• No results found

Nieuwveense Landen is een nieuwe wijk, die ten noorden van Meppel aangelegd gaat worden. De daadwerkelijke bouw hiervan zal naar verwachting eind 2012 starten, waarbij de gemeente Meppel streeft naar een wijk die ‘aangenaam duurzaam’ is. Het ontwikkelen van een duurzame

energievoorziening voor de wijk maakt hier vanzelfsprekend onderdeel van uit. Een van de concrete ambities daarbij is dat de wijk op lange termijn energieleverend moet worden (ofwel: dat in de wijk meer energie opgewekt wordt dan dat er gebruikt wordt). Om invulling aan deze ambitie te geven is het plan ontstaan om een Lokaal Duurzaam Energiebedrijf (LDEB) op te richten. Het bedrijfsplan hiervoor wordt waarschijnlijk binnenkort door de gemeenteraad goedgekeurd.

Vanwege de uitgesproken duurzame energieambitie is Nieuwveense Landen door het ministerie van Infrastructuur en Milieu aangewezen als ‘icoonproject’ voor gebiedsgericht energiebeleid.

2. Afbakening

Het LDEB is in eerste instantie gericht op de energievoorziening voor fase 1 van Nieuwveense Landen. In deze fase worden ongeveer 450 woningen gebouwd. Voor de totale wijk zijn circa 3400 woningen gepland, die over een periode van 20 jaar gerealiseerd zullen worden (bij een

‘bouwtempo’ van 160 woningen per jaar). Het energieconcept dat de LDEB nu wil ontwikkelen, is in principe gericht op die eerste 450 woningen.

Als eerste stap richt het LDEB zich op de warmte- en koudevoorziening van de woningen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van drie lokale bronnen: snoeihout, bodemenergie en biogas uit de vergisting van rioolslib bij de nabijgelegen rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI). Het biogas zal ingezet worden voor de gelijktijdige opwekking van warmte en elektriciteit (warmtekrachtkoppeling) in zogenaamde WKK’s. De warmte hieruit zal worden gebruikt voor de levering van warm tapwater. De opgewekte elektriciteit zal worden gebruikt voor de aandrijving van warmtepompen, die in combinatie met een warmte- en koude opslagsysteem in de bodem (WKO) kunnen voorzien in ruimteverwarming. Daarbij krijgen alle woningen comfortkoeling aangeboden via een bronwaternet. De warmtepompen in het systeem worden eigendom van het LDEB, zodat de opgewekte elektriciteit alleen binnen het eigen bedrijf wordt ingezet (en dus niet voor derden). De reden: in de wetgeving voor elektriciteit is (nu nog) vastgelegd dat je niet én mag opwekken én aan derden leveren.

Daarnaast zal restwarmte uit het gezuiverde water van de RWZI (het effluent) gebruikt worden om het WKO-systeem in ‘balans’ te houden (om afkoeling van de bodem te voorkomen). Als laatste zal snoeihout vanuit de Meppeler groenvoorziening worden ingezet om de warmte op te wekken die nodig is voor de vergistinginstallatie bij de RWZI (als compensatie voor het gebruik van biogas door het LDEB).

Als de wijk Nieuwveense Landen verder wordt ontwikkeld zullen meer biogasleveranciers nodig zijn (om het bestaande energiesysteem op te kunnen schalen). Daarvoor wordt gedacht aan agrariërs in

98 de omgeving van de wijk, voor hen kan het dan interessant worden om een vergistinginstallatie te realiseren en vervolgens biogas te gaan leveren.

Om de ambitie rondom energielevering waar te maken is ook verduurzaming van de

elektriciteitsvoorziening nodig. Daarvoor wordt ingezet op smart grids en zonne-energie. In het ontwerp- en bouwproces wordt hier al rekening mee gehouden, bijvoorbeeld bij de richting van verkaveling en door het voorschrijven van dakhellingen (voor toepassing van zonnepanelen). Ook wordt ingezet op aanleg van een elektriciteitsinfrastructuur die ‘smart grid-proof’ is.

Het is de bedoeling om het LDEB in november 2011 officieel op te richten. Allereerst zal dit bedrijf zich richten op Nieuwveense Landen (aanbesteding energie-infrastructuur etc.), omdat hier uiterlijk eind 2012 begonnen zal worden met bouwen. In de loop van 2012 en 2013 is het de bedoeling om ook activiteiten ‘uit te rollen’ over de rest van Meppel.

Mogelijk gaat het LDEB zich ook inzetten voor energiebesparing, vooral in het oudere stadshart valt op dit terrein veel te verbeteren. Dit past ook binnen de ambitie van de gemeente Meppel om op ‘enig moment’ klimaatneutraal te worden (hier is bewust geen jaartal aan verbonden). Op dit moment wordt onderzoek gedaan naar de mogelijkheden hiervoor. Dit moet uiteindelijk tot een zogenaamde ‘roadmap’ leiden, waar energiebesparing zeker onderdeel van zal uitmaken. Bij het uitvoeren van deze roadmap kan het LDEB een belangrijke rol gaan spelen.

3. Proces

De gemeente Meppel heeft met het energieconcept voor Nieuwveense Landen eerst marktpartijen benaderd. Die wilden er om financiële redenen niet instappen, waarop de gemeente het idee opvatte om een Lokaal Duurzaam Energiebedrijf (LDEB) op te richten. In juli 2010 heeft de gemeente vervolgens met de provincie Drenthe, het energiebedrijf RENDO Duurzaam en waterschap Reest en Wieden een intentieovereenkomst gesloten om dit idee verder te onderzoeken. Uiteindelijk heeft dit geleid tot het voornemen van de gemeente en RENDO Duurzaam om daadwerkelijk een LDEB op te richten. RENDO Duurzaam is een dochteronderneming van de RENDO Groep, een netwerkbeheerder met negen gemeenten als aandeelhouder (waaronder Meppel).

De dagelijkse leiding van het LDEB zal in handen komen van een directeur. Die zal de enige vaste kracht worden, de overige medewerkers zullen bij de gemeente en RENDO Duurzaam worden ‘ingeleend’. De directeur zal verantwoording afleggen aan de algemene vergadering van aandeelhouders (AVA), die de twee aandeelhouders vertegenwoordigd.

Naast de gemeente Meppel en RENDO Duurzaam zijn ook het waterschap (als energieleverancier) en de provincie (als financieel facilitator) nog steeds betrokken partijen. Ook is er contact met enkele agrariërs die op termijn mogelijk biogas kunnen leveren. Er is voor gekozen de ontwikkelaar van fase 1 (Woonconcept) niet bij het LDEB te betrekken, zodat het LDEB binnen ‘overheidsland’ blijft. Dit voorkomt eventuele problemen met regelgeving omtrent staatssteun en aanbesteding.

De gemeente is niet van plan om ‘voor eeuwig’ aandeelhouder te blijven, maar wil zich in principe wel voor langere tijd aan het LDEB binden (in ieder geval de eerstkomende 10 jaar). De belangrijkste

99 reden om erin te stappen is dat op deze wijze de realisatie van de energieambities wordt ‘geborgd’, waarbij steeds de inwoner centraal moet staan.

Directe participatie van burgers in het LDEB wordt als onwenselijk beschouwd. De toekomstige klanten zullen wel betrokken worden bij het bedrijf via een ‘vereniging van gebruikers’. Deze vereniging kan als gesprekspartner dienen bij ontwikkelingen rondom het LDEB, als adviserende partij (maar zonder beslissingsbevoegdheid). De gemeente benadrukt daarbij dat uiteindelijk de bewoners centraal staan (in alle plannen voor Nieuwveense Landen).

4. Uitkomst

Het LDEB wordt een zelfstandige BV met twee aandeelhouders die beiden een aandeel van 50% nemen: de gemeente Meppel en RENDO Duurzaam. In een samenwerkingsovereenkomst (SOK) zullen deze partijen de kaders en uitgangspunten voor het LDEB vastleggen, zoals de oprichting van een ‘vereniging van gebruikers’.

In principe wordt het LDEB een cost centre, omdat bewoners en hun energieverbruik centraal komen te staan. Lagere energielasten vormen daarbij een expliciet doel, in tegenstelling tot het maken van winst. Het is de bedoeling dat de (maandelijkse) lasten voor toekomstige bewoners 8 à 10% lager uitvallen (ten opzichte van conventionele warmtevoorziening op basis van gas). Voor de levering van koude hoeft daarbij alleen een eenmalige vastrechtbijdrage te worden betaald, deze is verder gratis. De eventuele winst van het LDEB zal in een zogenaamd ‘revolving fund’ gestoken worden. Dit fonds zal worden gebruikt voor duurzame projecten in Nieuwveense Landen. In principe zal winst dus lokaal geherinvesteerd worden.

De biogaslevering van waterschap Reest en Wieden is cruciaal voor de energielevering door het LDEB. In een langdurig contract met het waterschap zal daarom een leveringsgarantie voor het biogas worden vastgelegd.

Financiële risico’s voor het LDEB zijn hoge kosten of lage inkomsten, het bouwtempo van fase 1 is daarbij cruciaal. Door een externe partij is een second opinion uitgevoerd voor het bedrijfsplan, waarbij is geconcludeerd dat het een ‘innovatieve en robuuste’ businesscase betreft. (Dit geldt voor de complete bandbreedte qua bouwtempo.)

5. Epiloog: koppeling LDEB en ‘nieuwe sanitatie’-concept

In Nieuwveense Landen wordt mogelijk het ‘nieuwe sanitatie’-concept gerealiseerd. Afvalwater uit de toilet (‘zwart water’) wordt daarbij gescheiden van het andere huishoudelijke afvalwater. Via een systeem van vacuümleidingen wordt dit naar de vergistingstank van de RWZI getransporteerd. Ook het groente en fruit-afval uit de keuken kan (via een vermaler) op dit systeem worden ingevoerd. Bij de RWZI kan de afvalstroom uit het vacuümsysteem vervolgens direct voor opwekking van biogas in de vergistinginstallatie worden ingezet. Lokaal worden zo kringlopen gesloten.

100

Bijlage 8: Interviewverslag TexelEnergie