• No results found

Een groot en klein verhaalconstructie

5. Geestelijk werk in het publieke domein

6.1 Een groot en klein verhaalconstructie

Zoals ik in 2.5 heb uitgelegd kunnen kleine en grote verhalen gezien worden als twee polen binnen een continuüm. De gesprekken die de wijkpastors William en Marianne in het publieke domein voerden varieerden van vijf tot twintig minuten en hierin werden zowel kleine als grote verhaalconstructen zichtbaar. Grote verhalen worden niet alleen geconstrueerd bij existentiële gespreksvoering die geestelijk werkers voeren met mensen, zij worden ook in het publieke domein gecreëerd.

De ontmoeting met Mira

We zijn op bezoek bij de Hindoestaans Surinaamse vereniging Milan die opendag houdt in een buurthuis voor de buurtbewoners en we ontmoeten Mira. Mira komt bij ons staan. Ze vertelt dat ze actief is binnen de vereniging, dat ze activiteiten organiseert en mensen probeert bij te staan. Ik vraag of dit een betaalde baan is. Dat is niet zo, Mira vertelt dat ze vrijwilligerswerk doet. Ze vertelt dat ze altijd in een verzorgingshuis heeft gewerkt, totdat ze borstkanker kreeg. ‘Ze wijst naar haar borst en zegt: ‘ik heb alles gehad, borst er af, bestralen, chemo. Ik dacht ik ga dood en ik had één grote wens. Dat was naar India gaan want daar liggen mijn wortels. Mijn broer woont er en ik ben er met mijn vier kinderen geweest. Ik ben nu vrij van kanker en mijn wensen zijn vervuld. Nu kan ik niet werken want ik ben nog heel snel moe, maar dit vrijwilligerswerk is goed. Dat doe ik graag en dat kan ik doen. Ik kan ook afhaken.’ Intussen houdt Mira mensen die binnenkomen in de gaten. Ze vervolgt met vertellen dat ze vijftig is.‘Vijftig?,’ roepen wij uit van verbazing. Ik zeg dat ze er veel jonger uit ziet. ‘Wacht maar tot je m`n kinderen ziet,’ zegt ze lachend, dan zie je het wel.’

Aan de hand van dit voorbeeld illustreer ik welke kenmerken van het grote en kleine verhaal naar voren komen, welke rollen en posities ik herken en waar zingevingsaspecten zichtbaar worden. Allereerst heeft dit verhaal kenmerken van een groot verhaal. Mira (de actieve verteller) legt buiten de lokale context (waar zij op dat moment als gastvrouw

functioneert) verbinding tussen gebeurtenissen in haar leven en ze maakt haar verhaal via plots tot een coherent geheel. Het gesprek neemt vervolgens een wending door over te gaan op haar leeftijd, hiermee komt er ruimte in het grote verhaal en krijgt het gesprek meer de vorm van een kleine verhaal. De opmerking over haar leeftijd is open en niet zeker is hoe Marianne en ik er op zullen reageren. Deze interactie is een gebeurtenis die in deze context aan de gang is en kan verschillende kanten opgaan; wij co-creëren met elkaar het verhaal.

In dit voorbeeld worden verschillende rollen en posities zichtbaar. Mira laat iets van haar rol en positie zien, een vrouw en moeder die haar wortels in India heeft en borstkanker heeft gekregen. Haar agency komt naar voren door zichzelf te positioneren als iemand die tijdens dat proces eigen keuzes heeft gemaakt. Wij reageren op Mira met een gedeelde ervaring dat zij er jong uitziet en de morele positie dat wij jong eruit zien positief waarderen (co-vertelling). Dit is een dominant verhaal in onze culturele context dat hierin resoneert. Ik heb de opmerking over haar leeftijd als een afbakening en als een grens rondom haar voorgaande verhaal ervaren. Het was niet de gelegenheid om dieper op haar verhaal in te gaan. Mira was gastvrouw en wilde die rol (en haar verantwoordelijkheid) weer oppakken, ze begon met een alerte blik om zich heen te kijken. Ik had het idee dat ze op dat moment niet verder op haar toestand in wilde gaan. Ik had de indruk dat ze verwachtte dat wij zo zouden reageren op haar leeftijd. Het gaf haar de kans om van onderwerp te veranderen en weer verder te gaan in haar rol als gastvrouw. Marianne kent dit verhaal van haar nu. Mira weet dat Marianne wijkpastor is en er bestaat een mogelijkheid om hier in de toekomst op terug te komen, waarbij er wellicht wel tijd en ruimte gevonden kan worden om eventuele twijfel, spanning of het onbepaalde toe te laten. In haar verhaal zit immers ook een bepaalde geslotenheid en heeft de spanning tussen grip te willen hebben op het leven door coherentie en de complexiteit van haar leven geen ruimte gekregen.21 Aan de andere kant biedt het publieke domein juist ook de mogelijkheid om iets van jezelf te laten zien zonder er al te ver over door te gaan, misschien was het voor Mira voldoende om ons dit verhaal te vertellen. Een gesprek in het publieke domein biedt dus ook ruimte en vrijheid om even een zwaar onderwerp te delen en dit vervolgens weer los te laten.

Zingevingsaspecten die ik meen te herkennen in deze ontmoeting zijn: dat Mira een samenhangend verhaal kan vertellen; uit haar verhaal kwam een doelgerichtheid naar voren (naar India gaan, vrijwilligerswerk gaan doen, er jong uit willen zien) en zij liet haar competentie zien; door de bevestigende aandacht die wij voor haar hadden zou zij zich erkend en waardevol kunnen voelen; hier zou een motiverende werking vanuit kunnen gaan die ondersteunend zou kunnen zijn bij de gerichtheid in haar leven. Tijdens het gesprek ontstond er een bepaalde verbondenheid tussen haar en ons, dat was te zien aan onze non verbale en fysieke gerichtheid op elkaar; het oogcontact, gezichtsuitdrukkingen en lichamelijke betrokkenheid op elkaar. De overgang naar de opmerking over haar leeftijd bracht een bepaalde lichtheid in het gesprek waardoor er meer openheid ontstond en een tussen-ons gesprek waardoor er iets ontsnapte uit het grote verhaal van Mira wat een mate van

transcendentie teweeg bracht. We deelden de ervaring over onze culturele context rondom leeftijd. Dat laatste heeft mij doen inzien hoe dominante culturele verhalen ook in mij resoneren. Hoewel ik het onzin vind dat mensen er altijd maar jong uit moeten blijven zien, vond ik mezelf achteraf in die context. Dit is wat Walker (2007) bedoelt met noodzakelijk gemaakte identiteiten binnen culturele contexten (zie 3.1). Er jong uit moeten blijven zien is een naturalisatiepatroon in onze Westerse wereld.

Met dit voorbeeld heb ik laten zien dat grote en kleine verhalen niet absoluut te scheiden zijn en dat verhaalconstructies dynamisch zijn waarin ruimte is voor zingevingsaspecten. Interacties die geestelijk werkers met mensen hebben zijn een samenspel van zowel grote als kleine verhalen die zich als tijdelijke sociale constructen op een complexe manier tot elkaar verhouden.