• No results found

zaamheid in internationaal verband

Bijlage 4: Houdingenmatrix voor Governance monitor duurzame ontwikkeling

1 'Overlevingsgericht'

handelen

Korte termijn/ eigen belang/ kosten

besparen

2

Strikt wettelijk kader toepassen

Formeel/star/ macht

3 Onderhandelen

Voor wat hoort wat /mutual gains 4 Verinnerlijking elkaars belang Open/flexibel/ inleven 5 Gezamenlijk dienen van hoger belang

Lange termijn/mondiaal

belang

GEMEENTELIJK ORGANISATIE – DUURZAME BEDRIJFSVOERING MVO beleid in het

kader van interne bedrijfsvoering Aspecten binnen MVO beleid zijn bijvoorbeeld: - interne milieuzorg - HRM beleid (opleiding en diversiteitsbeleid)

Er is geen borging m.b.t. duurzame bedrijfsvoering van de eigen organisatie.

Voorbeelden:

- geen interne milieuzorg; - duurzaamheid is geen onderdeel van HRM beleid;

- kennis inkopen alleen via nieuwe medewerkers; - geen doelstellingen m.b.t. diversiteit personeelsbestand.

Het MVO beleid beperkt zich tot het borgen van de eigen bedrijfsvoering zodat deze voldoet aan de geldende (eigen) regelgeving.

Voorbeelden: - milieuzorg gericht op voldoen aan wetgeving; - duurzaamheid is alleen van belang bij personeelsbeleid van direct betrokken afdelingen; - scholing medewerkers in belang van werkgever; - wel doelstellingen m.b.t. diversiteit personeelsbestand, maar onduidelijk hoe deze uitgevoerd worden.

De gemeente gebruikt het eigen MVO beleid om een voorbeeldrol te spelen naar burgers en bedrijven en hen zo te overreden hetzelfde te doen bij milieu, sociale en economische initiatieven.

Voorbeelden: - milieuzorg als voorbeeld voor andere organisaties;

- de waarde van duurzaamheid in HRM beleid wordt van geval tot geval bekeken; - opstellen opleidingsplan in overleg met werknemer; - voorrang bij gelijke geschiktheid.

De doelen van het MVO beleid worden mede bepaald door

werknemers, burgers en bedrijven. Deze doelen blijven wel gericht op de interne bedrijfsvoering.

Voorbeelden:

- geen apart aansturing op milieuzorg nodig; - duurzaamheid is een vast onderdeel in het HRM beleid;

- vrij kiezen van scholing binnen kaders;

- diversiteit is een verrijking voor de organisatie.

MVO beleid is niet beperkt tot de eigenbedrijfsorganisati e, maar richt zich op leveren van een positieve bijdrage aan de maatschappij.

Voorbeelden: - milieuzorg als stimulans voor burgers en bedrijven;

- HRM beleid wordt ook ingezet om extern duurzaamheid naar buiten te dragen; - vrije scholing gericht op persoonlijke ontwikkeling; - diversiteitsbeleid is gericht op ontplooiing van minderheidsgroepen. Maatschappelijk verantwoord inkopen - Ecologisch - Sociaal-cultureel - Economisch (aspecten zo mogelijk eerst apart beoordelen later samenvoegen)

Inkopen is gericht op de laagste prijs binnen minimale kwaliteitseisen.

Geen duurzame criteria toegepast; goedkoopste investering

doorslaggevend

Landelijke richtlijnen voor (duurzaamheids-) eisen worden zo goed mogelijk meegenomen bij inkoop procedures.

PIANOo criteria toegepast

Na een marktconsul-tatie worden duur-zaamheidseisen gesteld die worden afgewogen tegen de prijs. TCO Circulair inkopen EMVI Duurzaamheidseisen worden met direct betrokkenen (gebruikers, burgers, leveranciers) afgestemd en dwingend meegenomen in het inkooptraject. Marktdialogen

Best value procurement Functioneel inkopen Leveranciers en gebruikers worden vrijgelaten om in gezamenlijkheid tot de meest duurzame oplossing te komen. Keus wordt gemaakt nadat in open dialoog met alle partijen meest duurzame oplossing is ontwikkeld

1 'Overlevingsgericht'

handelen

Korte termijn/ eigen belang/ kosten

besparen

2

Strikt wettelijk kader toepassen

Formeel/star/ macht

3 Onderhandelen

Voor wat hoort wat /mutual gains 4 Verinnerlijking elkaars belang Open/flexibel/ inleven 5 Gezamenlijk dienen van hoger belang

Lange termijn/mondiaal

belang

Groenbeleid De gemeente onderhoud groen alleen op basis van de laagste kosten.

Voorbeeld: - bomen en struiken wijken voor gras of verharding.

De gemeente

onderhoud alleen groen waar dit wettelijk verplicht is of door lokale politiek als prioriteit is aangewezen. Daar waar nodig krijgen burgers en bedrijven de kans in te spreken of worden deze geconsulteerd over de plannen. Lage kosten hebben voorrang boven de kwaliteit van het groen en de biodiversiteit.

De gemeente compenseert bepaalde negatieve effecten van haar beleid door aanleg van extra groen en werkt met

buurtbewoners samen om een optimaal beheer te realiseren. Aanleg en onderhoudt van natuur wordt gedaan omdat dit directe voordelen heeft voor gemeente en inwoners (bijvoorbeeld: hogere huizenprijzen, recreatie

mogelijkheden). Biodiversiteit heeft een ondergeschikte rol.

Voorbeeld: - groene daken - stadslandbouw

Groen is een belangrijke waarde voor de profilering van de gemeente.

Kwaliteit van natuur en biodiversiteit maakt hier onderdeel van uit, maar blijft beperkt tot effecten op het eigen grondgebied. De gemeente is bereid extra inspanningen te leveren om wijkinitiatieven m.b.t. groen te versterken. Voorbeeld: - agrarisch landschapsbeheer - ecologisch tuinieren Natuur wordt aangelegd en onderhouden vanuit de intrinsieke waarde die het heeft voor de leefomgeving. Er wordt gestreefd naar een hoge ecologische kwaliteit en hoge biodiversiteit waarbij nadrukkelijk wordt gekeken naar de relatie met de wijdere omgeving van de gemeente. Hierdoor wordt de

aantrekkingskracht van de gemeente voor zowel mensen als natuur versterkt. Voorbeeld: - aanleg ecologische verbindingszones Klimaatdoelstelling jaar waarin de gemeentelijke organisatie klimaat- of energieneutraal wil zijn (kan eventueel worden afgeleid van de doelstelling voor de totale gemeente). > 2065 2056 – 2065 [Extrapolatie van Europese doelstelling voor 2050 = 80% CO2 reductie leidt tot energieneutraal in 2060]

2041 – 2055 2031 – 2040 ≤ 2030

SAMENWERKEN EN VERBINDEN

Burgerparticipatie Bestuur beperkt zich tot het passief volgen van de feitelijke ontwikkelingen.

Informeren

Het bestuur hoort meningen of ideeën aan, zonder de verplichting aan te gaan deze over te nemen of plannen aan te passen. Daardoor blijft burgerparticipatie vaak een proces dat tot weinig veranderingen leidt.

Raadplegen, Adviseren

Gezamenlijk met burgers zoeken naar doelstellingen aan het begin van

besluitvorming traject. Het bestuur werkt in deze fase op basis van gelijkwaardigheid met andere partijen samen. Daarna kiest bestuur voor eigen

oplossingen.

Coproduceren

Het bestuur geeft aan participanten de bevoegdheid om – binnen randvoorwaarden – zélf beslissingen te nemen en evt. uitvoering aan een in overleg tot stand gekomen bestuurlijk beleidskader te geven.

Meebeslissen

Nieuwe uitdagingen worden vanuit een open houding door alle partijen benaderd. In beginsel is het mogelijk dat burgers zelf initiatief nemen en dat het bestuur zich beperkt tot ondersteuning bieden (tijd, geld, deskundigheid, materiële hulpmiddelen). Burgercontrole

1 'Overlevingsgericht'

handelen

Korte termijn/ eigen belang/ kosten

besparen

2

Strikt wettelijk kader toepassen

Formeel/star/ macht

3 Onderhandelen

Voor wat hoort wat /mutual gains 4 Verinnerlijking elkaars belang Open/flexibel/ inleven 5 Gezamenlijk dienen van hoger belang

Lange termijn/mondiaal

belang

Samenwerking met bedrijfsleven

Bedrijven zijn duidelijk een derde partij voor de gemeente en worden niet betrokken bij het formuleren en uitvoeren van beleid.

Bedrijven worden gehoord over planvorming die hen direct aangaat. De gemeente neemt alleen die ideeën over die van direct belang zijn voor het bereiken van de doelstelling die de gemeente heeft.

De gemeente sluit samenwerkingsverban den met bedrijven om eigen

beleidsdoelstellingen te bereiken en is daarbij bereid concessies te doen aan het bedrijfsleven zodat zij makkelijke gezamenlijke doelstellingen kunnen bereiken. Voorbeelden van dergelijke samenwerkingsverban den zijn green deals en convenanten.

De gemeente werkt samen en legt verbindingen tussen mensen, kennis en geld; tussen beleid en uitvoering; tussen overheid, onderwijs en bewoners. Zij zoekt hierbij actief de samenwerking op om een duurzame

ontwikkeling te bereiken.

De gemeente associeert zich met koplopers om bedrijfssectoren tot vernieuwingen (innovatie) te brengen zodat de groep koplopers groter wordt en duurzaamheid een onderdeel wordt van alles wat door bedrijven wordt opgepakt. Samenwerking met maatschappelijke organisaties (bijv. woningcorporaties, verenigingen, zorginstellingen) Maatschappelijke organisaties zijn duidelijk een derde partij voor de gemeente en worden niet betrokken bij het formuleren en uitvoeren van beleid.

Met maatschappelijke organisaties wordt samengewerkt als dit vanuit de (wettelijke) taakverdeling of voor een effectieve uitvoering van het beleid niet anders kan.

Met maatschappelijke organisaties wordt samengewerkt als dit voordelen oplevert voor (het efficiënt) uitvoeren van gemeentelijk beleid. De gemeente besteedt bijvoorbeeld bepaalde taken uit aan maatschappelijke organisaties. De gemeente werkt samen met maatschappelijke organisaties om gemeenschappelijke belangen tot uitvoer te brengen. De gemeente past waar nodig haar beleid aan om dit mogelijk te maken.

De gemeente en maatschappelijke organisaties stemmen samen en met burgers en bedrijven hun beleid af en richten zich hierbij op het bereiken van duurzame ontwikkeling.

Intergemeentelijke samenwerking

De gemeente heeft geen samenwerkings-verbanden met andere gemeenten gericht op duurzame ontwikkeling.

De gemeente neemt deel aan wettelijke samenwerkings-verbanden op terreinen gerelateerd aan duurzame ontwikkeling. Omgevingsdiensten Stadsgewesten Waar noodzakelijk voor een goede uitvoering van het beleid gericht op duurzame ontwikkeling gaat de gemeente (ad-hoc) samenwerkings-verbanden aan. Inkoop samenwerking Ruimtelijke plannen De gemeente is van nature gericht op samenwerking met andere gemeenten en neemt hierin een leidende rol.

Actief binnen (landelijke) werkgroepen gericht op duurzame ontwikkeling (bijv. VNG) om daarin de belangen van de eigen gemeente te bevorderen.

De gemeente stelt zich ten dienste van het bereiken van

duurzame ontwikkeling in de regio door andere gemeenten mee te nemen op dit beleidsterrein; en maakt zich sterk bij relevante organen, waaronder Rijk en provincie, om de landelijke voorwaarden te verbeteren voor duurzame investeringen en projecten.

1 'Overlevingsgericht'

handelen

Korte termijn/ eigen belang/ kosten

besparen

2

Strikt wettelijk kader toepassen

Formeel/star/ macht

3 Onderhandelen

Voor wat hoort wat /mutual gains 4 Verinnerlijking elkaars belang Open/flexibel/ inleven 5 Gezamenlijk dienen van hoger belang

Lange termijn/mondiaal

belang

BELEIDSKADERS FORMULEREN EN INTEGREREN Coalitieakkoord In het coalitieakkoord

wordt alleen aan klassieke beleidsterreinen als economisch groei aandacht besteed zonder deze expliciet of impliciet in verband te brengen met duurzaamheid

In het coalitieakkoord staan losse onderdelen van duurzame ontwikkeling zoals milieu en sociaal beleid, maar het belang voor duurzaamheid blijft impliciet.

Duurzame

ontwikkeling wordt in het coalitieakkoord expliciet vermeld maar wordt vooral gezien als ten dienste staand aan het bereiken van doelen in andere beleidsterreinen.

Duurzame ontwikkeling is de formele leidraad in het coalitieakkoord voor het vormgeven van het gemeentelijk beleid.

In het beleid in het coalitieakkoord wordt duurzame ontwikkeling als vanzelfsprekend uitgangspunt voor alle beleidsterreinen gezien en wordt ook de eigen

bestuurscultuur hierop ingericht

Duurzaamheidsvisie Geen beleidsplan op het gebied van duurzaamheid vastgesteld en ook geen aandacht voor

duurzaamheid in andere beleidsterreinen.

Er zijn sectorale beleidsplannen waarin enige aandacht is voor duurzame ontwikkeling.

Er is een document waarin principes van beleid voor duurzame ontwikkeling zijn vastgelegd. De visievorming op duurzame ontwikkeling wordt integraal meegenomen in andere beleidsdocumenten.

Er is op het gebied van duurzame ontwikkeling zelfsturing op de diverse beleidsterreinen. Dit houdt in dat beleidsvisies integraal vanuit duurzame ontwikkeling worden geformuleerd en zodoende elkaar onderling versterken. Breedte invulling duurzaamheid Duurzame ontwikkeling wordt in het gemeentelijke beleid niet concreet gemaakt.

Duurzame ontwikkeling wordt beperkt tot vooral energie gerelateerde aspecten.

Duurzame ontwikkeling wordt vooral milieu breed opgepakt en soms ook verbonden met economische of sociale aspecten.

Duurzame ontwikkeling wordt lokaal breed opgepakt (milieu, sociaal en economisch). Duurzame ontwikkeling wordt breed opgepakt (milieu, sociaal en economisch) en er wordt gekeken naar effecten elders en in de toekomst. Organisatorische

verankering - Plaats in college

Duurzaamheid is niet als verantwoordelijkheid van het college benoemd

Duurzaamheid wordt geacht door een of diverse collegeleden te worden meegenomen zonder dat hierover specifieke afspraken zijn vastgelegd

Duurzaamheid is een verantwoordelijkheid van het college en expliciet in de portefeuille van één of meer wethouders belegd.

Duurzaamheid is een prioriteit van het college en prominent als thema belegd bij een wethouder

Duurzaamheid is de algemene leidraad voor alle collegeprogramma’s waarover per portefeuille afspraken worden gemaakt op basis van bv een college brede agenda en waarvoor één collegelid een aanjagende rol kan hebben.

1 'Overlevingsgericht'

handelen

Korte termijn/ eigen belang/ kosten

besparen

2

Strikt wettelijk kader toepassen

Formeel/star/ macht

3 Onderhandelen

Voor wat hoort wat /mutual gains 4 Verinnerlijking elkaars belang Open/flexibel/ inleven 5 Gezamenlijk dienen van hoger belang

Lange termijn/mondiaal belang - Verankering in ambtelijke organisatie Er zijn in de ambtelijke organisatie geen specifieke op duurzaamheid gerichte voorzieningen getroffen In de organisatie is een duurzaamheid deskundige/-coördinator

aangewezen die vanuit een staffunctie lijnmanagers of budgethouders kan ondersteunen en die kontakten met bv leveranciers onderhoudt Duurzaamheid is een vast criterium waarop belangrijke

beleidsbeslissingen van het College wordt getoetst en waarvoor het oordeel van deskundigen die bij bv een afdeling Ruimte en Milieu zijn ondergebracht moet worden ingewonnen. Er is een voorziening getroffen om bij belangrijke besluiten regie te voeren zodat niet alleen op basis van korte termijn kosten besparing maar vanuit een meerjarig perspectief (investering plus exploitatie) en integraal oogpunt besluiten worden genomen; dit kan bv in de vorm van een ‘regie orgaan’ van uitvoerende

hoofden/directeuren en adviseurs dat regelmatig bijeenkomt. Een coördinerende én aanjagende rol op doelstellingen en werkwijze van duurzaamheid agenda/programma ligt bij een organisatie onderdeel of een team Duurzaamheid dat bevoegdheden heeft en jaarlijks voor college en raad zichtbaar maakt hoe de doelen worden gerealiseerd.

Duurzaamheidsprestati es zijn als

verantwoordelijkheid ook belegd bij bv budgethouders. UITVOEREN EN HANDHAVEN Regelgeving Beoordelen op specifieke aandachtgebieden aan de hand van drie geselecteerde voorbeeld terreinen: circulaire economie (afval), ouderenbeleid (onderdeel WMO), (duurzame) bedrijventerreinen

Regels worden uitgevoerd zonder dat wordt gekeken naar de onderliggende doelstelling van deze regels.

Ieder wordt geacht de voorschriften te kennen.

Regelgeving wordt opgelegd om sectorale doelstellingen mogelijk te maken.

De gemeente stelt zich afstandelijk op als vergunningverlener en hoeder van de wet, de gemeente stelt doelen en normen vast. Regelgeving wordt (flexibel) toegepast om duurzame ontwikkeling mogelijk te maken. De gemeente neemt belemmerende regelgeving weg, maar stelt ook duidelijke normen.

Binnen het uitvoeren van de regels is ruimte om sectorale optimalisaties en innovaties binnen bedrijven mogelijk te maken.

Waar koplopers zelf hun verantwoordelijkheid nemen doet de

gemeente een stap terug als regelgever en handhaver en stelt zich meer faciliterend en codificerend naar de sector op. Voor achterblijvers stellen we een duidelijke

ondergrens, en

handhaven daarop, zodat voor iedereen een gelijk speelveld ontstaat.

Regels kunnen ondergeschikt gemaakt worden aan het bereiken van duurzame ontwikkeling door ze langs democratische weg zo nodig aan te passen.

1 'Overlevingsgericht'

handelen

Korte termijn/ eigen belang/ kosten

besparen

2

Strikt wettelijk kader toepassen

Formeel/star/ macht

3 Onderhandelen

Voor wat hoort wat /mutual gains 4 Verinnerlijking elkaars belang Open/flexibel/ inleven 5 Gezamenlijk dienen van hoger belang

Lange termijn/mondiaal belang - circulaire economie (afval) Kosten overwegingen voor de burgers zijn van doorslaggevend belang. B&W streeft naar een zo laag mogelijke afvalstoffen heffing om de verwerking kostendekkend te laten verlopen. Gescheiden inzameling van papier, karton, glas en klein chemisch afval is praktijk en wordt voor minstens 40% van het afval gehaald. Ook voor aparte inzameling van plastic verpakkingsma-teriaal en textiel, evenals voor groente, fruit- en tuinafval (GFT) worden mogelijkheden geboden.

De gemeente stelt zichzelf doelen voor gescheiden afvalinzameling over de hele breedte (meer dan 50%) en organiseert

medewerking daaraan met partijen in de afvalketen. De kaders voor de uitvoering stelt het college van B&W samen met de afvalketen en anderen op in bv een Uitvoeringsplan. De gemeente experimenteert om tot een circulaire economie te komen en stimuleert bedrijvigheid, onderzoek en innovatie op dit gebied. Gescheiden inzameling vindt voor meer dan 60% plaats.

De gemeente probeert de afvalketens te sluiten en heeft een hoge

inzameldoelstelling (70% en meer) en naast een goede inzamelstructuur en planning een strikte prijsprikkel op het afgeven van restafval ingevoerd.

- ouderenbeleid (onderdeel Wet Maatschappelijke Ondersteuning -WMO - die deze taak sinds 2015 van het rijk naar de gemeenten heeft gedecentraliseerd)

De gemeente voert ouderenzorg uit door vooral op de kosten te letten bij het

onderhandelen van contracten met zorgleveranciers.

De gemeente richt zijn beleid erop om de kosten van zorg en ondersteuning te beperken en heeft tegelijk oog voor de bereikte resultaten. Daarbij hanteert de gemeente bijvoorbeeld een resultaat gestuurde opdrachtverlening aan zorgleveranciers.

De gemeente hanteert als uitgangspunt bij het beleid dat ‘geen mens tussen wal en schip’ belandt en dat iedereen die zorg nodig heeft, die zorg ook kan krijgen. Daarbij streeft de gemeente ernaar dat inwoners langer zelfstandig en veilig thuis kunnen wonen, bijvoorbeeld door: -het meer inzetten op het samenwerken tussen. inwoners en professionals; - het zorgen voor meer bekendheid en begrip voor mensen in een kwetsbare positie. - door dicht bij huis met behulp van het eigen netwerk oplossingen te vinden. De gemeente investeert in de sociale infrastructuur en inno-vatieve algemene voorzieningen door bijvoorbeeld - in te zetten op integrale ondersteuning van vrijwilligers en mantelzorgers. - het bevorderen en ondersteunen van nieuwe vormen van georganiseerde burgerkracht [de onder-linge ondersteuning en informele zorg die door bewoners zelf georga-niseerd wordt].

De gemeente voert naast ouderenzorg op maat een preventief beleid om de leeftijd dat ouderen zorg gaan behoeven uit te stellen en hun sociale veerkracht te doen toenemen.

1 'Overlevingsgericht'

handelen

Korte termijn/ eigen belang/ kosten

besparen

2

Strikt wettelijk kader toepassen

Formeel/star/ macht

3 Onderhandelen

Voor wat hoort wat /mutual gains 4 Verinnerlijking elkaars belang Open/flexibel/ inleven 5 Gezamenlijk dienen van hoger belang

Lange termijn/mondiaal belang - (duurzame) bedrijventerreinen De gemeente probeert het voor nieuwe bedrijven aantrekkelijk te maken om op het grondgebied te investeren waarbij eisen op duurzaamheid gebied of van landschappelijke aard een geringe rol spelen.

De gemeente biedt terreinen voor bedrijfsvestigingen aan waarbij de eisen van het bestemmings-plan, de omgevings-visie e.d., als strikte randvoorwaarden worden gehanteerd.

Met het oog op gebiedsontwikkelingen (bv Hart van Zuid, Metropoolregio’s, Bedrijven Investerings Zones, e.d.) wordt duurzaamheid als eis in de ontwikkelcriteria mee genomen bijvoorbeeld in de aanbestedingssystema tiek. Dit kan vorm krij-gen in bv de energie- en grondstoffen transities, warmte-netten, smart grids en biobased economy. Ook kan herstructu-rering van verouderde bedrijventerreinen aan de orde komen om een mismatch tussen vraag en aanbod weg te werken.

Aandachtspunt is verder hoe bedrijfs-activiteiten met veel milieuhinder worden ondergebracht. Afspraken over de totaal aanpak kunnen zijn vastgelegd in een overeenkomst of Charter tussen gemeente(n) en bedrijven. Duurzaamheid is uit-gangspunt voor de gemeente bij het in-richten van bedrijven-terreinen. Om tot ver-nieuwingen te komen worden experimenten uitgevoerd, bijvoorbeeld met een instrument waarmee een gebied integraal op duurzaam-heidsopgaven kan worden bekeken (bv de internationaal erkende BREEAM-methodiek). De gemeente participeert bv in stichtingen die verantwoordelijk zijn voor de beveiliging van het gebied.

De gemeente onder-steunt bedrijven en initiatieven die huisves-ting zoeken in bestaande gebouwen of nieuwbouw door bijvoorbeeld vesti-gingsadviseurs. Vormgeving kan plaats-vinden m.b.v. Ontwikke-lingsmaatschappijen.

Een innovatief vestigingsklimaat staat voorop. De gemeente treedt op als actieve facilitator richting bedrijven en initiatief-nemers. Er wordt ruimte gemaakt voor veelbelovende expe-rimenten op het gebied van bijvoorbeeld grondstoffen, mobi-liteit, water en energie.

Handhaving De handhaving is alleen sectoraal opgezet waarbij economische belangen zwaar wegen.

Bij handhaving wordt strikt vastgehouden aan wettelijke kaders die gerelateerd zijn aan duurzame ontwikkeling.

Handhaving gebeurt primair vanuit wette-lijke kaders, maar er is gevoel voor argumen-ten gericht op het rea-liseren van de meer-waarde van duurzame ontwikkeling.

Bij handhavingsactiviteit-en wordt uitgegaan van de wenselijkheid bij te dragen aan duurzame ontwikkeling door gewenste integrale ont-wikkelingen te stimuleren en ongewenste te ont-moedigen.

Samen met burgers en bedrijven wordt ruimte gemaakt om oplos-singen te scheppen die het belang van hand-having koppelen aan de meest wenselijke oplossingen vanuit duurzame ontwik-keling.

1 'Overlevingsgericht'

handelen

Korte termijn/ eigen belang/ kosten

besparen

2

Strikt wettelijk kader toepassen

Formeel/star/ macht

3 Onderhandelen

Voor wat hoort wat /mutual gains 4 Verinnerlijking elkaars belang Open/flexibel/ inleven 5 Gezamenlijk dienen van hoger belang

Lange termijn/mondiaal belang FACILITEREN Communicatieve voorzieningen

Informatie over duurzame