• No results found

LITERATUUR EN BRONNENLIJST

BIJLAGE 2: HAND-OUT INTERVIEWVRAGEN

Bijgevoegd vindt u de interviewvragen die horen bij mijn afstudeeronderzoek voor de opleiding Planologie aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. De kern van het onderzoek bestaat uit het onderzoeken van de relatie tussen de mismatch op de woningmarkt en stedelijke programmering als strategische planningsbenadering. In het kader hiervan wordt onderzocht hoe diverse gemeenten invulling geven aan de stedelijke programmering als strategische planningsbenadering en wat daarvan het effect is op de al dan niet aanwezige mismatch op de woningmarkt.

Het interview bestaat uit een drietal onderdelen. Onderdeel A is gericht op het in kaart brengen van de mismatch op de lokale woningmarkt. In dit onderdeel worden vragen gesteld die betrekking hebben op de aard en de omvang van de mismatch en de rol van de gemeente op het gebied van woningbouw. Onderdeel B gaat over de invulling die is gegeven aan de methode van programmering. Naast een aantal algemene vragen over de gevolgde programmeringmethode, wordt de programmeringmethode in verband gebracht met de fasering van de strategische planningstheorie. Ook wordt in dit onderdeel verder ingezoomd op de cruciale succesfactoren voor een strategisch planningsproces en de mate waarin deze van toepassing zijn in het proces. Tot slot vormt onderdeel C de sluitpost voor overige vragen met betrekking tot het onderzoek.

Onderdeel A: De mismatch op de woningmarkt

• Is er sprake van een kwantitatieve en/of kwalitatieve mismatch op de woningmarkt van gemeente (…..) en hoe uit deze zich?

- Hoe wordt de mismatch door gemeente (…..) ervaren? • Hoe groot is de leegstand op de woningmarkt in gemeente (…..)?

• Hoe lang is de gemiddelde verkooptijd van een woning in gemeente (…..)?

• Hoe verhouden de planvoorraad en de nieuwbouwbehoefte zich in gemeente (…..)? - In hoeverre beconcurreert de planvoorraad zichzelf op lokaal niveau?

- In hoeverre beconcurreert de planvoorraad of ondervindt de planvoorraad concurrentie op regionaal niveau?

• Wat voor type grondbeleid voert gemeente (…..) en welke rol neemt zij hierin aan? o Hoe wordt deze rol door de gemeente ervaren?

Onderdeel B: Stedelijke programmering als strategische planningsbenadering Algemene vragen met betrekking tot de stedelijke programmering

• Hoe wordt het stedelijke programmeringproces vormgegeven?

- Op welk niveau wordt er geprogrammeerd? (Regio, stad of uitsluitend projectniveau)

- Waar ligt de verantwoordelijkheid voor de stedelijke programmering? (Versnipperd over de organisatie of centraal?)

Stedelijke programmering als strategische planningsproces: • Fase 1: Selectie van de belangrijkste actoren

o Welke (externe) partijen worden betrokken in het programmeringproces en waarom zijn deze partijen geselecteerd?

 Hoe wordt rekening gehouden met de regio in de programmering? • Hoe wordt deze samenwerking vormgegeven?

• Wat is de rol van de provincie en het Rijk in deze regionale programmering?

• Hoe verloopt de regionale afstemming en welke knelpunten doen zich voor?

• In hoeverre levert de regionale samenwerking een meerwaarde op of werkt deze juist vertragend?

• Waar liggen nog uitdagingen en kansen in de regionale samenwerking?

 Hoe wordt rekening gehouden met lokale marktpartijen? • Hoe worden deze samenwerking vormgegeven?

• Hoe verloopt deze samenwerking en welke knelpunten doen zich voor in deze samenwerking?

• Waar liggen nog kansen en uitdagingen in deze samenwerking?

• Fase 2: Het bepalen van de gezamenlijke koers

o Hoe worden ieders belangen en wensen op elkaar afgestemd? o Welke partij neemt hierbij de rol van coördinator in?

o Hoe wordt omgegaan met winsten en verliezen met betrekking tot de programmering?

• Fase 3: De randvoorwaarden o De beleidskaders

 Op welke niveau worden de beleidskaders vastgesteld?

 In hoeverre fungeren de beleidskaders als geschikt referentiekader voor de programmering en speelt hier een wisselwerking tussen plaats?

 In hoeverre zijn de beleidskaders statisch of worden deze juist aangepast aan nieuwe inzichten vanuit de programmering of de markt?

• Fase 4: Het strategische plan o De prioriteringsfase:

 Welke randvoorwaarden liggen ten grondslag aan de prioritering? • Hoe wordt omgegaan met het gemeentelijke grondbedrijf

en in hoeverre spelen eigen grondposities een rol in de prioritering?

 Hoe wordt de marktvraag meegenomen in de prioritering en op welke informatie wordt dat gebaseerd?

 Hoe wordt de prioritering extern gecommuniceerd en wat wordt met de feedback hierop gedaan?

 Op welke wijze wordt getracht flexibiliteit in de prioritering aan te brengen zodat bij een veranderende marktvraag de projectenselectie kan worden aangepast?

• Waar bevindt zich de balans tussen flexibiliteit en rechtszekerheid?

o De budgetteringsfase:

 Welke instrumenten worden gebruikt om de financiële haalbaarheid van het programma te waarborgen?

 Hoe verhouden deze instrumenten zich tot de sturingsmogelijkheden?

• Welke knelpunten kunnen hierbij worden geconstateerd?  Hoe wordt omgegaan met eventuele afboekingen op het

grondbedrijf? o De fasering van de selectie:

 In hoeverre wordt er bewust gefaseerd met het oog op het beperken van de lokale concurrentie van projecten?

 In hoeverre wordt rekening gehouden met regionale concurrerende projecten in de fasering?

 Hoe wordt getracht om deze fasering van enige flexibiliteit te voorzien?

 In hoeverre wordt op deze fasering gestuurd? • Fase 5 en 6: Monitoring en evaluatie

o Hoe wordt de voortgang van de programmering gemonitord?

 Wat is de wijze van monitoring? (integrale database of projectniveau?)

 Hoe vaak wordt gemonitord?

o Wordt het monitoren van de programmering ingezet als evaluatiemiddel of sturingsmiddel?

 Doen zich knelpunten voor in dit proces?

• In hoeverre functioneert het beleid, de programmering en de uitwerking op de woningmarkt als een cyclisch proces waarin ruimte is voor terugkoppeling?

De cruciale succesfactoren voor het strategische planningsproces - Informatie

- Wordt de gebruikte informatie voor de programmering als volledig geacht?

- Welke knelpunten kunnen worden geconstateerd met betrekking tot de verkrijging van de juiste

informatie?

- Worden op basis van nieuwe informatie de genomen beslissingen heroverwogen? - Flexibiliteit

- Hoe ervaart u de flexibiliteit in het algehele programmeringproces? - Welke instrumenten worden ingezet om deze flexibiliteit te waarborgen?

- Welke knelpunten ervaart met betrekking tot het behouden van flexibiliteit in dit proces?

- Coördinatie

- Hoe ervaart u de lokale coördinatie op de programmering? - Hoe ervaart u de regionale coördinatie op de programmering? - Welke knelpunten kunnen hierbij worden geconstateerd?

- Ervaart u het huidige programmeringproces als voldoende sturend op de uitwerking op de

woningmarkt? Onderdeel C: Overige vragen

• Wat is uw eindoordeel over de mate van strategische programmering als strategische planningsproces en de uitwerking daarvan op de mismatch van de woningmarkt?

• Welk van de drie factoren: Informatie, Flexibiliteit, Coördinatie heeft volgens u de meeste invloed op de mismatch?

• Wat zijn wat u betreft kansen en uitdagingen voor de programmering in de toekomst? Hartelijk dank voor uw medewerking aan mijn onderzoek.