• No results found

Integratie van zorg en beveiliging

4. Behandelkwaliteit en samenwerking in de forensische zorgketen

4.2 Integratie van zorg en beveiliging

Zoals in hoofdstuk 3 beschreven is, heeft het FPC Van Mesdag vanaf 2000 een omslag gemaakt van een op beveiliging gerichte instelling naar een op behandeling gerichte zorginstelling.

Volgens de algemeen directeur van het FPC Van Mesdag is de beveiliging bij het FPC Van Mesdag anders georganiseerd dan bij andere tbs-instellingen. Onder de noemer “veilig behandelen” is de beveiliging in de behandeling geïntegreerd. Beveiligingsmedewerkers zijn niet meer medewerkers die rondlopen in een uniform, die hun rondes maken en vooral controlerend en beherend bezig zijn, maar medewerkers met gewone kleding die heel dicht tegen de sociotherapie aanzitten en die sociotherapeuten ondersteunen in moeilijke situaties.

Wat volgens hem ook anders is sinds de verzelfstandiging, is dat het FPC Van Mesdag voor een deel haar eigen transport regelt, bijvoorbeeld bij beveiligd verlof en bij ritten dichtbij. Dit wordt door de patiënten als prettiger ervaren dan transport door DV&O (Dienst

Vervoer & Ondersteuning, een landelijke dienst van DJI). Verder maakt het FPC Van Mesdag deel uit van een plaatselijk veiligheidsoverleg en worden er veiligheidsoefeningen gedaan in samenwerking met lokale bedrijven. Dit is goedkoper en sluit beter aan bij de eigen situatie. Bij incidenten wordt heel stringent nagegaan wat er verkeerd is gelopen en wat daarvan geleerd kan worden.

Ook de andere respondenten van het FPC Van Mesdag schetsen dit beeld. Er is nu meer sprake van overreding van patiënten en minder van het gebruik van “spierballen”, aldus de manager PO&O van het FPC Van Mesdag. Volgens hem is ook in de opleidingen tegenwoordig veel meer aandacht voor mentale en fysieke weerbaarheid van medewerkers. Medewerkers van de Dienst Geïntegreerde Beveiliging zijn nu ook inzetbaar op de afdelingen.

De leden van de raad van bestuur wijzen er op dat er ook fysiek van alles is veranderd in de Van Mesdagkliniek. Het aantal beveiligde deuren is fors afgenomen zodat binnen de kliniek een open situatie is gecreëerd (vanuit de kliniek naar de buitenwereld toe zijn er nog wel drie beveiligingssluizen). Naar analogie met het verkeer: in plaats van een systeem met “stoplichten” zijn er nu “rotondes”. De hele aankleding is veranderd (aankleding, kleurstelling, zelfgemaakt meubilair, kunstexposities).

De voorzitter van de patiëntenraad heeft de indruk dat de patiënten in het FPC Van Mesdag nu maximale vrijheden hebben; er is volgens hem geen andere kliniek waar de patiënten zoveel vrijheden hebben als in de Van Mesdag. Vroeger gold er een deurenbeleid; patiënten hadden een pasje en moesten soms aanbellen om door te worden gelaten naar andere ruimten. Dat is heel erg veranderd. Ook was het vroeger zo dat er vaste tijden waren waarop er gelucht werd, net zoals in een gevangenis. Nu kunnen patiënten tussen half 8 ’s ochtends en half 9 ’s avonds gewoon naar buiten. Verder was er vroeger een groot verschil tussen de patiënten van de oudbouw (mensen met een psychotische kwetsbaarheid) en patiënten van de nieuwbouw (mensen met persoonlijkheidsstoornissen, hoger in aanzien, sterker). Het was in het verleden beleid om deze groepen van elkaar te scheiden, nu is dat uitgangspunt losgelaten en komen beide groepen in het behandelhuis. Er is langzaam begonnen met een gezamenlijke kantine voor de oud- en nieuwbouw en met gezamenlijk wandelen. Vroeger gebeurde dat alles onder begeleiding, maar dat is nu van de baan.

De leden van de patiëntenraad houden volgens de voorzitter van deze raad “toezicht” op hun medepatiënten en dat loopt volgens hem goed. Ook het hoofd beveiliging geeft aan dat de individuele patiënt meer worden aangesproken op zijn gedrag. Hij is immers actief verantwoordelijk voor zijn behandeling. Het vrijhedenbeleid bijvoorbeeld is nu veel meer maatwerk dan voorheen. Een aantal jaren geleden werd veel meer gebruik gemakt van collectieve maatregelen die iedereen troffen.

Verder geeft het hoofd beveiliging aan dat er door het FPC Van Mesdag werk wordt gemaakt van het imago van tbs-ers in de directe omgeving. Zo spelen er twee teams mee in de zaalvoetbalcompetitie (uiteraard spelen ze alleen thuiswedstrijden). Ook is er goed contact met de wijkvereniging.

De vraag is natuurlijk in hoeverre de verzelfstandiging van invloed is geweest op deze ontwikkelingen. Sommige respondenten geven aan dat het gaat om een ontwikkeling die los moet worden gezien van de verzelfstandiging. Zowel de leden van de raad van toezicht als de leden van de ondernemingsraad stellen dat er langere tijd sprake is van een klein aantal incidenten, als gevolg van beleid dat al eerder was ingezet. Andere respondenten, zoals de algemeen directeur van het FPC Van Mesdag, benadrukken dat in de uitvoering van de gekozen lijn van veilig behandelen de verzelfstandiging wel degelijk invloed heeft gehad. De inzet van beveiligers in behandeltaken, het regelen van eigen vervoer zijn voorbeelden van zaken waarover het FPC Van Mesdag nu zelf kan beslissen. In de rijkssituatie werd er vooral vanuit een cultuur van beheersing en controle gewerkt terwijl het behandelingsperspectief leidend zou moeten zijn. Voor een particuliere instelling is het volgens hem gemakkelijker dit standpunt in te nemen, uit te dragen en in de praktijk te brengen dan voor een instelling die direct onder VenJ valt.

Een VenJ-respondent stelt dat naar zijn mening particuliere instellingen anders omgaan met bijvoorbeeld incidenten. In plaats van het probleem bij VenJ te leggen wordt het probleem geïnternaliseerd, omdat men zich meer verantwoordelijk voelt voor de eigen organisatie. Een andere VenJ-respondent meent echter dat er nauwelijks verschil is tussen rijksklinieken en particuliere klinieken als het gaat om de integratie van beveiliging en behandeling. Er wordt in de hele tbs-sector nu meer door een GGZ-bril gekeken en minder door een PI-bril.

4.2.2 Kwantitatieve gegevens

Onderstaande tabel (tabel 4.9) geeft inzicht in de ontwikkeling van het aantal incidenten in de periode 2002-2009. Daarbij is niet gecorrigeerd voor de grootte van de populatie. Over de hele periode is het aantal incidenten redelijk stabiel; in 2010 kende het FPC Van Mesdag een relatief klein aantal incidenten.

Tabel 4.9 Aantal incidenten FPC Van Mesdag

2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Aantal ontvluchtingen 0 0 0 0 0 0 1 0 0 Aantal onttrekkingen 6 5 6 2 1 3 1 2 3 Bijzondere voorvallen48 12 12 23 23 12 8 6 14 6 Aantal gegronde klachten

patiënten

18 19 18 19 20 27 30 26 10 Aantal geweldplegingen tussen

patiënten

11 8 4 6 4 2 7 3 3

Geweldplegingen tegen personeel

9 5 5 3 5 5 9 8 9

Aantal recidive tijdens tbs 0 0 0 0 0 0 0 5 1

Totaal 56 49 56 53 42 45 54 58 32

Bron: Jaarverslagen FPC Van Mesdag 2002-2010

In vergelijking met de andere tbs-instellingen scoort het FPC Van Mesdag laag op het aantal ernstige ordeverstoringen/incidenten, zo blijkt uit figuur 4.6. Bij deze figuur (en bij figuren 4.7 en 4.8) moet uitdrukkelijk als kanttekening worden geplaatst dat er verschillen bestaan tussen instellingen in de registratiepraktijk van incidenten.

Figuur 4.6 Ernstige ordeverstoring per kliniek (aantal incidenten per 100 patiënten)

Bron: MITS (DJI)

Wanneer we nader ingaan op geweldsincidenten (figuren 4.7 en 4.8), dan blijkt dat het FPC Van Mesdag ook op dat terrein iets beneden gemiddeld scoort.

48

Bijzondere voorvallen zijn: natuurlijke dood, suïcide, overige onnatuurlijke dood, geweldsincidenten exclusief die tussen patiënten en tegen personeel, en incidenten van politiek gevoelige, publiciteitsgevoelige aard.

Figuur 4.7 Geweld (incl. gijzeling) tegen verpleegden (aantal incidenten per 100 patiënten)

Bron: MITS (DJI)

Figuur 4.8 Geweld (incl. gijzeling) tegen personeel (aantal incidenten per 100 patiënten)

Bron: MITS (DJI)

4.2.3 Conclusies

Duidelijk is dat er sinds 2000 bij het FPC Van Mesdag serieus werk gemaakt is van de integratie van behandeling en beveiliging. Het FPC kent – na de roerige periode vóór 2000 – nu reeds lange tijd een stabiel en – in vergelijking met de andere klinieken – benedengemiddeld aantal incidenten. De meningen over de rol van de verzelfstandiging in deze ontwikkeling verschillen. Volgens sommigen heeft de verzelfstandiging een positief versterkend effect gehad op dit proces, volgens anderen heeft de verzelfstandiging niet of nauwelijks invloed gehad.

4.3 Behandelkwaliteit en onderzoek