• No results found

Ingediende (concept) zienswijzen met reactie per 17 juni versie 17 juni 2020

Zienswijzen Deelnemer Reactie DB

1 Bij de invulling van het werkprogramma dient rekening te worden gehouden met een afbouw van C 75.000,- op de MWB-norm in Programma 1.

Breda Akkoord.

Dit wordt verwerkt in het werkprogramma 2021.

2 Aanvullend wordt de OMWB gevraagd de bijdrage van Breda met C 25.000 te verlagen ten opzichte van 2020, zonder dat dit gevolgen heeft voor de dienstverlening. In de kadernota en ontwerpbegroting is daarop onjuist ingegaan door voor Breda Programma 2 met C 25.000 te verlagen. Dit heeft wel gevolgen voor de

dienstverlening. Het gaat hier juist om efficiëntieverbeteringen. De OMWB moet actief zoeken naar efficiëntiemaatregelen met een kostenbesparend effect. Deze maatregelen moeten gebaseerd zijn op een reële onderbouwing en inzichtelijk worden gemaakt.

Breda Het DB heeft de directie opdracht gegeven om in 2020 een onderzoek in te stellen naar mogelijkheden voor kostenreductie in combinatie met

efficiencyverbeteringen.

En daarover in het voorjaar van 2021 aan het bestuur te rapporteren.

Dit sluit dus aan bij de wens van de gemeente Breda.

Na bestuurlijk overleg in 2021 zullen de resultaten van het onderzoek verwerkt worden in de begroting 2022/2023.

3 In de begroting 2021 zijn niet de juiste indexeringen toegepast zoals die zijn opgenomen in de septembercirculaire gemeentefonds 2019.

De OMWB hanteert 2,97 en 1,87 voor respectievelijk lonen en prijzen. De juiste percentages in genoemde circulaire zijn resp.

2,67 (prijs overheidsconsumptie, beloning werknemers) en 1,77 (prijs bruto binnenlands product), deze waren in de financiële richtlijnen ook zo aangegeven.

De gemeenten en de OMWB hanteren dezelfde september -circulaire, die van het ministerie van BZK.

De OMWB hanteert op basis van die circulaire de criteria: loonvoet sector overheid en prijs netto materiële overheidsconsumptie.

Wanneer de deelnemers de voorkeur geven aan door hen genoemde criteria zijn wij bereid na overleg met het financieel panel dit desgewenst te doen voor 2022.

(Overigens om het beeld in relatie tot het effect te bepalen: het verschil tussen 1.87 en 1.77 is 6.000 euro op de totale begroting).

4 In de begroting 2021 is niet (goed) te herleiden welke nieuwe beleidsontwikkelingen op welke wijze financieel zijn vertaald in de ramingen in de begroting. Volgens de overgenomen financiële richtlijn dient de begroting te worden opgesteld op basis van ongewijzigd beleid. Als voorbeeld kan gewezen worden op de in de conceptbegroting 2021 extra opgenomen C 200.000 in verband met de aanbesteding van de ICT-architectuur. Daarna zal dit bedrag in 2022 en later verder ingezet worden op data-ontwikkeling

voortvloeiend uit de Omgevingswet. Dit laatste merken wij aan als een vorm van nieuw beleid waarover het Algemeen Bestuur (nog) geen besluit heeft genomen.

In de begroting 2021 zijn geen specifieke

geldmiddelen opgenomen voor de Omgevingswet en bodem ondergrond. Het uitstel van wetgeving (van 2021 naar 2022) heeft derhalve geen financiële gevolgen voor de begroting 2021 voor de OMWB.

In de begroting 2022 zullen wij eventuele financiële gevolgen in verband met het inwerkingtreden van de Omgevingswet opnemen.

De aansluiting op het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO)is overigens geen keuze, maar een verplichting, voor zowel provincie en gemeenten als OMWB.

Het opgenomen bedrag van 200.000 euro voor ICT in de begroting 2021 is eenmalig; dit heeft te maken dat de OMWB het voornemen heeft vanaf 2022 te gaan

1

werken in de cloud; in 2021 is er sprake van een noodzakelijke transitie. In de cloud (gaan) werken heeft zowel inhoudelijke als financiële voordelen voor de dienst. In de begroting 2022 zullen we dat

zichtbaar maken.

5 De risico-inventarisatie die is opgenomen in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing is niet realistisch. De risico's m.b.t. de inhuur van personeel en de invoering van de Omgevingswet zijn erg ruim ingeschat, terwijl risico's verbonden aan de invoering van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) en aan de overdracht van de bodemtaken van de provincie naar de gemeenten (beide met ingang van 2021) niet zijn meegenomen. De risico-inschatting die de OMWB voor de Omgevingswet heeft

gemaakt wijkt bovendien behoorlijk af van de gemaakte inschatting door de 2 andere Brabantse omgevingsdiensten.

Moerdijk

Door het besluit van de minister van BZK om de invoering van de Omgevingswet van 2021 naar 2022 te verplaatsen is de reactie van de gemeenten terzake niet meer aan de orde nu. De risico-inventarisatie in de begroting van de OMWB is hierop dan ook

aangepast (geen risico meer opgenomen voor 2021).

Ditzelfde geldt ook voor de Wkb en de overdracht van taken bodem, die beide eveneens eerst per 2022 worden ingevoerd. Met andere woorden, in materiële zin zijn gemeenten en OMWB het voor 2021 met elkaar eens.

6 In de begroting 2021 zijn wederom geen beleidsindicatoren opgenomen. In de zienswijze op de begroting 2020 was aan de OMWB verzocht om vanaf begrotingsjaar 2021 in overleg met de deelnemers een aantal beleidsindicatoren op te nemen. Het uit te voeren beleid is inderdaad aan de raden om te bepalen maar is in grote lijnen gelijk voor de deelnemers. De omgevingsdienst beschikt als organisatie over de noodzakelijke kennis op het gebied van milieu. De begroting is daarom bij uitstek het instrument om hier beleids- en prestatie-indicatoren in op te nemen en kan de raad deze via de jaarrekening monitoren, en haar kaderstellende en controlerende rol beter invullen.

We onderschrijven met de gemeenten dat indicatoren voor beleid en uitvoering belangrijk zijn. Ook en vooral dat dit een samenspel moet zijn tussen de deelnemers en de dienst. De OMWB is graag bereid om de

deelnemers de beschikbare kennis en data voor het bepalen van indicatoren aan te reiken.

Overigens, in de jaarlijkse werkplannen, die door de deelnemers worden goedgekeurd, zijn reeds een behoorlijk aantal indicatoren opgenomen. Dit geldt in het bijzonder voor toezicht. Voor vergunningverlening zullen wij in overleg met de deelnemers in 2021 een aantal indicatoren gezamenlijk opstellen.

7 Door een aantal deelnemers is in de richtlijnen aangedrongen op bezuinigingen in de begroting 2021 en verder. De OMWB heeft aangegeven deze via de werkprogramma's te willen realiseren. De uitdrukkelijke wens is echter om daadwerkelijk tot

kostenbesparingen te komen, zodat dezelfde dienstverlening kan worden geleverd tegen een lagere bijdrage, bijvoorbeeld via efficiency verbeterende maatregelen.

De onderstaande zienswijze wordt soms apart en soms als onderdeel van bovenstaande zienswijze opgenomen:

Zie ook punt 2 hierboven, de reactie mbt Breda.

Er is reeds door het DB opdracht gegeven voor

onderzoek naar kostenbesparing/efficiencyverbetering.

De OMWB houdt structureel geen geld over en er zit geen lucht in de begroting, zoals wordt verondersteld.

Door een sobere en doelmatige uitvoering van taken is het gelukt de laatste jaren af te sluiten met een positief saldo, dat voor een belangrijk deel terug is gegeven aan de deelnemers.

De OMWB werkt niet op basis van een economisch verdienmodel, maar hanteert dezelfde principes als de deelnemers mbt begroten en verantwoorden.

2

De OMWB houdt structureel geld over en blijft, zonder nieuw beleid haar begroting elk jaar opplussen terwijl er structurele ruimte in de begroting zit. Daarnaast worden de risico's te hoog ingeschat (zie zienswijze 3) daarmee is de reservepositie te hoog.

Roosendaal De reservepositie van de dienst is conform het in 2019 genomen bestuurlijk besluit (AB); 57 is de

gemiddelde norm, dat is een bedrag van 1.7 miljoen euro; de stand in de reserve is thans ruim 1.5 miljoen euro. Op basis van het BBV is het risicoprofiel van de OMWB 'voldoende'.

8 Geertruidenberg merkt op dat in de ontwerpbegroting wordt gezegd dat de uitwerking van een aantal beleidsontwikkelingen per

deelnemer zullen plaatsvinden via de werkprogramma's die aan het eind van het jaar worden vastgesteld.

Geertruidenberg merkt voor het eigen werkprogramma op dat met name de behandeling van vergunningaanvragen en meldingen in 2018 en 2019 fors hoger is uitgevallen dan begroot. Omdat nog niet duidelijk is of dit een trend is waarmee wij voortaan structureel rekening moeten houden of dat economische ontwikkelingen tot een tijdelijke piek hebben geleid, vinden wij het te prematuur de ten opzichte van 2019 sterk verhoogde gemeentelijke bijdrage

structureel in de (meerjaren) begroting op te nemen. Wij vragen u dan ook de deelnemersbijdrage van Geertruidenberg aan te passen tot het niveau

van de begroting 2020 waarbij wij nieuwe ontwikkelingen in het werkprogramma verder uitwerken

Geertruidenberg Er wordt begroot op basis van realistische cijfers, feiten en omstandigheden. Het aantal vergunningen en meldingen zijn voor de gemeente en dienst exogene factoren, die niet of nauwelijks zijn te beïnvloeden. De ervaring heeft geleerd dat realistisch begroten financiële problemen in de loop van het jaar voorkomt, voor zowel gemeente als dienst. De dienst spreekt hierover jaarlijks met de gemeente op basis van onderbouwde (ervarings)cijfers en feiten.

Door nu helderheid te geven over wat als realistisch moet worden beschouwd voor 2021 zijn wij zowel transparant als voor alle partijen eerlijk en duidelijk.

Overigens kan via de werkplannen 2021 wanneer daartoe aanleiding is over dit punt nog nader beraadslaagd en besloten worden.

9 U geeft geen invulling aan onze richtlijn nummer 8: "Consequenties in beeld te brengen van het verlagen van de begroting van de gemeenschappelijke regeling (ten opzichte van de begroting GR 2020) met 5, 10 en 157 voor de dienstverlening en de bijdrage aan de maatschappelijke effecten zoals opgenomen in onze

gemeentelijke begroting". De OMWB heeft aangegeven deze via de werkprogramma's te willen realiseren. De uitdrukkelijke wens is echter om daadwerkelijk tot kostenbesparingen te komen, zodat dezelfde dienstverlening kan worden geleverd tegen een lagere bijdrage, bijvoorbeeld door verhoging van de efficiency. De OMWB houdt structureel geld over. De OMWB blijft, zonder nieuw beleid haar begroting elk jaar opplussen terwijl er structurele ruimte in de begroting zit. Daarnaast worden de risico's te hoog ingeschat, is de reservepositie te hoog en is een forse post onvoorzien opgenomen.

De verantwoording van het programma collectieve taken blijft oppervlakkig. Wij verzoeken u nadrukkelijk om dit jaar een onderzoek uit te voeren naar besparingsmogelijkheden en die dit jaar met een begrotingswijziging door te voeren.

Etten-Leur Het DB heeft besloten in 2020 een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheden voor kostenbesparing in combinatie met efficiencyvoordelen. Dat is een andere route dan deze gemeente voorstelt.

Overigens maakt een aantal aspecten die de gemeente noemt onderdeel uit van het onderzoek. Overigens, laat ons in het oog houden dat de OMWB reeds vrij ver ontwikkeld is in efficiency. Ten opzichte van de andere OD's behoort de OMWB bepaald niet tot de kopgroep als het gaat om de tarieven. Dit zegt ook iets over de sobere en doelmatige taakuitoefening door de OMWB.

De post onvoorzien is 150.000 euro, dit in relatie tot een totale omzet van afgerond 34 miljoen voor 2021.

Dat is nog geen 0.57 van de begroting.

Overigens: niet de directie maar het DB is bevoegd om te besluiten of van de post onvoorzien überhaupt gebruik moet c.q. mag worden gemaakt.

Het programma collectieve taken wordt jaarlijks geëvalueerd door het AB; zowel inhoudelijk als

3

financieel. Wij delen niet de opmerking van de gemeente dat de evaluatie oppervlakkig is.

Verder verwijzen wij naar onze reactie op punt 7 hierboven.

10 Geef in de begroting aan hoe de omgevingsdienst in de komende periode uitvoering wil geven aan de wens van de raad om het principe "nieuwe werkzaamheden voor oud" toe te passen. Dit omdat de OMWB in haar reactie van 8 april 2020 op ambtelijke vragen aangeeft dit principe te onderschrijven.

Moerdijk

Wanneer er sprake is van "nieuw voor oud" zal het DB dit bespreken met het AB. Voor 2021 is daarvan geen sprake.

11 De corona-crisis heeft invloed op nagenoeg alles en iedereen. Ten tijde van het opstellen van de begroting 2021 is nog niet (volledig) te overzien wat de beleidsmatige en financiële consequenties voor de verbonden partij zijn. Indien, in de loop van 2020 of 2021, blijkt dat substantiële effecten zich voordoen, gaan wij ervan uit dat een begrotingswijziging aan de deelnemers wordt voorgelegd.

Moerdijk

Wij zijn het eens met de gemeenten die dit punt naar voren brengen. Wij zullen dat doen wanneer het aan de orde is dan wel zal komen.

12 In de ontwerpbegroting 2021 is sprake van compensatie voor loon en prijsstijging. Gezien de onzekere financiële situatie en de verwachte bezuinigingsopgaven voor onze gemeente, hebben wij besloten geen ruimte te bieden voor loon en prijscompensatie en indexeringen.

Hilvarenbeek De huidige lijn van het DB en AB is anders; het DB is er voorstander van de huidige lijn te continueren.

Teneinde de dienst niet structureel in de financiële problemen te brengen, hetgeen uiteindelijk negatief neerslaat in iedere gemeentebegroting.

13 Gelet op de financiële situatie van de gemeente Hilvarenbeek dringen wij er bij op aan om actief te zoeken naar realistische efficiencymaatregelen met een kostenbesparend effect en kritisch te zijn op de kostenontwikkeling. De gemeente Hilvarenbeek moet bezuinigen op eigen begroting met gevolgen voor beleid als bedrijfsvoering. Wij verwachten van u invulling van deze bezuinigingsopgave vanaf 2022.

Hilvarenbeek Zie de antwoorden op 2 en 7 hierboven.

14 Wij behouden ons daarnaast het recht voor om - indien daar aanleiding voor ontstaat in onze financiële situatie - te kunnen bezuinigen op de uitgaven van de Omgevingsdienst. Uiteraard met de gemaakte afspraken in het kader van de MWB- norm in

Hilvarenbeek Dit is de juiste gang van zaken zoals die al vanaf 2019 geldt.

4

ogenschouw genomen. De daadwerkelijke bijdrage zal via het werkplan 2021 worden bepaald.

15 In de kadernota en ontwerpbegroting is niet ingegaan op het aandringen op bezuinigingen door diverse deelnemers. De OMWB legt uiterlijk in het 3e kwartaal van dit jaar een aantal onderbouwde efficiencymaatregelen voor aan de deelnemers.

De OMWB moet actief zoeken naar efficiencymaatregelen met een kostenbesparend effect. Deze maatregelen moeten wel gebaseerd zijn op een reële onderbouwing.

Heusden

Bergen op Zoom

Zie de antwoorden op onder meer de punten 2 en 7 hierboven.

Met de gemeenten zijn wij van mening dat de maatregelen gebaseerd moeten zijn op reële onderbouwing.

16 Hoewel de stijging van de kosten op het totaal binnen de verwachte bandbreedte blijft, moet de OMWB kritisch zijn op

kostenontwikkelingen. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om ICT-kosten, salariskosten en overige personeelskosten.

Heusden Wij delen deze mening.

17 Geertruidenberg adviseert de OMWB om kritisch te zijn op

kostenontwikkelingen. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de volgende onderdelen:

1) ICT-kosten. In de conceptbegroting 2021 is C 200.000 extra opgenomen in verband met de aanbesteding van de ICT- architectuur. En de jaren erna zullen ICT-kosten naar

verwachting niet dalen in verband met nazorg hierop en data- ontwikkeling voortvloeiend uit de Omgevingswet.

2) Salariskosten:

De relatieve salariskostenstijging in het primaire proces ^1,50Zo) is lager dan de CAO stijging (3,50Zo). Salariskosten zijn herijkt op basis van uitgangspunten voor de CAO en de kosten per fte. Dit heeft geleid tot een neerwaartse bijstelling. Ook is er geschoven met 2 fte formatie richting bedrijfsvoering: voor data-

ontwikkeling. De relatieve salariskostenstijging in het onderdeel overheadpersoneel ^12,90Zo) is relatief hoger dan de CAO- stijging. Naast een verschuiving van 2 fte's is hier sprake van extra formatie (4 fte). Dit betreft 2 extra leidinggevenden en 2 fte voor ontwikkelingen in de organisatie. De stijging van personeelskosten door extra leidinggevenden is gezien de opgave niet te accepteren;

De overige personeelskosten stijgen van C 837.000 (2020) naar C 949.000. Naast de indexatie is extra budget opgenomen voor mobiliteitsgelden om de transitie van de organisatie te

faciliteren. Dit als gevolg van huidige personeelstrajecten en door ontwikkelingen van de Omgevingswet en het daarmee samenhangende HRM-beleid.

Geertruidenberg Het gaat voor 2021 om een incidenteel bedrag. Dit heeft te maken met de totale vernieuwing van de ICT infrastructuur. De huidige voorzieningen dateren nog van 2013 en zijn inmiddels ver over hun

houdbaarheidsdatum heen.

Om redenen van continuïteit en stabiliteit moet actief geïnvesteerd worden in de totale digitale huishouding.

Het is met andere woorden onontkoombaar, zeven jaar na de oprichting van de dienst.

In de begroting 2021 is een uitvoerige toelichting opgenomen over de ontwikkeling van bedrijfsvoering, dit in relatie tot de continuïteit van de primaire processen van VTH.

5

18 In de begroting moet inzichtelijk blijven wat de structurele

deelnemersbijdrage conform de MWB-norm is en wat de incidentele bijdrage voor dat jaar is.

Heusden Wij delen deze mening. Wij maken dit overigens niet alleen zichtbaar in de begroting maar ook in het jaarlijkse werkplan per deelnemer.

19 In de begroting is een post onvoorzien opgenomen van C 150.000,- Deze staat niet in verhouding met de omvang van de begroting, de beperkte risico's en de aanwezige reserves. Verzocht wordt deze post onvoorzien te minimaliseren.

Etten-Leur Roosendaal

Ten opzichte van een begroting van 34 miljoen euro is 150.000 euro nog niet eens 0.5/ daarvan.

En daarmee maximaal minimaal.

20 De deelnemersbijdrage voor Etten-Leur/Roosendaal te baseren op de MWB-norm. De definitie van de kop van Bijlage 1: Specificatie bijdrage per deelnemer 2021 is onjuist. "(gebaseerd op de MWB- norm)" moet zijn: "(gebaseerd op de vastgestelde werkprogramma's 2020 plus indexering.

Etten-Leur Roosendaal

Dit is juist.

21 Het bedrag voor het programma collectieve taken met 10 7o te verminderen. Uit de jaarlijkse verantwoording van dit collectieve programma blijven de resultaten onduidelijk en ontbreekt nut en noodzaak van een deel van de activiteiten.

Etten-Leur Deze inhoudelijke mening delen wij niet.

De jaarlijkse evaluatie geeft een goed inzicht in zowel de inzet als de resultaten. Nut en noodzaak van de activiteiten in het programma zijn gebaseerd op (eerder) genomen bestuurlijke besluiten.

Voor de goede orde: bijna 50/ van het budget houdt verband met de Milieu Klachten Centrale. Deze collectieve voorziening bespaart de deelnemers een aanzienlijk bedrag door de centrale, uniforme aanpak in de regio.

22 In het AB van 4 december 2019 heeft onze AB bestuurder aangegeven vanaf 2021 vanwege de geringe meerwaarde voor Etten-Leur deelname aan SSiB en omdat deze taak geen onderdeel is van de GR niet voort te zetten. Wij verzoeken u deelname aan SSiB als verzoektaak op te nemen. We verzoeken u om de deelnemersbijdrage voor P3 te verminderen met de bijdrage voor SSiB.

Etten-Leur Het AB heeft op 4 december 2019 een ander, positief besluit genomen. Dat besluit van het AB is leidend voor deelnemers en dienst (18 van de 21 aanwezige deelnemers hebben op 4 december 2019 ingestemd met het voorstel van het DB voor het continueren).

23 Het huurcontract van de OMWB loopt tot 1-1-2023. Er is nog geen besluit genomen omtrent huisvesting nadien. In 2020 wordt nader onderzoek verricht, u wordt verzocht om de gemeenten hier tijdig bij te betrekken en hierbij nadrukkelijk ook naar besparingen te zoeken.

Het is niet duidelijk waarom er nog investeringen plaatsvinden in 2021.

Etten-Leur Roosendaal

Het huidige huurcontract loopt inderdaad tot 1 januari 2023. De gesprekken met de huidige verhuurder starten binnenkort, waarbij het de eerste voorkeur is om de huidige kantoorlocatie te continueren, mits dat prijstechnisch en kwalitatief verantwoord is.

24 In de begroting is een financiële meerjarenprognose opgenomen.

Inhoudelijk noemt de OMWB twee ontwikkelingen in de begroting, de overdracht bodemtaken en de komst van de Omgevingswet. Dit

Etten-Leur Roosendaal

Met ingang van 2022 moeten we rekening houden met Omgevingswet, overdracht bodemtaken en invoering Wbk. Of er nog meer thema's bij komen is op dit

6

zijn alleen de ontwikkelingen voor 2021. Conform spelregel 6 van de Nota verbonden partijen wordt verzocht om een inhoudelijke

doorkijk voor meerdere jaren te geven.

moment niet bekend en op dit moment ook niet voorzien.

25 Vanaf 2022 voert u voor de implementatie van de omgevingswet een bedrag op van C 400.000,-. In de begrotingen 2019 en 2020 en waarschijnlijk ook 2021 zijn reeds budgetten voor de omgevingswet

25 Vanaf 2022 voert u voor de implementatie van de omgevingswet een bedrag op van C 400.000,-. In de begrotingen 2019 en 2020 en waarschijnlijk ook 2021 zijn reeds budgetten voor de omgevingswet