• No results found

Integratiebeleid in Delft

In document Geef ze de ruimte (pagina 32-35)

Landelijk en gemeentelijk overheidsbeleid

3.6 Integratiebeleid in Delft

De gemeente Delft wil met haar integratiebeleid: “personen de gelegenheid geven hun cultuur voluit te beleven, de uitwisseling en dialoog tussen culturen bevorderen, en mensen de kansen bieden op werk op eigen niveau, scholing, onderwijs, een passende woonsituatie, zorg, en participatie in de breedste zin van het woord. Daarbij wordt vertrouwd op de eigen kracht en de voorkeuren van personen en groepen, waarbij de gemeente een actief ondersteunende rol wil spelen.” Gezocht wordt naar ”een evenwicht tussen identiteit en het functi-oneren in de Nederlandse samenleving. Integratie is gericht op de emancipatie van de groep en de daartoe behorende personen.”

Omdat het voor sommige migranten moeilijk is om thuis te raken en te partici-peren wil de gemeente de drempels zo laag mogelijk houden. Daarbij wordt ook gedacht aan ‘oudkomers’, die nog niet goed zijn geïntegreerd. Aangege-ven wordt dat integratiebeleid relevant is voor alle terreinen van gemeentebe-leid: opvang, inburgering, taalbeheersing, trajectbegeleiding naar werk of een plaats in de maatschappij, participatie, cultuur en sport (‘als bindende activi-teit’). De gemeente Delft wil uitdrukkelijk diversiteit respecteren, en uitgaan van

de gedachte dat groepen allochtonen eerst dienen te emanciperen. Tegelijk vindt men dat de samenleving zich niet te afzijdig mag houden van migranten.

Om beter in contact te komen met allochtonen heeft men een migranten-communicatiemedewerker aangesteld. Men wil zoveel mogelijk inspelen op behoeften en vragen bij migranten en niet zo maar met een aanbod komen.

Migranten moeten zich uitgenodigd voelen, zo vindt men. Vanuit een veilige plek kunnen ze tot interculturele ontmoeting komen. Het integratiebeleid richt zich vooral op vluchtelingen, voorschoolse opvang, opvang van 16-17 jarigen in het onderwijs, oudkomers, zorg voor allochtonen en spreidingsbeleid in de huisvesting.

De gemeente wil graag dat allochtonen zoveel mogelijk participeren in alge-mene organisaties. De subsidiëring van zelforganisaties, vooral wanneer zij bijdragen aan de integratie, wordt echter ook van groot belang geacht. Men weet dat veel allochtonen deelnemen aan zelforganisaties vanwege de gezel-ligheid. In overleg met de organisaties wil de gemeente bevorderen dat zij zich ook richten op zaken als: informatieoverdracht en voorlichting, hulp bij het huiswerk, het opzetten van conversatiegroepen, e.d. Subsidie is mede afhan-kelijk van dergelijke activiteiten en het bereik van de organisatie onder de doelgroepen. Aandacht is er ook voor het toekennen van ruimten voor zelfor-ganisaties (bijvoorbeeld in de Koornmarkt). De gemeente wil via professionele migranten-, vrouwen- en wijkopbouwwerkers ondersteuning bieden. Met name de behoefte aan kadervorming zal worden gehonoreerd. Ook binnen het sportbeleid krijgt kadervorming bij allochtonen aandacht. Aanvankelijk was het zo dat de gemeente één organisatie per land van herkomst ondersteunde.

Wanneer groepen uit hetzelfde land niet met elkaar overweg kunnen, wordt hier nu soms van afgeweken. Ook krijgt een organisatie van Koerden, afkom-stig uit verschillende landen, ondersteuning. Het feit dat vrouwen veelal niet actief lid zijn van zo’n organisatie wordt als een probleem ervaren.

Als gemeente “bereik je maar een kleine kern van allochtonen”, stelt Delft.

Men ziet de moskee als een goede plaats om meer mensen te bereiken. Om de ‘moeilijk bereikbaren’ - vooral vrouwen - te benaderen, wordt het werk van

‘bezoekvrouwen’ uitgebreid, via mogelijkheden die de WIW biedt. Verder wordt een ‘vrouwenactiviteitencentrum’ opgezet. Men hoopt dat vrouwen via deel-name aan gezelligheidsbijeenkomsten geleidelijk aan gaan deelnemen aan zelforganisaties. Eind 1999 is een multicultureel vrouwennetwerk opgericht, waarin vrouwenorganisaties samenwerken. Het is bedoeling dat vier maal per jaar activiteiten worden georganiseerd.

Allochtonen komen weinig op vergaderingen waarin overleg over het beleid plaatsvindt. De gemeente Delft zou willen dat ze meer zouden participeren. In verschillende werkgroepen van de gemeente worden expliciet allochtonen gevraagd. Men wil hun deelname aan besturen en politieke partijen stimuleren, mede door kadervorming, stageplaatsen en adopties. In samenwerking met de werkgroep migrantencommunicatie is hiertoe in 2001 een cursus opgezet. Ook via gebruikerspanels en werkgroepen wil men migranten meer invloed geven op het gemeentebeleid. In overleg met de werkgroep migrantencommunicatie wordt uitvoering gegeven aan het vormgeven van een klankbordgroep.

Een groot obstakel wordt het gebrek aan ontmoetingsmogelijkheden tussen verschillende bevolkingsgroepen gevonden. De Sportkleuriade, een intercultu-rele sportmanifestatie, is een succes en functioneert zonder subsidie. Omdat sport als integrerende activiteit wordt gezien, wil men nagaan in hoeverre in het inburgeringstraject plaats is voor kennismaking (van vooral vluchtelingen) met diverse sporten. In het kader van de WIN is er echter geen geld voor der-gelijke kennismaking. Hierbij ziet men mogelijkheden voor Fonds 1818. Ook vindt men dat welzijnsorganisaties meer mogelijkheden moeten creëren voor gezamenlijk gebruik van ontmoetingsruimten. Besturen dienen meer diversiteit te gaan vertonen. Met sportstimuleringssubsidies hebben al verschillende allochtonen kadercursussen gevolgd. De vrijwilligerscentrale dient een grotere rol spelen in het bevorderen van vrijwilligerswerk door allochtonen. Het cul-tuuraanbod zou aan een ‘kritische integratietoets’ moeten worden onderwor-pen.

Men wil allochtone kunstenaars stimuleren. Delft participeert met negen ande-re gemeenten in het X-change festival. Men wil bevordeande-ren dat kunstvormen zichtbaar worden in de omgeving, of gebruikt worden om onderlinge kennis-making te bevorderen. Het plan bestaat om in de Voorhof en de Buitenhof een interculturele kunstmanifestatie te realiseren, met kennismaking en uitwisse-ling als doelsteluitwisse-ling.

Thema’s waarvoor de gemeente niet voldoende middelen heeft, zijn er ge-noeg. Fonds 1818 zou hier bijdragen kunnen leveren. Het gaat om kennisma-king van nieuwkomers met de sport. Überhaupt wordt sport als belangrijke samenbindende activiteit gezien, waar nog kansen liggen voor Fonds 1818.

AMA’s (alleenstaande minderjarige asielzoekers) die zijn ‘losgelaten’ uit pleeggezinnen vormen een probleemgroep op weg naar zelfstandigheid. Voor hen kan te weinig worden gedaan. Aan schuldhulpverlening doet de gemeente wel wat, maar in haar ogen niet genoeg. De budgetwinkel zou een extra con-sulent kunnen gebruiken.

Hoofdstuk 4

In document Geef ze de ruimte (pagina 32-35)