• No results found

13 Behoud individuele rechtspositie en indeling

1 De werknemer behoudt aanspraak op het bruto salaris en de salarisuitloop van de oorspronkelijke schaal van de CAO W&MD, zoals van toepassing op peildatum 1 mei 2010. Dit is een gefixeerd bedrag van 2494 euro*, inclusief de

compensatietoeslag (zie lid 3). Voor de medewerker die op 1 mei 2010 is

ingedeeld in uitloopperiodiek U1 of U2 of in garantieperiodiek A tot en met E geldt het daarbij corresponderende bedrag.

2 De werknemer wordt ingedeeld op het salarisniveau behorend bij de naast hogere trede van de salarisschaal bij de functie van pedagogisch medewerker, tenzij lid 4 van toepassing is.

3 De werknemer ontvangt een compensatiestijging van 3% berekend over het oorspronkelijke salaris (CAO W&MD) in verband met de overgang naar de CAO Kinderopvang. Na indeling van de werknemer in de naast hogere trede in de nieuwe schaal wordt voor de werknemer het percentage tussen de oorspronkelijke schaal en de nieuwe salaris als percentage berekend. Dat percentage wordt

vervolgens afgetrokken van de compensatiestijging van 3%. Wat dan als percentage resteert, wordt vastgesteld als compensatietoeslag. Deze toeslag bouwt af met het bedrag waarmee het salaris stijgt als gevolg van cao-loonstijgingen in de CAO Kinderopvang.

4 De werknemer die op het moment van overgang naar de CAO Kinderopvang boven het maximum van de schaal van pedagogisch medewerker zit, wordt ingedeeld in de maximum van de schaal van pedagogisch medewerker. Het verschil tussen het oorspronkelijke en het nieuwe salaris wordt berekend en toegekend als een persoonlijke toeslag. Deze persoonlijke toeslag bouwt af met het bedrag waarmee het salaris stijgt als gevolg van cao-loonstijgingen in de CAO Kinderopvang. Deze werknemer ontvangt geen compensatiestijging.

132 14 Overgang naar CAO Kinderopvang

1 De werknemers die nog onvoldoende gekwalificeerd is zijn om de functie van pedagogische medewerker uit te oefenen, op grond van de CAO Kinderopvang volgt op kosten van de werkgever een kwalificatie-traject (bijvoorbeeld EVC). Dit traject is bijscholing als bedoeld in artikel 9.2 van de CAO Kinderopvang.

Uitgezonderd zijn de werknemers voor wie in de CAO W&MD een vrijstelling van toepassing was. Voor hen kan een gelijkstelling op grond van de CAO

Kinderopvang worden aangevraagd.

2 Werknemers die voor 23 juni 2011 afspraken hebben gemaakt over opname van ouderschapsverlof, kortdurend zorgverlof of langdurend zorgverlof behouden dit recht onder de afgesproken voorwaarden. Bij nieuwe aanvragen wordt de CAO Kinderopvang gehanteerd.

3 De overgangsregeling seniorenverlof op grond van Bijlage 6 van de CAO W&MD blijft van toepassing voor de werknemers die overgaan naar de CAO Kinderopvang met inachtneming van het volgende:

 de werknemer die onder de CAO W&MD heeft gekozen voor de inzet van de stijging van de eindejaarsuitkering voor extra uren seniorenverlof als aanvulling op het aantal basisuren seniorenverlof , behoudt dit aantal uren plus het aantal extra uren seniorenverlof. Deze werknemer heeft geen recht op compensatiestijging zoals bedoeld in artikel 13 lid 3;

 de werknemer die onder de CAO W&MD niet heeft gekozen voor de inzet van de stijging van de eindejaarsuitkering voor extra uren seniorenverlof, behoudt het aantal basisuren seniorenverlof. Deze werknemer heeft recht op

compensatiestijging.

Aldus overeengekomen en ondertekend op 23 juni 2011 te Utrecht,

Bijlage Bezwarencommissie

1 De bezwarencommissie bestaat uit drie personen.

2 De samenstelling van de bezwarencommissie geschiedt als volgt:

- een lid wordt benoemd door de werkgever;

- een lid wordt benoemd door de bij de CAO W&MD betrokken vakorganisaties;

- de voorzitter wordt benoemd door beide eerder benoemde leden gezamenlijk.

Voor de leden van de bezwarencommissie geldt dat zij geen werknemer of bestuurslid van de organisatie zijn.

Het secretariaat van de commissie wordt gevoerd door de werkgever.

3 De werknemer kan zich wenden tot de bezwarencommissie met

bezwaren inzake de individuele toepassing van dit sociaal plan op de bezwaarde.

4

a De mondelinge behandeling van het bezwaar vindt plaats binnen 6 weken na indiening van het bezwaarschrift.

b Tijdens de behandeling worden de bezwaarde en de werkgever in elkaars

tegenwoordigheid gehoord, waarbij zij zich door een raadsman kunnen doen bijstaan.

c De mondelinge behandeling geschiedt niet in het openbaar, tenzij de

bezwarencommissie anders besluit, gehoord hebbend de bezwaarde en de werkgever.

d De beraadslagingen van de bezwarencommissie geschieden in een voltallige vergadering, welke niet openbaar is.

5 Werkgever en bezwaarde zijn verplicht alle gevraagde medewerking aan de bezwarencommissie te verlenen.

133 6

a De bezwarencommissie doet een uitspraak over het al dan niet gegrond zijn van het door de werknemer ingediende bezwaar.

b De uitspraak wordt zo spoedig mogelijk - doch uiterlijk binnen 4 weken na de beraadslagingen - met redenen omkleed - bij aangetekend schrijven aan de bezwaarde en de werkgever medegedeeld.

7 De werkgever is verplicht, indien het bezwaar gegrond is verklaard, met inachtneming van die uitspraak een nieuw besluit te treffen.

8 De werknemer die zich tot de bezwarencommissie heeft gewend, wordt in zijn bezwaar niet ontvankelijk verklaard, indien het bezwaar vóór de aanmelding bij de bezwarencommissie bij de rechter aanhangig is gemaakt.

9 Indien tijdens de behandeling van het bezwaar door de werkgever en/of de werknemer het bezwaar aanhangig wordt gemaakt bij de rechter, ziet de bezwarencommissie af van verdere behandeling.

10 De leden van de commissie zijn tot geheimhouding verplicht.

11 Voor het bijwonen van een vergadering van de commissie ontvangen de leden een presentiegeld van elk € 100,- per vergadering.

134

BIJLAGE 15 REGLEMENT GELIJKSTELLINGSCOMMISSIE

Ex. artikel 4.2 lid 3 sub e

1 Samenstelling gelijkstellingcommissie

a De Gelijkstellingscommissie bestaat uit 2 leden.

b De samenstelling is als volgt:

a één lid benoemd door de werkgeversorganisaties b één lid benoemd door de werknemersorganisaties

c De Gelijkstellingscommissie is door het OAW gemandateerd en doet uitspraak namens het OAW.

d Het secretariaat van de Gelijkstellingscommissie wordt gevoerd door het secretariaat van het OAW, Koningin Wilhelminalaan 3, 3527 LA Utrecht.

2 Indienen gelijkstellingsverzoek

a Een verzoek tot individuele gelijkstelling op grond van de opleidingsachtergrond voor de functie van Peuterspeelzaalleid(st)er, verder te noemen: ‘gelijkstellingsverzoek’

wordt door de werkgever schriftelijk bij de Gelijkstellingscommissie ingediend.

b Een gelijkstellingsverzoekverzoek wordt in behandeling genomen indien de werkgever de onderstaande documenten heeft ingediend:

1 een met redenen omkleed en door de werkgever ondertekend verzoekschrift;

2 een bewijs van het voornemen tot indiensttreding van de kandidaat-werknemer;

3 een afschrift van één of meer van de volgende documenten van de kandidaat-werknemer: betreffende diploma’s, bewijsstukken van gevolgde opleidingen of in het functieboek bij de functiebeschrijving Peuterspeelzaalleidster genoemde documenten, zoals onder 1 tot en met 3;

4 een eventueel eerder verleende gelijkstelling met betrekking tot de kandidaat-werknemer.

c Deze bepalingen zijn ook van toepassing indien het een werknemer betreft. Hierbij dient onder lid b sub 2 ‘voornemen tot indiensttreding’ gelezen te worden als

‘arbeidsovereenkomst’.

3 Uitspraak

a De Gelijkstellingscommissie doet een schriftelijk unanieme uitspraak.

b De uitspraak is ‘individuele gelijkstelling’ of ‘afwijzing verzoek tot gelijkstelling’. Deze wordt per brief toegezonden aan de werkgever met een afschrift voor de werknemer.

c De uitspraak ‘individuele gelijkstelling’ geldt gedurende het dienstverband bij de werkgever die het verzoek heeft ingediend.