• No results found

4.2 Onderzoeksmethode Argumentatieve component

4.3.8 Het serieus nemen van het parlement

Een verwachting die is uitgesproken aan het eind van hoofdstuk 3 is dat Bosma naar voren zal brengen dat hij het parlement serieus neemt en niet achter de kwalificatie ‘nepparlement’ staat van zijn partijleider. Het is dus geen eis van de profielschets, maar een verwacht

substandpunt. Deze verwachting wordt deels bevestigd: Bosma noemt niet letterlijk dat hij het parlement serieus neemt, maar hij betoogt wel dat hij liefde heeft voor de Staten-Generaal. Dit doet hij als volgt:

48 gesproken. Dat is onjuist. Als woordvoerder Binnenlandse Zaken spreek ik sinds jaar en dag met zeer veel liefde over onze Staten-Generaal. Ik denk dat ik de enige

Nederlander ben die afgelopen zaterdag aan onze verjaardag heeft gedacht: 1464. (1.8 Ik neem het parlement serieus)

(1.8.1 want ik heb veel liefde voor de Staten-Generaal)

1.8.1.1a Als woordvoerder Binnenlandse Zaken spreek ik sinds jaar en dag met zeer veel liefde over onze Staten-Generaal.

1.8.1.1b Ik denk dat ik de enige Nederlander ben die afgelopen zaterdag aan onze verjaardag heeft gedacht: 1464.

Bosma wordt beticht van met minachting spreken over het parlement36, waar hij op reageert

met te zeggen dat dit onjuist is. Hij had hier ook niet juist kunnen gebruiken, dan had hij alleen het idee van juist ontkracht. Door het echter onjuist te noemen, bevestigt hij het

tegengestelde idee, waardoor onjuist krachtiger overkomt. Volgens Verhagen (2005) wordt namelijk bij niet juist de gedachte opgeroepen van juist, omdat er een tweede mentale ruimte geopend wordt. Bosma’s gebruik van onjuist kan daarom strategisch gekozen zijn, omdat hij het idee krachtig wil ontkennen. Niet alleen ontkent Bosma dat hij met minachting over het parlement heeft gesproken, vervolgens zegt hij ook nog dat hij met ‘zeer veel liefde’ over de Staten-Generaal spreekt. Hij betrekt dat niet alleen op het heden, maar benadrukt dat hij dit al een lange tijd doet door de formulering sinds jaar en dag. Deze strategische zet zal hij

waarschijnlijk hebben toegepast, omdat hij zichzelf wil profileren als iemand die echt hart heeft voor het parlement en die het parlement juist serieus neemt. Hij accentueert dit met de intensiveerders zeer veel (liefde). Hij had het ook anders kunnen formuleren, bijvoorbeeld met het woord respect, wat je eerder als tegenhanger van minachting zou verwachten. Ook had hij voor passie kunnen kiezen, waarmee hij meer zijn gedrevenheid en motivatie zou tonen. Bij een geloofwaardige bron werkt taalintensivering overtuigend (Schellens, 2006); afhankelijk dus van de mate waarin Bosma als geloofwaardig wordt bevonden, zullen ook zijn intensiveringen de desgewenste overtuigingskracht hebben. Daarnaast geeft Bosma aan ‘ik denk dat ik de enige Nederlander ben die afgelopen zaterdag aan onze verjaardag heeft gedacht’. Bosma maakt hier een strategische keuze doordat hij benadrukt dat hij waarschijnlijk als ‘enige’ aan de verjaardag van de Staten-Generaal heeft gedacht, wat ook zou getuigen van zijn liefde voor het parlement en wat hem zou onderscheiden van de andere kandidaten. Hiermee toont hij zijn respect voor de geschiedenis van dit instituut. Om dit te benadrukken, maakt hij gebruik van inclusief ‘wij’ als wij-Staten-Generaal door ‘onze verjaardag’ te gebruiken. Het is een tweede subargument dat hij inbrengt waarmee hij zijn liefde en waardering betuigt voor het parlement en waarmee hij de beschuldiging van Kuiken wil ontkrachten waarin zij hem had beticht van het minachten van het parlement.

36 Kuiken (PvdA): “Ik vraag aan de heer Bosma waarom hij voorzitter wil worden van een parlement waarover hij in verschillende gedaantes met minachting heeft gesproken.”

49 Het opvallendste voorbeeld van inclusief ‘wij’ als wij-Staten-Generaal is te zien in fragment (19), wat gezien kan worden als een opsomming van geschiedkundige feiten, vormgegeven met een anafoor:

(19) Wij hebben eeuwenlang geschiedenis geschreven en gemaakt. Wij hebben vredes gesloten en oorlogen verklaard. Wij waren betrokken bij ontdekkingsreizen en het stichten van steden en volkeren. Wij vertaalden de Bijbel en hebben zo onze taal gecodificeerd. Wij hebben ook het meest revolutionaire geschrift in de geschiedenis van het Westen geschreven, namelijk de Acte van Verlatinghe.

In dit fragment prijst Bosma de historische prestaties van de Staten-Generaal. Ook hiermee betuigt Bosma zijn liefde voor het parlement en poogt hij een saamhorigheidsgevoel te creëren. Zo zet hij inclusief ‘wij’ nog effectiever in door het ook als anafoor te gebruiken. Een effect van dit stijlfiguur is dat standpunten aan kracht winnen (De Jong & Rademaker & Pieper, 2015). Ook kan de anafoor emoties benadrukken (Braet, 2007, p.132). Inclusief ‘wij’ en de anafoor vallen beide onder de categorie ‘stijlfiguren’ van de checklist.

Al eerder in dit hoofdstuk is het wij-gebruik van de kandidaten besproken. Er worden door Arib en Bosma verschillende gebruiksvormen toegepast van inclusief ‘wij’. Om meer inzicht te geven in het wij-gebruik is er een overzicht gemaakt van de verschillende gebruiksvormen. Dit is weergegeven in tabel 2 is om zo een duidelijk beeld te vormen hoe beide kandidaten inclusief ‘wij’ gebruiken:

Tabel 2: kwantitatieve weergave van inclusief ‘wij’ in de betogen van Arib en Bosma, en de verschillende wij-

categorieën (tussen haakjes per 100 woorden)

Betoog Arib Betoog Bosma

Inclusief ‘wij’ 28 (1,01) 98 (2,01) wij-kandidaten 1 2 wij-Presidium 8 1 wij-Tweede Kamer/Kamerleden 26 85 wij-Staten-Generaal 0 7 wij-politieke partijen 0 3 wij-Nederlanders 1 1

In tabel 2 valt op dat Arib slechts 28 keer inclusief wij gebruikt tegenover 98 keer van Bosma. In verhouding, gekeken naar de woordlengte van de betogen, is het wij-gebruik van Bosma dan twee keer zoveel als dat van Arib. De meest voorkomende gebruiksvorm van inclusief ‘wij’ in beide betogen is wij-Tweede Kamer(leden). Verder is het opvallend, wat ook in de fragmenten (18) en (19) te zien was, dat Bosma inclusief ‘wij’ zeven keer als wij-Staten-Generaal gebruikt, terwijl Arib deze vorm helemaal niet gebruikt. Uit deze tabel blijkt dus dat Bosma meer inclusief ‘wij’ gebruikt dan Arib, mogelijk omdat hij het als noodzaak ziet om een eenheid te

50 vormen met de Kamer vanwege de scepsis die er heerst over een PVV’er als Kamervoorzitter. Ook opmerkelijk is dat Arib acht keer wij-Presidium gebruikt en Bosma slechts één keer. In het betoog van Arib is haar ervaring een aspect dat zij uitvoerig bespreekt, waaronder die in het Presidium. Het wij-gebruik kan deze ervaring dan ook extra benadrukken en kan daarom strategisch gekozen zijn.

Een van de voorspellingen was dat Bosma in zou gaan op het serieus nemen van en zijn waardering zou uitdragen voor het parlement, aangezien zijn partijgenoot Wilders onlangs de term ‘nepparlement’ had gebruikt. Mogelijk gebruikt hij hiervoor inclusief ‘wij’ om te accentueren dat hij het parlement wel degelijk serieus neemt en bovendien respecteert, en dat hij juist trots is dat hij hier deel van uitmaakt, zoals ook al te zien was in de eerdere paragrafen, zoals in 4.3.4, toen hij zijn ervaring benadrukte.