegenomen en er is een groeiend aantal

bewoners met psychische problemen.

Naast de toenemende onveiligheidsgevoelens, veroorzaakt door inbraakgolven en enkele overvallen, maken

wijkprofessionals zich zorgen over de gebrekkige sociale samenhang. Er is weinig onderling contact tussen

bewoners; terugtrekgedrag lijkt de norm. Er is zwerfvuil en er staan autowrakken en afval naast de vuilcontainers.

Bewoners spreken elkaar er niet op aan en de meldingsbereidheid is laag. Wijkprofessionals signaleren een

passieve, apathische houding onder bewoners. Er zijn incidenten geweest met Roma-families die claimgedrag

zouden vertonen door andere kinderen uit de speeltuinen te weren. De opkomst op bewonersavonden is laag,

participatieprojecten zoals het Flevohofje (een initiatief voor zelfbeheer) mislukken veelal. Gemeentelijk

bewonersconsulent Masja Schuurman: “Het lijkt soms trekken aan een dood paard. […] Dit is de enige wijk waar

ik heb meegemaakt dat een week na een participatieproject de picknickbank verdwenen was. Die stond gewoon

bij iemand in de tuin.”

Hakima Toufik, gebiedsregisseur bij Centrada, legt uit dat veel bewoners bezig zijn met ‘overleven’: “Het zijn

mensen die hun hoofd boven water moeten houden en geen oog hebben voor de rest van de wereld. Die kun je

niet loslaten, we moeten blijven ondersteunen en investeren.” In het kader van de wijkaanpak zijn huisbezoeken

uitgevoerd bij alle bewoners, ook de woningeigenaren. Vooral armoedeproblematiek springt in het oog. Verder

zien professionals grote verschillen binnen de wijk. Sociale problematiek en onveiligheid lijkt zich te concentreren

in bepaalde hofjes, vooral in de omgeving van het winkelcentrum. Daarnaast zijn er hofjes waar bewoners naar

tevredenheid wonen en onderling redelijk contact hebben, maar die wel vragen om meer toezicht en handhaving

in de rest van de wijk.

Over de toekomst van de Jol zijn geïnterviewden voorzichtig positief. De fysieke vernieuwing zorgt voor een

betere uitstraling van de openbare ruimte. De politie signaleert een lichte afname van het aantal meldingen van

burenruzies en huiselijk geweld. Samen met de welzijnsorganisatie startte de Wijkraad Kustwijk in de Jol een

financieel inloopspreekuur voor bewoners. Dit wordt steeds beter bezocht. Al jarenlang organiseren wijkbewoners

het succesvolle popfestival Jolpop. Volgens de wijkprofessionals zijn er twee dingen nodig om het leefklimaat in

de Jol structureel te verbeteren. Ten eerste een visie van de gemeente op de toekomst van de wijk die helpt om

samenwerking met organisaties in en rond de wijk te organiseren. En ten tweede voldoende professionele inzet:

naast blijvend inzetten op handhaving is er een wijkmanager of sociaal wijkbeheerder nodig die zich specifiek

toelegt op deze buurt, want voor professionals die er nu werken is de Jol onderdeel van een groter werkgebied,

en sommigen werken er maar tijdelijk. Gemeentelijk bewonersconsulent Masja Schuurman: “Als we hier met

opknappen klaar zijn en het daarna weer loslaten, dan is dit in no time een achterbuurt.”

38