• No results found

HOOGTEKAART VERWERKING IN DE WATERSCHADESCHATTER

METHODE NELEN & SCHUURMANS WATERSCHADESCHATTER

HOOGTEKAART VERWERKING IN DE WATERSCHADESCHATTER

De waterschadeschatter gebruikt de hoogtekaart voor het bepalen van de inundatiediepte per pixel. In de waterschadeschatter is een standaard hoogtekaart beschikbaar op een resolutie van 0,5x0,5 m en gebaseerd op de meest recente AHN. De DTM is gebruikt zoals geschreven hierboven. De panden zijn in deze hoogtekaart opgevuld door het 75e percentiel van de maaiveldhoogtes rondom elk pand te bepalen en hier een drempelhoogte van 15 cm bij op te tellen. Voor elk pand is de hoogte één vaste waarde. Zodra de waterstand boven deze hoogte komt wordt over het hele pand schade berekend.

FIGUUR 14 WEERGAVE VAN GEBRUIK HET GEBRUIK VAN HET 75E OF 25E MAAIVELDPERCENTIEL EN HET EFFECT OP DE HOOGTE IN HET PAND

FIGUUR 16 WEERGAVE VAN HET GEBRUIK VAN VERSCHILLENDE DREMPELHOOGTEN EN HET EFFECT OP DE HOOGTE IN HET PAND

De geschatte schade is gevoelig voor de hoogte van het pand omdat dit bepaald of er wel of geen schade wordt berekend. Door de constante waarde per pand geldt bovendien dat bij inundatie direct het hele pand schade ondervindt. In het verleden heeft Nelen & Schuurmans de maaiveld- en drempelhoogtes van panden in Rotterdam en Schiedam onderzocht. Dit onderzoek beperkt zich tot visuele inspectie op Google Streetview en enkele eenvoudige metingen. Op basis van deze observaties is het 75e percentiel en de 15 cm drempelhoogte gekozen. Nelen & Schuurmans beschikt op dit moment niet over betere informatie voor het verfijnen van deze keuze.

Om de gevoeligheid van de schade voor de hoogte per pand in Amsterdam te onderzoeken wordt de drempelhoogte en het gebruikte percentiel gevarieerd. De basisvariant gebruikt de standaard hoogtekaart zoals die hierboven is beschreven. Verder schatten we de schade voor een drempelhoogte van 10 en 5 cm en 20 cm en gebruiken we het 50e en 25e percentiel van de maaiveldhoogte.

LANDGEBRUIKSKAART

De waterschadeschatter beschikt over een standaard landgebruikskaart voor heel Nederland. Deze kaart is gebaseerd op de TOP10NL, BAG, LGN en BRP15. In 2017 heeft Nelen & Schuurmans een nieuwe landgebruikskaart gemaakt gebaseerd op de BGT, BAG en BRP. Deze kaart is met name voor infrastructuur veel nauwkeuriger en bevat actuele gegevens van panden uit de BAG en verbouwde gewassen. Vanaf 2018 wordt deze kaart jaarlijks geüpdatet. De waterscha-deschatter biedt daarnaast de mogelijkheid om een eigen landgebruikskaart te gebruiken. In dit onderzoek zijn we geïnteresseerd in de situatie in 2014 en met name in de schade veroorzaakt aan panden. Voor dit onderzoek maken we daarom een eigen landgebruikskaart van een selectie van panden uit de BAG die in 2014 de status ‘in gebruik’ of ‘in gebruik (niet ingemeten)’ hebben.

FIGUUR 17 LANDGEBRUIKSKAART IN DE WATERSCHADESCHATTER

In dit onderzoek gebruiken we de standaard landgebruikskaart voor één van de varianten. De andere varianten, inclusief de basisvariant, worden steeds met de panden uit 2014 berekend om mismatches (periode of randeffecten) tijdens de validatie te voorkomen.

SCHADEBEDRAGEN

De schadetabel bestaat uit maximale schadebedragen en schadefactoren per landge-bruikstype. De schadeberekening bestaat bovendien uit een directe en indirecte component. In de standaard schadetabel16 van de waterschadeschatter is er een beperkt onderscheid tussen de schadebedragen voor woningen, winkels of andere BAG gebruikstypen. Alleen cel, sport en overig hebben een lager schadebedrag. Ook de schadefactoren, de toename van de schade afhankelijk van de inundatiediepte, zijn voor alle typen gelijk.

Verder onderscheid naar gebruikstype (wonen/winkel) of bouwjaar gebruiken we hier niet. In de schadebedragen kan wel onderscheid gemaakt worden in verschillende gebruikstypen maar de schadebedragen bij waterdiepte tot 30 cm zijn voor alle gebruikstypen gelijk. Voor het gebruik van het bouwjaar om de schadebedragen (of drempelhoogte) te verfijnen beschikt de STOWA over onvoldoende informatie.

16 De gebruikte schadetabel is beschikbaar via https://www.waterschadeschatter.nl/static_media/schademodule/default/ dt.cfg

FIGUUR 18 RELATIE SCHADEFACTOR EN INUNDATIEDIEPTE VOOR BEBOUWING

De waterschadeschatter biedt daarnaast de mogelijkheid om gemiddeld, hoge of lage schade-bedragen te gebruiken. Meestal gebruikt men gemiddelde schadeschade-bedragen en dit is ook hier de basisvariant. De lage en hoge schadebedragen vormen twee varianten.

Voor de duur van de inundatie gebruiken we in de basisvariant 1 dag. Er is één variant toege-voegd waarbij de duur van de inundatie op nul staat om het effect van de indirecte schade te beoordelen.

WATERSTANDSKAART

De waterstandskaart bevat de waterstand in m NAP waarvoor de schade geschat wordt. De waterstandskaart is meestal het resultaat van een modelberekening en bestaat uit een vlak dekkend raster met waterstanden per pixel. In dit onderzoek is dit de maximale waterstand gedurende de bui van 28 juli 2014. In 3Di behoort een raster met de maximale waterstand of diepte tot de standaard uitvoer. Ook hier zijn echter weer enkele varianten mogelijk. De meest gangbare methode is om het raster met de maximale waterstand te gebruiken. Gecombineerd met de hoogtekaart berekend de waterschade de waterdiepte uit. Het gebruikte 3Di model is van het type hybride en berekent daardoor geen waterstand op panden. Om toch schade te kunnen berekenen is de maximale waterstand rond om een pand bepaald en gebruikt voor de schadeberekening. Dit is de standaard variant.

We identificeren daarnaast nog twee varianten:

1. Lineaire interpolatie van de waterstand over het pand. In de meeste gevallen leidt dit tot interpolatie van de waterstand aan de voorzijde of straatkant en de achterzijde of tuinkant van een woning. Mede afhankelijk van de gebruikte hoogtekaart zal in een deel van het pand waterdiepte aanwezig zijn.

2. Maximale waterstand met een drempelwaarde voor het volume water tegen de gevel. De maxi-male waterstand wordt alleen gebruikt als de plas die tegen de gevel staat groter is dan een gekozen minimum. Deze methode gaat er van uit dat kleine, geïsoleerde plassen niet tot

wateroverlast in de panden leiden. Kleine, lokale verlagingen in het maaiveld of modelarte-facten worden zo gefilterd uit de schade schatting.

In dit onderzoek is het volume van de plas gedeeld door het oppervlak van het pand om een inundatiediepte in het pand te bepalen. Als minimale inundatiediepte is 2 cm gebruikt. Als de inundatiediepte voor een pand hoger is dan 2 cm wordt het pand gebruikt voor de scha-deberekening. Vervolgens is wel de maximale waterstand tegen het pand gebruikt voor de schadeberekening. De keuze voor deze aanpak is gebaseerd op onze ervaring met de schade-schatter en het aanwijzen van kwetsbare panden in stedelijk gebied.

FIGUUR 19 WEERGAVE VAN GEBRUIK MAXIMALE WATERSTAND RONDOM PAND VOOR INUNDATIE IN PAND

FIGUUR 20 WEERGAVE VAN GEBRUIK GEÏNTERPOLEERDE WATERSTAND RONDOM PAND VOOR INUNDATIE IN PAND. IN DIT VOORBEELD WORDT IN EEN DEEL VAN HET PAND INUNDATIE (EN DUS SCHADE) BEREKEND

FIGUUR 21 WEERGAVE VAN GEBRUIK DREMPELWAARDE IN VOLUME VOOR BEPALEN MAXIMALE WATERSTAND RONDOM EEN HUIS. DE PLAS LINKS WORDT NIET GEBRUIKT OM DE MAXIMALE WATERSTAND TE BEPALEN. DE INUNDATIE RECHTS WEL. IN DIT VOORBEELD LEIDT DEZE METHODE NIET TOT INUNDATIE (EN DUS SCHADE) IN HET PAND

3. VARIANTEN

De verschillende invoer zoals hierboven beschreven leidt tot een aantal mogelijke combi-naties. In dit onderzoek worden niet alle mogelijke combinaties doorgerekend maar is een selectie gemaakt waarmee elke variant kan worden vergeleken met de basisvariant. De onder-staande tabel toont het overzicht van de varianten.

TABEL 10 OVERZICHT VARIANTEN INVOER

Hoogtekaart Landgebruik Waterstand Schadebedrag Duur Invoer varianten p75 + 0,15 H1 p75 + 0,10 H2 p75 + 0,05 H3 p75 + 0,20 H4 p25 + 0,15 H5 p50 + 0,15 H6 Standaard 2016 L1 BAG 2014 L2 Hoogste rondom per W1 Interpolatie rondom W2 Drempel-volume W3 Laag S1 Gemiddeld S2 Hoog S3 1 dag D1 0 dagen D0 Basis x x x x x Duur 0 x x x x x Interpolatie x x x x x Drempelvolume x x x x x Drempel 5 x x x x x Drempel 10 x x x x x Drempel 20 x x x x x Percentiel 25 x x x x x Percentiel 50 x x x x x Landgebruik 2016 x x x x x Laag scenario x x x x x Hoog scenario x x x x x

BIJLAGE C