• No results found

Informatieverstrekking na overlijden patiënt

Hoofdstuk 4 Informatieverstrekking in kader van vertegenwoordiging,

4.2 Informatieverstrekking na overlijden patiënt

De geheimhoudingsplicht van de arts blijft ook na het overlijden van de patiënt gelden en kan alleen in bepaalde situaties worden doorbroken.

4.2.1 Informatieverstrekking aan nabestaanden

Sinds 1 januari 2020 is in de WGBO vastgelegd dat nabestaanden inzage kunnen krijgen in het dossier van een overleden patiënt:

• als de patiënt bij leven hiervoor toestemming heeft gegeven;

• als de nabestaanden een mededeling van een incident hebben ontvangen; of

• als er sprake is van een zwaarwegend belang.

Voor ouders of voogden van kinderen die op het moment van overlijden nog geen zestien jaar waren, geldt een bijzondere regeling voor de inzage in het medisch dossier.

Meer informatie:

KNMG­handreiking Inzage in medische dossiers door nabestaanden

4.2.2 Inzage in obductierapport

Als een persoon is overleden, is het in een aantal gevallen mogelijk om een medische obductie (sectie, autopsie) van het lichaam te doen. Meestal is het doel daarvan om de doodsoorzaak vast te stellen. Nabestaanden moeten toestemming voor een obductie geven. Het kan zijn dat nabe­

staanden naar het obductierapport vragen omdat zij behoefte hebben aan informatie over het overlijden. De informatie in het obductierapport valt onder het medisch beroepsgeheim.

De KNMG adviseert om de uitkomsten van een obductie op hoofdlijnen met de nabestaanden te bespreken. Daarbij moet de arts extra voorzichtigheid betrachten als het gaat om zeer privacyge­

voelige gegevens van de patiënt. Ook moet hij terughoudend zijn in het geven van inzage in het obductierapport of het verstrekken van een afschrift hiervan. Dit kan hij in sommige gevallen doen met een beroep op een zwaarwegend belang of een conflict van plichten. Bijvoorbeeld als uit de obductie informatie voortvloeit, die van direct belang is voor de gezondheid van de nabestaanden.

Heeft een patiënt uitdrukkelijk in zijn dossier vastgelegd dat hij niet wil dat zijn nabestaanden zijn dossier inzien? Dan mag de arts de gegevens uit het obductierapport ook niet laten inzien.

Meer informatie:

KNMG­handreiking Inzage in medische dossiers door nabestaanden (paragraaf 6.2.7)

4.2.3 Informatieverstrekking bij een conflict van plichten

De arts mag gegevens over een overledene verstrekken als er sprake is van een ‘conflict van plich­

ten’ (zie daarvoor paragraaf 1.5.4). Te denken valt aan situaties waarin derden schade zouden onder­

vinden als de arts zijn beroepsgeheim zou handhaven. In dergelijke gevallen moet de arts een afweging van de belangen maken voordat hij besluit om al dan niet de gegevens te verstrekken.

Daarbij moet duidelijk zijn dat het probleem (het conflict) niet op een minder ingrijpende manier kan worden opgelost dan door het doorbreken van het beroepsgeheim. Persoonlijke belangen van derden, zoals financiële en emotionele belangen (rouwverwerking), zijn in het algemeen onvoldoen­

de zwaarwegend om een beroep op een conflict van plichten te rechtvaardigen.

Wordt een arts achteraf ter verantwoording geroepen voor het schenden van zijn beroepsgeheim, dan kan hij zich beroepen op overmacht. Het verdient aanbeveling om in het medisch dossier van de patiënt melding te maken van de belangenafweging en van de motieven die daaraan ten grondslag hebben gelegen.

4.2.4 Informatieverstrekking vanwege wettelijke plicht

Als een wet daartoe verplicht, mag een arts medische gegevens van een overleden patiënt aan een derde verstrekken. In dit verband is de Wet op de lijkbezorging (Wlb) van belang. Deze wet be­

paalt dat de behandelend arts bij een natuurlijk overlijden van een patiënt een verklaring van overlijden afgeeft. Die verklaring bevat geen medische gegevens. De arts verstrekt – via een apart formulier – wel medische informatie over de overledene ten behoeve van de statistiek.

De arts moet de gemeentelijke lijkschouwer inschakelen als het gaat het om een niet­natuurlijke dood of twijfel daaraan. Volgens de Wlb is de behandelend arts niet verplicht om gegevens over zijn patiënt aan de gemeentelijk lijkschouwer te verstrekken. Uit de aard van de wettelijke regeling vloeit voort dat de behandelend arts alleen medische gegevens verstrekt die voor de schouw van de gemeentelijk lijkschouwer relevant zijn.

De gemeentelijk lijkschouwer verricht zijn onderzoek naar de doodsoorzaak ten behoeve van justitie. De lijkschouwer geeft de officier van justitie (OvJ) daarom openheid over de doodsoor­

zaak. Als de OvJ vragen heeft over de doodsoorzaak, kan hij zich richten tot de gemeentelijk lijkschouwer. De behandelend arts heeft een beroepsgeheim tegenover de OvJ.

Is het overlijden het gevolg van levensbeëindiging op verzoek of hulp bij zelfdoding? Dan moet de arts dit aan de gemeentelijk lijkschouwer melden door een modelformulier in te vullen. Bij dit formulier voegt de arts een beredeneerd verslag, waarin hij aangeeft of de zorgvuldigheidseisen in acht zijn genomen. Voor deze informatieverstrekking is geen toestemming van de patiënt vereist.

Meer informatie:

Handreiking (Niet­)natuurlijke dood (IGJ, FMG, KNMG, OM)

4.2.5 Informatieverstrekking bij een (vermoeden van een) incident Recht op inzage na een incident

In de Wkkgz is bepaald dat als er een incident in de zorgverlening heeft plaatsgevonden en de patiënt is overleden, de zorgaanbieder aan de nabestaande(n) of voormalige vertegenwoordiger van de patient meldt wat de aard en de toedracht van het incident is geweest. Tevens moet van de aard en toedracht een aantekening in het dossier worden gemaakt, alsmede het tijdstip en de namen van betrokkenen bij het incident. De nabestaande(n) (op grond van Wkkgz) of de voormali­

ge vertegenwoordiger van de patiënt (op grond van Wgbo) die een mededeling over een incident krijgt, heeft recht op gegevens uit het dossier over het incident.

Heeft een nabestaande of voormalig vertegenwoordiger een mededeling over een incident ontvangen? Dan moet de arts desgevraagd aan hen inzage geven in of een afschrift verstrekken van de gegevens uit het medisch dossier van de overleden patiënt die op dat incident betrekking hebben. De arts mag geen inzage in of afschrift van deze gegevens verstrekken als in het dossier is vastgelegd dat de patiënt dit niet wil.

Vermoeden van een medische fout

Wanneer de nabestaande(n) of voormalig vertegenwoordiger geen mededeling heeft gekregen, maar vermoedt dat een medische fout heeft plaatsgevonden, kan hij om inzage vragen met een beroep op een zwaarwegend belang.

Er is sprake van een medische fout als een medische behandeling, door onjuist menselijk hande­

len, onzorgvuldig is uitgevoerd waardoor de patiënt letselschade heeft opgelopen of zelfs is overleden. Bij een vermoeden van een medische fout kan ‘een ieder’ met een zwaarwegend persoonlijk belang vragen om inzage van die gegevens. Om inzage te krijgen moet een aanvrager aannemelijk maken:

­ dat er daadwerkelijk sprake is van een zwaarwegend belang;

­ dat dit belang mogelijk wordt geschaad door de geheimhouding van het medisch dossier;

­ dat het noodzakelijk is om inzage te krijgen in het medisch dossier om dat zwaarwegend belang te kunnen behartigen.

Daarnaast moet hij, aan de hand van voldoende concrete aanwijzingen, ook aannemelijk maken dat er mogelijk sprake is van verwijtbaar onjuist handelen door de hulpverlener. De aanvrager hoeft niet aan te tonen dat er daadwerkelijk sprake is van een medische fout. De arts mag alleen de gegevens uit het dossier verstrekken die betrekking hebben op de vermeende medische fout. De arts mag geen gegevens verstrekken als in het dossier is vastgelegd dat de patiënt dit niet wil.

Een arts kan besluiten geen gegevens te verstrekken aan de aanvrager als ze van mening verschil­

len over de vraag of sprake is van (een vermoeden van) een incident of medische fout. In zo’n situa­

tie kan de aanvrager een onafhankelijk arts aanwijzen om te oordelen de vraag of de weigering om inzage te verlenen gerechtvaardigd is. De arts dient de relevante gegevens te verstrekken aan deze onafhankelijke arts. Indien de onafhankelijke arts oordeelt dat het niet verstrekken van inzage niet gerechtvaardigd is, dan dient de arts de gegevens alsnog te verstrekken aan de aanvrager.

Oordeelt de onafhankelijke arts dat de gegevens niet verstrekt hoeven te worden, dan kan de aanvrager eventueel de rechter nog om een oordeel vragen. Het oordeel van de onafhankelijk arts is bindend als de weigering in zijn ogen onterecht is, maar niet bindend als de weigering in zijn ogen gerechtvaardigd is.

Meer informatie:

KNMG­handreiking Inzage in medische dossiers door nabestaanden (hoofdstuk 5 en paragraaf 6.2.3)