• No results found

1.1 Waarom een jaarverslag en een uitvoeringsprogramma?

Het jaarverslag beschrijft welke taken de gemeente uit het voorgaande Uitvoeringsprogramma 2020 op het gebied van vergunningen, toezicht, handhaving (hierna: VTH) en veiligheid heeft uitgevoerd en in hoeverre de uitgevoerde activiteiten hebben bijgedragen aan het bereiken van de in het VTH-beleid gestelde doelen.

Het uitvoeringsprogramma geeft inzicht in de taken die de gemeente op het gebied van VTH in 2021 gaat uitvoeren. Het uitvoeringsprogramma is een jaarlijkse uitwerking van het VTH-Beleidsplan 2019-2022 dat op 27 november 2018 door het college van burgemeester en wethouders is vastgesteld. Daarin is de basis gelegd voor en de richting bepaald van hoe de gemeente haar rol ziet en die van haar

inwoners als het gaat om naleving van regels en toezicht en handhaving daarop.

De gemeente wil hiermee bereiken dat het voor iedereen helder en duidelijk is hoe de gemeente uitvoering geeft aan haar VTH-beleid. Duidelijkheid en transparantie over het beleid en de uitvoering draagt namelijk bij aan meer begrip bij diegenen die hiermee te maken krijgen.

Procescriteria

In het omgevingsrecht staan regels waar overheden zich aan moeten houden bij het uitvoeren van VTH-taken. Deze regels zijn er om de veiligheid en gezondheid van mens en natuur binnen de fysieke

leefomgeving te beschermen. De provincie beoordeelt als interbestuurlijk toezichthouder of gemeenten het uitvoeren van de VTH-taken zó hebben ingericht, dat deze adequaat uitgevoerd kunnen worden.

In het omgevingsrecht worden daarom eisen (procescriteria) gesteld aan de inrichting van een sluitende beleidscyclus (beleids- en uitvoeringsprocessen) binnen de gemeenten. Het doel van een sluitende beleidscyclus is het continu verbeteren van de kwaliteit van de uitvoering van de VTH-taken.

De procescriteria bevatten de eisen die gesteld worden aan de sluitende beleidscyclus: de zogenaamde

´BIG-8´-cyclus:

6

Deze beleidscyclus houdt in een strategische cyclus en een operationele cyclus:

Een uitgevoerde beleidsevaluatie, de jaarverslagen en actuele risicoanalyse leggen de basis voor de het strategisch meerjarenbeleid. Op basis van een uitgevoerde risicoanalyse zijn prioriteiten en

doelstellingen vastgesteld (‘prioriteiten en doelen’) die zijn opgenomen in strategisch meerjarenbeleid

‘VTH-Beleidsplan 2019-2022’ (‘strategie’).

Het huidige uitvoeringsprogramma voorziet in de jaarplanning voor 2021 (‘programma en organisatie’), stelt deze in verbinding met de in het VTH-Beleidsplan 2019-2022 gestelde prioriteiten en doelstellingen en maakt inzichtelijk welke beschikbare capaciteit en middelen er zijn om de gestelde doelen te kunnen bereiken.

Om ervoor te zorgen dat het de ambtelijke organisatie op een juiste wijze uitvoering geeft aan de uitvoering van het VTH-uitvoeringsprogramma en het VTH-beleid, handelt de organisatie op grond van vooraf vastgestelde procedures, processen en protocollen (‘werkwijze’).

De gemeente houdt met behulp van een geautomatiseerd systeem de resultaten en de voortgang van de uitvoering van het beleid en het uitvoeringsprogramma bij (‘monitoring’ en ‘uitvoering’).

De monitoringsresultaten worden gebruikt voor bijsturing van de operationele cyclus en voor de evaluatie van de doelstellingen uit het beleidsplan en het uitvoeringsprogramma (‘beleidsevaluatie’).

Zo nodig worden procedures, processen en protocollen en/of de doelstellingen van het meerjarenbeleid bijgesteld of geactualiseerd.

Wettelijke verplichting tot vaststellen uitvoeringsprogramma en jaarverslag

De verplichting tot het vaststellen van een uitvoeringsprogramma en een jaarverslag door het college van burgemeester en wethouders is neergelegd in het Besluit omgevingsrecht. De door het college vast te stellen stukken worden ter kennisneming aangeboden aan de raad. In het kader van het

tweedelijnstoezicht (interbestuurlijk toezicht) wordt een afschrift van alle stukken verzonden aan de interbestuurlijk toezichthouders van de provincie Utrecht.

APV en overige wetten

Het jaarlijks opstellen van een Uitvoeringsprogramma voor de taken op het gebied van APV en overige wetten, waaronder de Drank- en horecawetgeving, valt niet onder de wettelijke verplichting. Echter De uit deze wetgeving voortvloeiende taken worden niettemin in dit Uitvoeringsprogramma opgenomen om een compleet beeld te krijgen.

1.2 Leeswijzer

Dit Jaarverslag 2020 en Uitvoeringsprogramma 2021 bestaat uit enerzijds een algemene beschrijving van

wat de gemeente in het voorgaande jaar heeft gedaan en wat de gemeente wil gaan doen aan de

uitvoering van haar VTH-taken in 2021. Anderzijds bestaat het uit ‘Productbladen’ waarin per ‘activiteit’

7

toelichting wordt gegeven op vragen als ‘Wat doen we? Waarom doen we het? Wat vinden we

belangrijk?’ etc.

In hoofdstuk 2 staat beschreven welke VTH-taken binnen de scope van de beleids- en uitvoeringscyclus vallen, wie deze taken uitvoert, en welke ontwikkelingen er zijn binnen het VTH-vakgebied.

Hoofdstuk 3 geeft een algemene beschrijving van wat de gemeente belangrijk vindt bij de uitoefening van de VTH-taken. Daarnaast geeft dit hoofdstuk de prioriteiten in het VTH-taakveld weer.

In hoofdstuk 4 wordt in algemene zin teruggeblikt op het Uitvoeringsprogramma 2020 en in de productbladen wordt meer gedetailleerd verslag gelegd per taak/activiteit. Dit maakt dit hoofdstuk, tezamen met de productbladen, het jaarverslag over 2020.

Hoofdstuk 5 bevat een algemene uitleg van hetgeen we gaan doen in 2021. De VTH-taken worden vervolgens per productblad meer gedetailleerd uitgewerkt.

Productbladen

De VTH-taken zijn uitgewerkt in ‘productbladen’. Op de productbladen staat een omschrijving van de activiteit, de relatie met het VTH-beleidsplan en strategieën, bijbehorende risicoanalyses, de

doelstellingen bij de betreffende taak, een urenraming en tot slot de monitoringsindicatoren. Waar mogelijk wordt verwezen naar werkprocessen en protocollen.

Uniformiteit in uitvoering

De productbladen zijn tot stand gekomen door samenwerking van diverse gemeenten uit de provincie Utrecht op VTH-gebied. Er is door deze gemeenten een ‘menukaart’ ontwikkeld van alle VTH-taken. Per gemeente kan worden bepaald welke productbladen in de gemeente van toepassing zijn. Deze

productbladen kunnen dus jaarlijks worden ‘gekozen’. De opzet en opbouw van de productbladen is in hoofdzaak hetzelfde en wordt als zodanig door alle gemeenten op dezelfde manier gebruikt. Hiermee wordt bereikt dat per product inzichtelijk is hoe voor de betreffende taak/activiteit invulling is/wordt gegeven aan de beleids- en uitvoeringscyclus. Ook wordt de inhoud van de productbladen zoveel

mogelijk met elkaar afgestemd. Dit is voor de komende jaren nog werk in uitvoering. Aan de andere kant is het geen enkel probleem/bezwaar als de inhoud van de productbladen de per gemeente (op sommige onderdelen) zou verschillen. Er moet ruimte zijn en blijven om maatwerk mogelijk te maken en lokale nuances aan te brengen. De wettelijke basistaken wat betreft milieu worden uitgevoerd door de Omgevingsdienst regio Utrecht (hierna: ODRU). Voor deze basistaken zijn de productbladen uit het uitvoeringsprogramma op het schaalniveau van de uitvoeringsdienst uniform.

De inhoud van de productbladen voor de gemeente Utrechtse Heuvelrug zijn gevuld met input van o.a.

vergunningverleners, toezichthouders Wabo en handhavers openbare ruimte en veiligheid.

8

1.3. Afstemming samenwerkingspartners

Het Besluit omgevingsrecht (hierna: Bor) en de Regeling omgevingsrecht (hierna: Mor) verplichten een afstemming en bekendmaking van het uitvoeringsprogramma aan betrokken bestuursorganen en strafrechtelijke partners. Het vastgestelde uitvoeringsprogramma wordt toegezonden aan de betrokken handhavingspartners. In hoofdstuk 2 zijn de handhavingspartners en samenwerking beschreven.

1.4. Interbestuurlijk Toezicht provincie Utrecht (IBT)

De provincie Utrecht ziet erop toe of en in hoeverre gemeenten voldoen aan de wettelijke

kwaliteitseisen, onder andere op het gebied van het omgevingsrecht. Het IBT richt zich zowel op de taken vergunningenverlening, toezicht en handhaving, als op ruimtelijke ordening, milieu, externe veiligheid en erfgoed/monumenten.

In de Verordening systematische toezichtinformatie provincie Utrecht is vastgelegd welke informatie de provincie van de gemeenten jaarlijks wil ontvangen op de onderdelen van het omgevingsrecht. Op basis van de aangeleverde informatie vindt de beoordeling plaats. Hierbij kan het oordeel uitkomen op

‘adequaat’, ‘redelijk adequaat’ of ‘niet adequaat’.

Nadat de taakuitvoering van VTH van de gemeente Utrechtse Heuvelrug over de periode 2016/2017 door de provincie als “niet adequaat” was beoordeeld (omdat de gemeente niet beschikte over actueel beleid voor Ruimtelijke Ordening (RO) en Milieu), luidde de beoordeling over de periode 2017/ 2018

‘redelijk adequaat’. De beoordeling “redelijk adequaat” was ingegeven door het feit dat de benodigde verbeteringen in gang waren gezet. Na de vaststelling van het gewijzigde VTH-Beleidsplan 2019-2022 en het Uitvoeringsprogramma 2019 met Jaarverslag 2018, heeft de gemeente over de periode 2018/2019 van de provincie de beoordeling ‘adequaat’ gekregen. Ook over de periode 2019/2020 is de

gemeentelijk taakuitoefening van de verschillende onderdelen van het omgevingsrecht beoordeeld als

‘adequaat’.

Ondanks de waardering ‘adequaat’ zijn er wel verbeterpunten meegegeven voor het jaar 2021. De belangrijkste verbeterpunten zijn als volgt:

Rapportage en Evaluatie

1. Stel het jaarverslag en het uitvoeringsprogramma voor RO, Milieu en Bouw, dat nu op 16 juni 2020 is vastgesteld, eerder vast zodat het jaar kan worden begonnen met een actueel

uitvoeringsprogramma en rekening kan worden gehouden conclusies en aanbevelingen uit het jaarverslag.

Reactie:

Voorliggend jaarverslag 2020 en uitvoeringsprogramma 2021 is in april 2021 vastgesteld, zodat

voldaan is aan dit verbeterpunt.

9 Strategisch Beleid

2. Maak in het beleid inzichtelijk welke afspraken u hebt gemaakt met strafrechtelijke partners over de samenwerking bij en afstemming van de werkzaamheden. De samenwerkingsafspraken zijn niet opgenomen in het VTH-Beleidsplan 2019-2022. Toelichting: dit is een verbeterpunt voor de momenten waarop nieuwe beleidsdocumenten worden opgesteld.

Reactie: Zodra het uniforme VTH-Beleid ‘omgevingswetproof’ is zal de gemeente Utrechtse Heuvelrug van die gelegenheid gebruik maken door in het uniforme VTH-Beleid de

samenwerkingsafspraken met strafrechtelijke partners op te nemen.

3. Stel uniform VTH-beleid vast voor de basistaken (inclusief een analyse van problemen en een prioritering), op minimaal het schaalniveau van de ODRU en stuur dit ter informatie aan de gemeenteraad. Toelichting: in regionaal verband wordt gewerkt aan de totstandkoming van het uniforme beleid voor de basistaken. Dit blijft een punt van aandacht in 2021.

Reactie: Op regionaal niveau is door de VTH-Samenwerking inmiddels uniform VTH-Beleid en een uniform VTH-uitvoeringsprogramma vastgesteld. In 2019 heeft de gemeente Utrechtse Heuvelrug voor het eerst gebruik gemaakt van een uniform uitvoeringsprogramma.

Met de komst van de Omgevingswet in het vooruitzicht zal het uniforme VTH-Beleid door de VTH-Samenwerking nog moeten worden afgestemd op de Omgevingswet, waarna de gemeente uiteraard ook daarvan gebruik zal maken.

Programma en organisatie

4. Maak in het uitvoeringsprogramma inzichtelijk hoe bij de activiteiten, met name op het gebied van milieu, rekening is gehouden met de in het beleid gestelde doelen en prioriteiten.

Reactie: Hierbij wordt verwezen naar paragraaf 4.1 ‘Algemeen’ van hoofdstuk 4 ‘Wat hebben we in 2020 gedaan?’ en paragraaf 5.4 ‘Toezicht en handhaving Milieu’ van hoofdstuk 5 ‘Wat gaan we in 2021 doen?’. Daarnaast wordt op de productbladen ODRU de relatie met het VTH-beleid gelegd en alsmede de gestelde doelen beschreven.

Voorbereiding, uitvoering en monitoring

5. Zorg dat de resultaten en voortgang van de uitvoering van het uitvoeringsprogramma en het bereiken van de gestelde doelen worden gemonitord voor RO, Bouw en Milieu.

Reactie: In de loop van 2021/2022 zal de gemeente overgaan van het huidige zaaksysteem (Squit) naar RX.Mission. Deze komt Q1-Q2 2021 beschikbaar en vanaf dat moment worden de processen met aandacht voor goede monitoring ingericht. In het op te maken uniforme VTH-beleid en gemeentelijke VTH-Uitvoeringsstrategie zullen doelstellingen meer concreet worden gemaakt om de monitoring te vergemakkelijken.

1.5. Artikel 7.2 Besluit omgevingsrecht

Op 1 juli 2017 is het Besluit omgevingsrecht (Bor) aangepast naar aanleiding van de invoering van de Wet VTH. Artikel 7.2 Bor stelt nu dat de bestuurlijke instanties, die gezamenlijk de opdrachtgevers van een omgevingsdienst vormen (gemeenten, provincies en in enkele gevallen ook waterschappen) gezamenlijk komen tot een uniformering van hun VTH-beleid voor het verplichte basistakenpakket.

In de provincie Utrecht is een brede VTH-samenwerking opgestart: zowel de gemeenten van de ODRU

als de RUD zijn aangesloten. De ODRU en RUD maken zelf ook onderdeel uit van de samenwerking.

10

Daarnaast wordt de Provincie Utrecht, de VRU en het Interbestuurlijk Toezicht (IBT) erbij betrokken.

Deze samenwerking zorgt ervoor dat er aan artikel 7.2 uitvoering wordt gegeven. Er is inmiddels uniform VTH-beleid en een VTH-uitvoeringsprogramma opgesteld, wat voldoet aan de nieuwe eisen van het gewijzigde Bor, inclusief vergunningverlening, wat werkbaar is én bijdraagt aan een betere evaluatie en bijsturing.

Met het oog op de invoering van de Omgevingswet, wordt er op dit moment binnen de samenwerking gewerkt aan nieuw uniform VTH-Beleid dat in overeenstemming is met de Omgevingswet.

In het kader van uniformering wordt gestreefd naar VTH-beleidsdocumenten die in de basis gelijk zijn,

met genoeg ruimte voor de ‘couleur locale’.

11