• No results found

Interviewguide (netwerkdeelnemer)

 Voorstellen  Uitleg onderzoek

 Uitleg over structuur interview

 Vragen of het interview opgenomen mag worden Algemene vragen

 Wat is uw functie binnen de organisatie?

 Hoe staat deze functie in relatie met het integrale zorgnetwerk? Netwerkmanagement

Exploreren

 In welke situaties en op welke wijze vraagt de gemeente naar uw mening over hoe de zorg eruit zou moeten zien?

 Wordt uw mening gebruikt voor totstandkoming nieuwe kaders? Waar blijkt dit uit? Kunt u voorbeelden geven?

 Heeft u het idee dat er genoeg naar u geluisterd wordt? Waarom (niet)? Waar blijkt dit uit? Zijn hier voorbeelden van te noemen?

 Op welke wijze wordt door de gemeente een visie uitgedragen? Bijv. Alleen via beleidskader of ook anders?

 Geeft deze visie (of anders) u voldoende richting voor de uitvoering van taken?

 In hoeverre kunt u zich eraan committeren? Zo nee, waarom? Waar blijkt dit uit? Zijn hier voorbeelden van te noemen?

 Hoe wordt ervoor gezorgd dat iedereen op de hoogte is van ontwikkelingen in beleid/wetgeving?

 Bent u altijd op de hoogte van deze ontwikkelingen? Zo nee, waarom niet? Waar blijkt dit uit? Zijn hier voorbeelden van te noemen?

Verbinden

 Op welke manier is de toeleiding naar de tweede lijn georganiseerd? Wat is de rol van de gemeente hierin?

 (bijv. bij multiproblematiek) Op welke manier worden partijen bijeen gebracht die samen een casus dienen aan te pakken? Wat is de rol van de gemeente hierin? Waar blijkt dit uit? Zijn hier voorbeelden van te noemen?

 Op welke manier worden casus overleggen belegd? Wat is de rol van de gemeente hierin? Welke actoren worden bij dit overleg betrokken? Waar blijkt dit uit? Zijn hier voorbeelden van te noemen?

 Op welke wijze wordt de integraliteit binnen de gemeentelijke organisatie bevorderd? Waar blijkt dit uit? Zijn hier voorbeelden van te noemen?

 Op welke wijze betrekt u minder voor de hand liggende actoren bij het netwerk? Welke rol spelen deze actoren? Zijn hier voorbeelden van te noemen?

Arrangeren

 Heeft de gemeente organisatie(s) ingericht die specifiek gericht zijn op de samenwerking? Hoe verhouden deze zich tot elkaar? Waar richten deze zich specifiek op? Waar blijkt dit uit? Zijn hier voorbeelden van te noemen?

Procesregels

 Zijn er regels over de manier van communiceren? Zo ja, wordt gecontroleerd op/zijn consequenties voor niet naleven?

 Zijn er afspraken over contact tussen actoren? Zo ja, wordt gecontroleerd op/zijn er consequenties voor niet naleven? Waar blijkt dit uit? Zijn hier voorbeelden van te noemen?  (Stel dat er confllicten zijn) Zijn er regels over het beslechten van conflicten? Waarom werken

deze regels al dan niet?

 Op welke wijze en in welke situaties krijgen actoren de mogelijkheid om af te wijken van bestaande kaders?

Overige vragen

 Zijn er activiteiten die de gemeente uitvoert ten behoeve van het netwerk die nog niet genoemd zijn? zo ja, welke? Zijn er concrete voorbeelden?

Effectiviteit op cliëntniveau Beschikbaarheid

 Zijn cliënten tevreden over de momenten waarop ze bij mnv/cjg terecht kunnen? Waar blijkt dit uit? Zijn er voorbeelden van klachten over de openingstijden? (1e lijn)

 Op welke manieren kunnen cliënten toetreden tot 1e lijn? Waarom?  Zijn er voorbeelden waarbij mensen moeite hebben gehad met toetreding?

 Op welke manieren probeert u de doelgroepen te bereiken? Waarom? Wordt dit in gezamenlijkheid (netwerk) gedaan?

 Heeft u het idee dat bepaalde doelgroepen niet bereikt worden? zo ja, reden? Hoe komt het dat deze doelgroepen niet bereikt worden? Wat kan het netwerk doen om dit te verbeteren? Bruikbaarheid

 In welke situaties en bij welke onderwerpen krijgen cliënten de mogelijkheid te participeren in de vormgeving van hun eigen zorgtraject? Waarom? Voorbeelden?

 In welke situaties en bij welke onderwerpen is de stem van de cliënt leidend? Wanneer juist niet? Waarom?

 Zijn er evaluaties? Op welke wijze worden deze gebruikt in termen van veranderende uitvoering? Voorbeelden?

 Wordt er altijd een casusregisseur aangewezen? Waarom (niet)? Wat zijn de voorwaarden?  Op welke wijze worden in het begin van traject (on)mogelijkheden voor hulp besproken?  Zijn er voorbeelden van cliënten die achteraf hebben geklaagd over onduidelijkheid van de

mogelijkheden?

 Wat zijn de mogelijkheden voor onafhankelijke ondersteuning in het zorgtraject? Hoe ziet deze ondersteuning eruit? Voorbeelden?

Betaalbaarheid

 Wordt door iedereen dezelfde tarieven gebruikt? Hoe is dit tot stand gekomen? Kunnen er geen verassingen optreden?

 Zijn er regelingen voor compensatie van gemaakte kosten? Hoe zijn deze tot stand gekomen?  Hoe en in welke situaties kan een cliënt hiervoor in aanmerking komen? (Heeft dus betrekking

op draagkracht van cliënten)

 Bepaalt de cliënt zelf welke persoonlijke info gedeeld wordt? Waarom (niet)? In welke situaties (niet)?

Begrijpelijkheid

 Op welke wijze krijgen cliënten zicht in de manier waarop zij geholpen worden? Hoe wordt ervoor gezorgd dat cliënten dit snappen? (geen vakjargon o.i.d.)

 Wordt er ondersteunend materiaal gebruikt ter bevordering van de begrijpelijkheid? Kunt u voorbeelden geven? Hoe wordt hier op gereageerd door cliënten?

 Zijn er kaders voor de manier waarop met cliënten gecommuniceerd wordt in termen van eenduidigheid? Waarom (niet)?

Bereikbaarheid

 Waar bevindt de voorziening zich ten opzichte van andere voorzieningen? Waarom op die plek? Waarom komen cliënten hier makkelijker dan ergens anders?

 In hoeverre is de toegangspoort integraal? Waarom op deze manier vormgegeven? Hoe vergemakkelijkt dit de toegang voor cliënten? Waar blijk dit uit? Kunt u voorbeelden geven?  Zijn cliënten tevreden over de telefonische bereikbaarheid? Waar blijkt dit uit? Zijn er