43. NEN, Elektrische veiligheid van machines NEN-EN-IEC 60204-1
verklaard. 2008.
44. NEN, Apparatuur voor informatietechniek - Veiligheid - Deel 1:
Algemene eisen. 2006.
45. NEN, Gegevensverwerkende apparatuur - Radiostoringskenmerken
- Grenswaarden en meetmethoden. 2011.
46. NEN, Gegevensverwerkende apparatuur - Immuniteitskenmerken -
Grenswaarden en meetmethoden. 2010.
47. NEN, Reeks Elektromagnetische compatibiliteit (EMC). 2011. 48. NEN, Reeks Veiligheid van laserproducten. 2014.
49. ISO, Grafische symbolen - Veiligheidskleuren en -tekens -
Geregistreerde veiligheidstekens 2012.
52. Dremel, Dremel 3D20, in Vertaling van de originele
gebruiksaanwijzing. 2015.
53. CubeX, CubeX 3D printer User guide. 2013.
54. Conn, R.E., et al., Safety assessment of polylactide (PLA) for use
as a food-contact polymer. Food Chem Toxicol, 1995. 33(4): p.
273-83.
55. sigmaaldrich.com, Veiligheidsinformatieblad - PLA 3D printing
filament, black, 1.75 mm. (Versie 5.0 Herzieningsdatum
11.08.2015.).
56. makerbot.com, Safety data sheet - PLA 3D Printer Filament/
MakerBot PLA. (Issue date: 2015-08-26.).
57. ECHA, Substance information - Poly(acrylonitrile-co-butadiene-co-
styrene).
58. Zitting, A. and H. Savolainen, Effects of single and repeated
exposures to thermo-oxidative degradation products of poly(acrylonitrile-butadiene-styrene) (ABS) on rat lung, liver, kidney, and brain. Archives of Toxicology, 1980. 46(3): p. 295-
304.
59. Schaper, M.M., R.D. Thompson, and K.A. Detwiler-Okabayashi,
Respiratory responses of mice exposed to thermal decomposition products from polymers heated at and above workplace processing temperatures. Am Ind Hyg Assoc J, 1994. 55(10): p. 924-34.
60. Forrest, M.J., et al., Emissions from processing thermoplastics. The Annals of Occupational Hygiene, 1995. 39(1): p. 35-53.
61. Rutkowski, J.V. and B.C. Levin, Acrylonitrile-butadiene-styrene
copolymers (ABS): Pyrolysis and combustion products and their toxicity – a review of the literature. Fire and Materials, 1986. 10(3-4): p. 93-105.
62. Kim, Y., et al., Emissions of Nanoparticles and Gaseous Material
from 3D Printer Operation. Environmental Science & Technology,
2015. 49(20): p. 12044-12053.
63. Lee, C., et al., Fatal acute pulmonary oedema after inhalation of
fumes from polytetrafluoroethylene (PTFE). European Respiratory
Journal, 1997. 10(6): p. 1408-1411.
64. RAR, European Union Risk Assessment Report Acrylonitrile. 2004, European Union.
65. RAR, European Union Risk Assessment Report 1,3-butadiene. 2002.
66. EPA, Survey of styrene, in Part of the LOUS review. 2014, Danish Environmental Protection Agency.
67. RAR, Risk Assessment Report on styrene (Cas No. 100-42-6)
Human Health Part. 2008, European Commission.
68. CLH, CLH report - Proposal for Harmonised Classification and
Labelling - Based on Regulation (EC) No 1272/2008 (CLP
Regulation), Annex VI, Part 2 - Substance Name: Styrene. 2011.
69. WHO, Guidelines for Drinking-water Quality. 2011.
70. Cheng, S.-F., et al., Olfactory loss in poly (acrylonitrile-butadiene-
styrene) plastic injection-moulding workers. Occupational
Medicine, 2004. 54(7): p. 469-474.
71. Nel, A., et al., Toxic potential of materials at the nanolevel. Science, 2006. 311(5761): p. 622-7.
72. Muller, J., et al., Respiratory toxicity of multi-wall carbon
nanotubes. Toxicology and Applied Pharmacology, 2005. 207(3):
73. Shvedova, A.A., et al., Sequential exposure to carbon nanotubes
and bacteria enhances pulmonary inflammation and infectivity. Am
J Respir Cell Mol Biol, 2008. 38(5): p. 579-90.
74. Shvedova, A.A., et al., Inhalation vs. aspiration of single-walled
carbon nanotubes in C57BL/6 mice: inflammation, fibrosis, oxidative stress, and mutagenesis. Am J Physiol Lung Cell Mol
Physiol, 2008. 295(4): p. L552-65.
75. Diez, U., et al., Effects of indoor painting and smoking on airway
symptoms in atopy risk children in the first year of life results of the LARS-study1. International Journal of Hygiene and
Environmental Health, 2000. 203(1): p. 23-28.
76. NOS, Zet geen foto van je sleutels op sociale media. 2015. 77. NRC, Stenen beeldje als nieuwe schoolfoto. 2016.
78. Contos, D.A., et al., Sampling and Analysis of Volatile Organic
Compounds Evolved During Thermal Processing of Acrylonitrile Butadiene Styrene Composite Resins. Journal of the Air & Waste
Management Association, 1995. 45(9): p. 686-694. 79. Unwin, J., et al., Airborne Emissions of Carcinogens and
Respiratory Sensitizers during Thermal Processing of Plastics.
Annals of Occupational Hygiene, 2013. 57(3): p. 399-406. 80. Stephens, B., et al., Ultrafine particle emissions from desktop 3D
printers. Atmospheric Environment, 2013. 79: p. 334-339.
81. Steinle, P., Characterization of emissions from a desktop 3D
printer and indoor air measurements in office settings. Journal of
Occupational and Environmental Hygiene, 2016. 13(2): p. 121- 132.
82. Azimi, P., et al., Emissions of Ultrafine Particles and Volatile
Organic Compounds from Commercially Available Desktop Three- Dimensional Printers with Multiple Filaments. Environmental
Science & Technology, 2016.
83. Oberdörster, G., et al., Translocation of Inhaled Ultrafine Particles
to the Brain. Inhalation Toxicology, 2004. 16(6-7): p. 437-445.
84. Nemmar, A., et al., Ultrafine Particles Affect Experimental
Thrombosis in an In Vivo Hamster Model. American Journal of
Respiratory and Critical Care Medicine, 2002. 166(7): p. 998- 1004.
85. Akerman, M.E., et al., Nanocrystal targeting in vivo. Proc Natl Acad Sci U S A, 2002. 99(20): p. 12617-21.
86. (SER), S.E.R., Database Occupational Exposure Limits (OEL). 87. Mutsuga, M., Y. Kawamura, and K. Tanamoto, Migration of lactic
acid, lactide and oligomers from polylactide food-contact materials.
Food Addit Contam Part A Chem Anal Control Expo Risk Assess, 2008. 25(10): p. 1283-90.
88. Jamshidian, M., et al., Poly-lactac acid: Production, applications,
nanocomposites, and release studies. Comprehensive reviews in
food science and food safety, 2010. 9.
89. ECHA. Substance information. 2016; Available from:
http://echa.europa.eu/nl/information-on-chemicals.
90. TIGI, MSDS TIGI Bed Head Spoil Me Defrizzer & Smoothing
Hairspray - ROW. 2016.
91. DIMAFIX, MSDS Dimafix. 2015.
94. EU, Verordening (EG) Nr. 1907/2006. 2006.
95. EU, Richtlijn 2011/65/EU - the restriction of the use of certain
hazardous substances in electrical and electronic equipment Text with EEA relevance. 2011.
96. EU. New Legislative framework. Available from:
http://ec.europa.eu/growth/single-market/goods/new-legislative- framework/index_en.htm.
97. Warenwet, Warenwetbesluit algemene produktveiligheid. 1993. 98. EU, Richtlijn 2001/95/EG. 2001.
99. Warenwet, Warenwetregeling aanwijzing normen elektrotechnische
produkten. 2005.
100. Warenwet, Warenwetregeling aanwijzing algemene
veiligheidsnormen. 2014.
101. EU, Richtlijn 2014/30/EU. 2014.
102. Warenwet, Warenwetbesluit elektrotechnische produkten. 1992. 103. Warenwet, Warenwetregeling elektronische productnotificatie.
2009.
104. EU, Richtlijn 2006/95/EG. 2006. 105. EU, Richtlijn 2014/35/EU. 2014.
106. Warenwet, Warenwetbesluit persoonlijke beschermingsmiddelen. 1992.
107. Warenwet, Warenwetregeling persoonlijke beschermingsmiddelen. 2015.
108. EU, Richtlijn 89/686/EEG. 1989. 109. EU, Richtlijn 2009/48/EG. 2009.
110. Warenwet, Warenwetbesluit verpakkingen en gebruiksartikelen. 2005.
111. Warenwet, Warenwetregeling verpakkingen en gebruiksartikelen. 2014.
112. EU, Verordening (EG) Nr. 1935/2004. 2004. 113. EU, Verordening (EG) Nr. 2026/2006. 2006.
114. EU. Verordening (EG) Nr. 1895/2005. 2005; Available from:
http://eur-lex.europa.eu/legal-
content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:32005R1895&from=EN. 115. Wet, Wet milieubeheer. 1979.
Bijlagen
Bijlage A: Veiligheidswaarschuwingen Dremel 3D-printer
Veiligheid van de werkplek
a. Houd uw werkomgeving schoon en goed verlicht. Een rommelige of onverlichte werkomgeving kan tot ongevallen leiden.
b. Gebruik de Dremel 3D20 niet in een omgeving waarin zich
brandbare vloeistoffen of gassen, of brandbaar stof bevinden. De Dremel 3D20 genereert hoge temperaturen waardoor stof of dampen kunnen ontvlammen.
c. Berg de 3D20 buiten het bereik van kinderen en andere
onervaren personen op wanneer het apparaat niet in gebruik is. Gebruik door onervaren personen kan letsel tot gevolg hebben. Elektrische veiligheid
a. Gebruik de Dremel 3D20 uitsluitend in combinatie met een geaard stopcontact. Breng geen aanpassingen aan de stekker van de Dremel 3D20 aan. Onjuiste aarding en aangepaste stekkers verhogen het risico op elektrische schokken.
b. Gebruik de Dremel 3D20 niet in een vochtige of natte omgeving. Stel de Dremel 3D20 niet bloot aan regen. De aanwezigheid van vocht verhoogt het risico op elektrische schokken.
c. Gebruik de kabel niet voor een verkeerd doel. Trek nooit aan de kabel om de stekker van de Dremel 3D20 uit het stopcontact te trekken. Houd de kabel uit de buurt van hitte, olie, scherpe randen en bewegende delen. Beschadigde of in de war geraakte kabels vergroten het risico op een elektrische schok.
d. Gebruik dit product niet tijdens onweer. Er is een gering risico dat de bliksem tot stroompieken leidt met elektrische schokken tot gevolg.
e. Trek in geval van nood de stekker van de Dremel 3D20 uit het stopcontact.
Persoonlijke veiligheid
a. Wees alert, let goed op wat u doet en ga verstandig te werk bij het gebruik van de Dremel 3D20. Gebruik de Dremel 3D20 niet wanneer u moe of onder invloed van drugs, alcohol of medicijnen bent. Eén moment van onoplettendheid bij het gebruik van de Dremel 3D20 kan al tot ernstige verwondingen leiden.
b. Draag persoonlijke beschermende uitrusting. Het gebruik van beschermende uitrusting, zoals hittebestendige handschoenen en veiligheidsbrillen, verlaagt het risico op persoonlijk letsel.
c. Draag geschikte kleding. Draag geen wijde kleding of sieraden. Houd haren, kleding en handschoenen uit de buurt van
bewegende delen. Wijde kleding, sieraden of lang haar kunnen door draaiende delen worden gegrepen.
Gebruik en onderhoud van de Dremel 3D20
a. Controleer vóór gebruik of de bewegende delen van de Dremel 3D20 correct functioneren en niet vastklemmen, en dat
onderdelen niet zodanig gebroken of beschadigd zijn dat de werking van de Dremel 3D20 nadelig wordt beïnvloed. Wanneer u vermoedt dat de Dremel 3D20 beschadigd is, laat u het apparaat vóór gebruik repareren door een erkend Dremelservicecentrum. Het gebruik van een beschadigde Dremel 3D20 kan de kwaliteit van objecten nadelig beïnvloeden. Daarnaast kan er verdere schade aan het apparaat, materiële schade en persoonlijk letsel optreden.
b. Raak de extruder spuitmond van de Dremel 3D20 niet aan tijdens het gebruik, of voordat de spuitmond is afgekoeld tot een
temperatuur van hoogstens 60°C (140°F). Aanraking van de extruder spuitmond tijdens of na gebruik, voordat de spuitmond is afgekoeld, kan persoonlijk letsel opleveren.
c. Installeer de Dremel 3D20 in een goed geventileerde ruimte. Zorg dat er zich minstens 20 cm vrije ruimte rondom de Dremel 3D20 bevindt. De Dremel 3D20 smelt plastic tijdens het bouwen. Smeltend plastic veroorzaakt geuren die mogelijk irritatie aan de ogen en luchtwegen veroorzaken. Wanneer u de Dremel 3D20 dicht bij andere voorwerpen zet, wordt de ventilatie nadelig beïnvloed.
d. Steek tijdens gebruik nooit uw hand in de Dremel 3D20. Wanneer u de bewegende delen van de Dremel 3D20 aanraakt tijdens gebruik, kan dit een object van inferieure kwaliteit tot gevolg hebben, en leiden tot schade aan het apparaat of persoonlijk letsel.
e. Laat de Dremel 3D20 niet onbeheerd achter tijdens gebruik. Het gebruik van de Dremel 3D20 door personen die niet bekend zijn met deze waarschuwingen of instructies, kan tot schade aan het apparaat, materiële schade en persoonlijk letsel leiden.
f. Gebruik uitsluitend DREMEL PLA-printmateriaal. Het gebruik van printmateriaal (vanaf nu filament genoemd) dat niet is
goedgekeurd door Dremel, kan tot schade aan het apparaat en materiële schade leiden.
g. Zorg ervoor dat kleine objecten die op de Dremel 3D20 zijn gemaakt, buiten het bereik van jonge kinderen blijven. Kleine objecten kunnen verstikkingsgevaar opleveren bij jonge kinderen.
h. U mag geen illegale of ongepaste objecten maken met de Dremel 3D20.
i. Gebruik de Dremel 3D20 niet voor het maken van objecten die bedoeld zijn voor gebruik in combinatie met kaarsen, vloeibare brandstoffen en andere warmtebronnen. Plastic kan smelten wanneer het wordt blootgesteld aan vuur of andere
warmtebronnen. Het gebruik van dergelijke objecten die met de Dremel 3D20 zijn gemaakt, kan brand, materiële schade en persoonlijk letsel tot gevolg hebben.
j. Gebruik de Dremel 3D20 niet voor het maken van objecten die bedoeld zijn voor het verwerken van voedsel of drank, waaronder ook voorbereiding, decoratie, opslag en consumptie vallen. Het
k. Gebruik de Dremel 3D20 niet voor het maken van objecten die bedoeld zijn voor gebruik in combinatie met elektrische
componenten of behuizingen van elektrische componenten. PLA- plastic is niet geschikt voor elektrische toepassingen. Het gebruik van dergelijke objecten die met de Dremel 3D20 zijn gemaakt, kan materiële schade en persoonlijk letsel tot gevolg hebben. l. Stop plastic voorwerpen niet in of in de buurt van uw mond. PLA-
plastic is niet geschikt voor het bereiden van voedsel of dranken, noch als keukengerei. Het gebruik van dergelijke objecten die met de Dremel 3D20 zijn gemaakt, kan ziekte en persoonlijk letsel tot gevolg hebben.
m. Gebruik de Dremel 3D20 niet voor het maken van objecten die bedoeld zijn voor de opslag van chemische stoffen. PLA-plastic is niet geschikt voor de opslag van chemische stoffen. Het gebruik van dergelijke objecten die met de Dremel 3D20 zijn gemaakt, kan materiële schade en persoonlijk letsel tot gevolg hebben. n. Breng geen aanpassingen aan de Dremel 3D20 aan en wijzig de
fabrieksinstellingen niet. Aanpassingen leiden mogelijk tot schade aan het apparaat, materiële schade en persoonlijk letsel.
o. Stel de Dremel 3D20 niet bloot aan temperaturen boven 70°C (158°F). In dat geval kan de Dremel 3D20 schade oplopen. De Dremel 3D20 is bedoeld voor gebruik in omgevingen met temperaturen tussen 16-29°C (60-85°F).
p. Tijdens gebruik dient u de Dremel 3D20 en de extruder niet te verplaatsen of aan te stoten. Dit kan een onjuiste bouwbewerking tot gevolg hebben.
q. U dient de kleur van het filament of de spoel niet te vervangen tijdens een bouwbewerking. Wanneer u dat doet wordt de bouwbewerking geannuleerd en raakt de extruder mogelijk beschadigd.
r. Verwijder het filament niet totdat de melding op de touchscreen verschijnt dat u dit veilig kunt doen. Wanneer u dat wel doet raakt de extruder mogelijk beschadigd.
s. Ga voorzichtig te werk bij het verwijderen van materiaalafval om zo de extruderspuitmond niet te beschadigen. De Dremel 3D20 functioneert niet goed wanneer de extruderspuitmond is
beschadigd; deze zal dan moeten worden vervangen.
t. Controleer vóór iedere bouwbewerking of het printbed is afgedekt met de door Dremel aangegeven printbedtape. Het gebruik van verkeerde printbedtape leidt mogelijk tot schade aan het
apparaat of een object van inferieure kwaliteit.
u. Let op de positie van uw lichaam wanneer u handgereedschap gebruikt om objecten van het printbed te verwijderen. Een verkeerde positie van uw lichaam kan tot persoonlijk letsel leiden wanneer het gereedschap uitschiet bij het verwijderen van een object van het printbed.
v. Voorkom krassen van het printbed bij het verwijderen van objecten. Krassen in het printbed leiden tot inferieure kwaliteit van de objecten.
w. Dremel is niet verantwoordelijk voor de structurele integriteit of het gebruik van objecten die met de Dremel 3D20 zijn gemaakt. Het gebruik van modellen die door onervaren ontwerpers zijn gemaakt, kan materiële schade en persoonlijk letsel tot gevolg hebben.
Onderhoud
a. Ontkoppel de Dremel 3D20 altijd van de netvoeding voordat u onderhoud op het apparaat uitvoert. Indien u dit niet doet, kan persoonlijk letsel of schade aan het apparaat ontstaan.
b. Laat het onderhoud van uw Dremel 3D20 alleen uitvoeren door een door Dremel erkend servicecentrum, en uitsluitend met vervangende onderdelen van Dremel. Dit garandeert de juiste en veilige werking van de Dremel 3D20.
c. Gebruik uitsluitend door Dremel goedgekeurde materialen en componenten. De garantie vervalt mogelijk wanneer u
objectmaterialen en 3D-objecten gebruikt die niet door Dremel zijn goedgekeurd; hetzelfde geldt wanneer u niet-Dremel- componenten gebruikt.
Bijlage B: Overzicht toxiciteit, classificatie en etikettering van een aantal vrijkomende stoffen bij het smelten van plastics in 3D-printers [89]
Vrijgekomen stof CAS-nummer(s) EC-nummer
Fysische toestand van
de stof Gevarenklasse en gevarencategorie Gevarenaanduiding
Acrylonitril
107-13-1
203-466-5
Bij 20°C: heldere,
kleurloze vloeistof met een scherpe geur Dampspanning: 133.3 hPa (bij 23.6°C) Geharmoniseerde CLP-classificatie Ontvl. Vlst. 2 Ooglet. 1 Huidirrit. 2 Sens. Huid 1 STOT eenm. 3 Acute tox. 3 Kank. 1B Zelfclassificatie Voortpl. 2 Kank. 2 Acute tox. 2
H225: Licht ontvlambare vloeistof en damp H318: Veroorzaakt ernstig oogletsel
H315: Veroorzaakt huidirritatie
H317: Kan een allergische huidreactie veroorzaken H335: Kan irritatie van de luchtwegen veroorzaken H301: Giftig bij inslikken
H311: Giftig bij contact met de huid H331: Giftig bij inademing
H350: Kan kanker veroorzaken
H361: Kan mogelijk de vruchtbaarheid of het ongeboren kind schaden
H351: Verdacht van het veroorzaken van kanker H300: Dodelijk bij inslikken
H310: Dodelijk bij contact met de huid H330: Dodelijk bij inademing
1,3-butadieen
106-99-0
203-450-8
Bij 20°C: kleurloos gas met een milde geur Dampspanning: 255 kPa (bij 21.9°C) Geharmoniseerde CLP-classificatie Kank. 1A Muta. 1B Ontvl. Gas 1 Zelfclassificatie
Gas onder druk
H350: Kan kanker veroorzaken
H340: Kan genetische schade veroorzaken H220: Zeer licht ontvlambaar gas
H280: Bevat gas onder druk; kan ontploffen bij verwarming
Vrijgekomen stof CAS-nummer(s) EC-nummer
Fysische toestand van
de stof Gevarenklasse en gevarencategorie Gevarenaanduiding
Voortpl. 2 Muta. 1A STOT eenm. 3
H361: Kan mogelijk de vruchtbaarheid of het ongeboren kind schaden
H340: Kan genetische schade veroorzaken
H336: Kan slaperigheid of duizeligheid veroorzaken
Caprolactam
105-60-2
203-313-2
Bij 20°C: vaste, witte stof Dampspanning: 1hPa (bij 90°C) Geharmoniseerde CLP-classificatie Oogirrit. 2 Huidirrit. 2 Acute tox. 4 STOT eenm. 3 Zelfclassificatie STOT eenm. 3 Acute tox. 3 Acute tox. 4 STOT eenm. 1 STOT herh. 1
H319: Veroorzaakt ernstige oogirritatie H315: Veroorzaakt huidirritatie
H302: Schadelijk bij inslikken H332: Schadelijk bij inademing
H335: Kan irritatie van de luchtwegen veroorzaken H370: Veroorzaakt schade aan organen
H301: Giftig bij inslikken H331: Giftig bij inademing
H312: Schadelijk bij contact met de huid H331: Giftig bij inademing
H370: Veroorzaakt schade aan organen H372: Veroorzaakt schade aan organen
Lactide 4511-42-6 224-832-0 [(S,S)-Lactide]; 25038- 75-9 [(R,R)-Lactide]; 13076-19-2 [(R,S)- Lactide = meso-Lactide]; 26680-10-4 [mix van drie isomeren]; 95-96-5 [mix van drie isomeren]
Bij 20°C: vaste, witte stof Dampspanning: 0.311 Pa (bij 25°C) Geharmoniseerde CLP-classificatie - Zelfclassificatie Oogirrit. 2 Huidcorr. 1B Huidirrit. 2 STOT eenm. 3
H319: Veroorzaakt ernstig oogletsel H314: Veroorzaakt ernstige brandwonden H315: Veroorzaakt huidirritatie
Vrijgekomen stof CAS-nummer(s) EC-nummer
Fysische toestand van
de stof Gevarenklasse en gevarencategorie Gevarenaanduiding
Methyl-methacrylaat (MMA) 80-62-6 201-297-1 Bij 20°C: heldere, kleurloze vloeistof Dampspanning: 37.2 hPa (bij 20°C) Geharmoniseerde CLP-classificatie Ontvl. Vlst. 2 Huidirrit. 2 Sens. Huid 1 STOT eenm. 3 Zelfclassificatie STOT eenm. 3 STOT herh. 1 Oogirrit. 2 Voortpl. 2 Sens. luchtw. 1
H225: Licht ontvlambare vloeistof en damp H315: Veroorzaakt huidirritatie
H317: Kan een allergische huidreactie veroorzaken H335: Kan irritatie van de luchtwegen veroorzaken H370: Veroorzaakt schade aan organen
H372: Veroorzaakt schade aan organen H319: Veroorzaakt ernstige oogirritatie
H361: Kan mogelijk de vruchtbaarheid of het ongeboren kind schaden
H334: Kan bij inademing allergie- of astmasymptomen of ademhalingsmoeilijkheden veroorzaken
Styreen
100-42-5 Bij 20°C: kleurloze tot geelachtige vloeistof Dampspanning: 8.53 hPa (bij 25°C) Geharmoniseerde CLP-classificatie Huidirrit. 2 Ontvl. Vlst. 3 Oogirrit. 2 Acute tox. 4 Asp. Tox. 1 STOT herh. 1 Voortpl. 2 Zelfclassificatie Kank. 2 STOT herh. 2 Acute tox. 3 H315: Veroorzaakt huidirritatie
H226: Ontvlambare vloeistof en damp H319: Veroorzaakt ernstig oogletsel H332: Schadelijk bij inademing
H304: Kan dodelijk zijn als de stof bij inslikken in de luchtwegen terechtkomt
H372: Veroorzaakt schade aan organen
H361: Kan mogelijk de vruchtbaarheid of het ongeboren kind schaden
H351: Verdacht van het veroorzaken van kanker H373: Kan schade aan organen veroorzaken bij
langdurige of herhaalde blootstelling H331: Giftig bij inademing
Vrijgekomen stof CAS-nummer(s) EC-nummer
Fysische toestand van
de stof Gevarenklasse en gevarencategorie Gevarenaanduiding
Voortpl. 1B STOT eenm. 1
H360: Kan de vruchtbaarheid of het ongeboren kind schaden
Bijlage C: Overzicht toxiciteit, classificatie en etikettering van producten/mengsels gebruikt bij het 3D-printproces [89]
Stof
Componenten/CAS- nummers
Eigenschappen Waarschuwingen en mogelijke veiligheidsmaatregelen
Haarlak
(uit de MSDS van een
willekeurig merk haarlak [90]) Dimethylether (115-10-6), 1H- Imidazolium, 1-ethenyl-3- methyl-, chloride, polymer met 1-ethenyl-2-pyrrolidinone (95144-24-4), Quaternary ammonium compounds, coco alkyltrimethyl, methyl sulfates (68002-60-8)
Aerosol
Gevaar
H220: Zeer licht ontvlambaar gas. H222: Zeer licht ontvlambare aerosol.
H229: Houder onder druk: kan openbarsten bij verhitting. H280: Bevat gas onder druk; kan ontploffen bij verwarming. H302: Schadelijk bij inslikken.
H315: Veroorzaakt huidirritatie. H318: Veroorzaakt ernstig oogletsel. H319: Veroorzaakt ernstige oogirritatie.
H400: Zeer giftig voor in het water levende organismen.
H410: Zeer giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen.
H412: Schadelijk voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen.
P210: Verwijderd houden van warmte/vonken/open vuur/hete oppervlakken en andere ontstekingsbronnen. - Niet roken. P251: Ook na gebruik niet doorboren of verbranden.
P264: Na het werken met dit product ... grondig wassen. P273: Voorkom lozing in het milieu.
P280: Beschermende handschoenen/beschermende kleding/oogbescherming/gelaatsbescherming dragen.
P305: Bij contact met de ogen: onmiddellijk zachtjes afspoelen met water.
Stof
Componenten/CAS- nummers
Eigenschappen Waarschuwingen en mogelijke veiligheidsmaatregelen
P338: Contactlenzen verwijderen, indien mogelijk. Blijven spoelen. P337: Bij aanhoudende oogirritatie.
P313: Een arts raadplegen.
P410: Tegen zonlicht beschermen.
P412: Niet blootstellen aan temperaturen boven 50°C/122°F.
DimaFix [91]Dimethylether
(115-10-6), ethanol (64.17-5) en isopropanol (67-63-0)
Aerosol
Gevaar
H222: Zeer licht ontvlambare aerosol.
H229: Houder onder druk: kan openbarsten bij verhitting. H319: Veroorzaakt ernstige oogirritatie.
P101: Bij het inwinnen van medisch advies, de verpakking of het etiket ter beschikking houden.
P102: Buiten het bereik van kinderen houden. P103: Alvorens te gebruiken, het etiket lezen.
P210: Verwijderd houden van warmte/vonken/open vuur/hete oppervlakken en andere ontstekingsbronnen. – Niet roken.
P211: Niet in een open vuur of op andere ontstekingsbronnen spuiten. P251: Ook na gebruik niet doorboren of verbranden.
P271-P260d: Alleen buiten of in een goed geventileerde ruimte gebruiken. Stof/rook/gas/nevel/damp/spuitnevel niet inademen. P305+P352+P338: BIJ CONTACT MET DE OGEN: voorzichtig afspoelen met water gedurende een aantal minuten; contactlenzen verwijderen, indien mogelijk; blijven spoelen.
P337 + P313: Bij aanhoudende oogirritatie: een arts raadplegen. P410 + P412: Tegen zonlicht beschermen. Niet blootstellen aan temperaturen boven 50°C/122°F.
Stof
Componenten/CAS- nummers
Eigenschappen Waarschuwingen en mogelijke veiligheidsmaatregelen
Spuitverf met
oplosmiddelen (uit de MSDS
van een willekeurig merk spuitlak [92]) Aceton (67-64-1), diemethylether (115-10-6), n-butylacetaat (123-86-4), propaan (74-98-6), 2-methoxy-1-ethylethylacetaat (108-65-6), butaan (106-97-8), isobutaan (75-28-5), nitrocellulose (9004-70-0), butaan-1-ol (71-36-3), 2-propanol (67-63-0) Aerosol Gevaar
H222-229: Zeer licht ontvlambare aerosol. Houder onder druk: kan open barsten bij verhitting.
H319: Veroorzaakt ernstige oogirritatie.
H336: Kan slaperigheid of duizeligheid veroorzaken. P102: Buiten het bereik van kinderen houden. P260: Spuitnevel niet inademen.
P210: Verwijderd houden van warmte, hete oppervlakken, vonken, open vuur en andere ontstekingsbronnen. Niet roken.
P251: Ook na gebruik niet doorboren of verbranden.
P211: Niet in een open vuur of op andere ontstekingsbronnen spuiten. P410+P412: Tegen zonlicht beschermen. Niet blootstellen aan
temperaturen boven 50°C.
P501: De inhoud en de verpakking verwerken volgens de plaatselijke