• No results found

Het belang van creativiteit

15) In hoeverre beschouwt u de aanwezigheid van creatieve ambtenaren als belangrijk voor uw team?

16) In hoeverre beschouwt u de aanwezigheid van creatieve ambtenaren als belangrijk voor uw team in het licht van huidige decentralisaties, burgerinitiatieven en andere ontwikkelingen op lokaal niveau?

17) In hoeverre kleven er volgens u risico’s aan ambtelijke creativiteit (creativiteit van uw medewerkers)?

Thema 5: Ontwikkeling.

18) In hoeverre denkt u dat het mogelijk is om de creativiteit van uw medewerkers te stimuleren? Op welke wijze?

19) Er bestaan verschillende trainingen om creativiteit te stimuleren. Zou u uw werknemers zo’n training willen aanbieden? Waarom wel? Waarom niet?

20) Indien vraag 19 met JA beantwoord is: Hoe zou deze training er dan idealiter uitzien? Welke onderdelen zou de training dan (moeten) bevatten?

Thema 6: Vervolg

21) Zijn er nog punten bij u opgekomen gedurende het gesprek en die u ons nog wilt meegegeven?

22) In het vervolg van dit onderzoek willen wij ook graag medewerkers spreken over dit thema (interviews, vragenlijstje), zou dat eventueel in uw team kunnen? Zo ja, dan nemen wij t.z.t contact met u op.

Aanvullende vragen aan de leidinggevenden in verband met de relatie tussen creativiteit en nieuwe werkwijzen in het sociaal domein.

Hierbij deze nieuwe werkwijzen en producten als innovaties en ik onderzoek de rol die creativiteit heeft gespeeld bij het vormgeven van deze innovaties.

Thesis M.J.B. Steenmetz

Opleiding Bestuurskunde,Faculteit der Managementwetenschappen Radboud Universiteit Nijmegen

september 2015 136

1. Noem een nieuwe, concrete werkwijze of product in het sociaal domein die u geslaagd vindt en waarom?

2. Hoe ging dat in zijn werk, wat was een bevorderende factor, wat was een belemmerende factor?

3. Noem een nieuwe werkwijze in het sociaal domein die niet of nog niet geslaagd is en waarom?

4. Wat zou kunnen helpen om deze nieuwe werkwijze alsnog te laten slagen?

5. In het sociaal domein zijn nieuwe vragen op de gemeente afgekomen, onder andere decentralisatie, burgerparticipatie, netwerksamenleving. In hoeverre zijn de innovaties die u noemde een antwoord of reactie op deze nieuwe vragen?

6. Geeft de nieuwe werkwijze naar uw mening een goed antwoord op de nieuwe vragen?

7. Wie heeft de nieuwe werkwijze bedacht, of ontworpen?

8. Wat was de rol van creativiteit daarbij?

Thesis M.J.B. Steenmetz

Opleiding Bestuurskunde,Faculteit der Managementwetenschappen Radboud Universiteit Nijmegen

september 2015 137 Bijlage 3. Interviewvragen tweede fase

De introductie

Dit interview vindt plaats in het kader van het onderzoek naar de rol van creativiteit van ambtenaren bij het innovatieproces in het sociaal domein. Het zal ongeveer een uur in beslag nemen.

1. Wat houdt uw functie in?

2. Wat is uw taak met betrekking tot participatie?

Toelichting van het model

Het onderwerp van dit onderzoek is het innovatieproces, waarbij innovatie ofwel top-down kan verlopen, waarbij het van bovenaf ontworpen is en wordt geïmplementeerd, ofwel bottom-up, waarbij de nieuwe werkwijze op de werkvloer ontstaat en zich door de afdeling en later organisatie verspreidt. Ik ben benieuwd wat uw visie daarop is en hoe dat hier in z’n werk is gegaan.

3. Hoe is de nieuwe wijze tot stand gekomen?

4. Lijkt het op een top-down proces? (Dus de stappen initiatie, ontwikkeling, implementatie, adoptie?)

5. Of herkent u meer het bottom-up proces? (Dus spontane actie, herhaalde actie, herkennen, formalisatie?)

Ook de betekenis die u zelf geeft aan de nieuwe manier van werken is belangrijk. 6. Wat is de reden dat u op deze manier bent gaan werken?

7. Hoe is met u en uw collega’s afgestemd waarom de nieuwe manier van werken nodig is?

De rol van creativiteit (als idee)

In het innovatieproces speelt creativiteit een rol. In dit onderzoek maken we onderscheid tussen creativiteit als kenmerk van een persoon of groep personen, deze komt straks aan bod. Nu wil ik graag meer informatie over creativiteit als idee.

8. Was het een geheel nieuw idee of is het overgenomen van een andere organisatie, team of persoon?

9. Waar richt het nieuwe idee zich op? Ter verbetering van procedures, werkprocessen, producten of afstemmen van waarden?

10. Door wie is het idee aangedragen, of waar is het ontwikkeld?

11. Is er eerst nagedacht en dan een nieuwe manier van werken ontwikkeld, of heeft het nadenken plaatsgevonden nadat het nieuwe gedrag ontstaan is?

Thesis M.J.B. Steenmetz

Opleiding Bestuurskunde,Faculteit der Managementwetenschappen Radboud Universiteit Nijmegen

september 2015 138 Contextfactoren

In dit onderzoek kijken we naar vier contextfactoren die invloed kunnen hebben op het innovatieproces, dit zijn de relatie met de omgeving, het type leiderschap, creativiteit als kenmerk van een team of van personen en autonomie. Over elk van deze contextfactoren wil ik vragen stellen.

De relatie met de omgeving kan zijn tussen collega’s onderling, tussen teams binnen deze organisatie of met andere organisaties.

12. Wat voor soort uitwisseling vindt er plaats met u en uw omgeving, bijvoorbeeld binnen het team, of tussen teams? (Van ideeën, personen, hulpbronnen?)

13. Als er contact met de omgeving is, hoe verloopt dat dan? (Hoe is de sfeer, hoe afhankelijk ben je van elkaar, hoe vaak?)

14. Hoe verloopt het contact met burgers, klanten?

Leidinggevende

15. Wat is de rol van de leidinggevende/wat is uw rol als leidinggevende met betrekking tot de nieuwe werkwijze?

16. Hoe verloopt het contact met uw leidinggevende/als leidinggevende met uw team? 17. Op welke manier probeert u(w) (als) leidinggevende de teamleden aan te sporen?

Bij creativiteit als kenmerk wordt er onderscheid gemaakt tussen de kenmerken van het team en de kenmerken van de individuele medewerkers.

18. Hoe is de sfeer binnen het team ten aanzien van de doelen? (Worden doelen gedeeld en is men eraan gecommitteerd?)

19. Hoe is de sfeer binnen het team ten aanzien van resultaten? (Voelt men zich veilig en gesteund?)

20. Zijn er collega’s die u creatief vindt en waarom?

21. Hoe is de verdeling tussen creatieve en minder creatieve teamleden? 22. In hoeverre vindt u zichzelf creatief?

De autonomie zegt iets over de ruimte die een organisatie heeft en die daarmee invloed heeft op de ruimte die teams of individuen hebben bij het vormgeven van nieuwe werkwijzen.

23. Welke beperkingen zijn er vanuit de organisatie om uw taak uit te voeren? 24. Hoeveel ruimte is er om de taak zelf in te vullen en te experimenteren?

Outcome

Nu we in beeld hebben gebracht welke factoren van invloed zijn op het innovatieproces wil ik nog vragen wat de nieuwe werkwijze inhoudt. Een aantal aspecten is al aan de orde geweest, dus die kunnen we hier kort nog een keer noemen.

Thesis M.J.B. Steenmetz

Opleiding Bestuurskunde,Faculteit der Managementwetenschappen Radboud Universiteit Nijmegen

september 2015 139 26. Wat is de omvang van de verandering?

27. Ging de verandering stapsgewijs of meer ineens? 28. Op welke manier waren burgers betrokken?

Conclusie en afronding

29. Als ik nu het model van innovatie nog een keer met u doorneem, kunt u dan aangeven in hoeverre dit overeenkomt met uw ervaringen?

30. Zijn er nog dingen die ik vergeten ben te vragen of die u nog graag wilt toevoegen? Hartelijk dank voor de medewerking.

GERELATEERDE DOCUMENTEN