• No results found

4. Hands-on participeren: een metagovernor kan invloed uitoefenen op het resultaat van zelfbestuur door directe participatie In dat geval moet de metagovernor elke

3.5 Betrouwbaarheid en validiteit

4.1.3 Het provinciale instrumentarium

De Wet ruimtelijke orderning (Wro) is op 1 juli 2008 in werking getreden ter vervanging van de oude WRO. Deze wet regelt hoe ruimtelijke plannen tot stand komen en welke

bestuurslaag voor welke ruimtelijke plannen verantwoordelijk is (RO Web, 2010). De Wro regelt ook de verhoudingen tussen de verschillende overheden in Nederland in de ruimtelijke planvorming (InfoMil, n.d.). Onder de oude WRO hadden provincies een

goedkeuringsbevoegdheid ten aanzien van bestemmingsplannen, waardoor ze achteraf hun visie op ruimtelijke plannen konden geven. Daarnaast bestond de vrijstellingsbevoegdheid. Dat betekent dat provincies voor vrijstelling van bestemmingsplan een verklaring van geen bezwaar af moesten geven. Op deze manier werden gemeenten gedwongen om ruimtelijke ontwikkelingen af te stemmen met provincies (RO Web, 2010). Deze hiërarchische

sturingsvorm, waarbij provinciale overheden relatief veel invloed kunnen uitoefenen op de ruimtelijke ordening, is deels losgelaten. De nieuwe Wro gaat ervan uit dat elke overheid op basis van de eigen verantwoordelijkheid en de daarbij behorende instrumenten proactief optreedt ter realisering van het eigen ruimtelijk beleid (Provincie Gelderland, 2008).

Gemeenten zijn onder de nieuwe Wro in principe vrij om hun eigen beleid te bepalen. Provincies hebben vervolgens nog steeds de mogelijkheid om instrumenten in te zetten wanneer een ontwikkeling niet in overeenstemming is met het provinciale of gedelegeerd rijksbeleid. Door de wetswijziging is het provinciale ruimtelijk instrumentarium aanzienlijk veranderd (Provincie Gelderland, 2008). Er is een onderscheid in wettelijke juridische

instrumenten vanuit het Wro en niet-wettelijke instrumenten (Arcadis, 2008). De belangrijkste provinciale instrumenten in het kader van de Wro worden kort toegelicht. In figuur 5 zijn deze wettelijke instrumenten onderverdeeld in provinciale rollen.

Structuurvisie

De gemeenten, provincies en het Rijk zijn volgens het Wro verplicht om in het kader van een goede ruimtelijke ordening voor hun grondgebied één of meer structuurvisies vast te stellen (InfoMil, n.d.). De structuurvisie is een strategisch document waarin de hoofdlijnen van de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen van een bepaalde omgeving en de belangrijkste zaken van het te realiseren beleid staan genoteerd. Daarbij wordt tevens aangegeven hoe men verwacht dat beleid uit te voeren. De structuurvisie is alleen bindend voor de opsteller (InfoMil, n.d.). Het een communicatief instrument; het biedt een referentiekader voor andere overheidsinstanties en burgers. Wettelijk gezien bestaat er geen hiërarchische relatie tussen de structuurvisies van Rijk, provincies en gemeenten (Moraal, 2008). Indien de

structuurvisies van verschillende overheidslagen met elkaar in strijd zijn, veroorzaakt dat een ongewenste maatschappelijke onduidelijkheid. De Wro bevat geen mogelijkheden voor hogere overheden om een structuurvisie van een gemeenten te corrigeren. Dit verhaal wordt echter anders, als de structuurvisie geconcretiseerd wordt in een uitvoeringsbesluit

(bestemmingsplan of projectbesluit). Dan hebben hogere overheden diverse middelen om hier tegen op te treden (Moraal, 2008).

Verordening

De verordening is een hiërarchisch instrument dat algemene regels bevat voor gebieden, specifieke delen van gebieden of gebiedsgerichte thema’s. Wat betreft de provinciale

verordening, vastgesteld door Provinciale Staten, houden deze algemene regels eisen in die door de provincie zijn gesteld aan de inhoud van bestemmingsplannen. Indien gemeenten de inhoud van bestemmingplannen niet in overeenstemming brengen met de verordening dan schuift de verordening het bestemmingsplan aan de kant. De bepalingen van de verordening werken dan rechtstreeks in die zin dat ze een weigeringsgrond kunnen vormen voor de bouw-, sloop- of aanlegvergunning (Provincie Gelderland, 2008).

Proactieve aanwijzing

De Wro geeft Gedeputeerde Staten de bevoegdheid de gemeenteraad door middel van een proactieve aanwijzing te verplichten een bestemmingsplan vast te stellen of te herzien overeenkomstig bij die aanwijzing gegeven voorschriften (Provincie Gelderland, 2008). De proactieve aanwijzing is een instrument voor hogere overheden om lagere overheden te verplichten een ruimtelijke ontwikkeling te vertalen in een bestemmingsplan.

Zienswijze

Iedere belanghebbende kan bezwaar maken tegen ruimtelijke plannen, zo ook de provincie. Dit kan middels een zienswijze, een reactie op een ontwerpbesluit, die bij de desbetreffende overheid ingediend kan worden (RO Web, 2010). Indien een gemeente besluit geen gehoord te geven aan de zienswijze, dan heeft de provincie de mogelijkheid om op basis van de Wro een reactieve aanwijzing te geven op het vastgestelde bestemmingsplan (Wannink, 2012).

Reactieve aanwijzing

In concrete gevallen kunnen Gedeputeerde Staten een reactieve aanwijzing geven op een vastgesteld bestemmingsplan. Dit houdt in dat het onderdeel waarop de aanwijzing

betrekking heeft, geen onderdeel blijft uitmaken van dat plan (Provincie Gelderland, 2008). Dit kan alleen indien het plan in strijd is met een provinciaal belang. Voorafgaand aan de reactieve aanwijzing hebben Gedeputeerde Staten een zienswijze moeten indienen tegen het plan (Provincie Gelderland, 2008). Op grond van ariktel 8.2 lid 1 aanhef onder d Wro, kan een belanghebbende bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State beroep instellen tegen een aanwijzingsbesluit (Wannink, 2012).

Inpassingsplan

Gemeenten moeten zorgen voor een bestemmingsplan voor hun hele grondgebied. Het plan bevat juridisch bindende regels omtrent het gebruik van een concreet gebied en van de zich daarin bevindende bouwwerken (Provincie Gelderland, 2008). Provincie en het Rijk kunnen de bevoegdheid van gemeenten om een bestemmingsplan te maken overnemen. In dat geval wordt het een inpassingsplan genoemd. Dit kan alleen als er een provinciaal of nationaal belang in het geding is (InfoMil, n.d.).

Figuur 5: Rollen en instrumenten

Prov

in

c

ie

Nieuwe Wro Rol Instrument

1. Beleid ontwikkelen 1. Structuurvisie

2. Normstellen 2. Verordening

Proactieve aanwijzing

3. Interveniëren 3. Zienswijze indienen

Reactieve aanwijzing 4. Initiatief nemen 4. Inpassingsplan maken

5. Rijksnormen en -beleid toepassen 5. Indien nodig alle bovenstaande instrumenten

Bron: Arcadis, 2008

Naast het wettelijk instrumentarium dat voornamelijk bestaat uit hiërarchische instrumenten, zetten provincies ook niet-wettelijke instrumenten in om het provinciale beleid uit te voeren. Voorbeelden van deze instrumenten zijn overleg, bestuurlijke afspraken en convenanten en financiële middelen, variërend tussen subsidiëren en financieren (Arcadis, 2008). Deze instrumenten hebben meer affiniteit met de sturingsvormen markt en governance netwerken.