• No results found

Hoe verder door met verkeersveiligheidsbeleid in Drenthe?

In document Verkeersveiligheidsanalyse Drenthe (pagina 66-79)

Het bestaande verkeersveiligheidsplan van Drenthe bevat een groot aantal activiteiten die doelgericht en vanuit coördinatie zijn ontwikkeld. Vrijwel alle hierboven aanbevolen maatrege- len komen voor in het uitvoeringsplan, naast andere activitei- ten. Implementatie van de aanbevelingen is dus vooral een kwestie van verfijndere afstelling van het bestaande plan. De effectiviteit kan vergroot worden door (nog) meer prioriteit te geven aan de grootste probleemgebieden en de meest effec- tieve maatregelen. Deze liggen voor de provincie vooral op het gebied van infrastructurele aanpassingen gericht op kwetsbare en oudere verkeersdeelnemers en het houden van voldoende handhavingsdruk op gevaarlijke gedragingen zoals snelheidsovertredingen en alcoholgebruik. Inzet van educatie en communicatie kan daarnaast vooral ondersteunend zijn. Ook is interessant om te bezien of verkeersveiligheidsinter- venties kunnen meeliften op activiteiten vanuit andere beleids- terreinen. Infrastructurele aanpassingen kunnen bijvoorbeeld meeliften bij beheer en onderhoud; educatie en campagnes kunnen mogelijk meeliften met activiteiten op het gebied van volksgezondheid, milieu en ook geïncorporeerd worden in op- drachten bij diverse standaardvakken op scholen (bijvoorbeeld natuurkunde, rekenen, biologie, maatschappijleer, persoonlij- ke verzorging). Gezien de beperkte middelen zal ook de kos- teneffectiviteit bij de prioritering een rol moeten spelen. Deze fijnregeling vergt meer inzicht in de omvang van de geplande en uitgevoerde maatregelen, evenals in de kosten. Daarom

wordt ook aanbevolen om te monitoren welke concrete maat- regelen tegen welke kosten geïmplementeerd worden en wat hiervan de te verwachten effecten op verkeersveiligheid zijn. Het monitoren van diverse prestatie-indicatoren biedt daarbij extra aanknopingspunten.

De provincie kan slechts enkele maatregelen zelf implemente- ren; voor alle andere kan ze als regievoerder bevorderen dat de andere betrokken instanties binnen de provincie, zoals poli- tie, belangenorganisaties, onderwijsinstellingen, vervoersbe- drijven en dergelijke hun plannen aanscherpen. Waar nodig kan met het Rijk in overleg worden getreden om maatregelen uit de Beleidsimpuls maximaal te benutten of om aanvullingen op de Beleidsimpuls voor te stellen. De verbeterpunten en daarop gerichte activiteiten hebben we hieronder per relevan- te instantie op een rij gezet.

De provincie als wegbeheerder

• Op gebiedsontsluitingswegen en regionale stroomwegen aandacht voor:

− Verbeteren van bermveiligheid (verwijderen of veilig af- schermen van obstakels);

− Instellen van inhaalverboden of – nog beter – het aan- brengen van moeilijk of niet-overrijdbare rijrichtingschei- ding in combinatie met parallel- of ventwegen voor het landbouwverkeer;

− Voorzieningen in bochten (bochtige wegen) door middel van markering en bebakening van obstakels;

− Aanleg van veilige fietsvoorzieningen langs gebieds- ontsluitingswegen, waarbij in Drenthe wordt aanbevolen fietsvoorzieningen buiten de obstakelvrije zone te plaatsen;

− Gladheid en oneffenheden op het wegdek tegengaan (algemeen punt).

• Algemeen: infrastructuur ‘ouderen-proof’ (her)inrichten (zie CROW, 2011; Mesken & Davidse, 2001; SWOV; 2010c). De provincie als regievoerder

• Extra aandacht vragen voor terugdringen van ernstig ver- keersgewonden. Het gaat hierbij vooral om fietsers. Met name de groep fietsslachtoffers in ongevallen zonder ge- motoriseerd verkeer staat vaak nog niet op het netvlies omdat ze niet in de politieregistratie als probleem naar vo- ren komen, maar wel in de medische registratie van ver- keerslachtoffers.

• Stimuleren van verbeteringen van de fietsinfrastructuur op basis van eerdere metingen voor het Masterplan Fietspa- den (zie Rolink, 2012). Dit kan worden aangevuld met nieuwe inzichten (zie Wijlhuizen & Aarts, in voorbereiding). • Stimuleren van helmgebruik bij fietsers, met name bij de

kwetsbare groepen (kinderen, ouderen); hierbij dient wel aandacht te zijn voor het feit dat dit middel alleen nog maar bij wielrenners is ingeburgerd en bij reguliere fietsers nog niet.

• Geregeld kennis nemen van nieuwe inzichten vanuit de Nationale Onderzoeksagenda Fiets (zie www.noaf.nl).

• Educatieprogramma’s en campagnes ter ondersteuning inzetten voor:

− veilig fietsen (benutten van verandermomenten; zie ook Pol et al., 2007);

− handhaving en gevaar van snelheid;

− gevaarherkenning motorrijders (Boele et al., 2013), hoe- wel langetermijneffecten nog onbekend zijn. Samen- werken met motorlobby.

• Voorlichting en slimme en leuke applicaties die strategische vervoerskeuzen van diverse doelgroepen (zoals jongeren, ouderen, fietsers, bromfietsers) kunnen ondersteunen. • Stimuleren van gefaseerd en beschermd ervaring opdoen

in het verkeer (jonge beginnende bestuurders).

• Monitoren van prestatie-indicatoren verkeersveiligheid (de Provincie Drenthe is bekend met het initiatief van vier pro- vincies en de SWOV om hierin eerste verdere stappen te gaan maken). De meest relevante zijn:

− snelheid (Drenthe-dekkend snelheidsmeetnet); − alcohol (regionaal alcoholmeetnet);

− kwaliteit van de infrastructuur; − fietsveiligheidsindicatoren.

• Kosteneffectiviteitsberekeningen van verkeersveiligheids- beleid om aan te tonen hoe zo effectief en efficiënt moge- lijk de verkeersveiligheidsdoelstellingen in Drenthe dich- terbij kunnen worden gebracht of om aan te tonen welke onderwerpen juist meer aandacht behoeven omdat de doelstelling wellicht niet haalbaar is met huidig beleid (zie ook Weijermars & Wesemann, 2011).

Gemeenten

• Inventariseren van de toestand van de fietsinfrastructuur. Het is aan te bevelen om hierin samen op te trekken met de provincie. Zowel de SWOV (Wijlhuizen & Aarts, in voorbe- reiding) als het Ministerie van Infrastructuur en Milieu heb- ben materiaal dat gemeenten op dit punt kan helpen (zie ook Arends et al., 2013); en er is nog meer op dit punt te verwachten (zie www.noaf.nl).

• De categorisering van het gemeentelijke wegennet zou nog eens tegen het licht gehouden kunnen worden om te bepalen welk deel van 50km/uur- en 80km/uur-wegen GOW of ETW

is. Na vaststelling van de functie kan vervolgens worden na- gegaan of de categorisering in orde is en of de inrichting hiervan conform de richtlijnen is (zie CROW, 2012). Het is verstandig zo nodig de inrichting aan te passen en waar dat niet op korte termijn kan, te zoeken naar oplossingen die, zo nodig gefaseerd, het ideaalbeeld beter benaderen.

• In combinatie met het vorige punt: 30- en 60km/uur-zones aanleggen en duurzaam veilig inrichten (zo nodig ‘ontsobe- ren’ van bestaande zones).

• Op gemeentelijke 80km/uur-wegen aandacht besteden aan: − bermveiligheid (verwijderen of veilig afschermen van

obstakels);

− voorzieningen in bochten (bochtige wegen) door middel van markering en bebakening van obstakels;

− gladheid en oneffenheden op het wegdek tegengaan (algemeen punt).

• Algemeen: infrastructuur ‘ouderen-proof’ (her)inrichten (zie CROW, 2011; Mesken & Davidse, 2001; SWOV; 2010c).

Handhavende instanties

• Effectieve inzet (methode, zie SWOV, 2010b) en bewerk- stelligen van voldoende grote pakkans op vooral snelheid, in combinatie met voorlichting (pakkans vergroten; kennis vergroten; associatie vergroten dat snelheid gevaarlijk is). • Specifieke inzet op het tegengaan van zware drinkers die

achter het stuur kruipen (pakkans voor deze groep vergro- ten); deze groep vind je te weinig door aselecte controles. Overige instanties

Hierboven zijn de grootste instanties genoemd aan wie maat- regelen kunnen worden ‘toegewezen’. Dat neemt echter niet weg dat veel maatregelen in samenwerking met andere partij- en kunnen worden opgezet en/of uitgevoerd. Dit hangt af van het onderwerp, doelgroep en mogelijkheden van de verschil- lende partijen. Binnen het Verkeer- en Vervoerberaad Drenthe kan verder verkend worden op welke punten samenwerking mogelijk is.

Literatuur

Aarts, L. & Schagen, I.N.L.G. van (2006). Driving speed and

the risk of road crashes: A review In: Accident Analysis &

Prevention, vol. 38, p. 215-224.

Arends, P., Hees, S. van & Bunschoten, N. (2013). Modelaan-

pak Veilig fietsen. Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Ver-

eniging van Nederlandse Gemeenten, Fietsberaad & Twynstra & Gudde.

Bax, C., Wesemann, P., Gitelman, V., Shen, Y., et al. (2012).

Developing a Road Safety Index. Deliverable 4.9 of the EC

FP7 project DaCoTA.

Berg, Y, Strandroth, J. & Lekander, T. (2009). Monitoring per-

formance indicators in order to reach Sweden’s new road safety target – a progress towards zero. Paper presented at

the 4th IRTAD conference, 16-17 September, Seoul, Korea.p. 327-330.

Bliss, A. & Breen, J.M. (2009). Implementing the recommen-

dations of the world report on road traffic injury prevention. country guidelines for the conduct of road safety management capacity review and the specification of lead agency reforms, investment strategies and safe system projects. World Bank,

Washington, D.C.

Blomberg, R.D., Peck, R.C., Moskowitz, H., Burns, M., et al. (2005). Crash risk of alcohol involved driving: A case - control

study. Dunlap and Associates, Inc., Stamford.

Boele, M.J., Craen, S. de & Erens, A.L.M.T. (2013). De

effecten van een eendaagse voortgezette rijopleiding voor motorrijders. R-2013-3. SWOV, Leidschendam.

Brüde, U., Larsson, J., & Thulin, H. (1980). Trafikolyckors

samband med linjeföring (VTI Meddelande No. 235). Statens

Väg- och trafik institut VTI, Linköping.

CROW (2011). Seniorenproof wegontwerp. Publicatie nr. 309, CROW, Ede.

CROW (2012). Basiskenmerken wegontwerp. Categorisering

en inrichting van wegen. Publicatie 315. CROW, Ede.

Davidse, R.J. (2000). Ouderen achter het stuur; Identificatie

van aandachtspunten voor onderzoek. D-2000-5, SWOV,

Leidschendam.

Davidse, R.J. (2011). Bermongevallen: karakteristieken,

ongevalsscenarios en mogelijke interventies. R-2011-24.

SWOV, Leidschendam.

Deuning, C.M. (2012). Reistijd tot dichtstbijzijnde traumacen-

trum 2011. In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Natio-

nale Atlas Volksgezondheid. RIVM, Bilthoven. Zie ook

www.zorgatlas.nl Zorgatlas\Zorg\Ziekenhuiszorg\Traumazorg, 23 juni 2009.

Dijkstra, A. (1998). Oriëntatie op kwantitatieve relaties tussen

elementen van het wegontwerp en indicatoren voor verkeersonveiligheid: literatuurstudie buitenlands onderzoek.

R-98-49. SWOV, Leidschendam.

Dijkstra, A. (2000). Veiligheidsaspecten van verkeersvoor-

zieningen in stedelijke gebieden. R-2000-5. SWOV,

Leidschendam.

Dijkstra, A. (2011). En route to safer roads; How road

structure and road classification can affect road safety.

Proefschrift Universiteit Twente. SWOV-Dissertatiereeks. SWOV, Leidschendam.

Dijkstra, A., Louwerse, W.J.R. & Aarts, L.T. (2010).

Veiligheidsgehalte toetsen van verkeersinfrastructuur: hoe doe je dat? In: Nationaal Verkeerskundecongres 2010: bijdragen

en presentaties, 3 november, Rotterdam. ANWB/CROW. Duijm, S., Kraker, J. de, Schalkwijk, M., Boekwijt, M. & Zand- vliet, R. (2012). PROV 2011 Periodiek Regionaal Onderzoek

Verkeersveiligheid. Rijkswaterstaat, Dienst Verkeer en

Scheepvaart, afdeling Veiligheid, Delft.

DVS (2012). Rijden onder invloed in Nederland in 2002-2011.

Ontwikkeling van het alcoholgebruik van automobilisten in weekendnachten. Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Rijkswaterstaat, Dienst Verkeer en Scheepvaart, Delft.

Eksler, V. (2009). Road mortality in Europe: a regional

approach. PhD thesis Versailles. St.-Quentin University,

Versailles.

Eksler, V., Lasarre, S. & Thomas, I. (2008). Regional analysis

of road mortality in Europe. In: Public Health, vol. 122, p. 826-

837.

ETSC (2001). Transport safety performance indicators. Euro- pean Transport Safety Council, Brussels.

ETSC (2006). A methodological approach to national road

safety policies. European Transport safety Council ETSC,

Brussels.

Giesbers, H. & Kommer, G.J. (2012). Reistijd naar ziekenhuis

met afdeling spoedeisende hulp 2011. In: Volksgezondheid

Toekomst Verkenning, Nationale Atlas Volksgezondheid. RIVM, Bilthoven. Zie ook www.zorgatlas.nl Zorg- atlas\Zorg\Ziekenhuiszorg\Algemene en academische zieken- huizen\Aanbod, 21 maart 2012.

Goldenbeld Ch. (2002). Publiek draagvlak voor verkeersvei-

ligheid en veiligheidsmaatregelen. D-2002-2. SWOV, Leid-

schendam.

Goudappel Coffeng (2010). Beveiligingsmiddelen in de auto

2010. Rijkswaterstaat, Dienst Verkeer en Scheepvaart, afde-

ling Veiligheid, Delft.

Hadayeghi, A., Shalaby, A.S. & Persaud, B.N. (2007). Safety

prediction models; proactive tool for safety evaluation in urban transportation planning. In: Transportation Research Record,

Hafen, K., Lerner, M., Allenbach, R., Verbeke, T., et al. (2005).

State of the art Report on Road Safety Performance Indica- tors. Deliverable D3.1 of the EU FP6 project SafetyNet. Euro-

pean Commission, Brussels.

Hakkert, A.S. & Gitelman, V. (eds.) (2007). Road safety per-

formance indicators: Manual. Deliverable D3.8 of the EU FP6

project SafetyNet. European Commission, Brussels.

Hakkert, A. S., Gitelman, V. & Vis, M. (eds.) (2007). Road

safety performance indicators: Theory. Deliverable D3.6 of the

EU FP6 project SafetyNet. European Commission, Brussels. Houwing, S., Reurings, M.C.B. & Bos, N.M. (2011). Schatting

van het aandeel verkeersdoden als gevolg van rijden onder invloed van alcohol. R-2011-13. SWOV, Leidschendam.

Koornstra, M., Lynam, D., Nilsson, G., Noordzij, P., et al. (2002). SUNflower: A comparative study of the development

of road safety in Sweden, the United Kingdom, and the Neth- erlands. SWOV, Leidschendam.

Ladron de Guevara, F., Washington, S.P. & Oh, J. (2004).

Forecasting crashes at the planning level; simultaneous negative binomial crash model applied in Tucson, Arizona. In:

Transportation Research Record, p. 191-199.

Lerner, E.B. & Moscati, R.M. (2001). The Golden Hour: Scien-

tific fact or medical "Urban Legend”?. In: Academic Emergen-

cy Medicine, vol. 8, nr. 7, p 758-760.

LTSA (2000). Road Safety Strategy 2010: A Consultation

Document. National Road Safety Committee, Land Transport

Safety Authority, Wellington.

Mesken, J. & Davidse, R. (2001). De verkeersveiligheid van

oudere verkeersdeelnemers in Drenthe. R-2001-27. SWOV,

Leidschendam.

Ministerie van Infrastructuur en Milieu (2012). Beleidsimpuls

verkeersveiligheid. Aanvullingen op Strategisch Plan Ver- keersveiligheid 2008-2020. Ministerie van Infrastructuur en

Milieu, Den Haag.

Mulder, M. (2012). Prestaties A1-inzetten 2011. In: Volksge- zondheid Toekomst Verkenning, Nationale Atlas Volksge- zondheid. RIVM, Bilthoven. Zie ook www.zorgatlas.nl Zorg- atlas\Zorg\Acute zorg, 14 september 2010.

Mulder, M., Kommer, G.J. & Zwakhals, S.L.N. (2012). Reistijd

vanaf dichtstbijzijnde ambulancestandplaats 2010. In: Volks-

gezondheid Toekomst Verkenning, Nationale Atlas Volksge- zondheid. RIVM, Bilthoven. Zie ook www.zorgatlas.nl Zorg- atlas\Zorg\Ambulancezorg, 15 maart 2012.

Petegem, J.W.H. van (2012). Een modelonderzoek naar

bermongevallen. Master Thesis. TU-Delft, Delft.

Pol, B., Swankhuisen, C. & Vendeloo, P. van (2007). Nieuwe

aanpak in overheidscommunicatie: mythen, misverstanden en mogelijkheden. Coutinho, Bussum.

Provincie Drenthe (2010). Investeringsprogramma Verkeer en

Vervoer 2011-2020 (IVV2020). Statenstuk 2010-245. Provin-

cie Drenthe, Assen.

Provincie Drenthe (2011). Drenthe veilig door... Strategisch

Plan Verkeersveiligheid Drenthe 2011-2020. Provincie Dren-

the, Assen.

Rakauskas, M.E., Ward, N.J. & Gerberich, S.G. (2009). Identi-

fication of differences between rural and urban safety cultures.

In: Accident Analysis & Prevention, vol. 41, nr. 5, p. 931-937. Reurings, M.C.B. & Bos, N.M. (2009). Ernstig gewonde ver-

keersslachtoffers in Nederland in 1993-2008; Het werkelijke aantal in ziekenhuis opgenomen verkeersslachtoffers met een MAIS van ten minste 2. R-2009-12. SWOV, Leidschendam.

Portefeuillehouder Verkeer RKC et al. (2009). Verkeer in ont-

wikkeling, Strategische Nota Politieverkeerstaak 2010-2012.

Raad van Korpschefs, De Bilt.

Rolink, N. (2012). Masterplan fietspaden Drenthe en Ooststel-

lingwerf. In opdracht van Recreatieschap Drenthe. Roelofs,

Den Ham.

Schepers, P. (2008). De rol van infrastructuur bij enkelvoudige

fietsongevallen. Directoraat - Generaal Rijkswaterstaat, Dienst

Verkeer en Scheepvaart DVS, Delft.

Schermers, G. & Duivenvoorden, C.W.A.E. (2010). Een

SWOV-database Wegkenmerken voor onderzoek op het

gebied van wegen en verkeer; Pilotfase. A-2010-2. SWOV,

Leidschendam. [Intern rapport]

Schermers, G. & Petegem, J.W.H. van (2013). Veiligheidsei-

sen aan het dwarsprofiel van gebiedsontsluitingswegen met limiet 80 km/uur; Aanbevelingen voor de actualisatie van het Handboek Wegontwerp. D-2013-2. SWOV, Leidschendam.

SWOV (2009a). Brom- en snorfietsers. SWOV-Factsheet, maart 2009. SWOV, Leidschendam.

SWOV (2009b). Verkeersveiligheid van kinderen in Neder-

land. SWOV-Factsheet, februari 2009. SWOV, Leidschendam.

SWOV (2010a). Motorrijders. SWOV-Factsheet, december 2010. SWOV, Leidschendam.

SWOV (2010b). Politietoezicht en rijsnelheid. SWOV-Fact- sheet, juni 2010. SWOV, Leidschendam.

SWOV (2010c). Ouderen en infrastructuur. SWOV-Factsheet, april 2010. SWOV, Leidschendam.

SWOV (2011). Effecten van politietoezicht op het gebruik van

beveiligingsmiddelen, bromfietshelmen en op roodlichtover- tredingen. SWOV-Factsheet, oktober 2011. SWOV, Leid-

schendam.

SWOV (2012a). Riskant verkeersgedrag onder pubers. SWOV-Factsheet, augustus 2012. SWOV, Leidschendam.

SWOV (2012b). Ouderen in het verkeer. SWOV-Factsheet, juli, 2012. SWOV, Leidschendam.

SWOV (2012c). Kosten van verkeersongevallen. SWOV- Factsheet, december 2012. SWOV, Leidschendam.

SWOV (2012d). De relatie tussen snelheid en ongevallen. SWOV-Factsheet, april 2012. SWOV, Leidschendam.

SWOV (2012e). Autogordels, airbags en kinderbeveiligings-

middelen. SWOV-Factsheet, september 2012. SWOV, Leid-

schendam.

SWOV (2013a). Bermongevallen. SWOV-Factsheet, maart 2013. SWOV, Leidschendam.

SWOV (2013b) Fietsers. SWOV-Factsheet, augustus 2013. SWOV, Leidschendam.

Vis, M.A., Reurings, M.C.B., Bos, N.M., Stipdonk, H.L. & Wegman, F.C.M. (2011). De registratie van verkeersdoden in

Nederland; Beschrijving en beoordeling van het registratiepro- ces. R-2011-10, SWOV, Leidschendam.

Wegman, F. & Aarts, L. (2005). Door met Duurzaam Veilig.

Nationale Verkeersviligheidsverkenning voor de jaren 2005- 2020. Leidschendam: SWOV.

Wegman, F., Commandeur, J., Doveh, E., Eksler, V., et al. (2008). SUNflowerNext: Towards a composite road safety

performance index. SWOV, Leidschendam.

Wegman, F. & Oppe, S. (2010). Benchmarking road safety

performances of countries. In: Safety Science, vol. 48, p.

1203-1211.

Weijermars, W.A.M. & Wesemann, P. (2011). Verkeersveilig-

heidsverkenning 2020: bouwstenen voor bijstelling van het Strategisch Plan Verkeersveiligheid. R-2011-22. SWOV, Leid-

schendam.

Wijlhuizen, G. & Aarts, L.T. (in voorbereiding). Monitoring

fietsveiligheidsindicatoren; Handreiking voor een gestructu- reerd decentraal meetnet. Rapport in voorbereiding. SWOV,

Leidschendam.

Wit, M. de & Methorst, R. (2012). Kosten verkeersongevallen

in Nederland; Ontwikkelingen 2003-2009. Directoraat-

Generaal Rijkswaterstaat, Dienst Verkeer en Scheepvaart DVS, Delft.

Zegeer, C., Reinfurt, D., Neuman, T., Stewart, R., & Council, F. (1990). Safety improvements on horizontal curves for two-

lane rural roads: informational guide. Highway Safety

Research Center HSRC University of North Carolina UNC, Chapel Hill.

Gebruikte afkortingen

BDU Brede Doeluitkering

BKWO Basiskenmerken Wegontwerp

BRON Bestand geRegistreerde Ongevallen in Nederland CBS Centraal Bureau voor de Statistiek

DHD Dutch Hospital Data

EHK essentiële herkenbaarheidskenmerken

ETW erftoegangsweg

EuroRAP European Road Assessment Programme EVG ernstig verkeersgewonden

GOW gebiedsontsluitingsweg

IenM ministerie van Infrastructuur en Milieu IRAP International Road Assessment Programme LMR Landelijke Medische Registratie

LNAZ Landelijk Netwerk Acute Zorg NWB Nationaal Wegenbestand

PUP Provinciaal Uitvoeringsprogramma RAV Regionale Ambulancevoorziening

RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RPS Road Protection Score

SEH spoedeisende hulp

SODBW SWOV-Onderzoeksdatabase Wegkenmerken SPI Safety Performance Indicator

Bijlage

Ondersteunende gegevens waarnaar in Hoofdstuk 4 en 5 verwezen wordt, zijn hieronder te vinden. De nummering die is aange- houden, correspondeert met het nummer van de afbeelding in het hoofdstuk.

Afbeelding B19: Ontwikkeling van het aantal ernstig verkeersgewonden naar aard van het ongeval voor Drenthe en de referentiegebieden

(bronnen: IenM, DHD en SWOV).

0 50 100 150 200 250 300 350 Aa nt al er ns tig v er keer sg ew on den

Groningen

0 100 200 300 400 500 600 Aa nt al er ns tig v er keer sg ew on den

Fryslan

0 2000 4000 6000 8000 10000 12000 Aa nt al er ns tig v er keer sg ew on den

Nederland

0 50 100 150 200 250 300 350 400 450 500 Aa nt al er ns tig v er keer sg ew on den

Drenthe

Motorvoertuig - motorvoertuig Motorvoertuig - niet motorvoertuig Motorvoertuig - voetganger Motorvoertuig - object Motorvoertuig - eenzijdig Motorvoertuig - overig Fietsongeval Val Overig

Afbeelding B21: Ontwikkeling van het aantal ernstig verkeersgewonden naar vervoerswijze voor Drenthe en de referentiegebieden (bronnen: IenM, DHD en SWOV). 0 50 100 150 200 250 300 350 400 450 500 Aa nt al er ns tig v er keer sg ew on den

Drenthe

Voetganger Fiets Bromfiets Motor Auto/bestel Vrachtauto/bus Overig 0 50 100 150 200 250 300 Aa nt al er ns tig v er keer sg ew on den

Groningen

0 100 200 300 400 500 600 Aa nt al er ns tig v er keer sg ew on den

Fryslân

0 2000 4000 6000 8000 10000 12000 Aa nt al er ns tig v er keer sg ew on den

Nederland

Afbeelding B23: Ontwikkeling van het aantal ernstig verkeersgewonden per inwoner voor de belangrijkste risicogroepen naar leeftijd en ge-

slacht voor Drenthe en de referentiegebieden (bronnen: IenM, DHD en SWOV).

0 50 100 150 200 250 300 350 400 450 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 EVG p er 100. 000 in w on er s

18- t/m 24-jarigen

0 50 100 150 200 250 300 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 EVG p er 100. 000 in w on er s

60- t/m 74-jarigen

0 100 200 300 400 500 600 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 EVG p er 100. 000 in w on er s

75-plussers

0 50 100 150 200 250 300 350 400 450 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 EVG p er 100. 000 in w on er s

12- t/m 17-jarigen

Groningen man Groningen vrouw Fryslân man Fryslân vrouw Drenthe man Drenthe vrouw Nederland man Nederland vrouw

Afbeelding B32: Ontwikkeling van het wegennet in Drenthe en de referentiegebieden (bron: NWB). 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50% 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Aa nd eel v an h et w eg en net

Drenthe

30 km/uur 50 km/uur 60 km/uur

80 km/uur gem. + watersch. 80 km/uur provincie

100 km/uur en 80-120 km/uur Rijk 0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Aa nd eel v an h et w eg en net

Groningen

0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Aa nd eel v an h et w eg en net

Fryslân

0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Aa nd eel v an h et w eg en net

Nederland

In document Verkeersveiligheidsanalyse Drenthe (pagina 66-79)