• No results found

Inventarisatie cursussen en congressen

Relatie met gemeentegrootte en aantal fte

5 Inventarisatie cursussen en congressen

gemeenteambtenaren. DTV geeft aan dat dit per cursus sterk varieert van 10 tot 70% van de deelnemers. Ook voor het Kennisnetwerk SPV varieert het sterk van 30 tot 100%, afhankelijk van het soort bijeenkomst. Het CROW geeft aan dat 50-75% van de deelnemers bestaat uit overheden en het merendeel daarvan betreft gemeenten.

De deelnemers aan de diverse opleidingen (NTHV/BUAS, NHL Stenden, Windesheim, TU Delft) zijn over het algemeen studenten en geen gemeenteambtenaren. Wel kunnen studenten met deze opleidingen later in een functie bij een gemeente terecht komen die te maken heeft met verkeersveiligheid. Er wordt niet bijgehouden voor hoeveel studenten dat geldt.

Samenwerking

Ook is in de interviews gevraagd hoe de organisaties het (bij)scholingsaanbod op elkaar afstemmen. Verschillende congressen blijken door dezelfde aanbieder (Acquire) georganiseerd te worden. Hier vindt onder andere afstemming plaats door per congres een Raad van Advies op te stellen met diverse partijen uit de markt, overheid, belangenorganisaties en kennisinstituten. Het betreft hier vaak dezelfde partijen voor diverse congressen. Afstemming met o.a. CROW is hiermee gewaarborgd. Het NVVC stemt niet af met andere aanbieders, omdat het tweejaarlijks georganiseerd wordt en de organisatie daarom zo vroeg begint dat de inhoud van de andere congressen nog niet bekend is.

Ook bij het ontwikkelen van cursussen wordt samengewerkt. Zo organiseert DTV regelmatig cursussen met een partnerorganisatie en wordt veel gebruik gemaakt van docenten die bij andere organisaties werken. PAO stemt haar verkeersveiligheidscursus af met CROW en SWOV. Binnen de diverse opleidingen (NHTV/BUAS, NHL Stenden en Windesheim) wordt eenvoudig afgestemd tussen de vakken vanwege de korte lijnen binnen de eigen opleiding. Afstemming met andere opleidingen is veel minder frequent.

Concluderend kunnen we stellen dat hoewel er bij de rondgang langs de aanbieders dus geen formele afstemmingsmechanismen zijn aangetroffen, zijn er bij diverse aanbieders wel gereguleerde contacten met relevante partijen zijn die deze afstemming in praktijk mogelijk maken. In Bijlage G is een korte impressie van de afsluitende bijeenkomst te vinden. Vraag naar (bij)scholing

Ten slotte roept bovenstaande wellicht de vraag op of er onder gemeenteambtenaren wel vraag is naar een (bij)scholingsaanbod en mogelijkheden om deel te nemen. In de interviews met gemeenteambtenaren (zie Hoofdstuk 4) is expliciet gevraagd of men cursussen en congressen bijwoont en of men hiervoor voldoende tijd beschikbaar krijgt binnen de gemeente. Alle

geïnterviewde gemeenteambtenaren gaan naar congressen, cursussen of andere vakbijeenkomsten en bijna allemaal geven aan daar tijd voor te krijgen. Wel geven diverse gemeenteambtenaren aan dat de werkdruk dermate hoog is dat men in de praktijk minder vaak naar bijeenkomsten gaat dan gewenst. Een enkeling geeft aan dat de afstand een bezwaar is, en een ander gaat meer voor het netwerk naar bijeenkomsten dan voor de inhoudelijke kennis. De uitspraken over te weinig tijd en prioriteit werden ook bevestigd door de gemeenten die de afsluitende bijeenkomst bijwoonden.

5.2 Aansluiting bij kennisvormen en kennisniveau

Kennisvormen

De afzonderlijke onderdelen van bovengenoemde cursussen, congressen en opleidingen zijn, voor zover op internet te vinden, ingedeeld in de vijf kennisvormen uit Hoofdstuk 3. Het totaal van het (bij)scholingsaanbod dekt alle kennisvormen, maar niet in gelijke mate. De kennisvormen parate kennis en procedurele kennis komen met meeste voor, maar ook situationele kennis,

strategische kennis en culturele kennis komen terug in diverse cursussen en congressen. Bijlage H geeft een gedetailleerd overzicht van de indeling. Deze indeling is na afloop van de afsluitende bijeenkomst voorgelegd aan de aanbieders van het (bij)scholingsaanbod.

In de afsluitende bijeenkomst gaven de kennisaanbieders aan zich in grote lijnen te herkennen in het geschetste beeld van kennisaanbod. Gemeenten gaven aanvullend aan behoefte te hebben aan handvatten voor het combineren van infrastructuur, educatie en handhaving. Ook het relatief nieuwe risicogestuurd beleid zou men graag nog meer belicht willen zien: vooral kleinere gemeenten gaven aan geen tijd te hebben dit zelf tot in detail uit te zoeken.

Kennisniveau

In de afsluitende bijeenkomst onderschreven kennisaanbieders het beeld van de kennis van gemeenteambtenaren uit dit onderzoek. Ze gaven daarbij wel aan dat er in de (voor)kennis van hun cursisten en studenten grote verschillen bestaan. Ook stellen de kennisaanbieders dat niet iedereen voldoende digitale vaardigheden heeft om kennis op de juiste plaatsen te zoeken en houdt niet iedereen de nieuwste ontwikkelingen in het vakgebied bij door bezoek aan cursussen of congressen en het lezen van vakbladen.

Leervormen

Geen onderdeel van de onderzoeksvraag, maar bijvangst van de afsluitende bijeenkomst, is de inschatting van kennisaanbieders over de leervormen die gemeenteambtenaren graag gebruiken. Naar hun ervaring heeft een deel van de gemeenteambtenaren vooral behoefte aan traditionele cursussen, terwijl een ander deel van de ambtenaren heeft meer behoefte aan kennis verwerven ‘on the job’. Dit laatste doen gemeenten bijvoorbeeld door een adviesbureau of een expertteam in te zetten en aan hen vragen voor te leggen (‘leren op afroep’), of door in bestaande

overleggen met andere wegbeheerders van elkaar te leren, praktijkcasussen te bespreken en te netwerken.

Dit hoofdstuk geeft de conclusies van het onderzoek naar verkeersveiligheidskennis bij gemeenteambtenaren weer.

Het onderzoek naar verkeersveiligheidskennis bij gemeenteambtenaren kende de volgende vraagstellingen:

1. Welke kennis moeten gemeenteambtenaren hebben om een goed verkeersveiligheidsbeleid