Ik ga je nu wat vragen stellen over hoe het nu gaat . We vragen onder andere naar de gezinsvoogd, dit kan ook een jeugdbeschermer zijn. (check hoe het heet!)
Vragen aanpassen aan situatie kind.
Alleen OTS (bij ouders)
16. Bij een OTS begeleid een gezinsvoogd jou en ouders. Heb je een gezinsvoogd? 17. Wat vind je van hem / haar? (naar voorbeelden vragen) Worden jij en je ouders goed
door haar/hem geholpen? (hoe doet hij of zij dat?) voorbeelden?
18. Heb je steeds dezelfde gezinsvoogd gehad? of verschillende? Reden? Wie was de fijnste? Waarom?
•
Vervolg vanaf vraag 27.Pleegouders
19. Wat vind je ervan dat je nu bij je pleegouders zit?? snap je waarom je hier zit? 20. Hoe gaat het? Vind je het fijn om in een pleeggezin te zitten? Wat vind je fijn / niet
fijn; naar voorbeelden vragen.
21. Worden jij en je pleegouders begeleid door een gezinsvoogd?
22. Wat vind je van hem / haar? Worden jij en je pleegouders goed door haar/hem geholpen? Wat doet hij / zij dan? voorbeelden vragen.
23. Heb je steeds dezelfde gezinsvoogd gehad? of verschillende? Reden? Wie was de fijnste? Waarom?
24. Heb je nog contact met je ouders? hoe verloopt het contact? 25. Wil je weer terug naar je ouders?
26. Hoe lang denk je dat je nog in dit pleeggezin zit?
Voor ouders en pleegouders
27. Heb je met de gezinsvoogd ook doelen besproken om aan te werken? Wat voor doelen zijn dat?
28. Welk doel is het lastigst? Waarom? en welke het makkelijkst?
29. Gaat het nu beter met je dan een aantal maanden terug? Kan je daar wat meer over vertellen?
30. Weet je of er voor het plan met de doelen ook een gesprek is geweest met bv ooms / tantes en je opa en oma om de problemen eerst thuis op te lossen en is hier toen ook een plan voor gemaakt?
31. Ben je tevreden over de hulp? Of zijn er nog dingen die niet zo goed gaan of die je mist? Voorbeelden vragen.
32. Als je vind dat iets niet goed gaat, praat je hier met iemand over? Is er toen iets aan gedaan/ verandert?
33. Met wie praat je hierover? Is er nog iemand naast je gezinsvoogd met wie je praat over je problemen / hoe het gaat?
34. Aan welke hulp heb je het meeste gehad? is er een tip die je bijvoorbeeld heb gekregen en waar je nog vaak aan moet denken?
35. Hoe denk je dat de situatie over XX maanden zal zijn? wat zou je het liefste willen (bv weer terug naar ouders, bij pleegouders blijven etc.)
Jeugdinstelling
36. Wat vind je ervan dat je nu in een instelling XXX zit?? snap je waarom je hier zit? 37.Wordt je hier goed geholpen? Wat voor hulp krijg je precies? Welke problemen
worden aangepakt? Door wie?
38. Krijg je ook hulp van een gezinsvoogd? Nog andere hulpverleners? Heb je steeds dezelfde hulpverlener of wisselt dit? welke hulpverlener / voogd vind je het fijnst? Waarom?
39. Gaat het nu beter met je dan toen je hier net kwam / of hoe het thuis ging? 40. Ben je tevreden over de hulp? wat vind je goed gaan? Voorbeelden vragen. 41.Zijn er dingen die niet zo goed gaan? voorbeelden?
42. Bespreek je de dingen die niet goed gaan met iemand? wie? Is er toen iets aangepast / verandert.
43. Aan welke hulp / hulpverlener heb je het meeste gehad? is er een tip die je bijvoor-beeld heb gekregen en waar je nog vaak aan moet denken?
44. Hoe denk je dat de situatie over XX maanden zal zijn? Wat zou je het liefste willen?
Als laatste vraag:
45. Als andere jongeren in deze situatie zitten heb je dan nog tips voor ze? (b.v. Is dit een goede plek om te worden geholpen? )
Colofon Opdrachtgever WODC Auteurs Dr. mr. K.D. Lünnemann J.I. Huijer, LLM K. Bel, MSc. M. K. M. Lünnemann, MSc.
Met medewerking van H.E. Schoenmakers, LLB
Mr. drs. L.F. Drost
Wetenschappelijk adviseurs Prof. dr. M.J. Steketee
I. Weijers
Omslag Ontwerppartners, Breda
Uitgave Verwey-Jonker Instituut
Kromme Nieuwegracht 6
3512 HG Utrecht
T (030) 230 07 99
E secr@verwey-jonker.nl
I www.verwey-jonker.nl
De publicatie kan gedownload worden via onze website: http://www.verwey-jonker.nl.
ISBN 978-90-5830-895-5
© Verwey-Jonker Instituut, Utrecht 2018.
Het auteursrecht van deze publicatie berust bij het Verwey-Jonker Instituut.
Gedeeltelijke overname van teksten is toegestaan, mits daarbij de bron wordt vermeld. The copyright of this publication rests with the Verwey-Jonker Institute. Partial reproduction of the text is allowed, on condition that the source is mentioned.
verwey-jonker instituut Kromme Nieuwegracht 6 3512 HG Utrecht t 030 230 07 99 e secr@verwey-jonker.nl I www.verwey-jonker.nl
De maatregelen van kinderbescherming (ondertoezichtstelling, uithuisplaatsing en gezagsbeëindiging) vormen voor de overheid het belangrijkste instrumentarium om in te kunnen grijpen als kinderen in hun lichamelijke en/of geestelijke ontwikkeling ernstig worden bedreigd of geschaad. In 2015 is de kinderbeschermingswet herzien, met als doel om een aantal geconstateerde knelpunten in de
kinderbeschermingswetgeving weg te nemen. Deze herziening heeft ervoor
gezorgd dat de gronden om tot een kinderbeschermingsmaatregel over te kunnen gaan ingrijpend veranderd zijn. Het doel van de wet is meer dan voorheen om aan te sluiten bij de omstandigheden waarin het kind zich bevindt, en het kind meer centraal te stellen bij het opleggen van de kinderbeschermingsmaatregelen.
Deze tussentijdse evaluatie geeft inzicht in hoe de uitvoering van de kinderbeschermingswetgeving verloopt. Dit als vervolg op de nulmeting van Regioplan in 2015. We brengen de ontwikkelingen na de wetswijziging in kaart. We hebben nu een meer gedifferentieerd beeld van deze ontwikkelingen, bijvoorbeeld als het gaat om de gronden van ondertoezichtstelling of de invulling van
aanvaardbare termijn in relatie tot de gezagsbeëindiging. In het rapport
doen we een aantal aanbevelingen over welke aspecten in de eindevaluatie aandacht zouden moeten krijgen.