• No results found

DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Gelezen de aanvraag van <naam aanvrager> te <woonplaats> van <datum aanvraag>, geregistreerd onder nummer <ID-nummer aanvraag>

Gelet op de artikelen 3.13 en 3.14 van de Telecommunicatiewet, artikel 17 van het Frequentiebesluit 2013 en de Regeling aanvraag- en veilingprocedure teruggekomen niet-landelijke commerciële FM-vergunningen 2017;

BESLUIT:

Artikel 1. Begripsbepalingen

1. In deze vergunning wordt verstaan onder:

a. minister: Minister van Economische Zaken en Klimaat;

b. ITU: Internationale Telecommunicatie Unie;

c. MIFR: Master International Frequency Register, zijnde het register waarin radiostations met hun frequentieruimte zijn opgenomen, bedoeld in artikel 4.3 van het Radioreglement van de ITU;

d. notificatieverzoek: verzoek van de samenwerkende vergunninghouders aan de minister tot het doen van een notificatie van een in gebruik genomen dan wel te nemen (gedeelte van de) frequentieruimte op een bepaalde plaats, met als doel (dit gedeelte van) de

frequentieruimte op die bepaalde plaats na goedkeuring door het radiocommunicatiebureau van de ITU te registreren in het MIFR teneinde internationale bescherming van (dit gedeelte van) de frequentieruimte op die bepaalde plaats te bewerkstelligen;

e. GE06: Final Acts of the Regional Radiocommunication Conference for planning of the digital terrestrial Broadcasting service in parts of Regions 1 and 3, in the frequency bands 174 – 230 MHz and 470 – 862 MHz; Genève 2006;

f. samenwerkende vergunninghouders: vergunninghouders die houder zijn van een deel van de capaciteit van de frequentieruimte binnen het in artikel 2, eerste lid, genoemde

frequentiebereik;

g. N: het aantal houders van een vergunning op een bepaald moment binnen het in artikel 2, eerste lid, genoemde frequentiebereik;

h. samenwerkingsovereenkomst: overeenkomst als bedoeld in artikel 3.21 van de Telecommunicatiewet;

i. allotment: het gebied dat gelegen is binnen de contouren zoals gevisualiseerd in de bijlage I;

j. ziekenhuis: instelling voor medisch-specialistische zorg als bedoeld in artikel 1.2, onder 1, van het Uitvoeringsbesluit WTZi;

k. mobiele ontvangst: mobile reception, zoals bedoeld in paragraaf 1.3.13 van GE06;

l. binnenontvangst: portable reception class B, zoals bedoeld in paragraaf 1.3.12 van GE06.

2. De definities in artikel 1.1, eerste lid, van de Mediawet 2008 zijn van toepassing.

Artikel 2. Gebruiksrecht

1. Aan <naam vergunninghouder>, ingeschreven in het handelsregister onder nummer <nummer KvK>, hierna te noemen: vergunninghouder, wordt, onverminderd het vijfde en zesde lid, een vergunning verleend voor het gebruik van 1/18de deel van de capaciteit van de

frequentieruimte binnen het frequentiebereik 182,880 MHz - 184,416 MHz (allotment 6B).

2. De vergunninghouder gebruikt de in het eerste lid bedoelde frequentieruimte binnen drie maanden na inwerkingtreding van deze vergunning en houdt deze in gebruik.

3. De vergunninghouder gebruikt de in het eerste lid genoemde frequentieruimte slechts in overeenstemming met de bestemming in het vigerende Nationaal Frequentieplan (NFP 2014), en onder die bestemming gegeven beperkingen.

4. De vergunninghouder gebruikt de aan hem toegewezen frequentieruimte voor het aanbieden van ten minste één programmakanaal bestaande uit radioprogramma’s, waarbij dat

programmakanaal wordt gebruikt voor het gelijktijdig en ongewijzigd uitzenden van

wel is ingetrokken, is de vergunninghouder tot de dag van inwerkingtreding van het besluit waarmee die vergunning voor het eerst onderscheidenlijk opnieuw wordt verleend, gerechtigd 1/N-de deel van de capaciteit van de ingetrokken vergunning te gebruiken.

6. De vergunninghouder is gerechtigd een deel van de capaciteit te laten gebruiken door een andere samenwerkende vergunninghouder, indien:

a. beide vergunninghouders daarmee schriftelijk hebben ingestemd, en b. hij blijft voldoen aan de voorschriften en beperkingen in zijn vergunning.

7. De vergunninghouder die een deel van de aan een andere samenwerkende vergunninghouder vergunde capaciteit gebruikt als bedoeld in het zesde lid, neemt het derde lid in acht.

8. De vergunninghouder die een schriftelijke instemming heeft gegeven als bedoeld in het zesde lid, onderdeel a, zendt hiervan onverwijld een afschrift aan de minister.

Artikel 3. Samenwerking vergunninghouders

1. De vergunninghouder gaat de samenwerkingsovereenkomst schriftelijk aan.

2. De vergunninghouder verstrekt een afschrift van de samenwerkingsovereenkomst en aanvullingen of wijzigingen daarvan onverwijld aan de minister.

3. De vergunninghouder sluit tezamen met de andere samenwerkende vergunninghouders een overeenkomst als bedoeld in artikel 10.15, tweede lid, onderdeel b, van de

Telecommunicatiewet met een rechtspersoon die namens hen het elektronische

communicatienetwerk zal aanleggen en in stand houden voor het gezamenlijk gebruik van de in artikel 2 genoemde frequentieruimte dan wel treedt tot een reeds bestaande overeenkomst, als voormeld, toe.

4. In het belang van doelmatig gebruik van de frequentieruimte binnen het frequentiebereik genoemd in artikel 2, eerste lid, wordt in de overeenkomst, bedoeld in het derde lid, bepaald dat het in gebreke blijven van een andere samenwerkende vergunninghouder jegens de rechtspersoon, bedoeld in het derde lid, niet tot gevolg heeft dat de aanleg van het elektronische communicatienetwerk als bedoeld in het derde lid en de uitzending van de

radioprogramma’s, bedoeld in artikel 2, vierde lid, ten behoeve van de vergunninghouder wordt gestaakt, onderbroken of beperkt.

5. Indien na het tijdstip waarop de samenwerkingsovereenkomst in werking treedt een vergunning wordt verleend voor een deel van het gebruik van de capaciteit van de frequentieruimte binnen het frequentiebereik genoemd in artikel 2, eerste lid, zorgt de vergunninghouder ervoor dat die nieuwe vergunninghouder op non-discriminatoire voorwaarden partij kan worden bij de samenwerkingsovereenkomst.

Artikel 4. Technische beschrijving

Het gebruik van de frequentieruimte vindt plaats met inachtneming van de technische beschrijving zoals deze in bijlagen I en III is opgenomen. De technische beschrijving omvat tevens het

spectrummasker 1 voor T-DAB radioapparaten, werkend in niet-kritische omstandigheden.

Artikel 5. Registratie van frequentieruimte

1. De vergunninghouder staakt of beperkt het gebruik van de frequentieruimte, bedoeld in artikel 2, voor zover dit leidt tot belemmeringen in het gebruik van in het MIFR door anderen

geregistreerde frequentieruimte.

2. Bij het gebruik van de frequentieruimte heeft de vergunninghouder geen aanspraak op enigerlei vorm van bescherming van dat gebruik, indien verstoring van het gebruik plaatsvindt door het gebruik van in het MIFR geregistreerde frequentieruimte.

3. Het bepaalde in het eerste en tweede lid is niet van toepassing voor zover de frequentieruimte, bedoeld in artikel 2, in het MIFR is geregistreerd door de samenwerkende vergunninghouders.

4. Teneinde registratie in het MIFR in gang te zetten, kunnen de samenwerkende vergunninghouders een notificatieverzoek daartoe indienen bij de minister.

5. Het notificatieverzoek geschiedt met gebruikmaking van het “Formulier kennisgeving ingebruikname en notificatie” bedoeld in bijlage II.

Artikel 6. Ingebruiknameverplichting

1. De vergunninghouder biedt de dienst, omschreven in artikel 2, aan met een geografische verzorging van 85% mobiele ontvangst en een demografische verzorging van 65%

binnenontvangst.

2. Vanaf 1 januari 2020 biedt de vergunninghouder de dienst, omschreven in artikel 2, aan met een geografische verzorging van 90% mobiele ontvangst en een demografische verzorging van 75% binnenontvangst.

3. De geografische verzorging zoals bedoeld in het eerste en tweede lid is voor mobiele ontvangst vastgesteld op een veldsterkte van 60 dBµV/m en de demografische verzorging voor

binnenontvangst op een veldsterkte van 66 dBµV/m op 10 meter hoogte voor 50% van de tijd en plaats en bij een referentiefrequentie van 200 MHz. Indien een andere centrumfrequentie wordt gebruikt, wordt de voorgeschreven veldsterkte aangepast conform annex 3.5 van GE06.

Artikel 7. Wegnemen belemmeringen

1. Indien op enige plaats binnenshuis door het gewenste signaal van de in het kader van deze vergunning gebruikte radioapparaten belemmeringen in de ontvangst van kabeltelevisie worden veroorzaakt draagt de natuurlijke of rechtspersoon bedoeld in het vierde lid, dan wel indien deze verzaakt, de vergunninghouder, er op verzoek van degene die de belemmeringen ondervindt, zorg voor dat deze onverwijld op kosten van de samenwerkende

vergunninghouders worden verholpen, voor zover ter plaatse:

a. de hoogfrequentdichtheid van de gebruikte aansluitkabels en de daaraan bevestigde connectoren een waarde hebben van ten minste 70 dB, en

b. het stoorsignaal als gevolg van het krachtens deze vergunning gebruiken van frequentieruimte hoger is dan 23 dBμV.

2. De in het eerste lid, onder b, genoemde waarde dient evenredig verhoogd te worden met de waarde van het signaalniveau op het abonnee-overnamepunt boven de vereiste

minimumwaarde van 60 dBμV.

3. Onverminderd het bepaalde in het eerste en tweede lid, is de natuurlijke persoon of

rechtspersoon bedoeld in het vierde lid, danwel de vergunninghouder niet gehouden televisie-ontvangapparaten en aanverwante apparatuur te vervangen die:

a. niet geschikt zijn om een stoorspanning van 23 dBμV vermeerderd met de signaalspanning op het kabeltelevisienet bij het abonnee-overnamepunt te ontvangen, of

b. een hoogfrequentdichtheid van minder dan 70 dB hebben.

4. De samenwerkende vergunninghouders wijzen één natuurlijke persoon of rechtspersoon aan die de belemmeringen en de kosten, bedoeld in het eerste lid, wegneemt respectievelijk vergoedt.

5. De vergunninghouder is verplicht 1/N-de deel van de kosten, bedoeld in het eerste lid, te vergoeden.

Artikel 8. Beperkingen ter uitvoering van de Beleidsregel storing door het gewenste signaal van radiozendapparaten

1. De vergunninghouder veroorzaakt:

a. geen ontoelaatbare belemmeringen door het gewenste signaal van radioapparaten in andere radioapparaten of in elektrische of elektronische inrichtingen, en

b. in het frequentiegebied van 100 kHz tot en met 2,5 GHz in ziekenhuizen, alsmede op de percelen waar deze ziekenhuizen staan, geen piekwaarde van de elektrische veldsterkte die gelijk is aan of hoger is dan 5,4 volt per meter.

2. Het eerste lid, onderdeel b, is niet van toepassing indien een vergunninghouder op of in een ziekenhuis of het perceel waarop dat ziekenhuis staat een radioapparaat heeft geplaatst met schriftelijke instemming van dat ziekenhuis.

3. Artikel 7, vierde en vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing.

aangegeven.

2. De verplichting, bedoeld in artikelen 3, tweede lid en 9, geldt niet voor zover een samenwerkende vergunninghouder namens een andere vergunninghouder de verplichte kennisgeving of mededeling doet.

Artikel 11. Overeenkomst gezamenlijk gebruik

De samenwerkingsovereenkomst wordt gesloten binnen een periode van ten hoogste zes weken na inwerkingtreding van deze vergunning.

Artikel 12. Inwerkingtreding en looptijd van de vergunning

Deze vergunning treedt in werking op <de dag na verzending> en loopt tot en met 31 augustus 2022.

<<Deze vergunning wordt in de Staatscourant geplaatst, met uitzondering van de bijlagen.>>

Bijlage I – allotment 6B behorend bij de vergunning voor digitale omroep Het spectrummasker, bedoeld in artikel 4, is als volgt:

De DVB-T allotments K6, K7, K8, K9 kunnen respectievelijk opgesplitst worden in de T-DAB blokken A,B,C,D. De oorspronkelijke allotment vorm is hierdoor niet aangetast.

Ten behoeve van deze vergunning wordt het volgende T-DAB blok beschreven:

Blok 6B

De punten waaruit de omtrek van elk allotment is opgebouwd zijn op een USB-stick opgenomen.

Deze (USB-stick) maakt onderdeel uit van bijlage III.

Gedurende de Genève ’06 conferentie is een aantal nadere afspraken gemaakt met de Nederland omringende landen. Deze afspraken bevatten in essentie hetgeen is weergeven in de onderstaande tabellen. De vergunninghouder respecteert de afspraken die Nederland heeft gemaakt. De

volledige afspraken zijn opgenomen in bijlage III. Bij tegenstrijdigheid van de samenvatting in de tabellen en de afspraken, opgenomen in bijlage III, prevaleren de laatstgenoemde.

De bilaterale afspraken zijn een verbijzondering van de algemene planningscriteria van GE06 met als doel incompatibiliteiten tussen de assignments of allotments in het GE06-plan op te heffen. De implementatie moet zowel voldoen aan GE06 als aan de aanvullende voorwaarden in de

onderstaande tabellen.

Indien in tabellen geen aanvullende beschermingseisen zijn gesteld, dan mag een actueel netwerk evenveel interferentie produceren als een referentienetwerk.

Frequentieblok 6B (182,880 MHz – 184,416 MHz)

Het gemarkeerde gebied met 6B heeft betrekking op frequentieblok 182,880 MHz – 184,416 MHz en komt uit allotment HOL0902H.

Tabel 1 Resultaten van de vastgestelde bilaterale afspraken tijdens GE06

Blok 6B NEDERLAND (HOL)

LAND Accepteert Beschermt

Verenigd Koninkrijk (G) De cumulatieve veldsterkte van de Engelse PMR toepassingen op de Nederlandse kust zal de 43 dB(μV/m) niet overschrijden.

De cumulatieve veldsterkte van de Nederlandse T-DAB allotment HOL0902H op de Engelse kust zal de 37 dB(μV/m) niet overschrijden.

Duitsland (D) Maximaal 38 dB(μV/m) van de Duitse T-DAB allotments toegestaan op de grens van het Nederlandse T-DAB allotment HOL0902H.

Maximaal 44 dB(μV/m) van de Duitse DVB-T allotments toegestaan op de grens van het Nederlandse T-DAB allotment HOL0903H.

Maximaal 38 dB(μV/m) van de Nederlandse T-DAB allotment HOL0902H toegestaan op de grens van de respectievelijke Duitse T-DAB allotments

Maximaal 35 dB(μV/m) van de Nederlandse T-DAB allotment HOL0902H toegestaan op de grens van de respectievelijke Duitse DVB-T allotments

België (BEL) De cumulatieve veldsterkte van alle assignments van allotment BELDVBCF001 zal de 41 dBµV/m niet overschrijden op de grens van allotment HOL0902H.

De cumulatieve veldsterkte van alle assignments van allotment HOL0902H zal de 41 dBµV/m niet overschrijden op de grens van allotment BELDVBCF001. Voor het individuele T-DAB blok 6C betekent dit 35 dBµV/m.

Frankrijk (F) Geen beperkingen of verruimingen Geen beperkingen of verruimingen Luxemburg (LUX) Geen beperkingen of verruimingen Geen beperkingen of verruimingen Denemarken (DNK) Actuele netwerken kunnen worden

geïmplementeerd zolang op de allotment grenzen de maximaal te accepteren cumulatieve interferentie veldsterkte Emax int

niet wordt overschreden:

- VHF, DVB-T interfering T-DAB (RPC 5) Emax int= 45 dB(μV/m)

- VHF, T-DAB interfering T-DAB (RPC 5) Emax int= 39 dB(μV/m)

Actuele netwerken kunnen worden geïmplementeerd zolang op de allotment grenzen de maximaal te accepteren cumulatieve interferentie veldsterkte Emax int

niet wordt overschreden:

- VHF, single T-DAB block interfering DVB-T (RPC 2)

Emax int= 39 dB(μV/m)

- VHF, T-DAB interfering T-DAB (RPC 5) Emax int= 39 dB(μV/m)

Bijlage II behorend bij de vergunning voor digitale radio-omroep

De kennisgeving van ingebruikname zoals bedoeld in artikel 9 dient conform circulair letter CR262 en in elektronische vorm (GE06 ITU Terrasys format) te worden aangeleverd. Een voorbeeld van dit format en CR262 zijn opgenomen op de USB-stick bedoeld in bijlage III, onderdeel 4.

Indien u tevens het gebruik van uw frequentieruimte wilt (laten) notificeren in het MIFR kunt u dit kenbaar maken.

4. Notificatieverzoek

5. De interferentie nader in kaart gebracht

6. AT-DAB field trial using a low-mast infrastructure, university of Twente, paragraaf 4.5.5, november 2006

7. OFCOM-Industry MOU to permit the use of transmission sites, not contained within the Reserved Assignments List, to enhance coverage of licensed T-DAB broadcast networks, Appendix B, v1.0, 14 november 2006

BIJLAGE 7:

Toelichting behorende bij de