• No results found

8 A BEWUST HERSTEL VAN DE NATUURLIJKE BUFFERCAPACITEIT VAN DE BODEM

HET PRAKTIJKNETWERK HOUDT HET VOLGENDE IN:

In 4 regio’s (Zuidwest, Oldambt en omstreken, Noord Holland/ Flevoland en Zuidoos-•

telijk zand) wordt een regionaal praktijknetwerk opgezet. Deze bestaat uit NKG telers, geïnteresseerden en specialisten. Dit netwerk komt ca. 3 keer per jaar bijeen. Steeds is er een bezoek aan een NKG bedrijf gecombineerd met een verdiepend onderwerp. Actieve leden aan het netwerk betalen 75 euro per jaar.

In de verschillende regio’s worden boerenexperimenten aangelegd. Deze experimen-•

ten moeten de NKG praktijk verbeteren en worden vraaggestuurd aangelegd. Deelne-mende boeren zijn vergaand sturend in deze onderwerpen. Bij de boerenexperimenten worden onderwijs, onderzoek en andere partijen betrokken voor metingen, waarne-mingen e.d.

Landelijk demonstraties NKG. Elk jaar worden in diverse regio’s machinedemonstra-•

ties georganiseerd voor NKG.

Er is een landelijke masterclass. Deze verdiepende bijeenkomst is voor alle leden van •

het praktijknetwerk. Niet leden kunnen tegen een kleine vergoeding aansluiten. Er worden speciale cursussen NKG aangeboden, zowel introductie als verdiepend. •

Communicatie via website, artikelen en nieuwsbrieven NKG. •

Inschrijven kan via de website. •

ALGEMENE INFORMATIE

Niet Kerende Grondbewerking betekent het systematisch vermijden van intensief ke-•

rende of mengende grondbewerking. Het doel is maximale opbouw van bodemstruc-tuur gevormd door planten en bodemleven. Niet Kerende Grondbewerking is een mid-del om de natuurlijke processen zo min mogelijk te verstoren. Naast veranderingen in grondbewerking is streven naar maximale bodembedekking een belangrijke succesfac-tor.

www.nietkerendegrondbewerking.nl/

22 BOUWEN AAN EEN VITALE BODEM

DOEL PRAKTIJKNETWERK

Bijdragen aan de verbetering van het organische-stofgehalte in intensieve land- en tuinbouw-gebieden in Nederland.

AANPAK

Vier groepen van circa 10 telers, in de Noordoostpolder, Drenthe, Limburg en Noord-Holland, brengen gezamenlijk de problemen en mogelijke oplossingen in kaart, met ondersteuning van een regionale begeleider. Naast activiteiten en demo’s in de regio is er een landelijke afstemming door PPO Lelystad.

PROBLEMATIEK

Op intensief bewerkte grond wordt vaak meer organische stof afgebroken dan aangevoerd.

Raport 12-24.indb 70

Hierdoor verslechteren de groeiomstandigheden voor de plant. Vooral telers op lichte gron-den merken dat de bodem in kwaliteit achteruit gaat. Hun opbrengsten worgron-den lager en zij moeten vaker kunstgrepen toepassen om een teelt te laten slagen. Op initiatief van Flevo-plant in Ens gaat het grote praktijknetwerk ‘Bouwen aan een vitale bodem’ van start waarin telers samen de problemen en oplossingen in kaart brengen.

In vier regio’s in Nederland (Noordoostpolder, Drenthe, Limburg en Noord-Holland) gaan groepen van ongeveer tien telers aan de slag. Het zijn telers die veelal gebruik maken van dezelfde grond. Zij willen vooral van elkaar leren en samen met deskundigen zoeken naar manieren om de grond op een duurzame manier te gebruiken.

Lichte gronden zijn voor veel teelten geschikt en worden daarom intensief gebruikt voor ak-kerbouw, groententeelt, bloembollenteelt en boomkwekerij. De intensieve teelten trekken echter een zware wissel op de organische-stofbalans; de bodemvoorraad wordt door de vele bewerkingen en hoge opbrengsten sneller afgebroken dan aangevuld. De aanvoer wordt bo-vendien bemoeilijkt omdat telers vanwege de aangescherpte fosfaatnormen steeds minder mest en andere bodemverbeteraars mogen aanvoeren.

http://www.praktijknetwerkenindelandbouw.nl/nieuws/2011061601.asp

23 BODEMKWALITEIT OP ZANDGROND

INLEIDING

De bodem is de basis van een goede gewaspro-ductie: de bodem zorgt voor een standplaats en groei vooral via beworteling, vochtvoorzie-ning, nutriëntenlevering en weerbaarheid te-gen ziekten en plate-gen. Telers spelen hierop in met vruchtwisseling, grondbewerking, bere-gening, bemesting en gewasbescherming om deze goede productie ook te realiseren. Naast gewasproductie wil de overheid andere, meer

maatschappelijke diensten vanuit de landbouw. Ook de bodem speelt hierbij een belangrijke rol. Het gaat om Waterbeheer, Klimaatbeheer en Biodiversiteitsbeheer

DOELSTELLING

De doelstelling van het project is het ontwikkelen van praktisch toepasbare maatregelen die bijdragen aan een duurzaam bodembeheer op zandgrond en voldoende economisch perspec-tief geven aan de akkerbouw en vollegrondsgroenteteelt in Zuidoost Nederland. De ontwik-keling van maatregelen is gericht op:

Organisch stofbeheer: Wat is de gewenste hoeveelheid en kwaliteit organische stof in •

de bodem voor een duurzaam bodembeheer met o.a. voldoende buffer, structuur en ziektewerendheid? Welke kwaliteit en hoeveelheid moet worden aangevoerd om het organisch stofgehalte in stand te houden?

Grondbewerking: Het ontwikkelen en verbeteren van een vorm van niet kerende en •

weinig intensieve grondbewerking op zandgronden en deze vergelijken met standaard ploegen om emissies van nutriënten (bodem en lucht) te verminderen, bodembiodiver-siteit te verhogen en nutriëntenefficiëntie en bodemweerbaarheid (fysisch en

biolo-72

AANPAK

Met en voor ondernemers worden uit de resultaten praktische maatregelen geformuleerd voor het verbeteren van het bodembeheer. De maatregelen worden getoetst op hun effecten op opbrengst, effecten op de bedrijfsvoering (economie en arbeid), emissies naar bodem wa-ter en lucht en natuurlijk de bodemkwaliteit (fysisch, chemisch en biologisch).

Totale gewenste duur van dit project is 7 jaar tot en met 2017. Elk jaar omvat een aantal vaste stappen:

Opstellen teelt en bemestingsplan met de grondbewerkingsstrategie, na eerste jaar •

jaarlijks bijgesteld op basis van de ervaringen in de voorgaande jaren. Uitvoering van de teelt en registratie van alle werkzaamheden. •

Basismeetprogramma: jaarlijks vaststellen opbrengsten en kwaliteit gewassen, koolstof •

en stikstofinhoud van het aan- en afgevoerde organisch materiaal, algemeen grondon-derzoek, plant-parasitaire aaltjes en N-min metingen.

Analyse en evaluatie van de resultaten op basis waarvan nieuwe teelt en bemestings-•

plannen worden bijgesteld (zie punt 1).

Communicatie en projectleiding (zie volgende paragraaf onder organisatie). •

PARTNERS

PPO Wageningen / Louis Bolk Instituut

FINANCIERS

Ministerie van EL&I, Sichting Proef & Selectie, Stichting STOP/SAF.

CONTACT

Janjo de Haan Janjo.dehaan@wur.nl

Projectperiode: Startdatum: 2011 Einddatum: 2017 http://www.spade.nl/projecten-detail.asp?ProjectID=159

24 BOEREN MET BIODIVERSITEIT

In Drenthe start een driejarig project onder de naam ‘Beter boeren met biodiversiteit’, ge-richt op bodemkwaliteit en biodiversiteit voor agrarische ondernemers. Meer kennis over het functioneren van de bodem levert een duurzamer gebruik en minder milieubelasting op. Een betere, gezondere bodem draagt bij aan waterregulatie, is ook weerbaarder en helpt tegen de verspreiding van ziekten en plagen.

Gedeputeerde landbouw en natuur Rein Munniksma: “Bij biodiversiteit wordt vaak de kop-peling gelegd met de ‘officiële’ natuurterreinen, maar de werkelijkheid is dat ongeveer de helft van de biodiversiteit in Drenthe nadrukkelijk gestalte krijgt in de rest van Drenthe. De Drentse boeren spelen daar een belangrijke rol. De boeren die samen met ons dit project oppakken, nemen daarin hun verantwoordelijkheid. Zeker als er respect is voor de verschil-lende belangen, staan boeren en natuur niet met de rug naar elkaar toe. Dat doet me goed.” Het betreft een project waarin onderzoek wordt verricht. De resultaten zullen regelmatig worden gedemonstreerd en komen daardoor terecht bij zo veel mogelijk landbouwbedrij-ven. Het project besteedt aandacht aan bemesting, bodembewerking, bodemkwaliteit,

bo-Raport 12-24.indb 72

demleven en biodiversiteit en geeft antwoord op de vraag hoe het bedrijf er voor staat. Aan de hand van de juiste maatregelen kunnen deelnemende ondernemers bijdragen aan ver-betering van de eigen bedrijfsvoering, maar ook aan de realisering van maatschappelijke milieudoelstellingen.

Maatregelen worden met deelnemers besproken en vervolgens toegepast op praktijkperce-len. Er is ruimte voor in totaal 20 deelnemers. De werving moet nog starten. Daarnaast wor-den alle Drentse agrariërs uitgenodigd om regelmatig kennis te nemen van de projectresul-taten tijdens demonstratiedagen op de locaties.

Het project wordt begeleid door het Louis Bolk Instituut en het Hilbrands Laboratorium te Wijster. De totale kosten bedragen ruim 550.000 euro. Deze worden gefinancierd uit rijks-geld én Europees rijks-geld voor het provinciaal Uitvoeringsprogramma voor landelijk gebied (PMJP). Het project zal starten in het najaar van 2010 en is in 2013 afgerond.

www.provincie.drenthe.nl/thema/@44532/boeren/

25 BOEREN OP GOEDE GRONDEN WITTEVEEN

ACHTERGROND

Het onderzoek Klimaat en Landbouw Noord Nederland zoals dat de afgelopen jaren mede in opdracht van de provincie Drenthe is uitgevoerd geeft aan dat de landbouw, naar ver-wachting in toenemende mate, te maken krijgt met perioden van grotere en langer durende droogte en heviger neerslag. Tegelijkertijd wordt vastgesteld dat de landbouw hier goede mogelijkheden heeft om op de komende ontwikkelingen te anticiperen. Eén van de belang-rijkste maatregelen die daarbij worden benoemd is het verbeteren van de bodemstructuur. Opgemerkt wordt dat daardoor zowel de perioden van droogte als van wateroverlast beter overbrugd kunnen worden.