• No results found

Huidige situatie en plan

In de huidige situatie is het plangebied grotendeels onverhard. Het plangebied wordt aan de noordzijde aangesloten op de bestaande Hugo de Grootweg. Evenwijdig aan deze weg ligt een sloot, welke voor een klein gedeelte zal worden gedempt en omgelegd. De benodigde watercompensatie wordt ingezet als landschappelijke grens tussen de kavels en een watergang aan beide zijden van het nieuwe tracé. Aan de zuidzijde van het plangebied zal een brug worden gerealiseerd over kanaal de Leidse Rijn.

Watergangen

Bij de aanleg van het wegtracé wijzigt het huidige grondgebruik en de hoeveelheid verhard oppervlak.

Dit is van invloed op de aan- en afvoer van oppervlaktewater en de mogelijkheden om water te bergen in het gebied. Zo is er meer ruimte nodig voor waterberging vanwege de versnelde afvoer van regenwater van het verhard oppervlak. Daarnaast wordt bij de realisatie van de weg watergangen gekruist en worden er watergangen gedempt. De kruisingen met de watergangen zullen voldoende gedimensioneerd worden zodat er geen negatieve gevolgen zijn voor de afwatering van het gebied.

Voor de afwatering van het regenwater dat afkomstig is van de weg zelf worden afwateringsmiddelen aangelegd in de vorm van greppels en sloten, evenwijdig aan het wegprofiel. Waar mogelijk wordt water in de bodem geïnfiltreerd.

Waterkwantiteit

Bouwplannen dienen volgens het beleid van het hoogheemraadschap waterneutraal te zijn. Dit houdt in dat de ontwikkelingen geen negatieve gevolgen mogen hebben voor zowel de waterkwaliteit als de waterkwantiteit. Met voorgenomen ontwikkeling neemt het verhard oppervlak aanzienlijk toe en dit zal, zonder maatregelen leiden tot negatieve gevolgen voor de waterkwantiteit.

Door de realisatie van de randweg worden onverharde gronden verhard. De oppervlakte aan verharding betreft bij benadering 2.200 m2. De daadwerkelijk te realiseren oppervlakte aan verharding kan hiervan afwijken. Het Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden hanteert als eis dat een deel van het verhard oppervlak moet worden gecompenseerd in de vorm van open water.

Het nieuwe oppervlaktewater bedraagt 330 m2. Daarnaast zal als gevolg van het nieuwe tracé 130 m2 bestaand wateroppervlak worden gedempt. Dit oppervlak zal voor 100% worden gecompenseerd. In totaal is 460 m2 water benodigd. Hierin is de mogelijke uitbreiding van Interplant Roses niet meegenomen. Deze watercompensatie vindt volledig plaats in het noordelijke peilvlak (paarse stippellijn). In de schets is 1.280 m2 nieuw water opgenomen. Dit biedt nog compensatie ruimte voor de mogelijke nieuwbouw van Interplant Roses.

De benodigde waterberging dient te worden gerealiseerd in het noordelijk peilgebied (afbeelding 7.1).

Afbeelding 7.1: Uitsnede peilgebieden hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden ter hoogte van het plangebied: de paarse lijn geeft de peilgebieden aan

Het wegontwerp voorziet in bermsloten aan beide zijden van de weg en een watergang als grens tussen het bebouwingslint en het achterland. De nieuwe sloten worden voorzien van een duiker die minimaal 500 mm diameter in doorsnee is met 20% lucht, zodat er enige doorstroming kan ontstaan Ook tussen de noordelijke kavels wordt een watergang gerealiseerd. In totaal voorziet het landschappelijk inpassingsplan in de benodigde 1.280 m2 aan nieuw oppervlaktewater. Dit resulteert in voldoende watercompensatie binnen het noordelijk peilgebied. De waterberging compensatie is geborgd door een voorwaardelijke verplichting op te nemen in de bestemmingsplanregels die verwijst naar de benodigde watercompensatie uit het inrichtingsplan (deze is als bijlage bij de regels opgenomen).

Waterkwaliteit

De aanleg van de weg is van invloed op de waterkwaliteit in het gebied als gevolg van verwaaiing van opspattend regenwater door het verkeer. Door de verbranding van brandstof en slijtage van auto’s, het wegmeubilair en het wegdek komen met de verwaaiing milieubelastende stoffen in nabijgelegen oppervlaktewater terecht. Naast verwaaiing treedt er ook direct afstroming van het wegoppervlak op.

Dit stromende wegwater is vervuild, als gevolg van slijtage van auto’s, het wegmeubilair en het wegdek.

Als gevolg van het wegverkeer kunnen zich calamiteiten voordoen waardoor in een korte tijd een grote hoeveelheid verontreiniging van de weg af komt. Voorbeelden zijn lekkages van tankwagens of aanrijdingen waarbij verontreinigende stoffen en eventueel bluswater tot afstroming komt. De verontreiniging zal in dergelijke gevallen in eerste instantie als run-off in de wegberm terechtkomen.

Hierdoor zal de bodem lokaal sterk verontreinigd kunnen raken, maar zal de verspreiding wel sterk worden beperkt. Door de verontreinigde bodem te verwijderen kunnen de gevolgen worden beperkt.

Anders is het wanneer de verontreiniging in het oppervlaktewater terechtkomt. In dat geval zal niet alleen het water en de waterbodem lokaal sterk verontreinigd kunnen raken, maar kan de verontreiniging zich ook snel verspreiden. Door de bermsloten zoveel mogelijk te isoleren van het watersysteem kan verspreiding van verontreinigingen bij calamiteiten zoveel mogelijk voorkomen worden

Afbeelding 7.2: inrichtingsplan met benodigde watercompensatie

Riolering

Het hemelwater wordt naar het oppervlaktewater afgevoerd.

Beheer en onderhoud

Het beheer en onderhoud van het inzamelings- en transportstelsel van afvalwater, kortom de riolering, ligt bij de gemeente. Het Waterschap is verantwoordelijk voor de zuivering van het aangeleverde afvalwater.

7.3 Conclusie

In het bestemmingsplan is afdoende rekening gehouden met de wateropgave. De waterparagraaf leidt niet tot een belemmering voor het plan. De watertoetsproces voor het bestemmingsplan is doorlopen.

In het kader van voorliggend bestemmingsplan heeft de gemeente Woerden contact opgenomen met het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR). Het voorontwerpbestemmingsplan wordt naar aanleiding van eventuele opmerkingen van de HDSR aangepast.

8 Milieu

GERELATEERDE DOCUMENTEN