Deze index is opgesteld volgens de richtlijnen van de Koninklijke Commissie voor Geschiedenis en betreft alle namen die genoemd worden in de inleiding, de bijlagen en de voetnoten. De verwijzingen zijn naar de nummers van de betref- fende personen en plaatsen zoals vermeld in de bijlagen. Indien het nummer vet gedrukt staat, dan wordt deze persoon of plaats specifiek genoemd in de convo- catielijsten. Indien het nummer in romein (niet vet) gedrukt staat, dan wordt deze persoon of plaats in de voetnoot vermeld die behoort bij het genoemde nummer in de lijst. In alle andere gevallen zijn de paginanummers opgenomen voorafgegaan door de letter p.
Alle persoons- en plaatsnamen zijn zoveel mogelijk genormaliseerd naar hedendaags Nederlands. De namen zoals aangetroffen in de bronnen zijn (in
cursief) in de verschillende verschijningsvormen opgenomen met een kruisver-
wijzing naar de genormaliseerde namen (in klein kapitaal). De afkortingen
dns. en d. in bijlage 1 zijn in de index opgelost als dominus, in tegenstelling tot
de editie waar deze afkortingen niet opgelost zijn om het onderscheid tussen baanrotsen en ridders duidelijk te maken.
De plaatsnamen zijn geplaatst voor de persoonsnamen en worden geïdenti- ficeerd naar twee niveau’s in de administratieve rangschikking: voor Belgische plaatsnamen zijn dat provincies en arrondissementen, voor Nederland provin- cies en gemeenten. De personen zijn gerangschikt op de familienaam, met uitzondering van de personen van wie alleen de voornaam bekend is en van geestelijke en wereldlijke vorsten. Homoniemen zijn zoveel mogelijk van elkaar onderscheiden door enerzijds de originele verwijzing in de convocatielijsten of andere bronnen over te nemen, en anderzijds een extra identificatie aan te brengen als ‘zoon van’, ‘vader van’. De militaire en feodale titels van personen worden alleen vermeld als ze direct genoemd worden in de convocatielijsten of in de begeleidende noten.
Aa, bij Anderlecht, B., Brus- sels Hoofdstedelijk Gewest, arr. Brussel- Hoofdstad, gem. Ander- lecht, – goed, 194, 685; – heer, zie Aa (Jan I van), Grimbergen (Cos- tijn van), Grimbergen (Jan II van) Aa (Costijn van), zie Grimbergen
(Costijn van)
Aa (Jan I van), ridder, heer van Aa, 194
Aa (Jan II van), zie Grimbergen (Jan II van)
Aa (Beatrix van der), 128
Aa (Floris van der), zie Aa heer Wil- lemszoon (Floris van der)
Aa (Gerrit van der), 264
Aa (Gerrit van der), Gerardus van der
Aa, knaap, 264
Aa (Gosewijn van der), dominus Go-
suinis van der Aa, ridder, 248
Aa (Jan van der), heer van Grimber- gen en Gruuthuse, 44
Aa (Johanna van der), 44
Aa (Willem van der), dominus Wil-
lelmus van der Aa, ridder, heer van
Heeswijk en de helft van Dinther,
247, 265
Aa heer Willemszoon (Floris van der), Florentius van der Aa filius
Willelmi militis, heeren Willems zoen van der Aa, ridders, knaap,
p. 56, 265
Aalst, Nl., prov. Noord- Brabant, gem. Waalre, – heer, zie Gavere (Jan III van)
Aarle, Aerle, Nl., prov. Noord- Brabant, gem. Laarbeek, voorm. heerlijkheid, onderdeel van heer- lijkheid Beek en Donk, 245; – goed, 290, 330; – heer, zie Rover (Dirk de)
Aarle (Willem van), Willelmus van
Aerle, knaap, 318
Aarlebeke, Aerlebeke, Haerle-
beke, bij Sint- Oedenrode, Nl.,
prov. Noord- Brabant, gem. Sint- Oedenrode, – goed, 310
Aarle- Rixtel, Nl., prov. Noord- Brabant, gem. Laarbeek, 290 Aarschot, B., Aerschot, Arschot,
Arsscot, prov. Vlaams- Brabant,
arr. Leuven, gem. Aarschot, p. 22, p. 30, p. 51, p. 53, p. 61, 5, 704; – baronie, 704; – heer, p. 23-24, p. 61, 120, 364, 661, 675, zie Croÿ (Antoon van), Croÿ (Filips van), Croÿ (Willem), Harcourt (Filips van), Harcourt (Jan van), Har- court (Lodewijk van), Harcourt (Willem van); – heerlijkheid, p. 53; – hertogdom, p. 22; – mark- graafschap, 704; – stad, 39, 576,
719; – vrouwe, zie Lotharingen
(Margaretha van) Aarschot (Daniël van), 121
Aarschot (Filips van), messire Phi-
lippe d’Arschot, zie Schoonhoven
(Filips van)
Aarschot (Hendrik I van), heer van Schoonhoven, le seigneur de Seren-
hove, 671
Aarschot (Hendrik II van), damoi-
seau Henry d’Arschot, zie Schoon-
hoven (Hendrik II van)
Aarschot (Jan van), Jehan d’Arschot,
seigneur de Schoenhoven, zie
Schoonhoven (Jan X van)
Abcoude (Jacob van), de joncker van
Gaesbeke, dominus de Gaesbecke,
jonker, baanrots, heer van Gaas- beek, Putten, Strijen, Eindhoven, Cranendonck, Wijk en Duurstede, p. 24-25, p. 50, p. 58, 43, 459, 580, 657
Abcoude (Johanna van), dochter van Willem, 43
Abcoude (Johanna van), dochter van Zweder, 459
Abcoude (Willem van), heer van Ab- coude, Wijk en Duurstede, 43
Abcoude (Zweder van), heer van Gaasbeek, p. 24-25, p. 50, p. 58, 43, 91
Absolon, zie Absoloens
Absoloens (Elisabeth), abdis van Flo- rival, 860
Absoloens (Hendrik III), Henricus
Absolon, knaap, 18
Absoloens (Wouter), 18 Adolf, hertog van Kleef, 729 Adorp (Anton van), 185
Adorp (Anton van), Thomas van
Adorp, Thonijs van Adorp Anthonijs soen, Thonis van Adorp, knaap, 185 Aerle, zie Aarle
Aerlebeke, zie Aarlebeke Aerschot, zie Aarschot Afflegem, zie Affligem
Affligem, Afflegem, Haffligem, B., prov. Vlaams- Brabant, arr. Halle- Vilvoorde, gem. Affligem, benedic- tijnerabdij, p. 44, 741; – abt, p. 47, zie Herdincx (Gosewijn), Serja- cobs alias van den Alphen (Jan V t’), Sint- Goericx (Hendrik III van)
Agimont (Jean d’), heer van Walhain, 459
Aincourt, zie Incourt Aisay, zie Aiseau
Aiseau, Asa, Aisay, B., prov. He- negouwen, arr. Charleroi, gem. Aiseau- Presles, – goed, 483; – land, 483; – heer, zie Brant (Jan) Aken, D., l. Nordrijn- Westfalen, kr.
Stedenregio Aken, 113
Albrecht van Beieren, graaf van Holland, Zeeland en Henegouwen, 443
Alden Biesen, landcommanderij van de Duitse Orde, – landcom- mandeur, p. 44, zie Cortenbach (Iwein)
Aleir, bij Raatshoven, B., prov. Luik,
arr. Borgworm, – huis, ook wel Jupple genoemd, 556
Alsemberg, Alsenberge, B., prov. Vlaams- Brabant, arr. Halle- Vilvoorde, gem. Beersel, – heer, zie Wittem (Filips van), Wittem (Hendrik III van)
Alsenberge, zie Alsemberg
Altena, Nl., prov. Noord- Brabant, gem. Woudrichem, – heer, zie Horn (Jacob I van), Horn (Jacob II van)
Alverne, bij Grimde, – goed, 126 Amersoyen (Hendrik van), 273, p. 172 Anderlecht, B., Brussels Hoofd-
stedelijk Gewest, arr. Brussel- Hoofdstad, gem. Anderlecht, 194, 685
Andtwerpen, zie Antwerpen
Antoon van Bourgondië, hertog van Brabant, p. 6, p. 11, p. 18, p. 20, p. 22, p. 26-27, p. 40, p. 48. p. 53, 5, 8, 9, 16, 18, 26, 40, 43, 44, 47, 48, 69, 83, 86, 87, 95, 112, 115, 120, 229, 242, 357, 360, 362, 363, 366, 389, 423, 439, 449, 473, 456, 511, 535, 558, 574, 663
Antwerpen, Andtwerpen, Antwerpia,
Anvers, B., prov. Antwerpen, arr.
Antwerpen, p. 5, p. 18-20, p. 39, p. 62, p. 65, p. 167, p. 170 p. 172-174, 244, 401, 413, 423, 424, 686, 688, 731; – amman, 688; – binnenpoor- ter, 401; – burgemeester, 110, 368, 377, 386, 421, 424, 426, 766, 767, 770, 771; – burggraafschap, bor- chgraefscap, 115, 709; – edelen in
het markgraafschap, p. 155; – gil- dedeken, 372, 421, 422, 424, 426, 770; – goed, 376; – halle, 374; – Keizerstraat, 379, 733; – keurmees- ter, 421, 426; – markgraaf, 709; – markgraafschap, Marcgraefscap, Marchionatus, Mercgreeffscap, p. 13, p. 23, p. 26, p. 36-37, p. 107,, p. 135, p. 155, 369, 375, 401, 617, 731, 764; – meierij, officium, p. 15, p. 17, p. 37, p. 46, p. 55, p. 63-64, p. 117; – ontvanger, 110, 411; – Onze-Lieve- Vrouwe kerk, 377; – poortsluiter, 427; – rentmeester, 368, 373, 421, 426; – ruwaard, 374; – schepen, 110, 368, 371, 372, 373, 376, 377, 378, 386, 392, 421, 422, 423, 424, 426, 767, 770, 771; – schout, 48, 364, 367, 373, 376, 399, 675, 741, 765, 766, 767, 773; – stad, p. 61, 430, 621, 647, 775; – stadsarchief, p. 12; – stads- bestuur, p. 172 -174; – stadspoort, 427; – tol, 376, 379, 520, 733
Antwerpia, zie Antwerpen Anvers, zie Antwerpen
Archennes, zie Eerken
Arckel, zie Arkel Aremberch, zie Arenberg
Arenberg, Aremberch, D., l. Rijn- land-Palts, kr. Ahrweiler, – heer, zie Mark (Everard III van der), Mark (Everard IV van der) Arenberg (Jacob van), Jacob Eren-
berge, 169
Arenberg (Jan van), Joannes van
Arenberge, Jan van Erenberge,
knaap, 169
Argenteau (Philipotte van), 460 Argenteau (Reinoud van), 460 Arkel, Arckel, Nl., voorm. heerlijk-
heid nu, prov. Zuid- Holland, gem. Giesselanden, – heer, zie Arkel (Jan van), Arkel (Otto van) Arkel (Jan V van), dominus de Arc-
kel, baanrots, heer van Arkel, het
Land van Mechelen, Oijen en Die- den, p. 13, p. 26-28, p. 52, 359, 364 Arkel (Otto van), heer van Arkel, 359 Arnold van Egmond, hertog van
Gelre en Gulik, heer van het Land van Mechelen, 359
Arquennes (Elisabeth van), vrouwe van Petit- Roeulx-les-Nivelles, 852
Arschot, zie Aarschot Arsscot, zie Aarschot
Artesië, Artois, p. 8, p. 32, p. 42; – graaf, zie Filips de Schone; – Sta- ten, p. 42
Artois, zie Artesië
Asa, zie Aiseau
Asperen, Nl., prov. Gelderland, gem. Lingewaal, – heer, zie Boetzelaar (Rutger van)
Assche, zie Asse
Asse, Assche, B., prov. Vlaams- Brabant, arr. Halle- Vilvoorde, gem. Asse, 673; – heer, 852, zie Asse (Jan IV van), Cotereau (Jan), Geten (Jacob II van), Grimbergen (Adriaan van), Grimbergen (Jan van), Grimbergen (Jan II van), Grimbergen (Jan III van); – heer-
lijkheid, 485, 741; – vrijheid, p. 63,
591, 754; – vrouwe, zie Geten (Jo-
hanna van)
Asse (Dimfna van), vrouwe van Wuustwezel, 684
Asse (Jan II van), 684 Asse (Jan III van), 48, 684
Asse (Jan IV van), Jehan, seigneur de
Assche, jonker, knaap, heer van
Asse, (half) Merksem- Schoten en Wuustwezel, 48, 684, 705
Asse (Robrecht III van), 49
Asse (Robrecht IV van), dominus Ro-
bertus de Assche, ridder, heer van
Opdorp, 49
Asse (Willem van), heer van Grimber- gen, 48, 74
Asse (Herman van den), 43
Asten, Nl., prov. Noord- Brabant, gem. Asten, – heer, zie Back (Ber- thout), Back (Jan), Vertain (Peter van); – vrouwe, zie Lek (Johanna van de)
Attenhoven, B., prov. Vlaams- Brabant, arr. Leuven, gem. Lan- den, 178, 469
Aulne, B., prov. Henegouwen, arr. Thuin, cisterciënzerabdij te Gozée, p. 45, 863
Averbode, Everbode, B., prov. Vlaams- Brabant, arr. Leuven, gem. Scherpenheuvel- Zichem, nor- bertijnerabdij, p. 44, p. 46; – abt, zie Molnere alias van Herlaer (Jan van), Valgaet (Barthelomeus van den)
Aywieres, zie Aywières
Aywières, Aywieres, B., prov. Waals- Brabant, arr. Nijvel, gem. Lasne, cisterciënzerinnenklooster te Couture-Saint- Germain, p. 44; – abdis, zie Campernoels (Catha- rina)
Azincourt, F., dept. Pas-de- Calais, arr. Montreuil, kant. Le Parcq, p. 26-27, 9, 26, 45, 47, 48, 54, 74, 87, 449, 467, 520, 574, 663
Baarle- Hertog, Baerle, B., prov. Antwerpen, arr. Turnhout, gem. Baarle- Hertog, 288; – goed, 339, 392
Baasrode, Baesrode, B., prov. Oost- Vlaanderen, arr. Dendermonde, gem. Dendermonde, – vrouwe, zie Rym alias van Rassegem (Jacoba) Bacheler (Elisabeth), 422
Bacheler (Elisabeth), 424
Bacheler (Gillis), Egidius Bacheler, knaap, 422
Bacheler (Margaretha), 422
Back (Bertout), Bertout Back, knaap, 288, 339
Back (Bertout), ridder, heer van Asten, 811
Back (Gerrit), 339 Back (Hendrik), 322 Back (Hendrik), 322
Back (Hubrecht), Hubertus Back, knaap, 322
Back (Jan), her Jan Back, ridder, heer van Asten, 811
Back (Wouter), 337 Baden (Cimburga van), 709 Baer (Mabel van den), 480
Baerdegem (Pieter van), Petrus van
Bardegem
Baerle, zie Baarle- Hertog Baesrode, zie Baasrode
Baest (Arend van), Arnoldus van
Baest, knaap, p. 15, 332, 333, 334
Baest (Jacob van), Jacobus van Baest, knaap, p. 15, 332, 333, 334
Baest (Thomas van), Thomas van
Baest, knaap, 332, 333, 334
Baesweiler, D., l. Nordrhein- Westfalen, kr. Aken, – slag, 11, 28, 32, 51, 52, 70, 75, 76, 81, 83, 85, 92, 98, 100, 118, 120, 125, 126, 130, 135, 146, 151, 163, 173, 222, 226, 227, 246, 249, 262, 283, 290, 299, 304, 309, 311, 313, 322, 341, 361, 362, 363, 365, 367, 375, 380, 391, 395, 399, 415, 445, 447, 453, 455, 457, 460, 464, 470, 475, 477, 483, 486, 498, 504, 509
Baillaert, zie Baillart (Jan),
Baillart (Jan), magister Joannes
Baillaert, knaap, meester, 281
Baillet (Colard), 825
Baillet (Filips), Philips Baillet, here
tot Nederlinter ende te Graven, heer
Baillet (Raas), heer van Neerlinter en Graven, 825
Baisy, B., prov. Waals- Brabant, arr. Nijvel, gem. Genpiën, 455
Bakel, Nl., prov. Noord- Brabant, gem. Gemert-Bakel, – goed, 264 Balct (Koenraad van der), prior van
Sint- Geertrui, 3, 570
Balduwel alias van Namen (Jan), abt van Park, 2
Baler, zie Baulers Baller, zie Baulers
Bancigny, F., dept. Aisne, arr. Ver- vins, kant. Vervins, – heer, zie Horn (Filips van), Horn (Jan van) Bar (Johanna van), 45, 730
Bar (Robert van), p. 27, 45, 730
Bardegem, zie Baerdegem (Pieter van)
Bare, zie ook Chaumont
Bare (Jan van den), Jehan de le Bare, zoon van Jacob van Chaumont, heer van Bomelette, 468, 522 Bare (Jan van den), Jehan de le Bare
fils Jehan de le Bare de Chaumont,
heer van Bomelette, 468
Bare van Chaumont (Jan van den),
Jehan de le Bare de Chaumont, 468
Bare van Chaumont (Jan van den), abt van Gemblours, 439, 630 Bare van Chaumont (Oede van den),
499
Bare van Chaumont (Robert van den), Robertus de le Bare, knaap, heer van Petit-Leez, 499
Barnoige, zie Bernage (Jan III van)
Bast (Johanna), 74
Batenburg, Nl., prov. Gelderland, gem. Wijchen, -vrouwe, zie Uten- hove (Elisabeth)
Bau (Hendrik I), heer van Vremde, 764
Bau (Hendrik II), heer Henric Bauw,
Henrick Bau van Rodenberge, rid-
der, 764, 824
Bau (Jacob), heer Jacop Bau, here tot
Goidsenhoven, messire Jacques Bau de Roedenberch, ridder, heer van
Goetsenhoven, Muggenberg en Rooienberg, 824
Bau (Jan), 764, 824
Bau (Wouter), heer van Vremde en Millegem, 388
Baulers, Baler, Baller, B., prov. Waals- Brabant, arr. Nijvel, 447, 480; -huis, 480; – toren, 74, 480 Baulers (Gerard van), 480
Bauw, zie Bau (Hendrik I)
Baux (Margaretha van), 442
Bayart, Bayaert, – goed, huis, te
Waals- Brabant, 459
Bayaert, zie Bayart
Beauffremont (Jeanne de), 6 Beaufort (Jean de), 6
Beausart, Beaussart, B., prov. Hene- gouwen, arr. Thuin, gem. Thuin, – hof, p. 44-45, 863; – meester, 863
Beaussart, zie Beausart Beche, zie Geetbets
Becker (Hendrik), Henricus Becker, knaap, 259
Beek, Nl., prov. Noord- Brabant, gem. Laarbeek, voormalige heerlijk- heid, onderdeel van heerlijkheid Beek en Donk, 290 – heer, zie Rover (Dirk de)
Beeringe, hof te Kersbeek, B., prov.
Vlaams- Brabant, arr. Leuven, gem. Kortenaken, 196
Beersel, Beerssele, Bersele, Borstelle, B., prov. Vlaams- Brabant, arr. Halle- Vilvoorde, p. 31; – goed, 336; – heer, zie Wittem (Hendrik I van), Wittem (Hendrik III van)
Beerssele, zie Beersel
Beert, Bierges, B., prov. Vlaams- Brabant, arr. Halle- Vilvoorde, gem. Pepingen, – heer, zie Luxem- burg (Peter I van), Luxemburg (Peter II van)
Beerthem, zie Bertem (Jan van) Beetche, zie Geetbets
Beetse (Hendrik), Henricus Beetse, knaap, 208
Beetse (Jan), Joannes Beetse, knaap,
209
Beetse (Wouter), Walterus Beetse, knaap, 207
Beggue (Pierre le), zie Mombleru alias le Beggue (Pierre de le)
Beke, zie Hilvarenbeek
Beke (Elisabeth Meeus van), 310 Beke (Hendrik van), 294 Beke (Jan van), meester, 310
Beke (Lucas Meeus van), Lucas
Meeus van Beke, knaap, 310 Belboir, bos bij Graven, B., prov.
Waals- Brabant, arr. Nijvel, 510 België, p. 6
Berchem, B., prov. Antwerpen, arr. Antwerpen, 423; – heer, zie Lier (Hector van)
Berchem (Adam van), ridder, 391, 392, 395
Berchem (Arend van), 392 Berchem (Catharina van), 254 Berchem (Costijn I van), 765, 766 Berchem (Costijn II van), heer Costen
van Berchem, ridder, 731, 765, 766
Berchem (Elisabeth van), 395 Berchem (Ide van), vrouwe van Weze-
maal, 6, 84
Berchem (Katelijne van), 84
Berchem (Willem van), dominus Wil-
lelmus van Berchem, ridder, heer
van Oostmalle en het kasteel te Wommelgem, 365, 389, 390
Berchem (Willem II van), heer Willem
van Berchem, ridder, 765, 766
Berchem alias van Ranst (Nicolaese van), 825
Berchem heer Adamszoon (Jan van),
Joannes van Berchem, 391, 392
Berchem heer Adamszoon (Wouter van), Walterus van Berchem filius
domini Adami militis, knaap, 391
Berchem heer Willemszoon (Jan van), Joannes van Berchem filius
domini Willelmi militis, knaap,
heer van Oostmalle en het kasteel te Wommelgem, 365, 389, 390, 392 Berchem heer Willemszoon (Wil-
lem van), Willelmus van Berchem, knaap, 365, 389, 390
Berge (Catharina van den), 95 Berge (Elisabeth van den), 95 Berge (Godevaart van den), 95 Berge (Hendrik van den), Henricus
van den Berge, knaap, 133
Berge (Jan van), Joannes de Berge, knaap, 502
Berge (Jan van den), 168
Berge (Johanna van den), 95
Berge (Peter van den), Petrus van den
Berge, knaap, 168
Berge (Willem van den), zie Mons (Willem van)
Bergen, zie Bergen op Zoom
Bergen, Mons, B., prov. Henegou- wen, arr. Bergen, 449, 456, 458, 472 Bergen (Jan van), zie Glimes (Jan III
van)
Bergen (Willem van), bastaard, 44
Bergen op den Zoom, zie Bergen op
Zoom
Bergen opten Soem, zie Bergen op
Zoom
Bergen opten Zoom, zie Bergen op
Zoom
Bergen op Zoom, Bergen, Bergen op
den Zoom, Bergen opten Soem, Bergen opten Zoom, Bergis ad Somam, Bergues sur le Zom, Nl.,
prov. Noord- Brabant, gem. Ber- gen op Zoom, p. 30, p. 51, p. 170, 673, 762; – drossaard, 401; – heer, p. 26, 389, zie Boutersem (Hen- drik VII van), Boutersem (Hen- drik VIII van), Glimes (Jan I van), Glimes (Jan II van), Glimes (Jan III van); – land, 673; – markgraaf- schap, p. 22; – stad, p. 61, 433, 624, 673, 776; – vrouwe, zie Boutersem (Johanna van)
Bergis ad Somam, zie Bergen op
Zoom
Bergues sur le Zom, zie Bergen op
Zoom
Beringen, Beringhen, B., prov. Vlaams- Brabant, arr. Halle- Vilvoorde, gem. Pepingen, – heer, zie Luxemburg (Peter I van), Luxemburg (Peter II van)
Beringhen, zie Beringen
Berkel, Nl., prov. Nood- Brabant, gem. Tilburg, – huis, 337; – hof, 337 Berlaar, Berlaer, B., prov. Antwer-
pen, arr. Mechelen, 418
Berlaar (Jan van), dominus de Hel-
mont, Janne van Berlaer, ridder,
heer van Helmond, 244
Berlaar (Maria van), vrouwe van Heverlee en (half) Oplinter, 8
Berlaar (N.N. van), jonkvrouw, vrouwe van Helmond, 244
Berlaer, zie Berlaar
Berlaimont (Maria van), 574 Berlo (Jeanne de), 456
Bern, Berne, Nl., prov. Gelderland, gem. Zaltbommel, norbertijnerab- dij, p. 44, p. 47, 240; – abt, zie Veen (Godschalk van), Wijck (Arnold van)
Bernage (Jan II van), 89
Bernage (Jan II van), dominus Joan-
nes Bernage, dominus de Perck,
ridder, heer van Perk en Elewijt en Moen, 89, 681
Bernage (Jan III van), de here van
Perke, messire Jean Barnoige de Perke, ridder, heer van Perk en
Elewijt, 681, 740
Berne, zie Bern Bersele, zie Beersel Berterssem, zie Boutersem
Bertem (Jan van), Joannes van Beer-
them, knaap, 147
Berthout (Wouter), 370
Bertrée, Bertreys, Birtrees, B., prov. Luik, arr. Borgworm, gem. Han- nuit, priorij, p. 44, 545; – prior, zie Geraerts (Willem)
Bertrée (Guillaume de le abbee de),
Guillelmus de le Abbee de Birtrees,
knaap, 545
Bertreys, zie Bertrée
Besuts (Jan), de here van Neufrot, heer van Neuverue als voogd, 853 Besuts (Jan), 853
Béthune (Johanna van), jonkvrouw, vrouwe van Rumst, 45, 730
Béthune (Robert VIII van), dominus
de Rumpst, baanrots, burggraaf
van Meaux, heer van Rumst, p. 27,
45
Betkensveer, veer tussen Tholen en Bergen op Zoom, 762
Betkensvere, zie Betkensveer
Bette (Margaretha), 89
Beverweerde (Machteld van), 275 Beys alias van den Huffel (Ma-
thilde), 663
Bierges, zie Beert
Bierbeek, Bierbeke, prov. Vlaams- Brabant, arr. Leuven, 704, 821; – heer, 661, zie Croÿ (Antoon van), Croÿ (Filips van), Croÿ (Willem van); – heerlijkheid, p. 51; – prior,
4, 571, 701; – priorij, p. 44
Bierbeke, zie Bierbeek
Bièvres, F., prov. Aisne, arr. Loan, kant. Loan-Sud, – heer, zie Rubem- pré (Karel van), Rubempré (Karel van)
Bigaerden, zie Groot- Bijgaarden Bigarden, zie Groot- Bijgaarden Bigerden, zie Groot- Bijgaarden
Bijgaarden, zie Groot- Bijgaarden Bijgaarden (Floris van), 97
Bijnderen, zie Binderen
Binderen, Bijnderen, cisterciënzerin- nenabdij te Helmond, p. 44, 786 Binet (Arnold van), Ernoldus de
Binet, knaap, 516
Binkem (André van), 126
Binkem (Jan van), Joannes van Bin-
kem, knaap, 172
Binkem (Joost van), 126
Binkem (Liesbeth van), jonkvrouw, 126
Binkem (Olivier van), 126
Binkem (Olivier van), dominus Olive-
rius van Binckhem, heer Olivier van Binchem, ridder, 126
Binkem (Wouter van), 126
Bioul, B., prov. Namen, arr. Di- nant, – heer, zie Geten (Jacob I)
Birtrees, zie Bertrée
Bisdomme (Elisabeth van den), 88 Bisdomme (Jan van den), ridder, 88
Bisuit, zie Bisut
Bisut, Bisuit, bij Stoquoy, B., prov.
Waals- Brabant, arr. Nijvel, 441, 706
Blaarthem, Blairtem, Nl., prov. Noord- Brabant, gem. Eindhoven,
328
Blairtem, zie Blaartem
Blaasveld, B., prov. Antwerpen, arr. Mechelen, – heer, zie Bruggen (Jan van der)
Bladel, Nl., prov. Noord- Brabant, gem. Bladel, 329, 331; – goed, 268
Bladel (Jan Pieters van), Joannes Pie-
ters van Bladel, knaap, p. 15, 331
Blechem (Johanna van), 819
Blehen (Anseaul de), dominus Ancel-
lus de Blehaing, 477
Blehen, (Klaas van), meester van Postel, 241
Blerick, Nl., prov. Limburg, stads- deel van de gemeente Venlo, 817 Blijleven (Maarten), abt van Sint-
Bernardus, 758, 759 Blindenberg, te Brussel, 84
Blockery, zie Blocry
Blockoy (Bruelle de), Bruellus de
Bloickoy, knaap, 508
Blocry, Blockery, Bloickoy, bij Ot- tignies, B., Waals- Brabant, arr. Nijvel, 493
Bode (Elisabeth), 422
Bode (Gillis), Egidus Bode, knaap, 377, 421
Bode (Jan), ridder, 377, 421
Bode (Peter), dominus Petrus Bode, ridder, 377, 421, 422
Bode (Peter), ridder, 377 Bode (Willem), 377, 421
Boechout, B. prov. Antwerpen, arr. Antwerpen, 375
Boechout (Gillis van), abt van Grim- bergen, 41, 578
Boele (Jacquemin), Jacquemin Boilhe,
Jacquemin Boul, knaap, 533
Boele (Jan), Jean Boule, 533 Boele (Robert), 533 Boele (Wouter), 533
Boendale (Jan van), p. 18, p. 52
Boesvael, zie Bousval Boete, zie Boote (Everard) Boeten, zie Boote (Everard) Boets, zie Boote (Everard)
Boetzelaar (Rutger van), heer van Asperen en Deurne, 743
Boextuyn, zie Bokstuin
Bogaarden, Bougardes, B., prov. Vlaams- Brabant, arr. Halle- Vilvoorde, gem. Pepingen, – heer, zie Luxemburg (Peter I van), Luxemburg (Peter II van)
Boilhe, zie Boele (Jacquemin) Bois, zie Bossche (Jan van den)
Bois, Robert du, 70
Boisleduc, zie ’s- Hertogenbosch
Bokhoven, die hooven bi Den Bosch, Nl., prov. Noord- Brabant, gem. ’s- Hertogenbosch, 271, 272; – heer, zie Oem (Jan), Oem van Bokhoven (Jan), Oem van Bokhoven (Klaas) Bokstuin, Boextuyn, bij Duffel, B.,
prov. Antwerpen, arr. Mechelen, – goed, 375
Boleet, bij Sint- Oedenrode, Nl., prov. Noord- Brabant, gem. Sint- Oedenrode, – goed, 315
Bombard, Bombarde, bij Geldenaken, B., prov. Waals- Brabant, arr. Nij- vel, – goed, 525
Bomal, Bomale, Bommale, B., prov. Waals- Brabant, arr. Nijvel, gem. Ramillies, 532
Bomal (Jan van), Jan van Bommale, 526
Bomal (Jan van), Joannes de Bomale, knaap, 526
Bomal (Lodewijk van), 526
Bomale, zie Bomal Bombarde, zie Bombard
Bomelette, B., voorm. heerlijkheid bij Bomal, prov. Waals- Brabant, arr. Nijvel, – heer, zie Bare (Jan van den), Chaumont (Jacob van), Dongelberg (Jan van), Dongel- berg (Peter van)
Boneffe, B., prov. Namen, arr. Namen, gem. Éghezée, – heer, zie Glimes van Opgeldenaken (Jacob III van)
Bonlez, Bouler, B., prov. Waals- Brabant, arr. Nijvel, 510
Bonne- Espérance, Bonnesperance,
B., prov. Henegouwen, arr. Thuin, gem. Estinnes, norbertijnerabdij bij Vellereille-les- Brayeux, p. 44; – abt, zie Merdop (Anton van)
Bonnesperance, zie Bonne- Espérance
Bonte (Jan de), Janne de Bonte, 244 Boote (Amelrik), 10
Boote (Barbara), vrouwe, 14 Boote (Catharina), 10
Boote (Everard), dominus Everardus
Boote, Everart Boten, Everardus dictus Boete ridder, heer van Za-
Boote (Everard), Everardus dictus
Boets, vader van Everard, 87
Boote (Everard), heer Everarde Boe-
ten, Everard Boten, zoon van
Everard, ridder, heer van Zaven- tem en Sterrebeek, 87
Boote (Gillis), 70 Boote (Maria), 70
Boortmeerbeek, B., prov. Vlaams- Brabant, arr. Leuven, 370
Borch (Boudewijn van der), 407 Borch (Catharina van der), 748 Borch (Gerard van der), 748 Borch (Jacob van der), 87 Borch (Margaretha van der), 745 Borch (Michiel van der), Michael van
der Borch, knaap, 407
Borchgrave (Dirk den), 337 Borchoven (Jan van), 20
Borchoven (Jan II van), Joannes van
Borchove, knaap, 20 Borchvliet, zie Borgvliet Borgneval, zie Bornival
Borgvliet, Borchvliet, bij Bergen op Zoom, Nl., prov. Noord- Brabant, 374; – heer, zie Dilft (Godevaart I van der), Dilft (Godevaart II van der), Dilft (Godevaart II van der), Dilft (Jan II van der), Glimes (Jan II van)
Bornival, Borgneval, Bourgevail,
Bourgeval, Bourgnival, B., prov.
Waals- Brabant, arr. Nijvel, – heer, zie Bornival (Roeland van), Davel (Werner van), Luxem- burg (Lodewijk van), Luxemburg (Peter I van), Luxemburg (Peter II van); – vrouwe, zie Luxemburg (Maria van)
Bornival (Roeland van), domi-
nus Rolandus de Borgneval, Her Roelant, heer van Bourgeval, rid-
der, heer van Bornival, 74, 76, 446 Bornival (Roeland van), ridder, 446 Bornival (Roelof van), 446
Borssele (Filips van), heer van Bors- sele en Kortgene, 379, 762
Borssele (Floris van), 762
Borssele (Frank I van), heer van Sint- Maartensdijk, 363
Borssele (Frank II van), de greve van
Oistervant, le conte d’Ostrevant,
graaf van Oostervant, heer van Hoogstraten, Sint- Maartensdijk, Evere, Brecht (helft), Wernhout (deel van Zundert), Rijkevorsel en Wortel, p. 29-30, p. 36, 363, 761, 762 Borssele (Hadewijch van), dame de le
Verre, vrouwe van Veere, 374
Borssele (Machteld van), 363
Borssele (Wolfert V van), heer van Veere, 374
Borstelle, zie Beersel Bosch, zie ’s- Hertogenbosch
Bossaert (Willem van), dominus Wil-
lelmus Bossaert, ridder, 82 Bossche, zie ’s- Hertogenbosch
Bossche (Arend van den), ridder, heer van Ohain, 485
Bossche (Jan van den), zoon van Arend, Jean de Busco, Joannes du
Bois, knaap, heer van Ohain, 485
Bossche (Jan van den), zoon van Jan, 485
Bossut, Bossuyt, B., prov. Waals- Brabant, arr. Nijvel, gem. Graven, 848; – bosbaljuw, 852; – groot- woudmeester, 852; – heer, zie Bos- sut (Jan heer van)
Bossut (Jacob van), 509
Bossut (Jan heer van), Jehan, seigneur
de Bossuyt, 848
Bossut (Jan van), Joannes de Bos-
sut, Janne van Eldre van Bossuyt,
knaap, 509, 848 Bossut (Jan van), 509
Bossut (Johanna van), vrouwe, 848
Bossuyt, zie Bossut Boten, zie Boote (Everard)
Bouchout, kasteel te Meise, B., prov. Vlaams- Brabant, arr. Halle- Vilvoorde, – heer, zie Bouchout (Daniël V van), Bouchout (Jan van); – kasteel, p. 35, 733
Bouchout (Clementina van), 774 Bouchout (Daniël van), jonker, heer
van Diepensteyn, 741 Bouchout (Daniël III van), 67 Bouchout (Daniël V van), dominus