• No results found

Informatiepositie Inspectie SZW

Inspectie SZW heeft klein deel van slachtoffers arbeidsuitbuiting in beeld

6. Informatiepositie Inspectie SZW

6.1 Conclusie

Het transparant en meetbaar maken van de effecten van de aanpak van arbeids-uitbuiting en ernstige benadeling is belangrijk om inzicht te krijgen in welke mate de Inspectie SZW daders stopt en slachtoffers van arbeidsuitbuiting helpt. Ook is deze informatie belangrijk voor de wisselwerking tussen beleid, wetgeving en toezicht.

Bovendien is deze informatie nodig om te kunnen beoordelen of de Inspectie SZW de extra middelen uit het regeerakkoord doelmatig en doeltreffend inzet.

We concluderen dat de Inspectie SZW niet over de benodigde informatie beschikt om inzicht te krijgen in en te kunnen sturen op het beoogde maatschappelijk effect van de aanpak van arbeidsuitbuiting: daders stoppen en slachtoffers van (mogelijke) arbeidsuitbuiting uit hun benarde situatie halen, passende hulp aanbieden en door-verwijzen waar nodig. Deze informatie kan de Inspectie SZW dus ook niet gebruiken voor de eigen sturing, monitoring en uiteindelijk de verantwoording over de aanpak van arbeidsuitbuiting en ernstige benadeling. Ook de minister van SZW beschikt als beleidsverantwoordelijk bewindspersoon niet over deze informatie en kan zich om die reden hierover niet verantwoorden aan de Tweede Kamer.

Bovenstaande conclusies lichten we in het vervolg van dit hoofdstuk toe.

6.2 Inspectie SZW beschikt niet over benodigde informatie

Volgens de Inspectie SZW is bij de Inspectie SZW een beweging in gang gezet

‘streepjes naar effect’. Het te bereiken effect is volgens de Inspectie SZW leidend in plaats van het zetten van streepjes en vinkjes, bijvoorbeeld over het aantal uitgevoerde inspecties en welke types overtredingen zijn gevonden in welke percentages. De essentie van deze omslag – het inzetten op maatschappelijk effect – vinden wij positief. We zien echter dat de Inspectie SZW nog niet over de benodigde informatie beschikt om inzicht te krijgen in en te kunnen sturen op het beoogde maatschappelijk effect: het stoppen van daders en het helpen van slachtoffers van arbeidsuitbuiting en ernstige benadeling.

In ons onderzoek hebben we gezien dat de Inspectie SZW een systematiek heeft ontwikkeld om de resultaten van de aanpak van arbeidsuitbuiting en ernstige benadeling meetbaar en transparant te maken. Indicatoren die de Inspectie SZW bijvoorbeeld heeft benoemd, zijn het aantal criminele werkgevers dat de Inspectie SZW samen met ketenpartners onderzoekt en het aantal slachtoffers dat de Inspectie SZW uit een situatie van arbeidsuitbuiting en ernstige benadeling haalt. We stellen echter vast dat de Inspectie SZW niet of niet volledig over deze informatie beschikt, omdat de Inspectie deze informatie niet, of niet eenduidig, registreerde in de periode die ons onderzoek betrof. Dat betekent ook dat de Inspectie SZW deze informatie niet kan gebruiken voor de eigen sturing, monitoring en verantwoording. Daarnaast betekent dit ook dat de minister van SZW als verantwoordelijke minister niet over deze informatie beschikt en zich om die reden niet kan verantwoorden aan de Tweede Kamer.

6.3 Jaarverslag Inspectie SZW geeft beperkt beeld

De Inspectie SZW legt jaarlijks verantwoording af in het eigen jaarverslag. Daarin laat de Inspectie SZW voorbeelden zien hoe de Inspectie heeft gewerkt aan het bereiken van maatschappelijke effecten rond gezond, veilig en eerlijk werk. De goede voorbeelden geven de successen weer die de Inspectie behaalde, maar het jaarverslag geeft volgens ons een beperkt beeld van de mate waarin de Inspectie SZW het beoogde maatschappelijke effect bereikt: het helpen van slachtoffers van arbeidsuitbuiting en ernstige benadeling en het stoppen van daders. Een totaalbeeld ontbreekt.

In het jaarverslag over 2019 schrijft de Inspectie SZW bijvoorbeeld dat de Inspectie 6 keer uitbuitingssituaties heeft gestopt door gezamenlijke inspecties met partners, zoals de Belastingdienst en gemeenten. Ook benoemt de Inspectie SZW dat er meerdere intakegesprekken met potentiële slachtoffers van arbeidsuitbuiting hebben plaatsgevonden en dat er 43 aangiften zijn opgenomen. De Inspectie heeft 169 meldingen bestuursrechtelijk in behandeling genomen en er zijn 59 zaken gestart.

Deze informatie geeft volgens ons een beperkt beeld. Op basis van het jaarverslag is het voor de Tweede Kamer bijvoorbeeld niet inzichtelijk hoeveel slachtoffers van arbeidsuitbuiting en ernstige benadeling de Inspectie SZW in totaal heeft geholpen, al dan niet in samenwerking met ketenpartners. Ook is bijvoorbeeld niet inzichtelijk hoeveel daders de Inspectie SZW straft, bijvoorbeeld door het opleggen van sancties aan werkgevers die werknemers ernstig benadelen. Deze informatie kan de Tweede Kamer dan ook niet gebruiken bij het uitvoeren van haar controlerende taak, maar ook niet als medewetgever. De informatie in het jaarverslag stelt de Tweede Kamer niet in staat om te beoordelen of het huidige beleid en de huidige wet- en regelgeving de Inspectie SZW, en ketenpartners, in staat stelt om arbeidsuitbuiting en ernstige benadeling effectief te bestrijden en slachtoffers te helpen.

6.4 Wisselwerking tussen beleid, wetgeving en toezicht nodig

Dat de Inspectie SZW de resultaten van de aanpak van arbeidsuitbuiting en ernstige benadeling meet en transparant maakt, is belangrijk, omdat dat laat zien of en in welke mate interventies succesvol zijn. Deze informatie is van belang om van te leren: wat werkt wel en wat werkt niet in de aanpak van arbeidsuitbuiting en ernstige benadeling? Daarnaast kan de Inspectie SZW deze informatie ook gebruiken om de minister van SZW te informeren over de mate waarin de Inspectie in staat is om slachtoffers van arbeidsuitbuiting en ernstige benadeling te helpen en daders te straffen. Bijvoorbeeld hoeveel slachtoffers de Inspectie in het kader van de huidige wet- en regelgeving kan helpen en hoeveel niet. Deze informatie kan de minister van SZW gebruiken voor het maken en aanpassen van beleid en wetgeving. Zoals in de Aanwijzingen inzake de rijksinspecties is vastgelegd in aanwijzing 8, is dit samenspel tussen beleid en toezicht belangrijk. Het kabinet verwacht van beleidsonderdelen en rijksinspecties dat zij elkaar over en weer in een vroeg stadium informeren (AZ, 2015).

In ons onderzoek constateren we dat de Inspectie SZW knelpunten agendeert, maar dat de minister van SZW daar weinig op reageert vanuit zijn verantwoordelijkheid voor het stelsel van wet- en regelgeving voor de arbeidsmarkt. Het risico is dat de knelpunten de Tweede Kamer onvoldoende bereiken, zowel voor het uitoefenen van haar controlerende taak als voor haar taak van medewetgever. In de Staat van eerlijk werk 2019 pleit de Inspectie SZW bijvoorbeeld voor goed handhaafbare regels voor arbeid en de arbeidsmarkt (Inspectie SZW, 2019a). In de aanbieding van de Staat van eerlijk werk 2019 aan de Tweede Kamer reageert de minister alleen op de oproep van de Inspectie SZW aan alle partijen die bij de arbeidsmarkt zijn betrokken, om gezamen-lijk te bezien hoe eergezamen-lijke arbeidsvoorwaarden op een gezonde en veilige werkplek beter geborgd kunnen worden (SZW, 2019).

In het programma Samen tegen mensenhandel heeft de minister van SZW zich gebonden aan de ambitie om te voorkomen dat mensen slachtoffer worden van arbeidsuitbuiting, om mogelijke slachtoffers snel en adequaat te signaleren en te ondersteunen en om daders zoveel mogelijk te frustreren (JenV, 2020a). In de aan-bieding van het jaarverslag 2019 van de Inspectie SZW aan de Tweede Kamer is de reactie van de minister van SZW over arbeidsuitbuiting als volgt: “De Inspectie verwacht dat de aandacht voor eerlijk werk groot blijft en heeft zelf daarover in 2019 een signalerende rapportage uitgebracht met de Staat van eerlijk werk. Op termijn zal het offensief tegen oneerlijk werk en arbeidsuitbuiting op de Nederlandse arbeids-markt substantieel geïntensiveerd gaan worden conform de toedeling van de extra ICF-middelen” (SZW, 2020c). Ook hier constateren we – gelet op de ambitie van het programma Samen tegen mensenhandel – dat de minister van SZW weinig reageert op belangrijke ontwikkelingen en knelpunten in de aanpak van arbeidsuitbuiting en ernstige benadeling en de resultaten van de aanpak.

6.5 Zicht op effectieve besteding extra middelen regeerakkoord

Op grond van het Inspectie Control Framework (ICF) hebben de coalitiepartners in het regeerakkoord Vertrouwen in de toekomst vastgelegd dat er vanaf 2018 jaarlijks, geleidelijk oplopend naar 2022, € 50 miljoen extra wordt vrijgemaakt voor de verster-king van de handhavingscapaciteit van de Inspectie SZW. De extra middelen zijn bedoeld voor het bevorderen van een eerlijke arbeidsmarkt, het bevorderen van gezond en veilig werken, en het aanpakken van schijnzelfstandigheid (Inspectie SZW, 2020).

De uitbreiding van de inspectiecapaciteit loopt tot 2023. 1 van de 4 doelstellingen van het ICF is om de inspectiedekking op oneerlijk werk te verdubbelen. Daaronder valt onder andere de aanpak van arbeidsuitbuiting en ernstige benadeling. Van de intensi-vering van € 50 miljoen zet de Inspectie SZW € 30 miljoen in voor het bevorderen van eerlijk werk (SZW, 2018). Dat betekent dat na de uitbreiding, de Inspectie SZW onge-veer 60% van haar budget besteedt aan het domein “Eerlijk werk”.

Op basis van het jaarverslag van het Ministerie van SZW en de Inspectie SZW is het voor het parlement inzichtelijk hoeveel capaciteit de Inspectie SZW inzet per domein en in welke mate de afgesproken ICF-doelstellingen zijn bereikt. Deze doelstellingen zijn gericht op de werkdomeinen van de Inspectie SZW zoals het totale domein

“Eerlijk werk”; niet op specifieke programma’s binnen de werkdomeinen zoals het programma Arbeidsuitbuiting. Het zwaartepunt van het beschikbaar komen van de extra middelen voor het domein “Eerlijk werk”, en daarmee ook voor de aanpak van arbeidsuitbuiting en ernstige benadeling, ligt in 2021 en 2022. Informatie over de resultaten, die nu nog ontbreekt zoals we hebben toegelicht in paragraaf 6.2, is nodig om te kunnen beoordelen of de Inspectie SZW de extra middelen voor het intensive-ren van de aanpak van arbeidsuitbuiting en ernstige benadeling doelmatig en doel-treffend inzet.

6.6 Aanbeveling

We bevelen de minister van SZW aan om de informatie over de aanpak van arbeids-uitbuiting en ernstige benadeling te verbeteren, zodat de minister van SZW inzicht krijgt in de effectiviteit van de aanpak. Uit deze informatie moet duidelijk worden hoe vaak de Inspectie SZW in staat is daders te stoppen, slachtoffers uit hun benarde situatie te halen, passende hulp aan te bieden en waar nodig door te verwijzen naar ketenpartners. Ook kan de minister op basis van deze informatie bepalen of en zo ja, welke aanpassingen nodig zijn om de effectiviteit van de aanpak van arbeidsuitbuiting en ernstige benadeling te vergroten. Deze informatie zou ook naar de Tweede Kamer moeten, bijvoorbeeld in het jaarverslag van de Inspectie SZW.

7.