• No results found

Interview transcript Zuyd – Rita Kusters

Name of interviewee: Rita Kusters

Position within organisation: Team Manager Hotel Management Name of organisation: Zuyd University of Applied Sciences

Date: 13-05-2020

Name of interviewer: Justin Schoot

Additional note: -

Interviewer: in eerste instantie ga ik wat vertellen over mijn afstudeerproject. Het gaat erom hoe een

community of practice op school wordt gebouwd. Met als uiteindelijke doel om test en rendement te verbeteren zodat mensen sneller hun diploma halen en dat het percentage uitvallers in kaart wordt gebracht.

Interviewee: Uitval bij haar na propedeuse is laag. Uiteindelijk is door Zuid besloten dat je wel een

paar punten mag missen om door te gaan. Aantal studenten dat uiteindelijk niet de eindstreep haalt na het behalen van de propedeuse is redelijk klein.

Interviewer: Bij Saxion moet je 51 EC’s halen en Engels om door te kunnen, bij de Internationale

opleidingen dan. Om nog even op het project terug te komen, de cliënt van het onderzoek is Harold Nijenhuis. Ik merkte al wel heel dat de partijen die ik sprak de community of practice nog niet hebben geïmplementeerd, dat de meesten nog in de opstartfase zitten. Mijn doel is om tijdens dit interview te kijken wat u ziet als aspecten van een community, wat verwacht u dat er gedaan moet worden om deze aspecten naar voren te laten komen en wat is het effect/impact van deze stappen op het community bouwproces.

Interviewee: verwachtingen? Wij doen het natuurlijk wel hè? Wij hebben als uitgangspunt voor ons

onderwijs Learning in Communities, dit is één van onze bouwstenen van het programma. Dat is ook Zuidbreed als toetsstelling geformuleerd voor ons onderwijs. Dat gebeurt niet alleen bij ons, dat gebeurt ook in andere faculteiten. Dus voor een deel is dat bij ons al wel practice hè?! Tenminste wat wij daaronder verstaan hè? Misschien versta jij daar wat anders onder? Daar zullen we dan dadelijk achter komen.

Interviewer: ik heb wel gehoord dat Zuid daar een beetje een voorloper op is dus dat klopt wel. Nog

een dingetje voordat ik met het interview begin, vind u het goed als ik het gesprek opneem? Dat is dan echt voor het transcriberen, voor de rest wordt het natuurlijk vertrouwelijk gebruikt.

Interviewee: nee natuurlijk mag dat, je kan niet constant meeschrijven.

Interviewer: wat denkt u dat het effect de community of practice kan zijn voor een school, of Zuid

specifiek?

Interviewee: dat hangt er natuurlijk vanaf wat je precies verstaat onder een community of practice.

Maar dat is ook de vraag die ik je vooraf gesteld heb. Van wat bedoel je daar precies mee? Voor mij is een community of practice, althans hoe wij trachten er vorm aan te geven, dat de studenten onderdeel zijn van een community, van een gemeenschap, die ook een beetje de kenmerken heeft van de beroepspraktijk. Dus een community van fysiotherapeuten hè van de opleiding fysiotherapie, heeft een wat andere aard dan de community bij ons op de hotelschool. We proberen in de manier waarop we omgaan met de studenten in onze bejegening en de gedragsregels die we hebben ook te

anticiperen op de beroepspraktijk zoals die voor studenten straks gaat zijn. Het dragen van een pakje, het letten op etiquette, hoe ga je met elkaar om? Hoe stuur je studenten aan? Welke afspraken maak je samen? Daar worden hele duidelijke keuzes in gemaakt. Dat is één ding. Het andere ding is dat we door de keuze voor kleinschaligheid proberen ervoor te zorgen dat community ook een community is. Dat je mekaar kent. Dat je aan bonding doet. Dat je activiteiten organiseert die ook bonding tot gevolg hebben. Dat studenten elkaar kennen, dat docenten studenten kennen, omdat we denken dat de kracht van de groep belangrijk is ook voor het studiesucces van studenten. Als je al niet intrinsiek heel erg gemotiveerd bent dan hopen we dat die groepsdruk meewerkt. Je wilt erbij blijven, je wil net als je kameraden door naar het tweede jaar, je wilt met elkaar die eindstreep halen, dat soort zaken

130 proberen we te stimuleren. Dat er behalve de intrinsieke motivatie van de student ook wat externe factoren zijn waardoor die meegenomen wordt. Nou ja, we hebben het onderwijs zo ingericht, en ook het leven op de campus maakt daar een deel van uit, dat er heel sterk aan die groepsvorming, aan die bonding, wordt gewerkt vanaf dag 1 eigenlijk.

Interviewer: ik hoor eigenlijk al meteen een paar mooie dingen waar ik op zich allemaal wel op in zou

willen gaan. Maar in eerste instantie als ik dus goed begrijp dat waar de school een community of practice voornamelijk voor gebruikt is om te zorgen dat die motivatie van die studenten goed zit.

Interviewee: nou ja dat de student, laat ik zeggen, ik denk het een beetje de kracht van onze school is

dat studenten zich heel erg verbonden voelen met school. Ook als ze terugkijken, als ze klaar zijn, met heel veel plezier terugkomen, heel graag als alumnus weer een bijdrage willen leveren. Tis meer dan alleen een school. Maar ik heb dat met mijn opleiding vroeger nooit zo gehad. Ik ga daar nooit terug en ik heb daar ook niet echt een emotionele band mee. Maar studenten die bij ons afstuderen, ja het geldt misschien niet voor iedereen, maar het merendeel denk ik wel, heeft echt een binding met de school die meer is dan het feit dat ze vrienden maken in dat eerste jaar, samen op de campus wonen, door diepe dalen en grote hoogten, samen beleven, feestvieren maar ook samen met een kater in de klas zitten op maandagmorgen. Dat zijn allemaal factoren die maken dat er sterke banden ontstaan tussen de studenten. En dat helpt op de moeilijke momenten dat studenten af en toe moeten doorpakken is die kameraadschappelijkheid en we doen het samen, nou ja.. die kan helpen. De andere kant is ook waar hè, dat door alle leuke dingen die er ook zijn er veel afleiding is van de studie. Dus studenten die hun eerste jaar niet halen dat is lang niet altijd omdat ze het niet kunnen maar meer omdat de sociëteit die op de campus gevestigd is hè veel aantrekkelijker was om de tijd door te brengen dan achter de boeken. Dat is natuurlijk ook een gevolg van onze manier van werken. Maar door de bank genomen zou ik zeggen dat juist die bonding waarop wij ook inspelen hè met heel veel dingen die we doen, dat dat een hele sterke motiverende factor is om de eindstreep te halen.

Inteviewer: u noemt net al heel even die campus hè, dat is een onderdeel van die bonding, maar als

ik even daarnaast mag kijken, wat voor stappen neemt Zuid dan b.v. om die bonding te creëren of wat verwacht u dat een school in zijn algemeen qua stappen kan ondernemen om die bonding echt te creëren?

Interviewee: ja kijk, learning in community is onderdeel van onze onderwijsvisie, wij denken dat zeker

als je voor een vak wordt opgeleid waarbij samenwerken met anderen heel erg belangrijk is. Kijk als we alleen maar wetenschappers zouden opleiden die in hun eentje op een zolderkamer zouden zitten, wetenschappelijk onderzoek doen, dan is die bonding misschien minder van belang maar onze studenten komen terecht in een wereld van hospitality waar je altijd met mensen te maken hebt, waar je altijd met gasten, met collega’s hè, je doet niks alleen. Dus vanaf dag 1 gaat dat op school ook zo hè? We hebben gezegd we willen de studenten ontvangen en meteen al werken aan die bonding, nog voordat ze op school zijn hè, als ze zich inschrijven bij ons, een halfjaar voordat ze naar ons

toekomen, worden ze al benaderd via een FB groep en maken ze al een beetje kennis met de nieuwe studenten. Als ze komen hebben we een bootcamp week waarin we ze echt introduceren in onze wereld van hospitality maar ook van school, we organiseren excursies, ze slapen een nachtje in een hotel, ze doen allerlei activiteiten die ze kennis laat maken met hoe wij werken, alumni komen dingen vertellen. Wat ook wel, vind ik, een belangrijke is, is dat we niet een school zijn die bol staat van de regeltjes, zo van ons huishoudelijk reglement heeft 100 ge- en verboden, nee we proberen, hoe zeg je dat, een waardegedreven organisatie te zijn. Dus we hebben een aantal waarden met zijn allen gedefinieerd die we heel belangrijk vinden en op basis daarvan neem je beslissingen of gedraag je je op een bepaalde manier. Dus niet zozeer omdat het regeltje zus is maar meer omdat wij

professionaliteit heel belangrijk vinden, vinden wij ook dat mensen zich heel professioneel moeten gedragen maar dat ze wel zelf moeten nadenken van ok, wat is dat dan? Professioneel gedrag? Is dat zo’n pakje aantrekken en een das omknopen of houdt dat meer in? We stimuleren ze wel om daarover na te denken. Openheid is een belangrijke waarde, spreek dingen uit als er dingen niet goed zijn, doe dat ook overigens op een professionele manier, maar probeer te praten over dingen. Inspiratie en passie hè hoort ook heel erg bij het vak. Zo zijn er nog een paar van die waarden. Neem initiatieven dus zit niet af te wachten maar ben proactief, dat soort waarden vinden wij van belang. Eigenlijk al vanaf dag 1 proberen we studenten daarmee te inspireren. Dat ze er op een bepaalde manier instaan.

131 Ook het gedrag op de campus hè, je begrijpt dat als wij een hele nieuwe lichting krijgen van 17/18 jaar, die voor het eerst van huis zijn, dan gebeuren allerlei dingen die we, nou ja, eigenlijk ook liever niet hebben.. hoe ga je daarmee om? Spreek je mekaar aan? Hoe is de sociale controle? De

vereniging is een heel belangrijk aspect, de studentenvereniging, hele belangrijke smaakmaker ook in de community, daar gelden weer eigen regels en zaken, daar hebben we als school wel een klein beetje een vinger in de pap, omdat als het gaat om ontgroeningsrituelen enz. dan hebben we daar wel regulerend opgetreden moet ik zeggen, want dat ging soms wel in mijn beleving wat te ver, maar daar hebben we goede afspraken kunnen maken met de vereniging. Dus we werken heel samen met de studentenvereniging, die zorgen natuurlijk ook voor een heel groot deel voor die saamhorigheid onder studenten, dus de community van wonen, vrije tijd, de vereniging en alles wat daarmee samenhangt, maar ook de lessen zijn georganiseerd, de kleinschaligheid, we werken in kleine groepen, hebben ook wel eens een hoorcollege maar dat komt niet zo vaak voor. Studenten worden intensief begeleid. We hebben de slogan Individual responsibility dus je bent zelf verantwoordelijk voor wat je doet uiteraard maar als je dat, die verantwoordelijkheid neemt dat kan je ook rekenen op persoonlijke begeleiding, dus dat doen we ook. Studenten krijgen mentoren toegewezen, we hebben een decaan voor als er studenten zijn die problemen hebben, zeker in het eerste jaar wordt er heel erg ingezet op

studieloopbaan, op studiebegeleiding. Later in het curriculum op loopbaanbegeleiding hè dus dat verschuift van studie- naar loopbaanbegeleiding. We proberen ook in het hele programma van wat we aanbieden veel persoonlijke aspecten in te bouwen waardoor de student zich gekend voelt. We missen iemand als ie er niet is. We hebben ook in de beoordelingsstructuur veel peer-rankings hè dat studenten elkaar beoordelen. Dat is in het begin lastig hè want in de eerste jaren lukt dat niet zo goed natuurlijk want je gaat elkaar toch niet een onvoldoende geven maar naarmate ze in het vierde jaar zitten gaat dat echt wel anders, dan doen ze dat wel, worden studenten gewoon uit de groep gezet als ze niks doen. Dus dat is ook iets waarin je studenten kunt opvoeden. Ook de werkvormen, veel groepswerk. Ook bij afstuderen, dat is een hele bewuste keuze die we gemaakt hebben. Dus als het gaat om rendementen.. kijk we hebben dus een afstudeerjaar, het 4e jaar is het afstudeerjaar, waarin

2 elementen, het schrijven van je scriptie en een stage. Die stage is uiteraard individueel, maar die scriptie die schrijf je met een groep. En dat is een opdracht uit de praktijk waar je met een groep werkt. En daar zit een flink stuk onderzoek in en dat is een heel traditioneel.. een ritueel is dat hè.. Studenten hebben ook hun eigen lokaal, hun eigen hokje waar ze met zijn allen in kunnen zitten. Ze zitten echt een halfjaar te werken met zijn allen aan die opdracht. Dus het aantal mensen dat daar uitvalt omdat die scriptie alsmaar niet wil lukken, ja dat hebben wij eigenlijk niet. Je houdt elkaar bij de les. Daar staat een halfjaar voor, nou iedereen is na een halfjaar ook klaar, het komt wel eens voor dat er een onvoldoende gescoord wordt natuurlijk dan moet er herhaald worden maar in principe hou je elkaar wakker, bij de les. Studenten zijn ook verplicht aanwezig te zijn. Het wordt niet toegestaan dat ze zomaar tussendoor een weekje op vakantie gaan of zoiets, dus je dwingt als het ware .. de groepsdruk vraagt om .. ja je bent er en je levert je deel. Maar het resultaat is dan ook dat er geen mensen zijn die al 2 jaar met hun scriptie bezig zijn. Die studenten hebben wij niet. Dus op die manier proberen we, overal waar het mogelijk is, gebruik te maken van de voordelen van samenwerken, van je verbonden voelen.

Inteviewer: ja, dus echt dat gevoel van community dat is wel echt aanwezig. En dat zorgt dat eigenlijk

automatisch voor dat ‘of practice’ wat erna komt? Om je practice te verbeteren zeg maar.

Interviewee: ja!

Inteviewer: ik heb een literatuuronderzoek gedaan en daar komen ook bepaalde aspecten in naar

voren waarvan u er al best veel noemt, dat is al meteen heel mooi! Ik wou even ingaan op

professionalisme als een aspect. Want u noemde het net al heel even, maar u zei ook van ja, er is ook een bepaalde bonding hè wat dan moet gaan gebeuren. Uit het literatuuronderzoek blijkt dat er daarvoor, om een community te laten werken, dat er wel een bepaald soort professionalisme wordt verwacht van beide van leraar en van student. In omgang maar ook als het komt op dat b.v. leraren studenten niet als nummer zien maar als individuen, of dat leraren elkaar willen helpen met hun practice, wat voor stappen zou een school nou kunnen nemen dat dit professionalisme verhoogd wordt? Denkt u dat een school daar wat aan kan doen?

132

Interviewee: ja, ja. Nou goed, kijk, hoe persoonlijker je bent, hoe duurder het onderwijs wordt hè?! Als

ik even als onderwijsmanager denk, het is veel voordeliger om hoorcolleges te geven dan alleen maar in kleine groepjes te werken. Het is veel voordeliger om grootscheepse examens te organiseren met multiple choice toetsen dan om met projecten te werken. Wij omarmen de didactiek van HIL (High Impact Learning) en dat vraagt ook om persoonlijke benadering. Dat vraagt om verantwoordelijke studenten, dus je moet de studenten een beetje opvoeden dat ze verantwoordelijkheid dragen voor hun eigen leerproces, daar moet je dus ook aan werken, want dat is er niet vanzelf, dat kan ik ook uit eigen ervaring zeggen. Ik kom nog veel te vaak studenten tegen die leren voor een 6, gewoon als ik er maar vanaf ben, die leren niet omdat ze iets willen leren. Snap je? En dat is een beetje mijn insteek hè? En dan vragen ze hoeveel zou ik nou gescoord hebben als u dit had moeten beoordelen? Ik zeg ik vind dat niet interessant. Ik zie hier dat je bepaalde aspecten nog niet begrijpt en ik wil graag dat je alles begrijpt en als ik nu ga zeggen ja hier had je al een 5.5 voor gekregen, dan houden ze al op hè?! Snap je? Dus die professionele houding om van een middelbare scholier een jonge professional te maken met een intrinsieke motivatie om een vak te willen leren, ja dat is best een lastige! Terwijl wij over het algemeen studenten hebben die bewust kiezen voor deze opleiding dus die zijn wel gemotiveerd. Maar die vervallen toch weer heel snel in zo’n studentengedrag. Van hoe kan ik er zo gemakkelijk mogelijk vanaf komen? Dat ik zo min mogelijk hoef te doen? En dan denk ik ze vergeten dat.. van jongens we leiden jullie wel op dat je straks in die samenleving iets kunt. En als je dat niet wilt leren en tevreden bent met niks, dan kun je straks ook niks. Dus dat is wel een lastige! En dat is wel iets waar je voortdurend mee bezig moet zijn. Dat moeten docenten zich ook voor ogen houden. Van wat voor professional wil ik afleveren en hoe kan ik dat het beste doen? En in je didactiek moet je dat denk ik.. moet je daar handig op inspelen door studenten voortdurend relevantie te laten ervaren van wat ze leren. Van waarom heb ik dit nodig? Gewoon een lesstatistiekje geven werkt niet. Als je niet uitlegt waar het straks voor dient.. En dat is ook wel een beetje van.. ik heb zelf een universitaire opleiding gedaan, dus dan ben je al wat meer intrinsiek gemotiveerd om gewoon iets te willen leren, los van even de praktische bruikbaarheid.. bij HBO studenten is het wel heel erg belangrijk om voortdurend die praktische bruikbaarheid te illustreren. Je moet ze vooral ook aan het werk zetten en veel laten doen waardoor ze dat aanvaarden hè? Het is niet voor niks dat stages heel belangrijk zijn. Omdat dat ook meer motiverend werkt. Ook een handige indeling van het curriculum is daarbij heel belangrijk. Je hebt opleidingen die hebben pas een stage in jaar 4. En persoonlijk denk ik, van goh.. als ik zie hoeveel effect een stage heeft in het 2e jaar al, of ook al in het 1e jaar, hoe motiverend dat

werkt, ja dan is dat zonde als je dat pas in het 4e jaar doet. Want je mist dan die 3 jaar. Een beetje een

handige planning van je leeractiviteiten, van je didactische aanpak kan heel erg helpen. Daar moeten docenten voortdurend mee bezig zijn en aan de andere kant van de studenten wordt ook wat

verwacht. En als je een atmosfeer creëert waarin mensen elkaar ook aan durven te spreken daarop, ja