• No results found

Italiaanse leenwoorden in het Nederlands: de post

In Italië wordt aan 9 universiteiten door 24 docenten Nederlands gedoceerd aan circa 350 studenten

Italiaanse woorden die internationaal zijn geworden, betreffen drie terreinen: het leger met woorden als alarm, bataljon, brigade, cavalerie,

escorte, eskader, infanterie, kanon, kazemat, kolonel, soldaat (allemaal via

het Frans geleend); de kunst en muziek met bijvoorbeeld fresco, repli­

ca, terracotta, en 0770, bariton, bas, libretto, opera, tenor\ en de handel met bruto, conto, deposito, firma, giro, incasso, kassa, netto, saldo.

Het postwezen vormt een wezenlijk onderdeel van de handel: wanneer je zaken koopt of verkoopt, moeten deze te bestemder plaatse geleverd worden, en er moeten brieven en rekeningen over en weer gestuurd worden. Italië heeft een centrale rol gespeeld bij de ontwikkeling van het moderne postwezen. In de Romeinse tijd bestond er al een goed werkende cursus publicus met poststations op regelmatige afstanden langs de grote wegen van het rijk. Na de val van het Romeinse rijk raakte het postsysteem langzamerhand in onbruik, en eeuwenlang was er geen sprake van enig georganiseerd systeem. Koningshuizen, gemeenten, universiteiten en kloosters regelden hun postverzending zelf, door het sturen van boodschap­ pers te voet of te paard.

Tijdens de Renaissance groeiden het internationale handelsver­ keer en de zakenpost. Handelsverenigingen richtten lokale postvoor- zieningen op, maar er was behoefte aan een grootschaliger opzet. En hier zag het Italiaanse geslacht Thurn und Taxis zijn kans. Hoewel zij niet de enigen waren die op deze markt opereerden, slaagden zij erin een internationaal netwerk op te bouwen dat alle andere in omvang en efficiency overtrof. Nu hadden ze al ervaring: voorouders onder de naam Tassis hadden al vanaf 1290 postdiensten tussen

It a l i ë

Italiaanse steden verzorgd. Voor een grootse aanpak zorgde echter Franz von Taxis. Deze was vanaf 1489 postmeester van keizer Maxi- miliaan 1 en later van Philips 1 van Spanje. De Habsburgse keizers gaven hem het recht tegen vergoeding zowel staatspost als particulie­ re post door het gehele Heilige Roomse Rijk en Spanje te bezorgen. Vele familieleden werden ingeschakeld, maar in de volgende 350 jaar groeide het bedrijf zodanig, dat ook buiten de familie geworven moest worden: uiteindelijk waren er zo’n 20.000 bezorgers in dienst. In vele plaatsen waren kantoren van Thurn und Taxis gevestigd. Het netwerk besloeg Italië, Spanje, Duitsland, Oostenrijk, Hongarije en de Lage Landen. Zo organiseerde Thurn und Taxis in 1642 postrit- ten van Roermond over Nijmegen en Utrecht naar Amsterdam.

Het postsysteem van Thurn und Taxis was als gezegd internatio­ naal; daarnaast bestonden er op nationaal niveau allerlei regelingen. Aanvankelijk hielden particulieren zich met de nationale postbezor­ ging bezig. Toen de staten echter een sterke centrale regering kre­ gen, zetten zij een openbare nationale postdienst op. Het eerst gebeurde dat in Frankrijk, in het begin van de zeventiende eeuw. Engeland volgde. In Nederland werden in 1799, dus in de Franse tijd, alle gewestelijke en stedelijke posterijen nationaal verklaard, en in 1803 trad het eerste nationale postbestuur in werking, dat naar Frans voorbeeld werd geregeld. Vanwege de veiligheid ontwikkelden de nationale postdiensten in de verschillende landen zich tot mono­ polies, een situatie die pas in de laatste tijd teruggedraaid wordt. Recentelijk is er bovendien een tendens tot privatisering van de post­ dienst; in Nederland is dat in 1989 gebeurd.

Door de opkomst van de staatsbedrijven verdween het internatio­ nale postsysteem van Thurn und Taxis, dat ruim drieënhalve eeuw gefunctioneerd had. De laatste tak, in Pruisen, werd in 1867 genatio­ naliseerd. De gebogen hoorn die diverse postdiensten als merkteken dragen, herinnert nog aan de herkomst van de postdienst: het is namelijk een onderdeel van het familiewapen van het geslacht Thurn und Taxis.

Eind negentiende eeuw werden tussen de postdiensten van de ver­ schillende landen internationale afspraken gemaakt. Als officiële taal

It a l i ë

van het internationale postverkeer gold en geldt het Frans, hoewel de Engelstalige landen meestal het Engels hanteren, en ook in Neder­ land het Engels de overhand krijgt boven het Frans, aldus de k p n.

We zien dan ook dat air mail en printed matter het Franse par avion en imprimé verdringen.

De invloed van het Frans vinden we terug in aan het Frans ont­ leende woorden, zoals banderol (1657), emballage (1717), regu (1808),

poste restante (1842), envelop (1889), imprimé (1929) en par avion

(20ste eeuw). Tussen haakjes staat de datum waarop het woord voor het eerst in het Nederlands voorkomt, om een indicatie van de ouderdom te geven. Banderol heeft het Frans uit het Italiaans geleend, en poste restante is de Franse weergave van Italiaans fermo in

posta oïfermoposta.

Dankzij de Italiaanse roots van het postwezen is de invloed van het Italiaans in deze branche uiteraard groot, en bovendien van hoge ouderdom. Het woord post (1525) komt uit het Italiaans, hoewel we het waarschijnlijk via het Frans hebben leren kennen. Aanvankelijk betekende het ‘poststation, plaats waar postpaarden worden gewis­

It a l i ë

seld’, vandaar ging het betekenen ‘postwagen’ (bijvoorbeeld in: de post werd aangehouden), en later ‘datgene wat per post gebracht wordt’ en ‘postdienst’. De postrijder heette vroeger postiljon (1599), een Italiaans woord dat we weer via het Frans kennen. De beheerder van een poststation of postkantoor wordt postmeester (15 5 1) ge­ noemd, wat een vertaling is van Italiaans maestro delle poste.

Voor het versturen van post moet meestal betaald worden. Zo hebben we uit het Italiaans de woorden porto (1585) en franco (1676) leren kennen. Franco is eigenlijk een verkorting van franco di porto ‘vrij(gesteld) van port’ - dit kennen we ook in de vertaling portvrij

(1850).

Dat de post niet een exclusief Frans-Italiaanse aangelegenheid was, blijkt uit de Duitse leenwoorden ansicht (kaart) en postbode, en uit de Engelse leenvertaling postbus. Uiteindelijk hebben dus vele talen invloed op het postwezen gehad, maar de Italiaanse invloed is de oudste.