• No results found

HOOGTE VAN HET PENSIOEN

In document Rabobank Pensioenfonds (pagina 64-67)

Het bedrag aan jaarlijks verlengd wezenpensioen is, tot een zeker maximum, gelijk aan het wezenpensioen, dat aan de betreffende wees zou zijn toegekend, indien hij jonger dan 21 jaar zou zijn geweest.

Het maximum verlengd wezenpensioen is van een zodanig niveau, dat voor elke studerende wees ten minste het in de studiefinanciering krachtens de WSF begrepen bedrag aan

basisbeurs intact blijft (er van uitgaande, dat de in de WSF genoemde algemene vrijstelling per maand wordt toegepast en niet per jaar; een keuze, die de WSF ook toestaat).

Per 1 januari 2021 geldt als netto maximum het bedrag van € 15.415,- per jaar. Het

maximumbedrag geldt in voorkomende gevallen ook als de betrokken wees, uit hoofde van het gestelde in artikel 8.2 van het pensioenreglement, voor verdubbeling van wezenpensioen in aanmerking zou komen. Het verdubbelde wezenpensioen wordt in die gevallen dus gemaximeerd.

v2021.1 Pensioenreglement PR2014 Rabobank Pensioenfonds januari 2021

Procedureregels artikel 16 (flexibilisering) van het pensioenreglement

Op de procedureregels zijn de statuten en het reglement van de Stichting Rabobank Pensioenfonds onverkort van toepassing, althans indien en voor zover daarop in deze procedureregels geen uitzondering wordt gemaakt.

1. Het Bestuur van het Rabobank Pensioenfonds is te allen tijde bevoegd de procedureregels te wijzigen voor zover dit niet leidt tot strijdigheid met het reglement dan wel bij

gewijzigde wettelijke bepalingen of richtlijnen van De Nederlandsche Bank.

2. Als het pensioenbedrag lager is dan de afkoopgrens uit de Pensioenwet zijn er geen keuzes mogelijk en wordt gebruik gemaakt van het afkooprecht van het Rabobank Pensioenfonds als bedoeld in artikel 18 van het pensioenreglement.

3. Bij toepassing van een van de geboden flexibiliseringsmogelijkheden wordt uitgegaan van het opgebouwde pensioen ten tijde van de ingang.

4. Een keuze voor uitruil dient gemaakt te worden bij de aanvraag voor volledige pensionering.

5. Een keuze voor fluctuatie van de hoogte van het pensioen dient gemaakt te worden bij de aanvraag voor volledige pensionering.

6. Indien de (gewezen) deelnemer op een andere pensioendatum het pensioen geheel of gedeeltelijk tot uitkering wenst te laten komen dan de datum die overeenkomt met het bereiken van de pensioenrichtleeftijd, dan dient de (gewezen) deelnemer dit uiterlijk zes maanden voor ingang van het pensioen schriftelijk bij het Rabobank Pensioenfonds te melden. Het Rabobank Pensioenfonds verstrekt de (gewezen) deelnemer daarop een aanvraagformulier en een voorlopige opgave van de hoogte van de pensioenuitkering.

7. Indien geen gebruik gemaakt is van de mogelijkheid van eerdere pensionering, wordt 5 maanden voor het bereiken van de pensioenrichtleeftijd aan de (gewezen) deelnemer een aanvraagformulier toegezonden en een voorlopige opgave van de hoogte van de

pensioenuitkeringen.

8. De (gewezen) deelnemer dient het aanvraagformulier met gemaakte keuzes drie maanden voor de uiteindelijke pensioendatum op te sturen

9. De (gewezen) deelnemer kan via de pensioenplanner op de website van het Rabobank Pensioenfonds een ‘serviceberekening op maat’ maken waardoor inzicht verkregen kan worden in de uitkomst van bepaalde keuzes. Deze serviceberekening op maat kan de (gewezen) deelnemer gebruiken om het benodigde inzicht op zijn pensioensituatie te verwerven en het aanvraagformulier te retourneren. De pensioenplanner zal de mogelijkheid bieden om vanuit de uitvoerder ondersteuning te bieden.

10. Als de (gewezen) deelnemer niet in staat is via de pensioenplanner zijn gewenste pensioensituatie in kaart te brengen, dan kan de (gewezen) deelnemer bij het Rabobank Pensioenfonds een serviceberekening op maat aanvragen.

11. Het prepensioen van gewezen deelnemers die al op 31 december 2005 gewezen deelnemer waren, zal op de leeftijd van 62 jaar tot uitkering komen. In uitzondering hierop kan indien de gewezen deelnemer minimaal 3 maanden voor het bereiken van de leeftijd van 62 jaar dit heeft aangegeven, dit pensioen later, maar uiterlijk op leeftijd van 65 jaar in laten gaan. Voorwaarde voor het uitstellen van de ingangsdatum van het prepensioen is dat de gewezen deelnemer verklaart te zullen doorwerken tot ten minste de feitelijk door hem gewenste ingangsdatum van het prepensioen.

v2021.1 Pensioenreglement PR2014 Rabobank Pensioenfonds januari 2021

1. Deeltijd pensioen is mogelijk vanaf 1e van de maand samenvallend met of volgend op de dag waarop de 57-jarige leeftijd wordt bereikt.

2. Met betrekking tot deeltijd pensionering kan uitsluitend gekozen worden om het pensioen voor 20%, 40%, 60% of 80% van het ouderdomspensioen in te laten gaan. De keuze kan één keer per kalenderjaar worden herzien en alleen naar een hoger percentage. Overgang naar volledige pensionering valt niet onder deze beperking en kan te allen tijde.

3. Uitgegaan wordt van het opgebouwde ouderdomspensioen ten tijde van de ingang of verhoging van het deeltijd pensioen.

4. Bij ingang van het deeltijd pensioen vindt actuariële omrekening plaats op basis van de collectief kostenneutrale grondslagen die het fonds op dat moment voert.

5. Het partnerpensioen blijft ongewijzigd bij een deeltijd pensioen. Bij volledige

pensionering kan gekozen worden voor uitruil van het partnerpensioen tegen een hoger levenslang ouderdomspensioen of omgekeerd.

6. Een combinatie van deeltijd pensioen en fluctuatie van de pensioenhoogte is niet mogelijk.

7. Deeltijd pensioen is niet mogelijk voor het deel van het pensioen dat op grond van arbeidsongeschiktheid wordt opgebouwd.

8. Voor zover sprake is van deelname naast een deeltijd pensioen wordt over dat deel naar verhouding pensioen opgebouwd conform de reglementaire bepalingen.

9. De aanvraag voor een deeltijd pensioen, een wijziging van het percentage deeltijd

pensioen dan wel overgang naar volledige pensionering dient ten minste 3 maanden voor de beoogde ingangsdatum te worden ingediend.

10. Deeltijdpensionering die aanvangt op een eerder tijdstip dan 5 jaar vóór de voor de (gewezen) deelnemer geldende AOW-gerechtigde leeftijd is alleen mogelijk als tegelijk de dienstbetrekking voor een evenredig deel wordt beëindigd.

1. Uitstel van de ingang van het pensioen is mogelijk tot uiterlijk de 1e van de maand waarin vijf jaar zijn verstreken sinds het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd. De

pensioen(richt)leeftijd wordt telkens met 1 jaar verhoogd. Voor de hoogte van het te bereiken partnerpensioen wordt telkens uitgegaan van de met 1 jaar verhoogde

pensioen(richt)leeftijd. Besluit een deelnemer tussentijds met pensioen te gaan, dan stopt de opbouw van het ouderdoms- en partnerpensioen op de gekozen pensioendatum (uitdiensttredingsdatum) en wordt het opgebouwde ouderdomspensioen actuarieel herrekend (vervroegd) naar de gekozen pensioendatum.

1. Bij uitruil van ouderdomspensioen in partnerpensioen of omgekeerd zal het partnerpensioen 0%, 50% of 70% van het ouderdomspensioen komen te bedragen.

2. Voor uitruil is goedkeuring nodig van de rechthebbende echtgeno(o)t(e) of partner;

3. Bij wijziging van de gezinssituatie na een gemaakte keuze maar voor de ingangsdatum van het pensioen is herziening van de keuze nog mogelijk.

v2021.1 Pensioenreglement PR2014 Rabobank Pensioenfonds januari 2021

Factoren verband houdende met artikel 16 (flexibilisering van het pensioen) van het pensioenreglement.

Op de vaststelling van de factoren zijn de statuten en het reglement van de Stichting Rabobank Pensioenfonds onverkort van toepassing, althans indien en voor zover daarop in deze procedureregels geen uitzondering wordt gemaakt. Onderstaande factoren zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021 en zijn gelijk voor mannen en vrouwen.

In document Rabobank Pensioenfonds (pagina 64-67)