decreet van 27 September 1773, den kerkmeesters gelast had, om geld te negotieeren
tot het opbouwen van den toren, zonder weten of consent van den Bisschop, waardoor
de kerk merkelijk benadeeld was; verzoekende dat de Magistraat met den eersten de
kerk zou ontlasten, en zoo niet, dat de Bisschop zich zou adresseeren aan H.H. Mog.
in Den Haag. - Die brief nam de Pastoor mede naar het stadhuis, den 26., alwaar de
kerkerekening behandeld werd. Burgemeester J
UNCKERSwas commissaris,
O
PDENOORDT, als secretaris, was daar, met T
HYSSENals opperkerkmeester, L.
S
TOCKELMANSkerkmeester, en C
ASPARH
ERMANSkoster.
April.
Den 12. kwam burgemeester C
ONRAETZmet O
PDENOORDT, gecommitteerd, zooals
zij zeiden, omtrent 12 uur, bij Pastoor den gereformeerden biddag tot welvaren van
het land aanzeggen. De Pastoor antwoordde
‘'k heb 't gehoord’. Wel, zei
CONRAETZ, zal 't dan biddag zijn? ‘Als 't gepubliceerd
wordt, zal 't zijn’. Maar, zei C
ONRAETZtoen, ik zou dat nu gaarne weten, of het zal
zijn, om het ook aan de kloosters te doen aanzeggen en den Magistraat te convoceeren.
‘Als 't gepubliceerd wordt zal het zijn’. Hiermee hebben de twee ambassadeurs heel
vriendelijk... hun afscheid genomen.
13. omtrent 1 uur kwam de stadsbode L
ENDERSbij den koster vragen: Is de biddag
gepubliceerd? ‘Daar is niets gepubliceerd dan de aanstaande huwelijken’.
14. was het gereformeerde biddag, maar in onze kerk ofte anderen is niets geschied;
noch iemand van den Magistraat heeft ons aangesproken.
16. werd van den Magistraat mondeling aan S
TOCKELMANSgeordonneerd om aan
het Manhuis 300 gulden van het kerkgeld te tellen. Hiertegen protesteerde T
HYSSEN,
vertrok terstond naar Roermond en gelastte S
TOCKELMANSgeen geld te geven.
17. kwam T
HYSSENweerom met orders van den Bisschop om geen kerkgeld aan
den Staat of het Manhuis te geven, daarenboven dat de heer Bisschop, op request,
aan hem door T
HYSSENgepresenteerd, gelastte de Moederkerk te witten, hetgeen de
Magistraat wilde beletten.
29. zijn V
ORSTERMANen W
ILLEMSENhun reden aan den Bisschop gaan
voordragen, nomine magistratur (namens den Magistraat), waarop de Pastoor van
den Bisschop eenen brief ontving, behelzende om aan T
HYSSENte communiceeren
van die 300 gulden aan het Manhuis te tellen, en dat de kerk moest gewit worden.
Mei.
Den 5. kwam de tijding (uit Den Haag), dat de heer M
ATHIAS VANW
ESSEMraadsheer
en momber was.
6. landden zes schepen met affuiten, kanonnen en ballen.
26. werd omgetrommeld dat ieder eenen pot met water aan de deur moest zetten
en driemaal daags de zijpen (goten) vegen. Om 2 uur namiddag kwam de bode van
het Hof hetzelfde aanzeggen.
Denzelfden dag is eene apostille (kantteekening) op de suppliek (verzoek) van vrouw...
(C.) in Den Haag gepresenteerd, gekomen. Deze behelsde hoe... (C.), haren man, op
het stadhuis en in de provoost door afpersing en aangejaagde vrees cessie (afstand)
van al zijne goederen gedaan had, enz. Deze cessie is nul verklaard en de suppliant
is in integrum (in rechten hersteld) gerestitueerd, gelijk hij was den 21. Mei 1782.
Dit moest binnen acht dagen aan den Schout en W. C
ONRAETZgeïnsinueerd worden.
De Schout moest binnen de veertien dagen dat decreet of apostille effectueeren ‘op
poene van onze disgrace’, ita ipsamet legi (krachtens de wet).
Juni.
Den 12. is eene lichte madam opgelicht, zij kreeg voor sententie (vonnis) twee uren
te staan op eenen verheven steen voor de vleeschhal (thans Administratiegebouw,
bezijden het stadhuis), een papier vóor, met het opschrift ‘H... en tuindievinne’. Na
die 2 uren gaf de dienaar haar 10 stokslagen; men leidde haar de Maaspoort uit, en
's avonds was zij in haren winkel langs de Roermondsche poort.
13. bracht een statenbode de exclusie (uitsluiting) van schepen T
HYSSENuit den
Magistraat. - Den 17. kwam ook de exclusie van het Gerecht. (Tot 1795 vonnisde
de Schepenbank en ook het Hof.)
14. begon men de kerk te witten, twee man was al het arbeidsvolk.
Juli.
Den 2. kwam de hofbode zeggen geen water meer aan de deur te zetten of destraten
te begieten, tot nader order.
3. was de heele kerk door die twee mannen gewit tot vergenoegen van alle
aanschouwers; zij hebben voor loon gehad....
(8. is door H.H. Mog. een verzoek van C. C
ONSBRUCH, houdende, dat de raad en
momber V
ANW
ESSEM, als partijdig zijnde, niet mocht gequalificeerd worden om
tegen hem te informeeren, naar het Hof verzonden om te berichten. Res. 220.)
Augustus.
Den 10. was de Maas zoo laag, dat de voorslagen tegen malkander lagen.
14. kwam een informatie uit Den Haag aan den Magistraat, hoeveel stallingen in
staat waren voor paardenvolk; item te zorgen voor hooi en stroo en eenige duizend
vaten koren en haver. (Van wege de geschillen met J
OZEFII?)
September.
Den 1. bracht een statenbode order dat de Zwitsers zich moesten vaardig maken, om
op de eerste order af te marcheeren.
15. arriveerden H.H. Mog. en vertrokken den 17. naar Nijmegen.
October.
Den 20. is bij resolutie op last van H.H. Mog. schepen T
HYSSEN(mits leedwezen
toonende) weder in zijne bediening hersteld.
21. kwam de order dat de Zwitsers moesten marcheeren.
November.
Den 6. werd van het stadhuis gepubliceerd dat niemand een paard mag verkoopen,
op 5 rijksdaalders amende, en die niet betaalt, zal voldoen met een geeseling en
brandmerk.
Denzelfden dag werden de 2 eerste nieuwe tenten in het Zand opgeslagen.
10. werd rondgeroepen
1dat niemand na het luiden der poorteklok uit- of binnen
In document
J. Chr. van Postel, Het dagboek of De kroniek · dbnl
(pagina 30-33)