Naast de besparingen op kosten voor personeel en materieel, waar het model in eerste instantie
voor bedoeld is, bestaat de mogelijkheid dat de invoering ook op andere vlakken besparingen op
levert. Deze besparingen worden als indirecte besparingen gezien omdat het niet de eerste
intentie van het model is om deze te bewerkstelligen.
Het uitsparen van een vuilniswagen voor één of meerdere dagdelen kan betekenen dat de wagen
langer stilstaat of voor andere activiteiten kan worden ingezet. Beide opties kunnen een extra
besparing betekenen. Als de vuilniswagen stilstaat, betekent dit dat de technische dienst meer
tijd/ mogelijkheden heeft om klein- of grootonderhoud aan de wagen te verrichten. Het extra
onderhoud verlengt in de regel de levensduur van het materiaal. Om deze mogelijkheid optimaal
te benutten zouden de wagens zo moeten rouleren dat deze om de beurt een dag/ dagdeel ‘vrij’
gepland worden. De kosten van onderhoud zijn jaarlijks 16% van de totale aanschafprijs van de
vuilniswagen (gemiddeld €173.000), dus het terugdringen van deze kosten zal Twente Milieu een
forse besparing kunnen opleveren.(kan je hiervan een schatting maken?) Als ervoor gekozen
wordt om het voertuig elders in te zetten scheelt dit per direct in de kosten van aanschaf van een
nieuwe vuilniswagen of het huren van een vuilniswagen bij Cleanmat.
Naast het legen van blokcontainers wordt een openkraakperswagen ook gebruikt voor het
inzamelen van papierroutes. Hoewel deze routes in deze opdracht niet worden meegenomen,
betekent dit wel een extra optie voor het efficiënter gebruik van deze vrachtwagens. Normaal
gesproken worden papierroutes enkel ‘s avonds of op zaterdagochtend gehaald, echter door het
vrijkomen van een extra wagen tijdens de reguliere werktijden kunnen wellicht papierroutes
overdag gereden worden wat in de kosten spaart (avondwerk wordt gerekend tot overwerk) en
bovendien makkelijker werkt(met name in de wintermaanden). Twente Milieu kan er ook voor
kiezen om overdag extra papierroutes te gaan rijden om extra inkomsten te genereren.
Ten slotte is een kanttekening die geplaatst dient te worden bij de praktische uitwerking van het
blokcontainermodel dat naast besparingen ook meer planningtechnische werk door de planner
dient te worden uitgevoerd.
De zojuist besproken besparingsmogelijkheden voor de blokcontainers waren voor Twente
Milieu aanleiding om te komen met het verzoek om ook de besparingmogelijkheden bij
minicontainers te bekijken. Helaas was het ontwikkelde model niet geschikt voor dit specifieke
probleem. Echter door de ontwikkeling van een vrij eenvoudig nieuw model bleken er wel
besparingen mogelijk. Omdat de minicontainers buiten de afbakening vallen van de
probleemstelling binnen dit onderzoek worden de besparingsmogelijkheden voor de
minicontainers behandeld in bijlage 11.
Samenvatting en vooruitblik
Het besparingsoverzicht heeft aangetoond dat het gebruik van het model voor de huidige situatie
van de blokcontainerlediging in Hengelo interessante besparingen op kan leveren. Hiervoor dient
de vestigingsmanager wel de mogelijkheid te hebben om de bespaarde uren van vast personeel
elders in het bedrijf zinvol in te zetten. Naast deze directe besparingen is er een reële kans dat het
gebruik van het model in de toekomst ook zal leiden tot indirecte besparingen zoals een daling
van de jaarlijkse onderhoudskosten van de voertuigen.
In de laatste twee hoofdstukken van dit rapport worden respectievelijk de conclusies en
aanbevelingen omtrent het onderzoek gepresenteerd. Hierin zullen beide besparingsmodellen
(omtrent de blokcontainer- en minicontainerlediging) in beschouwing worden genomen omdat de
conclusies en aanbevelingen voor beide modellen in zekere mate overlap vertonen.
H8 Conclusies
De modellen die tijdens dit onderzoek bij Twente Milieu zijn ontwikkeld, werken zowel in
theoretisch als in praktisch opzicht. Het gebruik van de modellen levert nieuwe ritplanningen op
voor de blokcontainer- en minicontainerlediging. Met deze nieuwe ritplanningen kan in
vergelijking met de huidige situatie een jaarlijkse besparing van ruim € 40.000 euro gerealiseerd
worden.
Het percentage aan personeelsuren dat door de invoering van beide modellen kan worden
uitgespaard is ruim 50% van het totale aantal personeelsuren dat Twente Milieu Hengelo op
jaarbasis wil besparen in de uitvoering.
Door veranderingen in de ritindeling van Twente Milieu zijn dus forse besparingen mogelijk.
Maar om de uigespaarde uren daadwerkelijk om te zetten in besparingen dient de
vestigingsmanager mogelijkheden te creëren om het vaste personeel elders binnen het bedrijf
effectief in te zetten.
Daarnaast dient door Twente Milieu wel rekening gehouden te worden met het belang van een
mentaliteitsverandering onder het uitvoerende personeel. Er zullen per dag meer containers
worden geleegd dan voorheen het geval was, wat betekent dat het personeel langer door zal
moeten werken dan ze tot nu toe gewend was. Dit vormt een onderdeel van een goede
voorbereiding op de aanstaande veranderingen en zal uiteindelijk leiden tot een betere benutting
van de mogelijkheden tot besparingen.
Naast de directe besparingen door de invoering van de oplossingen zijn er andere raakvlakken
met de praktische uitvoering die wellicht profiteren van de veranderingen die worden
doorgevoerd. Hoewel de besparingen die hier worden behaald lastig in te schatten zijn, vormt
bijvoorbeeld ‘onderhoud’ een interessante post waar een reële kans bestaat dat de invloed van de
veranderingen merkbaar zal zijn.
De kracht van het ontwikkelde blokcontainermodel ligt voor een deel in de gebruikte heuristiek,
die zo goed mogelijk is afgestemd op de activiteiten bij Twente Milieu, maar schuilt ook voor
een deel in de overzichtelijkheid die de planner wordt verschaft in de situatie van de
blokcontainers. De nieuwe inzichten blijken de planner naast de theoretische besparing te kunnen
doen besluiten om in praktisch opzicht veranderingen door te voeren om de theoretische
besparingen verder aan te vullen.
Ter illustratie; inefficiënties in de huidige indeling die door het model aan het licht komen maar
die door het model zelf (theoretisch) niet verbetert kunnen worden, zouden door een praktische
aanpassing van de planner alsnog in extra besparingen kunnen worden omgezet.
Momenteel worden niet van alle ritten gegevens bijgehouden en is er nauwelijks sprake van een
analyse van beschikbare data. De door de modellen gegenereerde oplossingen leveren
theoretische besparingen op, die uitgaan van de ingevoerde gegevens. Dit houdt in dat de
kwaliteit van de oplossingen afhangt van de kwaliteit van de invoerdata. Meer accurate en
nauwkeurige invoerdata betekent een betere aansluiting van de oplossingen op de werkelijkheid.
In het laatste hoofdstuk zullen aanbevelingen worden gedaan omtrent de implementatie van de
modellen en een aantal zaken in de dagelijkse werkwijze van Twente Milieu. Bovendien zullen
mogelijkheden gepresenteerd worden voor verder onderzoek met het oog op aanvullende
besparingen.
H9 Aanbevelingen en verder onderzoek
Er zal nu eerst gekeken worden naar de implementatie van de nieuwe ritindelingen die volgen uit
het gebruik van de ontworpen modellen. Vervolgens zullen in §9.2 zaken worden besproken die
gezien de huidige situatie in mijn ogen een aanbeveling behoeven. Ten slotte worden in §9.3
mogelijkheden aangedragen voor verder onderzoek met het oog op extra besparingen.
In document
Vuil op weg : modelmatige besparingen in ritindelingen van Twente Milieu
(pagina 54-58)