• No results found

De huidige bevindingen alsmede methodologische tekortkomingen van de hier gepresenteerde studies bieden verschillende aanknopingspunten voor vervolgo-nderzoek om de validiteit van Spano & Lamonts model nader te bepalen. Zo wordt onder andere aangeraden om een betrouwbare methode te ontwikkelen voor het gelijktijdig meten van genitale opwinding en bekkenbodemspierspanning in reactie op seksuele stimuli. Immers, het model van Spano en Lamont (1975) veronderstelt dat naast verminderde genitale opwinding ook verhoogde bekkenbodem-spierspanning verantwoordelijk is voor het ervaren van pijn tijdens de gemeenschap. Ander onderzoek zou zich bijvoorbeeld kunnen richten op de mate waarin aversieve conditionering een rol speelt bij dyspareunieklachten. Volgens Spano en Lamonts model kan verwacht worden dat wanneer seksuele stimuli en pijn herhaaldelijk met elkaar geassocieerd worden er een aangeleerde aversieve reactie optreedt, hetgeen vervolgens resulteert in verminderde genitale en subjectieve opwindingsreacties.

Tot slot wordt in hoofdstuk 7 ingegaan op de implicaties van de huidige resultaten voor de behandeling van vrouwen met dyspareunie. Op basis van de bevinding dat vrouwen met dyspareunie seksuele stimuli voornamelijk negatief evalueren, dienen in de behandeling technieken aangewend te worden die gericht zijn op herwaardering ("reappraisal") van seksuele stimuli om zo de mate van subjectieve seksuele opwinding te vergroten. Verder ondersteunt de bevinding dat angst voor pijn tot verminderde genitale en subjectieve opwinding leidt, de al in gebruik zijnde technieken die gericht zijn op het verminderen van angst (voor pijn) in de seksuele situatie (met name graduele exposure). Het uiteindelijk doel van behandeling dient in elk geval te zijn dat gemeenschap niet langer een pijnlijke kwestie is, maar in plaats daarvan, een activiteit is die geassocieerd wordt met genot en plezier.

Graag wil ik van de gelegenheid gebruik maken om alle mensen te bedanken die ieder op hun eigen manier hebben bijgedragen aan de totstandkoming van dit proefschrift.

Allereerst gaat mijn dank uit naar de collega’s op de polikliniek Psychosomatische Gynaecologie en Seksuologie van het LUMC: Philomeen, Ellen (de Groot), Lot,

Aart, Stephanie, Corrie en Jacqueline. Bedankt voor de leuke, leerzame

momenten en de enorme inzet en betrokkenheid bij mijn project! Ik heb veel opgestoken van jullie grondige kennis over behandeling van en onderzoek naar seksuele en psychosomatische (gynaecologische) klachten. Ook bedankt voor de steun en zorgzaamheid in moeilijkere tijden; dat heb ik ontzettend gewaardeerd! Philomeen, Corrie en Quirine Pieterse, bedankt voor het uitvoeren van de lichamelijke onderzoeken bij de proefpersonen. Jos, Tineke en Rosemarije, ik ben jullie erkentelijk voor de secretariële ondersteuning. Marjan, bedankt voor de data-invoer. Ik heb een ongelooflijk fijne tijd op de poli gehad en ik mis jullie allemaal nu al!

Maartje, Barbara, Marloes, Dorien, Tineke, Nina, Jacqueline, Eva, Rianne en Linda, dank voor jullie hulp bij het verzamelen van

onderzoeks-gegevens in het kader van jullie psychologie studie. Peter Putman, jou wil ik bedanken voor je hulp bij het omzetten van data uit E-prime naar Excell en vervolgens weer naar SPSS (dit was de eenvoudigste manier, zo verzekerde jij me).

Sabine Janssen, veel dank voor het meedenken bij de zgn. “pijnprikkelstudie”

waarvoor we gebruik maakten van “ jouw” pijnprikkelapparaat. Sabine Kroeze, bedankt voor het ter beschikking stellen van een STROOP-taak.

Peter de Jong en Jorg Huijding, bedankt voor het delen van jullie expertise

op het gebied van indirecte meetinstrumenten. Ik heb veel van jullie geleerd. Bert

Hoekzema, bedankt voor de technische ondersteuning bij de sex-AST.

Dit proefschrift had nooit geschreven kunnen worden zonder de bereidwilligheid van vrouwen met dyspareunieklachten, maar ook vrouwen zonder

seksuele klachten, om deel te nemen aan het onderzoek. Het is niet mis wat

jullie hebben moeten doorstaan tijdens de experimenten: intieme vragen over seksualiteit, metingen van seksuele opwinding en het toegediend krijgen van pijnprikkels. Vrouwen uit alle landstreken, van Groningen tot Maastricht, waren bereid om dit allemaal te ondergaan. Ontzettend bedankt hiervoor.

Collega's van de afdeling Klinische Neurofysiologie, waaronder Cor Kramer en

Paul van Someren, bedankt voor de gastvrijheid en de (technische) hulp bij

ongemakken in het seksuologisch lab, gevestigd op jullie afdeling.

Bert Molenkamp, jou ben ik ontzettend veel dank verschuldigd voor al je

deskundige hulp: ook al heb je het programma voor het meten van seksuele opwinding steeds geavanceerder gemaakt en begrijpelijker voor minder technische personen, toch ging er nog wel eens iets mis. Gelukkig kon ik jou dan bellen/mailen.

Intussen werk ik met veel plezier op de poli Seksuologie en Psychosomatische Gynaecologie en Obstetrie van het AMC. Rik, Debora, Esther, Hanneke,

Marian, Vera, en ook alle anderen die ik minder vaak zie: ik hoop dat we de

komende jaren nog met veel plezier zullen samenwerken.

En dan nu mijn lieve vriend(inn)en: bedankt voor al jullie steun, interesse, afleiding en relativeringsvermogen in de afgelopen jaren! De etentjes, lunchaf-spraken, concerten, 3voor12 avonden, stedentrips en de uitjes met ons aio-clubje (Petra, Anja en Sonja) dat na verloop steeds minder met onderzoek te maken had: ik verheug me erop om het weer te gaan meemaken met jullie!

Anja, jij was mijn kamergenote op de poli in Leiden. Wij waren daar de enige aio's en werden meteen dikke maatjes. Ook al zijn onze wegen intussen weer gescheiden op professioneel vlak, gelukkig zijn we nog steeds goede vriendinnen en ik ben blij dat jij mijn paranimf bent!

Peet, je bent een geweldige lieve en slimme vriendin, adviseur en vertrouwenspersoon! We hebben ontzettend veel leuke dingen ondernomen en ik hoop dat we dat snel weer gaan oppakken. Misschien nog een reisje binnenkort? Dan zorg ik wel voor de Viva, waar je altijd de hele vakantieperiode over doet.

Papa, bedankt voor alle steun die ik van je heb gekregen. Ik bewonder de manier

waarop jij je idealen omzet in daden. Ik weet dat je er altijd voor me bent, al staat je telefoon wel erg vaak uit.

Mama, dit boekje heb ik aan jou opgedragen. Ik weet zeker dat je trots op me

zou zijn, maar dat zou je ook zijn geweest zonder dit proefschrift. En dat is voor mij het belangrijkste om te weten. Bedankt voor het vertrouwen en de liefde die je me altijd hebt gegeven.

Sander, mijn liefje, wat ben ik blij dat ik je twee jaar geleden, niet geheel

toevallig, weer ben tegengekomen! Ik geniet er elke dag weer van dat je naast me 182

zit, ligt of staat. Bedankt voor het meelezen, meeleven en meedenken. Je hebt me ontzettend geholpen door de opmaak van het proefschrift voor je rekening te nemen! We hebben er samen een heel mooi boekje van gemaakt. Ik geniet van de momenten met jou en je lieve kinderen Ina, Juhana en Jonathan! Sander, het kan alleen maar nog leuker worden nu het proefschrift af is!

Marieke Brauer werd geboren op 30 november 1976 te Heerlen. Zij behaalde het VWO diploma aan het Grotius College te Heerlen in 1995. In datzelfde jaar begon ze met haar studie psychologie aan de Universiteit Maastricht en vervolgde deze een jaar later aan de Universiteit van Amsterdam. In september 2001 studeerde ze af met genoegen in de richting Klinische Psychologie. Van december 2001 tot juni 2006 werd zij op de afdeling Psychosomatische Gynaecologie en Seksuologie van het Leids Universitair Medisch Centrum aangesteld als aio op het onderzoeksproject zoals beschreven in dit proefschrift. Na die tijd is zij tot december 2007 op dezelfde afdeling als onderzoeker blijven werken. Daarnaast, sinds januari 2007, is zij als onderzoeker verbonden aan de afdeling Seksuologie en Psychosomatische Gynaecologie en Obstetrie op het Academisch Medisch Centrum te Amsterdam. Daar werkt zij nu nog steeds. Haar proefschrift heeft zij in de tussentijd afgerond.

Brauer, M., de Jong, P. J., Huijding, J., Laan, E., & ter Kuile, M. M. (in press). Automatic and deliberate affective associations with sexual stimuli in women with superficial dyspareunia. Archives of Sexual Behavior.

Brauer, M., Laan, E., & ter Kuile, M. M. (2006). Sexual arousal in women with superficial dyspareunia. Archives of Sexual Behavior, 35, 191-200.

Brauer, M., ter Kuile, M. M., & Laan, E. (in press). Effects of appraisal of sexual stimuli on sexual arousal in women with and without superficial dyspareunia.

Archives of Sexual Behavior.

Brauer, M., ter Kuile, M. M., Laan, E., & Trimbos, B. (in press). Correlates and predictors of superficial dyspareunia. Journal of Sex and Marital Therapy.

Brauer, M., ter Kuile, M. M., Janssen, S., & Laan, E. (2007). The effect of pain-related fear on sexual arousal in women with superficial dyspareunia. European

Journal of Pain,11, 788-798.

Spiering, M., Everaerd, W., Both, S., Karsdorp, P., & Brauer, M. (2006). Nonconscious processing of sexual information: A generalization to women.

Journal of Sex Research, 43, 268-281.

ter Kuile, M. M., Brauer, M., & Laan, E. (2006). The Female Sexual Function Index (FSFI) and the Female Sexual Distress Scale (FSDS): Psychometric properties within a Dutch population. Journal of Sex and Marital Therapy, 32, 289-304.