• No results found

4.2 Casus gemeente Oosterhout

4.2.3 Intertekstuele analyse Oosterhout

In de tekstuele analyse zijn verschillende verwachtingen en opvattingen uiteengerafeld, waarna in dit onderdeel deze verschillende opvattingen in perspectief worden gebracht waarbij verschil in discoursen kan worden achterhaald. Om deze discoursen uiteen te zetten wordt gekeken naar verschillen in opvattingen bij de vijf onderwerpen van tekstuele analyse. Hierbinnen wordt nagegaan welke verschillende opvattingen en standpunten verschillende actoren er op na houden en de daarbij mogelijk strategische of (on)bewuste selectieve keuze voor informatie.

Veelvoud regels beperkt keuzevrijheid

Het eerste discours omtrent CPO is te achterhalen in het doel dat wordt gesteld door verschillende partijen. Er is geen totale consensus over het doel, maar alle partijen stellen dat CPO een instrument moet zijn om een collectief zelf een woning naar wens te laten ontwikkelen. Het is niet het doel zelf waar het discours plaatsvindt, maar de wijze van uitvoering. De gemeentelijke instantie stelt dat er regels moeten worden opgesteld om CPO mogelijk te maken. Echter stelt de gemeente tegelijk (te) veel regels om middels CPO te bouwen naar wens van de bewoners. De gemeenteambtenaar en het bestuur geven aan dit ook te hebben geconstateerd en hebben reactief hun regelgeving versoepeld. Bij deze versoepeling geven extern adviseur en gemeenteambtenaar aan dat regels nog steeds te strak zijn. Het gemeentebestuur beschrijft het probleem door te stellen dat je “slachtoffer bent van je eigen regelgeving” en geeft aan dat de gemeentelijke cultuur deze ruimte niet wil afstaan, maar regie wil blijven voeren. Het collectief zelf geeft ook aan uitsluitend hinder te hebben door de regels van de gemeente. Het bestuurslid van het collectief stelt zelfs dat de gemeente aangeeft dat je mag bouwen naar wens, maar deze ruimte door regels in kavelpaspoorten vervolgens niet biedt. Het collectief en het gemeentebestuur geven aan dat het stimuleert dat een wethouder onderdelen binnen CPO vaak bestuurlijk af kan dwingen bij ambtenaren. De extern adviseur is het hier niet geheel mee eens aangezien de gemeenteraad bij het goedkeuren van het bestemmingsplan de eisen van het collectief niet heeft overgenomen. De extern adviseur stelt hierbij wel dat een bouwvergunning mogelijk een oplossing kan bieden om wensen van het collectief binnen het bestemmingsplan toch mogelijk te maken.

Het discours dat hierbij kan worden gevonden is: Waar houden regels op en waar moet het collectief zelf kunnen ontwikkelen? Op dit moment worden regels gemaakt om CPO mogelijk te maken, maar men gaat daarbij tegelijk te ver door een veelvoud van regels op te leggen. De gemeente wil vanuit de heersende cultuur van regie voeren alles regelen. De gemeentelijke instantie probeert de consequenties te ondervangen, door reactief regels te versoepelen.

Gemeente initieert CPO door de onbekendheid bij bewoners

Hetzelfde als bij het doel is ook waar te nemen bij de gedachten wie het initiatief zou moeten nemen bij CPO. Er is volledige consensus over het feit dat de bewoner zelf het initiatief bij CPO zou moeten nemen. Echter in de praktijk verloopt het heel anders, stelt de gemeente. Het gemeentebestuur geeft zelfs aan dat als de gemeente het niet doet, het niet gebeurt. Het gemeentebestuur had in het coalitieakkoord opgenomen CPO mogelijk te willen maken, dus hebben ze dit in beleid en regelgeving opgenomen. Wanneer alle regels zijn opgesteld wordt gezocht naar een collectief, omdat het principe van CPO gewoonweg onbekend is bij bewoners. Echter is bij het opstellen van de regels geen rekening gehouden met de wensen van bewoners. Wanneer de gemeente eerst had gezocht naar mogelijke leden van een collectief voor ze het kavelpaspoort hadden opgesteld had er woningbouwontwikkeling kunnen ontstaan die beter past bij de wensen van de bewoners. Het collectief geeft aan dat dit door slechte informatieverstrekking komt. De gemeente heeft informatieavonden gehouden, maar de bewoners wisten er niet vanaf, of dachten dat het ging om een dure vorm van woningbouw. Het leek volgens het collectief zelfs dat het initiatief kwam vanuit het adviesbureau. Naast de onbekendheid van burgers heeft het er alle schijn van dat de gemeente ook niet erg bekend is met ontwikkelen middels CPO.

Het discours is te achterhalen dat de gemeente uitspreekt dat het collectief CPO moet initiëren, maar dat dit niet gebeurd. De gemeente stelt hierdoor eerst regels op om CPO mogelijk te maken, waarna ze een collectief zoeken. Echter wanneer de gemeente eerst een collectief zou zoeken voor

ze de regels op zou stellen kunnen de wensen van het collectief beter worden verwezenlijkt. Het collectief stelt dat dit komt omdat naast de onbekendheid van de burgers ook de gemeente onbekend is met CPO, waardoor ze regie in de vorm van regelgeving neemt.

Extern adviseur of begeleiding door de gemeente zelf

Verder kan een discours worden gevonden bij het nut en de noodzaak van een extern adviseur. De adviseur wordt bij het proces betrokken, om de onbekendheid bij bewoners te ondervangen. Het collectief stelt zelf dat een adviseur van het collectief als enorm positief is ervaren, door de ervaring en tips bij het proces. De extern adviseur van de gemeente stelt echter dat het inhuren van een adviseur door het collectief niet nodig was geweest en de gemeente dit gemakkelijk zelf had kunnen ondervangen. De gemeente draagt zelf de kosten voor het adviesbureau en geeft aan dat de plannen van het adviesbureau hierdoor niet veel af zullen wijken van de plannen van de gemeente. De gemeente geeft aan het zelf ook te kunnen begeleiden, alleen heeft zij er de mensen en tijd niet voor. Het collectief is van mening dat de gemeente ook onbekend is met CPO, waardoor de gemeente niet de taken van een adviseur hierin over kan nemen.

De extern adviseur is belangrijk in het proces, alleen kan dit ook een andere partij zoals architect of gemeente zijn. Het collectief is het hier niet mee eens, omdat de gemeente deze taak niet kan vervullen aangezien CPO voor een gemeente te nieuw is. De gemeente stelt dat ze de begeleiding zelf betalen, waardoor de plannen toch niet veel van de gemeentelijke plannen af zullen wijken.

CPO als reactie op standaard woningbouw

Een discours wat vanuit de gemeente vaak naar voren komt zijn de redenen waarom en manieren waarop CPO locatie’s worden ontwikkeld. Allereerst heb je collectieven die middels CPO willen bouwen, en uitsluitend het doel hebben om goedkoop te bouwen. De gemeente geeft hierin aan dat CPO met name gaat om een wijkontwikkeling, die afwijkt van het huidige aanbod. Wanneer een collectief uitsluitend wil bouwen voor het geld, ziet de gemeente dit niet als CPO. Dit is ook één van de redenen waarom marktpartijen uit het CPO-proces worden gemeden. Met name projectontwikkelaars (maar ook corporaties) bouwen standaard typen woningen en streven naar winst. Wanneer een collectief uitsluitend voor kostenreductie CPO wil ontwikkelen, kan een gemeente dit via projectbouw met een marktpartij ook ontwikkelen. Projectontwikkelaars en corporaties geven aan CPO wel mogelijk te kunnen en willen maken, echter stelt de gemeente dat dit geen zuivere vorm van CPO is, maar meer weg heeft van consumentgericht bouwen. Marktpartijen hebben andere doelen bij CPO voor ogen dan de gemeente. De gemeente wil bij CPO regie kunnen blijven voeren bij de ontwikkeling en sluit deze partijen die streven naar winsten uit.

Het doel vanuit de gemeente is het bouwen van een woning naar eigen wens, voornamelijk omdat deze niet in het huidige aanbod te vinden is. Er zijn collectieven en marktpartijen die CPO zien als een instrument om uitsluitend goedkope standaard woningen te ontwikkelen. De gemeente ziet echter bouwen uitsluitend voor een reductie van de kosten niet als een passend doel voor CPO. Hierdoor ziet de gemeente ontwikkelen in samenwerking met deze partijen niet zitten en sluit deze partijen waar mogelijk buiten.