• No results found

maken hun eigen dorp groener

4/ Initiatieven: Effecten 18

rond de dorpskern uit te breiden naar de directe omgeving van Wirdum. De initiatiefnemers waren verrast door de betrokkenheid van het ministerie, en zagen het meteen als kans.

Resultaten en effecten

Er is gewerkt aan een integraal groen ontwikkelings- plan. Eerder is een plan opgesteld voor de dorpskern. Door de betrokkenheid van EL&I is ook aandacht ont- staan voor de directe omgeving van Wirdum. Dit wordt gecombineerd tot een integraal groen ontwikkelings- plan. In dit plan staan de resultaten van het onderzoek naar verbindingen tussen de twee delen van Wirdum, de verkeersmaatregelen en de resultaten van het onderzoek naar de haalbaarheid van een economisch duurzame ontwikkeling van recreatie en toerisme en de behoefte aan groen in dat kader worden geïnte- greerd. Naast plannen maken en het betrekken van alle bewoners daarbij, worden ook concrete stappen gezet op de gebieden waar men al overeenstemming over heeft. Zo is er een doe-dag geweest, waarop de bewoners van Wirdum met ondersteuning van de gemeente en Landschapsbeheer de omgeving van het dorpshuis hebben aangepakt. Op deze dag is geplant, gesnoeid, gerooid, etc. Een ander effect is dat de ver- houdingen tussen de gemeente en de bewoners van Wirdum zijn genormaliseerd. Er bestaat nu een weder- zijdse constructieve verhouding, waarin de partijen gemeenschappelijk hebben dat ze samen de leefbaar- heid van Wirdum willen aanpakken.

‘Het is misschien enigszins moeizaam gegaan, maar uiteindelijk gaat er wel wat in het dorp gebeuren. De ideeën die uit het dorp zijn aangedragen zijn uitge- werkt in een plan. Ik kan me voorstellen dat dat voor een gemeenschap als Wirdum een mooi resultaat is.’

Respondent gemeente Loppersum

Facilitering door het ministerie

De contactpersoon van het ministerie is betrokken geraakt op het moment dat de initiatiefnemers met andere partijen zoals provincie, gemeente en land-

schapsbeheer in overleg waren voor een financiële bij- drage om een plan te maken. Het ministerie heeft primair de rol van geldverstrekker genomen, aange- zien het daaraan ontbrak. Voor de circa 25.000 euro worden de bouwstenen aangeleverd voor het integrale groenontwikkelingsplan. Daarnaast heeft de contact- persoon een aantal keer met het initiatief en Land - schapsbeheer van gedachten gewisseld, onder andere over het plan van aanpak voor het groenplan, en heeft hij het initiatief in contact gebracht met een deskun- dige voor een nader onderzoek naar de haalbaarheid van duurzame recreatie. De initiatiefnemers waren blij met de betrokkenheid vanuit het ministerie: ‘De betrokkenheid van het ministerie geeft aan dat wij er niet alleen in staan. Het is uniek dat je uitgekozen wordt.’

Respondent Groencommissie

De provincie Groningen kon na uitleg van de contact- persoon de betrokkenheid van het ministerie plaat- sen. De gemeente Loppersum was enigszins overval- len door de betrokkenheid van het ministerie en gaf aan het graag van te voren te hebben willen weten. De gemeente-ambtenaar heeft contact gezocht met het ministerie om te horen wat er allemaal ging gebeuren. Met dat gesprek en de belofte van de contactpersoon de gemeente op de hoogte te houden, is de grootste kou uit de lucht genomen, hoewel de gemeente nog wel zorgen heeft of er geen verwachtingen worden gewekt die niet waargemaakt kunnen worden: ‘Het initiatief betreft ook de openbare ruimte waar de gemeente voor verantwoordelijk is. Veel van die initia- tieven, ze verwachten ook nog co-financiering van de gemeente. Als wij het geld niet hebben of die co- financiering niet waar kunnen maken, wat dan?’

Respondent gemeente Loppersum

Het contact tussen de contactpersoon van het minis- terie en de initiatiefnemers verliep soepel. Ook met de andere partijen is er een constructieve samenwerking ontstaan. Behalve de ondersteuning met geld, ziet de contactpersoon van het ministerie meer waarde: ‘Ten aanzien van het helpen aanscherpen van de ideeën over duurzame recreatie en het laten doen van onderzoek, heb ik het idee dat we hier wel het verschil

hebben gemaakt; dit zat niet direct in ‘het systeem’ van Landschapsbeheer.’

Respondent ministerie

Conclusies

Het Groningse dorp Wirdum kampt met de gevolgen van demografische krimp. Binnen het dorp is er geen consensus over de wijze van omgaan met de krimp - situatie. Een meer berustende en behoudende opstel- ling wordt gevonden binnen de Stichting Het Dorps - huis Wirdum, waar voornamelijk mensen in zitten die er al langer wonen. Een actieve opstelling wordt gevonden in de Vereniging Dorpsbelangen Wirdum, die de relatie legt tussen een fraai dorp en omgeving en inkomsten uit toerisme. De Groencommissie houdt zich hiermee bezig, te weten met het realiseren van een ommetje als onderdeel van het toeristisch product. Men loopt ook tegen achterstallig onderhoud in het groen aan, voornamelijk rondom het dorpshuis.

Door de financiële status en gebrek aan kennis bij de gemeente Loppersum, zijn in het verleden veel plan- nen in de la blijven liggen. Door nieuwe medewerkers bij de gemeente en de status van artikel 12-gemeente ontstaan er beperkte mogelijkheden.

De inzet van Landschapsbeheer Groningen is gericht op het ontwikkelen van een Groenplan en het daarvoor verkrijgen van Leader+ subsidie.

De ondersteuning vanuit het ministerie van is gericht op onderzoek om de leefomgeving in en om Wirdum mooier en leefbaarder te maken. De uitdaging ligt nu nog bij het uitvoeren van de plannen die uit het onder- zoek volgen.

186

5/

Burgerverzet

en burger-

initiatieven

W

at ooit begon als verzet, groeit soms snel uit tot een burgerinitiatief dat concurrerende plannen maakt of de samenwer- king met overheden zoekt. De grens tussen verzet en samenwer- king is vaak niet meer dan een woordenspel. Met het bestuderen van burgerverzet krijgen we een scherper zicht op de relatie burger en over- heid. In dit hoofdstuk richten we ons in essayvorm op de fundamenten van de democratie in een veranderende samenleving. We presenteren u een essay over de funda- menten van democratie in een veranderende samenleving. Een samenleving die misschien wel gaat drijven op burger- initiatief in al zijn verscheidenheid en onhebbelijkheid. We hadden kunnen kiezen voor een Jules Verne of George Orwell-achtige benadering.

Maar we geloven niet in utopieën en ook niet in dys topieën. Daarom richten we dit essay tegen de anonieme overheid, die samen met haar planners bepaalt wat rationeel te ver- kiezen is als mogelijke toekomst van mens en maatschap- pij. In die visie mogen burgers soms participeren, in het bij- zonder als legitimatie daarom vraagt. Wij draaien het liever om, laat burgers bepalen wat goed voor hen is en laat dan de overheid participeren en interveniëren, slechts als dat nodig

is. De ruimtelijke planners onder u hebben niets te vrezen. We houden van plannen, planners en hun ongekende en ongecontroleerde repercussies in de samenleving. Maar voor wie de schoen past: denk eens na over pantoffels.

Dit essay is geschreven als statement naast alle feitelij- ke en verhelderende studies over burgerinitiatieven die eer- der in deze publicatie aan de orde zijn gekomen en nog zul- len verschijnen. In een dialoog aan het einde van het essay maken we de (beleids)dilemma’s helder waar soms wel en soms nog geen oplossingen voor zijn. We hopen en verheu- gen ons op felle en liefst emotionele discussies, want dan gaat het ergens over…

190 5/ Burgerverzet en burgerinitiatieven

R

egelmatig te lezen in de kran- ten: verhalen over zogenoem- de nimby-groepen. Dat zijn mensen die zich verzetten tegen ruimtelijke transforma- ties in hun omgeving. De ‘Vrienden van het Vondelpark’ bijvoorbeeld. Achthonderd mensen telt deze vereniging die zich inzet ‘voor het behoud van het Vondelpark als groe- ne oase van rust in de stad’ (Spaans, 2007). Volgens de voorzitter worden ze door de overheid actief betrokken bij discussies over het Vondelpark. Evenementen, het gebruik van de voetbalveldjes, de komst van nieuwbouw, het zijn allemaal ontwikkelingen die door de Vrienden met argus - ogen worden bekeken. Regelmatig protesteren ze ook tegen voorgenomen plannen. Via folders, kranten, acties en zo - nodig ook via de juridische weg. De voorzitter is zich bewust van het strijdvaardige karakter van zijn vereniging:

‘We weten dat we bekend staan als zeikerds. Maar we zijn opgericht om het Vondelpark te beschermen. Het is geen beauty contest. Zoals keizer Caligula al zei: Oderint dum metuant. Ze mogen me haten, zolang ze me maar vrezen.’ (Spaans, 2007)

Zeikerds of vrienden? Vaststaat dat deze groep burgers één van de vele groepen burgers is die invloed uitoefenen op de

Nederlandse ruimtelijke ordening. Sinds de jaren ’60 van de voorgaande eeuw steken de nimbys steeds vaker de kop op en zijn ze steeds beter georganiseerd (Verhoeven, 2009). Bijvoorbeeld met verzet tegen de aanleg van bedrijventer- reinen, kantorencomplexen en woningbouw bij Delfzijl, Woensdrecht, Waterland, Polder Veerstalblok, de Hoeksche Waard en het Leeuwarder Bos. Volgens de milieubeweging hebben in al deze gevallen ‘de landschappelijke belangen het gewonnen van de economische belangen.’

Milieudefensie, 2009

‘De gemeente Leeuwarden trok in 2000 haar plannen in voor woningbouw in het Leeuwarder Bos. Het bos was in 1993 met Europese subsidies aangelegd in het kader van het terugdringen van de CO2-uitstoot. De gemeente wilde een gedeelte van het bos kappen en inrichten voor woning- bouw. Onder druk van de actiegroep ‘Plantertje Groot, Boompje Dood’, die de gemeente wees op de financiële gevolgen van de kap – er zouden subsidiegelden terugbe- taald moeten worden – bleven de bomen staan.’

Milieudefensie, 2009

Ook autowegen en andere grote infrastructurele en indu - striële complexen, onder meer in de Betuwe en de

Bussumer heide, hebben dankzij de inzet van burgers nooit het licht gezien. Burgers wisten in samenwerking met Milieudefensie zelfs een Chinees themapark tegen te hou- den: ‘In mei 2001 besloten Provinciale Staten van Zuid-

The importance of