• No results found

Programma-aanbieders

BIJLAGE 1. HET NEDERLANDSE OMROEPLANDSCHAP

5200 5400 5600 5800 6000 6200 6400 1996 1998 2000 2002 2004

1. Het Nederlandse omroeplandschap kenmerkt zich door een zeer hoge kabeldichtheid. Voor meer dan 90% van de huishoudens is de kabel de infrastructuur die wordt gebruikt voor ontvangst van radio- en televisiesignalen128. In 2004 bedroeg het aantal kabelabonnees meer dan 6,2 miljoen129, een lichte groei ten opzichte van voorgaande jaren.

Figuur 1: Aantal (actieve) kabelabonnees (x 1000) in Nederland (bron: TNO, Berenschot 2003

en marktanalyse OPTA 2004)

2. Het aantal huishoudens dat in plaats van, of naast, de kabel, via de satelliet en/of de digitale ether televisie kijkt en naar de radio luistert is veel kleiner maar neemt eveneens toe, terwijl dit aantal voor de analoge ether afneemt, zie figuur 6.

Figuur 2: Aantal satelliet en (analoge en digitale) ether aansluitingen/kijkers (x 1000) in Nederland (bron: TNO, Berenschot 2002 en 2003 en marktanalyse OPTA 2004)

0 100 200 300 400 500 600 700 800 900 1996 1998 2000 2002 2004 satelliet ether digitenne

128 Bronnen: SPOT televisierapport 2004 (www.spot.nl) en marktonderzoek OPTA 2004. 129 Marktanalyse OPTA 2004.

3. Indien de voorgaande twee figuren gecombineerd worden, is de verhouding te zien tussen huishoudens met een actieve kabelaansluiting en het aantal huishoudens dat in plaats van, of daarnaast, gebruik maakt van een andere vorm van omroeptransmissie, zoals etherdistributie of satellietdistributie.

Figuur 3: Aantal kabelaansluitingen/kijkers (x 1000) versus satelliet + ether

in Nederland (bron: TNO, Berenschot 2002 en 2003 en marktanalyse OPTA 2004)

0 1000 2000 3000 4000 5000 6000 7000 1996 1998 2000 2002 2004 kabel anders

Hieronder wordt elk van de productgroepen nader toegelicht.

(i) vrij toegankelijke rtv-pakketten via de kabel

4. In totaal zijn er circa veertig kabelaanbieders in Nederland, verspreid over verschillende regio’s. Voor het overgrote deel zijn deze aanbieders ook eigenaar van hun eigen netwerk en in elk van de

verzorgingsgebieden is er de facto slechts één aanbieder. Een eindgebruiker kan derhalve niet kiezen uit verschillende kabelexploitanten.

5. Het Nederlandse kabellandschap kenmerkt zich door drie grote kabelmaatschappijen (UPC, Essent en Casema), twee wat minder grote kabelmaatschappijen (Multikabel, Delta NV) en een groot aantal kleinere tot zeer kleine aanbieders. Daarmee bereiken de grote drie 85% en de grootste vijf 93% van het totaal van de kabelaansluitingen.

Figuur 4: Relatieve grootte kabelmaatschappijen ten opzichte van landelijk totaal

(bron:marktanalyse OPTA 2004) 37% 21% 5% 2% 4% UPC Essent Casema Multikabel Zekatel/Delta Cai Westland COGAS Nutsbedrijven M'tricht ONS Cai OKEM Kabeltex

6. De kabelmaatschappijen bieden allen één of meerdere vrij toegankelijke rtv-pakketten aan, waaronder in ieder geval ook het zogenaamde standaardpakket. De verschillende kabelexploitanten leveren in het standaardpakket in het algemeen tussen de dertig en veertig televisieprogramma’s en tussen de dertig en veertig radioprogramma’s. Sommige exploitanten bieden daarnaast tegen een lager tarief de mogelijkheid tot een klein pakket in de vorm van het zogenaamde wettelijk basispakket. Een aantal van deze partijen is (onlangs) overgegaan tot digitale doorgifte naast de traditionele analoge doorgifte. 7. Onderdeel van het standaardpakket vormt steeds het wettelijke basispakket zoals dat op grond van

artikel 82i van de Mediawet aangeboden dient te worden. Dit pakket bestaat uit 15 televisie- en 25 radioprogramma’s en vormt daarmee (in principe130) de minimale wettelijke omvang van het aan te bieden eindgebruikerspakket. Een belangrijk onderdeel van dit basispakket wordt gevormd door de zogenaamde ‘must-carry’ programma’s: de landelijke, regionale en lokale zenders alsmede de publieke Belgische programma’s.

8. De eindgebruikerstarieven voor het standaardpakket verschillen aanmerkelijk tussen de verscheidene kabelexploitanten. Ook binnen het verzorgingsgebied van een kabelexploitant kunnen verschillen bestaan tussen de tarieven in verschillende gemeenten. Deze verschillen kunnen meestal verklaard worden door contractuele afspraken over de maximale tariefontwikkeling zoals deze ten tijde van de verkoop van voormalige gemeentelijke kabelnetten tussen gemeenten en kabelexploitanten zijn gemaakt. Overigens probeert een aantal (grotere) kabelexploitanten te komen tot een harmonisatie van de tarieven in hun verzorgingsgebieden, welke in grote delen van hun verzorgingsgebieden een verhoging van het eindgebruikerstarief met zich bracht. Hierover heeft in de laatste jaren een aantal juridische procedures plaatsgevonden tussen gemeenten en kabelexploitanten.

9. Er lijkt overigens geen directe correlatie te bestaan tussen het aantal televisieprogramma’s in het standaardpakket en de hoogte van het eindgebruikerstarief. Zo heeft UPC met een relatief hoog tarief eenendertig televisieprogramma’s in het standaardpakket en REKAM met een relatief laag tarief vierenveertig TV-zenders.

€ 0,00 € 2,00 € 4,00 € 6,00 € 8,00 € 10,00 € 12,00 € 14,00 € 16,00 € 18,00 UPC Essen t Casem a Multi kabe l Zeka tel/De lta Kabe ltex OKEM COGAS Kabe l noor d Cai W estlan d CAI W aalre Nutsb edrij ven M' tricht ONS Cai Overig (gem iddeld )

Figuur 5: Tarieven standaardpakket (per maand, de 13 hoogste en het gemiddelde van de overigen, incl. btw), 1/1/2005 (bron:marktanalyse OPTA)131

De als ‘overig’ aangemerkte exploitanten hanteren tarieven die gemiddeld rond de negen euro liggen. Al met al lopen de tarieven uiteen van € 5,60 tot € 15,53.

(ii) Betaal rtv-pakketten via de kabel

10. In bijna alle verzorgingsgebieden wordt Canal+ doorgegeven. Daarnaast biedt een aantal kabelexploitanten aanvullend op het standaardpakket een digitaal (plus)pakket met aanvullende programma’s tegen digitale kwaliteit aan. Hier dient meestal een meerprijs voor betaald te worden. De pakketten kunnen alleen afgenomen worden in aanvulling op het standaardpakket. Om gebruik te kunnen maken van een dergelijk pakket dient een eindgebruiker te beschikken over apparatuur waarmee hij gebruik kan maken van het systeem voor voorwaardelijke toegang. Daarbij gaat het in de praktijk om een decoder, veelal met een daarbijbehorende smartcard.

11. Een aantal (grote) kabelbedrijven is bezig met een strategie om de ontwikkeling van digitale televisie te versnellen. De strategie die hiervoor gehanteerd wordt verschilt per kabelexploitant. Sommige

kabelexploitanten kiezen voor het ‘retailmodel’ waarbij de decoder in de winkel is aan te schaffen en de smartcard door de aanbieder wordt verstrekt. Een ander mogelijk model is dat een kabelexploitant zelf een specifieke decoder en smartcard aanbiedt en de prijs hiervan vervolgens verdisconteert in de abonnementsprijs. Kabelexploitanten doen er alles aan om zoveel mogelijk gebruikers ‘achter de decoder’ te krijgen. Hiertoe zullen zij zoveel mogelijk interessante zenders in hun digitale pakket willen opnemen en in sommige gevallen wellicht het aantal (analoge) programma’s vóór de decoder

enigszins willen beperken.

12. Van de groeiende penetratie nieuwe van LCD- en plasmatoestellen gaat een positief effect uit op de marktvraag naar de hogere beeldkwaliteit die digitale televisie kan bieden. Uit recent onderzoek van

131 Voor UPC, Essent en Casema is de uniforme tariefstructuur (per 1-1-2005) waarnaar gestreefd wordt opgenomen, in enkele gemeenten geldt een lager tarief vanwege gemeentelijke contracten: het gemiddelde ligt dus feitelijk (iets) lager.

FIAR132 is gebleken dat 10% van de verkochte toestellen platte televisieschermen (waaronder LCD en plasma) betreft. Hoewel de uitrol van voorwaardelijke toegangssystemen nog achterblijft bij de

hooggespannen verwachtingen zijn er circa 100.000 huishoudens die gebruikmaken van digitale televisie133 via de kabel welk aangeboden wordt door de kabelexploitant. Digitale televisie betekent een betere benutting van de capaciteit van een kabelnetwerk en, in algemene zin, potentieel meer keuze en kwaliteit voor de eindgebruiker134. Nadeel van digitale televisie is dat de eenvoud waarmee de analoge kabelsignalen in de huidige situatie naar de tweede of derde televisie of radio kunnen worden doorgegeven, verdwijnt. Mogelijke oplossingen die de meeste kabelexploitanten hiervoor lijken te kiezen zijn om een (eventueel beperkt) analoog pakket mee te blijven sturen of om de tweede (of derde) decoder tegen een lagere prijs aan te bieden.

tabel 1: pluspakketten kabelexploitanten135

per maand eenmalig