• No results found

Indirecte verdiensten aan export naar het VK

In de hoofdtekst van dit hoofdstuk is gesproken over de verdiensten van de Neder- landse export naar het Verenigd Koninkrijk voor de Nederlandse economie. Deze benadering heeft als uitgangspunt de directe export, ongeacht of de geëxporteerde goederen en diensten ook daadwerkelijk in het Verenigd Koninkrijk worden

geconsumeerd. Een deel van de Nederlandse export zal echter als intermediaire input verbruikt worden in het VK en zo onderdeel worden van de Britse export. Tegelijkertijd verdienen Nederlandse bedrijven indirect aan het Verenigd Konink rijk als Nederlandse export naar andere landen daar wordt verwerkt in producten die uiteindelijk naar het Verenigd Koninkrijk worden geëxporteerd en daar worden geconsumeerd. Er zijn aanvullende data nodig om deze indirecte afhankelijk heden in kaart te brengen, waarbij de vraag dus is wat Nederland verdient aan de finale consumptie in het Verenigd Koninkrijk (in plaats van wat Nederland verdient aan de direct export naar het VK). We moeten immers ook weten hoe groot de export van andere landen naar het VK is en hoeveel import uit Nederland nodig was om dat mogelijk te maken. Daartoe maken we gebruik van een multiregionale input- outputtabel (MRIO). Voor deze analyse hebben we als startpunt de veelgebruikte World-Input-Output-Database (WIOD; Timmer, 2012) genomen, waarin deze directe en indirecte afhankelijkheden tussen landen en bedrijfstakken in kaart zijn

gebracht.

Bij het samenstellen van een MRIO is het onvermijdelijk dat de aansluiting met de Nationale Rekeningen van individuele landen wordt losgelaten, omdat de gegevens van alle landen onderling op elkaar aangesloten moeten worden. Om analyses te kunnen doen op MRIO-tabellen die wel consistent zijn met de Neder- landse Nationale Rekeningen heeft CBS een methode ontwikkeld waarbij de Neder landse gegevens worden ‘vastgezet’ waarna de gegevens van de andere (40) landen daarop worden aangepast.1) In Edens et. al (2015) wordt dit proces

uitgelegd en toegepast op het berekenen van carbon footprints. Op het moment van schrijven hadden de meest actuele en consistent gemaakte MRIO-tabellen

betrekking op het jaar 2009, de berekeningen die hierop gedaan zijn verschillen qua methode niet wezenlijk van de berekeningen zoals in de hoofdtekst uiteengezet.

De resultaten van de analyse van de consistent gemaakte MRIO-tabellen zijn grafisch getoond in de infographic. De dikke oranje pijl van Nederland naar het VK laat zien wat Nederland verdient aan de direct export van goederen en diensten naar het VK. Voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld kaas, bloemen of machines die Nederland naar het VK exporteert. Nederland verdient ook aan export die via één of meerdere tussenstops naar het VK gaat. In de infographic wordt dit weer- gegeven met de dunne oranje pijl die vanuit Nederland met een omweg naar het VK loopt. Een voorbeeld hiervan is Nederlands aardgas dat naar Duitsland wordt geëxporteerd, gebruikt wordt in de productie van Duitse auto’s die naar het VK worden geëxporteerd. Een ander voorbeeld is veevoeder. Stel dat Nederlandse bedrijven veevoeder uit Brazilië importeren, hier verwerken, en naar Duitsland exporteren. In Duitsland krijgt het vee dit voeder te eten, waarna bijvoorbeeld het vlees van deze dieren naar het VK wordt geëxporteerd. In dat geval maakt

Nederland (en Brazilië evenzeer!) deel uit van de waardeketen en verdient Nederland indirect ook aan de Duitse export van vlees naar het VK.

In 2009 verdiende Nederland ongeveer 3,3 miljard euro aan deze indirecte export naar het VK. In dat jaar kwam dat neer op 15 procent van de totale export-

verdiensten van Nederland aan het VK van 22 miljard euro.2) Wat ver volgens met de

directe en indirecte export van Nederland naar het VK gebeurt, wordt geïllustreerd door de blauwe pijlen. De goederen en diensten die in het VK terecht komen worden grotendeels (17,9 miljard) zelf geconsumeerd door de Britten. Dit is weergegeven met het ‘winkelwagentje’. Een klein deel wordt verbruikt in de productie voor de eigen export of geheel naar andere landen geëxporteerd (4,1 miljard). Dat laat de dunne blauwe pijl zien. Een heel klein deel van deze Britse export (76 miljoen euro), waar een Nederlandse bijdrage in is verwerkt, wordt opnieuw ingevoerd in het VK en uiteindelijk daar geconsumeerd. Dit is weer gegeven met de groene pijl uiterst rechts in de infographic.

Grafiek T2 laat zien welke bedrijfstakken relatief het meest aan de indirecte export naar het VK verdienen. Ook wat betreft de indirecte export naar het VK zijn het bedrijven in de groothandel en handelsbemiddeling die er het meeste garen bij spinnen. Van de opbrengst aan de indirecte export naar het VK werd 14 procent verdiend door de Nederlandse groothandel en handelsbemiddeling. Een aantal industrieën zoals de chemische, metaal- en voedingsmiddelenindustrie staat ook hoog op het ranglijstje. Dit zijn bedrijfstakken die naast eindproducten ook intermediaire producten fabriceren die als input dienen voor andere

productieprocessen. Ook het bankwezen en uitzendbureaus zien we relatief veel verdienen aan de indirecte export naar het VK.

Hoe verdient Nederland aan de export van de goederen en diensten naar het Verenigd Koninkrijk? Directe export Indirecte export

€18,7 mld

€3,3 mld

€17,9 mld

€4,1 mld

€0,08 mld

Consumptie Export van VK

Grafiek T2 Aandeel bedrijfstakken in de indirecte exportverdiensten aan het VK, 2009 14% 10% 8% 4% 4% 4% 3% 3% 3% 3% 3% 2% 39% Groothandel en handelsbemiddeling Winning van aardolie en aardgas Chemische industrie Landbouw Bankwezen Voedingsmiddelenindustrie Uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling Energiebedrijven

Vervoer over land

Opslag, dienstverlening voor vervoer IT-dienstverlening

Metaalproductenindustrie Overige sectoren

1) We noemen deze methode SNAC’en, waarbij SNAC staat voor Single-country National Accounts Consistent. 2) Vanwege databeperkingen is het op dit moment niet mogelijk om te berekenen hoe dit aandeel zich

ontwikkeld heeft over de tijd.

4.5 Werkgelegenheid in Nederland