• No results found

ICT-basis, roulerend deel R&D en innovatie

In document ICT, kennis en economie 2016 (pagina 32-37)

Telecommunicatie en de wijze waarop huishoudens en bedrijven ICT gebruiken, vormen de kern van het thema ICT in deze publicatie. Deze onderwerpen komen jaarlijks aan bod. De cijfers zijn grotendeels afkomstig uit officiële, Europees geharmoniseerde jaarstatistieken. Het gedeelte van de publicatie dat R&D en innovatie behandelt, wisselt jaarlijks. De belangrijkste reden hiervoor is de tweejaarlijkse cyclus van de innovatie-enquête. Eens in de twee jaar voeren alle EU-lidstaten op geharmoniseerde wijze een onderzoek uit naar innovatie: de ‘Community Innovation Survey’ (CIS). Zodra de uitkomsten van dat onderzoek beschikbaar zijn, komen ze in deze publicatie aan bod. Dat betekent dat deze publicatie in even jaren zoals 2016 de nationale cijfers over innovatie uitvoerig bespreekt. In oneven jaren zijn ook de internationale uitkomsten van de CIS beschikbaar. De publicatiereeks bevat in oneven jaren een kort hoofdstuk over innovatie dat een internationale vergelijking centraal stelt.

Het onderwerp R&D kent om dezelfde reden ook een tweejaarlijkse cyclus. In de oneven jaren bevat deze reeks een uitgebreid hoofdstuk over R&D. In de even jaren zoals 2016 komt het onderwerp R&D slechts summier aan bod. Nieuwe uitkomsten over R&D verschijnen overigens wel jaarlijks.

Naast de onderwerpen ICT, R&D en innovatie, heeft deze publicatiereeks ook aandacht voor het kennispotentieel in Nederland. Dit onderwerp komt samen met het gerelateerde thema R&D in de oneven jaren uitgebreid aan bod. In de even jaren zoals 2016 maakt het onderwerp kennispotentieel geen deel uit van de publicatie. De afwisseling van onderwerpen resulteert erin dat deze publicatiereeks het accent in de oneven jaren legt op kennisontwikkeling, en in de even jaren op technologie en toepassing.

Leeswijzer

Het volgende deel geeft een korte beschrijving van de hoofdstukken in deze publicatie.

Hoofdstuk 2 behandelt de bijdrage van ICT aan de Nederlandse economie. Het hoofdstuk gaat achtereenvolgens in op de rol van de ICT-sector binnen de Nederlandse economie, ICT-gerelateerde werkgelegenheid, ICT-bestedingen en internationale handel in ICT-goederen en -diensten.

Hoofdstuk 3 geeft een beschrijving van de infrastructuur van telecommunicatie in Nederland. De verschillende paragrafen in dit hoofdstuk behandelen de belangrijkste diensten van de telecomsector: internet, telefonie, en radio en televisie.

Hoofdstuk 4 beschrijft hoe huishoudens en personen ICT gebruiken. De eerste paragraaf richt zich op de ICT-voorzieningen die aanwezig zijn in huishoudens. De tweede paragraaf geeft een overzicht van de belangrijkste internetactiviteiten van Nederlanders. Het hoofdstuk vervolgt met het onderwerp online winkelen, en een paragraaf die de computer- en internetvaardigheden van Nederlanders beschrijft. De laatste paragraaf van dit hoofdstuk beschrijft de internetveiligheid: de bezorgdheid van Nederlanders op dit punt en de incidenten die zij hebben meegemaakt.

Hoofdstuk 5 bespreekt hoe bedrijven ICT toepassen. De eerste paragraaf bevat cijfers over hoe het personeel van bedrijven ICT gebruikt. In de tweede paragraaf staat internet centraal: wat voor internetverbindingen hebben bedrijven en hoe gebruiken zij het web? De derde paragraaf in dit hoofdstuk besteedt aandacht aan sociale media die bedrijven gebruiken, gevolgd door een paragraaf over elektronische facturering. Daarna verschuift de aandacht naar e-commerce: elektronisch in- en verkopen. In de laatste paragraaf staat het ICT- beveiligingsbeleid van bedrijven centraal.

Hoofdstuk 6 over innovatie beschrijft de uitkomsten van het recentste CBS-

onderzoek naar innovatie bij Nederlandse bedrijven, met als verslagperiode 2012– 2014. Het hoofdstuk besteedt aandacht aan het aandeel innovatieve bedrijven, uitgesplitst naar technologische en niet-technologische innovatie. Ook de mate waarin bedrijven samenwerken bij innovatie komt aan bod, net als de omzet die bedrijven hebben behaald met innovatieve producten.

Hoofdstuk 7 over R&D en patenten beschrijft de investeringen in kennis. Deze zijn van groot belang voor innovatie en technologie. Paragraaf 7.1 behandelt de ontwikkeling van kennis door Nederlandse bedrijven en onderzoeksinstellingen: research en development (R&D). Paragraaf 7.2 gaat over patenten: de bescherming van deze nieuw ontwikkelde kennis.

Het afsluitende hoofdstuk van deze publicatie bevat enkele capita selecta, zoals in deze reeks gebruikelijk is. Dit betreft verdiepende bijdragen die nader ingaan op onderwerpen die ook elders in de publicatie aan bod komen. Soms betreft het een onderwerp waar het CBS geen cijfers of specifieke kennis over heeft, maar dat wel een nuttige bijdrage levert aan de beschrijving van de kenniseconomie. In deze editie is een bijdrage opgenomen over de websites van musea. Dit artikel beschrijft een exploratief onderzoek van het CBS om op basis van internetdata informatie te krijgen over hoe musea hun websites gebruiken. Daarna volgt een artikel over e-commerce: wat omvat dit onderwerp nu precies en welke aspecten ervan onderzoekt het CBS? De laatste bijdrage in dit hoofdstuk gaat in op het belang van software in alle bedrijfstakken, niet alleen de ICT-sector. Dit artikel is verzorgd door onderzoeksbureau Dialogic.

ICT en

economie

2.

ICT speelt een belangrijke rol in de Nederlandse economie. Dit hoofdstuk beschrijft hoe groot die rol is. Hoe presteert de Nederlandse ICT-sector bijvoor- beeld? Welk deel van de werkenden in Nederland is ICT’er en wat zijn hun achtergrondkenmerken? En wat is het belang van ICT-producten en -diensten voor de Nederlandse in- en uitvoer? Deze onderwerpen staan centraal in dit hoofdstuk.

2.1 De ICT-sector en de Nederlandse

economie

De ICT-sector bestaat uit drie onderdelen: de ICT-industrie, groothandel in ICT- apparatuur en de ICT-dienstensector. De ICT-industrie omvat bedrijven die voor- namelijk informatie- en communicatieapparatuur ontwerpen en produceren. Tot de groothandel in ICT-apparatuur behoren bedrijven die handelen in software, computers en overige elektronica, zoals telecommunicatieapparatuur. Ze leveren deze producten hoofdzakelijk aan dealers en andere niet-eindgebruikers. De ICT-dienstensector bestaat uit bedrijven die het proces rondom elektronische informatieverwerking en communicatie ondersteunen. Zij maken bijvoorbeeld software, of leveren advies.

2.1.1 Afbakening van de ICT-sector volgens SBI 2008

SBI 2008 Omschrijving activiteit

ICT-industriesector

261 Vervaardiging van elektronische componenten en printplaten 262 Vervaardiging van computers en randapparatuur

263 Vervaardiging van communicatieapparatuur 264 Vervaardiging van consumentenelektronica 268 Vervaardiging van informatiedragers Groothandel in ICT-apparatuur

4651 Groothandel in computers en software 4652 Groothandel in overige elektronica ICT-dienstensector

582 Uitgeverijen van software 61 Telecommunicatie 62 IT-dienstverlening

631 Gegevensverwerking, webhosting en aanverwante activiteiten; webportalen

De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) heeft de ICT-sector exact gedefinieerd. Tabel 2.1.1 laat zien welke bedrijfstakken volgens de OESO-definitie tot de ICT-sector behoren, uitgedrukt in termen van de Standaard Bedrijfsindeling (SBI 2008). Veel landen gebruiken deze definitie in hun statistische publicaties. Dit maakt het eenvoudiger om cijfers over de ICT-sector internationaal te vergelijken. Ook dit hoofdstuk gebruikt deze OESO-definitie, tenzij anders vermeld is.

In document ICT, kennis en economie 2016 (pagina 32-37)