• No results found

2 Historisch overzicht

4. De invloed van factoren

4.1 De invloed van het politiek project

Het programma van Leefbaar Rotterdam mag dan beknopt zijn geweest, de impact ervan is aanzienlijk geweest. De partij positioneerde zich daarin als een buitenstaander. Daarmee gaf het niet alleen aan dat de partij vanuit die positie een nieuwe blik had op waar de stad Rotterdam behoefte aan had; het kwalificeerde zich daarmee ook als een partij die wél in staat zou zijn om de problemen in de stad op te lossen aangezien het niet gehinderd door het verleden, de problemen op een pragmatische manier kon aanpakken. Daarmee presenteerde de partij zich als een duidelijk alternatief voor gevestigde partijen.

Dat de partij specifiek een aantal onderwerpen benoemde die sterk leefden onder de bevolking, zorgden ervoor dat de partij al snel wist dat het op een aantal zetels kon rekenen. De zorg bij kiezers over de veiligheid in hun stad was al langere tijd aanwezig en het college bleek niet in staat die problemen aan te pakken. Iets wat door het zittende college begin

2002 werd erkend (Van Ostaaijen, 2010:78). De combinatie van een buitenstaander die onderwerpen agendeerde waarover een deel van de bevolking zich zorgen maakte, en zich sterk afzette tegen de gevestigde orde sprak een grote groep kiezers aan.

Immigratie en integratie maakten nauwelijks deel uit van het programma, maar werden dat pas nadat Fortuyn lijsttrekker werd van Leefbaar Rotterdam. Hij politiseerde daarmee dezelfde onderwerpen als bij Leefbaar Nederland. De reacties in Rotterdam waren vergelijkbaar met de reacties die overal in Nederland ontstonden toen Fortuyn zich als lijsttrekker van Leefbaar Nederland uitsprak over immigratie en integratie. Leefbaar Rotterdam kreeg felle tegenstand, maar ook bijval van kiezers. Op basis van de ontwikkelingen op lokaal niveau en de onder een aanzienlijke deel van de bevolking aanwezige zorgen met betrekking tot veiligheid, was enig succes voor Leefbaar Rotterdam zeker te verwachten.

4.2 Organisatie

Een van de genoemde succesfactoren is de aanwezigheid van een organisatie(structuur). Een nieuwe partij moet onder meer campagne kunnen voeren, fondsen werven en kandidaten rekruteren ten behoeve van de kandidatenlijst. Dat veronderstelt een mate van organisatie en leiderschap. Daarmee is in dit onderzoek een onderscheid gemaakt tussen politiek en organisatorisch leiderschap. De aanstelling van Fortuyn zorgde ervoor dat dit twee functies werden, omdat Sørensen zich vanaf dat moment volledig richtte op het leiden van de partijorganisatie.

Hoewel er vooral veel informele afspraken werden gemaakt en de partij op het oog vooral praktisch omging met de realiteit van alledag, tekende zich vanaf de eerste

vergadering wel een taakverdeling af (Leefbaar Rotterdam, 2001) die gedurende de onderzoeksperiode nauwelijks veranderde. Zo werden taken als administratie,

communicatie en financiën verdeeld. Ook werden verschillende commissies benoemd voor onder anderen het schrijven van het verkiezingsprogramma en de kandidatenlijst (Leefbaar Rotterdam, 2002a). Aanvankelijk kreeg de partij daarbij steun van Leefbaar Nederland maar na de breuk van die partij met Fortuyn, moest de nieuwe partij het helemaal zelf doen. De

meeste inzet richtte zich dan ook op het opzetten van de campagne waarvoor een campagneteam werd samengesteld. Daarmee zorgde de partij ervoor dat de schaarse financiële middelen efficiënt konden worden ingezet ten behoeve van de campagne.

De mate van organisatie moet volgens Sørensen vooral niet overschat worden. De aanwezigheid van Fortuyn zorgde ervoor dat de partij via zijn lijsttrekker volop publiciteit genereerde, waardoor de partij vooral moest inspelen op de actualiteit (interview Sørensen, 2012) en leden zich vooral bezighielden met het uitvoeren van campagneactiviteiten zoals flyers uitdelen en posters plakken. Het ad hoc-karakter droeg eraan bij dat de partij pas na de verkiezingen meer aandacht besteedde aan het verbeteren van de organisatie.

Desalniettemin is vast te stellen dat de partijleiding tot twee keer toe voorkwam dat

Leefbaar Rotterdam in een crisis verzeild raakte. De vaststelling van de kandidatenlijst leidde bij een enkeling tot teleurstelling en ook het interview dat het vertrek van Fortuyn bij

Leefbaar Nederland inleidde, zorgde voor enige spanning binnen de partij. Door snel en kordaat te handelen werden de conflicten echter in de kiem gesmoord.

Dat de nieuwe partij zonder al te strikte mate van organisatie succes wist te behalen, is niet heel opmerkelijk. Uit onderzoek blijkt dat nieuwe partijen ook zonder een grote mate van organisatie succesvol kunnen zijn. Hauss en Rayside stellen vast dat het belang van een partijorganisatie toeneemt naarmate een partij ouder wordt (Hauss en Rayside, 1978:56). Daarmee lijkt deze factor voor deze fase voor de partij van minder groot belang dan bijvoorbeeld het politieke programma of de leider. Immers, met een bekende leider als Fortuyn kreeg de partij veel publiciteit zonder dat de partij zich daar bovenmatig voor hoefde in te spannen. De vraag is hoe dat zou zijn geweest als Fortuyn zich niet had aangemeld als lijsttrekker. Fortuyn zorgde ervoor dat de lokale partij in de landelijke

schijnwerpers kwam te staan en dat was van onschatbare waarde. Het is niet voor niets dat de partij ervoor koos de campagnestrategie af te stemmen op Fortuyn en de free publicity die hij zou genereren.

4.3 Hulpbronnen

Leefbaar Rotterdam beschikte over beperkte financiële middelen en had de beschikking over een relatief groot aandeel actieve leden. Hoewel exacte aantallen ontbreken, is ongeveer de helft van de leden van Leefbaar Rotterdam actief betrokken bij de partij. Dat zorgde ervoor

dat de partij over voldoende kandidaten beschikte om een aanzienlijke lijst te presenteren hoewel het selectieproces hoe langer hoe soepeler werd toegepast (Booister, 2009: NRC Handelsblad, 23 februari 2002).

Naarmate de partij het beter doet in de peilingen neemt het aantal leden en de inkomsten toe (Booister, 2009:120). De financiële middelen om campagne te kunnen voeren, blijven echter beperkt (interview Sørensen, 2012). Dat wordt ruimschoots

gecompenseerd door de free publicity die Fortuyn genereert. De campagne draait per slot van rekening uiteindelijk om Fortuyn, zodat Leefbaar Rotterdam een exposure krijgt die voor een nieuwe partij ongekend is.

De meeste personele inzet tijdens de campagne was voor flyeren en posters plakken dat door een relatief kleine groep leden wordt gedaan. Voor het overige verloopt de

campagne via de media en een aantal verkiezingsdebatten. Veel leden blijken er niet nodig te zijn om de campagne te kunnen voeren. Ook het gebrek aan financiële middelen vormt geen beletsel om succesvol te kunnen zijn. De campagne is afgestemd op de bekendheid van Fortuyn en kost om die reden niet heel veel. Daarmee is ook de belangrijkste factor

aangedragen om het succes van Leefbaar Rotterdam te verklaren.