• No results found

95

TUNGSRAM

voor commerciële en professionele

doeleinden

TRANSISTORS GERMANIUMDIODEN

TV-BEELDBUIZEN TRANSISTOR-APPARATEN

CODERING METAALGELIJKRICHTERS

Typering: Indien

samengesteld

volgens gegevens normali

­ satie (DIN

41762) kunnen uit het type de elektrische

ge­

gevens worden

afgeleid.

Voorbeeld: Type

voor

weerstandbelastlng E

400 /

150

-

0.05

I I I

0,05

A

150 V

400

V

-gelijkstroom

90

mA -met reservoir-condensator ..

C

-eff.

wisselspanning ..,. 250 V

"brugschakeling

Alle andere

aanduidingen hebben

betrekking op de uit

­ voering. .

E B

M V S DS

90

L

c

1F

Q

l)

«o

.gelijkstroom gelijkspanning -eff wisselspanning . -enkelfazig

= enkelfazig

=

brugschakeling

=

midden afgetakt

= spanningsverdubbeling

= ster / . , ,.

=

dubbelster

|

schakeling

DB

= draaistroom brugschakeling

■■

Schakeling voor spanning»»

vordubbtding

Mh

N.V. Gloeilampenfabriek „RADIUM" - TILBURG 94

Voor Philips geldt

de

volgende

codering:

SR =seleengelijkrichter, in het algemeen

aanduiding voor

de compacte,

platte

uitvoering.

AA = uitvoering met

kolommen.

Ie

getal

=

max.

ingangswisselspanning.

¥ = enkelfazige gelijkrichter.

B =

brugschakeling.

D = dubbelfazige

gelijkrichter.

2e

getal = max.

af

te

nemen

gelijkstroom.

1 + >

TQ v0

FREQUENTIE-SPECTRUM 75 mA

250 V

---ES3

5

een ----ESI

!

Ri

---HES

97

Ri inv

s

H

.gelijkstroom ...

-brugschakeling -wisselspanning ...

-seleengelij krichter.

oo

ï

o m

—DB

X,

z

X L

X l

>

5 o

5 o

5

o o

> CD _

1 s

I

I0J6 70.60 71.01 70.60 77.60

>0.87 12.70 36.71

<1.20 41.66 41.00 66.00 61.74 66.41 71.47 02.41 17.»

10.00 110.00 121.47 110.81 146.01 164.01 174.61 196.00 220.00 246.14 26I.61 291.66

>29.61 14941

>92.00 440.00 499.00 129.21 107.91 61946 690X6 701.99 000.00 007.77 1.046.10 1.17446 1.110.11 1.196.01 1.167.10 1.760.00

L071.ll 2.01X00 2.949.32 2.617.02 2.799.01 1.111.16' 9.120.00

9.911.07 4.106.01

5

O z

s

o

—<

5 o

5

w rqóz 1

>

r

o5

5

o

S

r o

=S ?

i

>

cn

m

ê

ai

o z

g

</>

•z--- X--- X---X

1 >

£

n m

r d ...

Jd ’p Ifiurge

a =

qj’

—OOI 1“

Naast deze wijze van type-aanduiding bestaan er nog ver­

schillende andere methoden.

O.a. voor AEG staafgelijkrichters geldt:

E052/1 ... 50 zijn 5 mA typen.

E106/1 ... 50 zijn 10 mA typen.

Het getal achter de breukstreep geeft het aantal cellen aan. Per cel is 25 V eff. sperspanning toegestaan.

Bedrljfstemperatuur: in het algemeen 65° C bij een max.

omgevingstemperatuur van 35° C.

Sperspanning: gemiddeld 20 V per element.

gelijkspanning 16 V.

gelijkstroom afhankelijk van het werkzame plaatopp.; een veilige waarde is 40 mA per cmX

en® W CD

AFKORTINGEN GEBRUIKT BIJ KRISTALDIODEN shuntcapaciteit (pF)

min. voorwaartsstroom bij een gegeven gelijkspanning

max. lekstroom in sperrichting bij gegeven gelijkspanning Vd

gemiddelde waarde van de gelijkgerichte stroom

topwaarde van de gelijkgerichte stroom foutstroom (Fault current) overbelastings- stroom gedurende max. 1 sec.

Vd

~ >

z

^d • inv •

^d * inv • p

... sperweerstand (--- ) afhankelijk

• max van aangelegde spanning.

.... max. toelaatbare tegenspanning

.... de tegenspanning waarbij de dynamische weerstand van de diode nul is

.... omgevingstemperatuur.

cdk...

^d ’ min

~^d • max

doorlaatweerstand (--- ) afhankelijk Jd • min

van aangelegde spanning Vd

amb

96

----HSSI «

--- ®

■ra ” Voorbeeld: •

SR 250 B 75 .

I

—Eïsa 5

I

f-102 Ho

hW

STROBOSCOOP

r10’2!

120 f Het aantal blokjes wordt gevonden uit a

kW3 R

q-io-x

a33 50 Hz.

20 <0 50 WO 200 2000 5000

98 99

GELUIDSTERKTE, LUIDHEID (DECIBEL EN FOON) EN GELUIDSDRUK

Normaalgroef : Microgroef:

Pico ”(162/3):

Opname-studio’s Ziekenhuizen Hotels - woningen Theaters Bureaus enz

afrondingsstraal r = 3 afrondingsstraal r afrondingsstraal r = 1 afrondingsstraal r afrondingsstraal r

NAALDPUNTAFMETINGEN mils (ca. 75 2,5 mils (ca. 63,5

mils (ca. 25 0,75 mil (ca. 18 0,4 mil (ca. 10

urn)

jim)

i>m) jim) pm) in

lucht v. 20° C stoom ...

water 13° C . zoutwater ..

kurk

eikenhout .. = 4100 glas ... = 6000 graniet = 3950

beton ....

aluminium koper ....

goud ...

zilver messing ..

brons

. = 1660 m/s . = 5200 „ . = 3500 ,,

= 2100 „ . = 2678 „ . = 3480 „ . = 3700 „

10?

10

Geluidsdru bjr)

103

Lu E

12.

10

M 20 10

• n°_

no

14 . 16 . 16 . 30 ... 45 TOELAATBARE STOORNIVEAU’S

12 ... 15 foon . 18 „ .20 „

• 30 „

GELUIDSSNELHEID 340 m/sec

405 „ 1441 m/s 1504 „

500 „

. .

w*.

10"5

W’6

W7.

w«.

w’. ■

»'»

.12

-500 1000 Frequentie<Hx>

Onder GELUIDSTERKTE (-intensiteit) verstaat men de geluidsenergie die (bv. ter plaatse van de waarnemer) per tijdseenheid de oppervlakte eenheid passeert in de richting loodrecht op dit oppervlak. Zij wordt uitgedrukt in watt per vierkante meter (W/m2) eventueel in decibels, waarbij 0 dB = 10-12 W/m2 (gehoordrempel voor 1000 Hz).

Verschillende geluiden van gelijke geluidsterkte maar van verschillende frequentie (= toonhoogte) worden echter door het menselijk gehoor niet met gelijke luidheid waar­

genomen.

De LUIDHEID wordt uitgedrukt in foons (symbool phon), een logaritmische maat, gelijk de decibel. 0 phon ligt op de gehoordrempel.

Het verband tussen luidheid en geluidsterkte voor ver­

schillende frequenties is gegeven in onderstaande Robinson- Dadson krommen. Hieruit blijkt bv. dat bij de (standaard) frequentie van 1000 Hz een geluidsterkte van lO-io W/m-’

nodig is om een luidheid van 20 phon te bereiken, terwijl voor een toon van 60 Hz een veel grotere geluidsterkte (nl.

10_5 W/m2 zijnde 50 dB meer) nodig is om dezelfde luid­

heid (20 phon) te verkrijgen.

waarin f = netfrequentie - R = toerental.

Voorbeeld: voor 33i/3 t/min wordt 120 X 50

= 180 blokjes, als f = 33i/3

10000 20000 Grluiditerktr

140 130 120 110 100,

90 .

«3 . 70 . 60 . 50 . 40 . 30 . 20 . 10 .

o.-J

■w|.10-»J

Merk op, dat bij 1000 Hz de aantallen foons (luidheid) en decibels (geluidsterkte) gelijk zijn, maar dat zij voor andere frequenties onderling verschillen.

Onder GELUIDSDRUK wordt verstaan de afwijking van de ter plaatse heersende luchtdruk veroorzaakt door perio­

dieke verplaatsing van de luchtdeeltjes t.g.v. de geluids;

golf. De geluidsdruk (vergelijkbaar met de spanning bij elektriciteit) is evenredig met de wortel uit de geluid­

sterkte en wordt uitgedrukt in microbar (pbar); 1 pbar

= 0,1 N/m2 = 1 dyne/cm2 en komt overeen met een ge­

luidsterkte van 2,5 . 10-5 W/m.2 en een luidheid van 74 phon bij 1000 Hz.

In de grafiek is rechts een schaal voor de geluidsdruk opgenomen.

netfrequentie 3

40 . . . 15000

t.tiian

LIHKtR KANAAL

1™*.

Breedte magnetofoonband: 6,25 mm ± 0,05 mm.

6.

toene-8.

9.

100

ifeMlpmal

DECCA:

DECCA:

DECCA:

FOLKWAYS:

PYE:

RCA:

TELEFUNKEN:

niet meer dan de “door d'e fabrikant aangegeven

50 . . . 10.000

ka- voor opna-Klasse

cm/sec inch/sec

töl.

%

38

“384 T5~

"oT

Tower - W9031.

Classical Sampler LAF.1.

Popular Sampler LAF-2.

Frequentie testplaat LXT 5346.

Laboratory Sampler W-LAB SI.

Classical Sampler X-WNS 1.

WESTMINSTER: Sound of Frequency FPX 100.

DEMONSTRATIE- EN TESTPLATEN Stereofonisch

DGG:

EMI:

PHILIPS:

Testrecord (45).

Prüfplatte Al (45 t.)

Full Dimensional Sound from the Capltol

RCCHTCR KANAAL

-- ---LOOPAICHTINOt..OCUtH" 000A 0CKOP'.

Looprichting en naalaanduiding stereofonische « men.

Stereo Einführungsplatte 103001.

Stereo demonstration testrecord SDD1.

Hi-Fi Stereophonic Demonstration Record D99796Y.

WST 14001 Beethoven’s 5e Symfonie.

Demonstration Disc CSCL 70007.

Einführung in die Stereophonie T72222.

WESTMINSTER: ,.Sounds in space” SF5015 (SP-33-13).

Monofonisch ACOS:

BRAUN:

CAPITOL:

TESTBANDEN Testbenden dienen voor:

a. Het zodanig inregelen van de opneemversterker dat bij maximale modulatie de door het C.C.I.R. genormaliseer­

de bandmagnetisatie wordt verkregen.

b. Het zuiver loodrecht op de looprichting van de band stellen van de spleten van opneem- en weergeefkop.

c. Het controleren van de frequentiekarakteristiek van de weergeefversterker d.m.v. een serie testfrequenties.

Voldoet het weergeefkanaal aan de door het C.C.LR.

gestelde eisen dan wordt aan de uitgang van de ver­

sterker een rechte frequentiekarakteristiek gemeten.

Door het C.C.I.R. worden de volgende correcties in het weergeefkanaal onderscheiden:

a. Een correctie welke daalt met 6 dB/octaaf bij mende frequentie.

b. Een hoog.op correctie ter compensatie van de golf- lengte-afhankelijke verliezen op de band.

c. Een extra hoog-op correctie ter compensatie van de door de weergeefkop veroorzaakte golflengte.afhanke­

lijke spleetverliezen en frequentie-afhankelijke wervel - stro om verliezen.

De hoog-op correctie volgens (b) komt overeen met het verloop van de admittantie van een parallel geschakelde

101

Voor lagere snel- Freq.- 40 . . . 15000 50 . .. 100 . .. heden zijn geen

gebied 10.000 6000 normen

vastge-_________steld._____________

Looprichting van een band bij dubbelspoor opnamen, ge­

zien tegen de gevoelige zijde van de band. Tevens is aan­

gegeven de afstand van de wiskopspleet tot het midden van de band.

10 REGELS VOOR DE DISCOFIEL

1. Houd de plaat schoon; reinig vóór en eventueel ook nè. het spelen; gebruik een iets vochtige doek van een zachte stof of een antistatisch reinigingsmiddel.

2. Vermijd vingerafdrukken; hanteer de plaat uitslui­

tend aan de randen.

3. Voorkom aanraking van de plaat met alcohol, vet, benzine e.d.; gebruik geen ontvlekkingsmiddelen.

4. Laat de plaat niet onnodig lang onbeschermd; berg hem zo gauw mogelijk weer in de hoes.

5. Vermijd glijdend contact tussen plaatoppervlak hem zo gauw mogelijk weer in de hoes^ _

kartonnen0hoes; sper de hoes tijdens het inbrengen en uithalen van de plaat goed open.

Gebruik de originele, beschermende binnenhoes van zacht filtreerpapier of plastiek; experimenteer niet zelf

met plastiek! .

7 Berg de plaat zuiver verticaal op; indien niet anders mogelijk dan horizontaal uitsluitend .in kleine stapel­

tjes (bv. vijf stuks) van gelijke diameter.

Houd de plaat uit de buurt van vuur, directe zonne­

straling of andere warmtebronnen.

Controleer geregeld de naald; permanente naalden be- staan niet; saffter gaat gemiddeld 50 uur mee, diamant

1000 uur. x

10. Controleer de naaldkracht; deze mag 10 % afwijken van dc deer de waarde.

GENORMALISEERDE BANDSNELHEDEN________

76 38 19 9 5

76,2 384 Ï9.Ö5 9?54 <“9?53 9?53 9?53 30 15 7?5 3?75 <3775 2 4

Ö?2 03 Ö3 27T ~

opnamen,

ge-I

geeft ook de 1

to<> n

Vergelijkingsniveau

mM mM/mm

duur signaal ..

Alle toebehoren

Spleetlnstelllng

Magnetoon

duur signaal 60 sec.

102 103

—10

—10

—10

—10 Test-

band (vol_

spoor)

76 38 19 9

Test- band (vol­

spoor) 76 38 19 9

10 10 8 6

45513,1 45513,2 45513,3 45513,4

30-15000 30-15000 30-12000 30- 8000 telkens 8 sec.

1000 1000 330 160

Hoog-af cor­

rectie jxsec

35 35 100 200 100 200 160 160

16 32 25,6 25,6 Volgens

DIN

ja ja neen neen freq.

kHz

niveau dB

Verge- lijkings-

freq.

Hz

Freq.- bereik

—20 dB Hz

Glijdende freq.

volgens CCIR

hoogste