• No results found

Grondwaterzorgplicht en -onderzoek

Handelen bij grondwaterproblemen

“Onze inwoners nemen hun verantwoordelijkheid bij grondwaterproblemen. Als gemeente komen wij onze inwoners tegemoet door de situatie te onderzoeken en voorlichting te geven!

Als vochtoverlast optreedt in woningen of bedrijven, is dit hinderlijk. Het kan stank, schimmelvorming en een hoog energieverbruik veroorzaken. Er wordt van grondwateroverlast gesproken als hinder of schade optreedt door vochtoverlast als gevolg van een te hoge grondwaterstand. Andere oorzaken van

vochtoverlast zijn lekkende waterleidingen, slecht functionerende regenpijpen en bouwkundige gebreken.

Indien er binnen een wijk regelmatig en/of meerdere meldingen binnenkomen van (grond)wateroverlast wordt door de gemeente de volgende actie ondernomen:

 De gemeente voert onderzoek uit naar de oorzaken van de overlast. Hierbij wordt tevens ingegaan op de oplossingen.

 In het onderzoek worden zo nodig grondwatermetingen, locatie-inspecties en of boringen geplaatst, in aanvulling op de wijkgerichte informatie uit het grondwatermodel, meetnet, watersysteemkaart en GIS-database.

 De probleemanalyse, conclusie en oplossingsrichtingen worden gerapporteerd aan de gemeente.

 De uitkomsten van het onderzoek kunnen vervolgens op een bewonersavond of via publicaties worden teruggekoppeld naar de bewoners.

Ons doel is om het (openbare) watersysteem zo vorm te geven dat het voor particulieren mogelijk wordt om de grondwaterproblemen op hun percelen op te lossen. Dit zal niet op korte termijn lukken. Vaak is dit pas kosteneffectief mogelijk in combinatie met andere werkzaamheden, zoals in combinatie met

rioolrenovaties en met het afkoppelen van verharde oppervlakken. Als overbrugging is het te overwegen om onder restricties afvoer van drainagewater op bestaande voorzieningen toe te staan (bijvoorbeeld op regenwaterriolen).

De gemeente neemt particulier drainagewater in ontvangst wanneer sprake is van overtollig grondwater binnen het perceel en er geen andere oplossingsmogelijkheden zijn, zoals afvoer naar het open water. Er is sprake van overtollig grondwater, wanneer de grondwaterstand leidt tot structureel nadelige gevolgen bij normaal gebruik van het perceel. Aan de in ontvangst name, met bijbehorende aansluiting op openbare voorzieningen kunnen door de gemeente voorwaarden worden verbonden.

Meervoudig bodemgebruik

“We hebben grip op wat er in onze bodem gebeurt!”

Vanwege de toenemende druk op de grondwaterstanden vanuit het meervoudig bodemgebruik is het van belang dat goede afstemming plaatsvindt tussen de verschillende bevoegde betrokken instanties. Dit om een goede structuur te kunnen bieden aan de verschillende bodemgebruiksfuncties als bijvoorbeeld aanleg en beheer en onderhoud van WKO’s, bemalingen, bronneringen en leges. De komende planperiode willen de gemeenten en het hoogheemraadschap een gezamenlijk plan opstellen, waarin duidelijke afspraken over het bodemgebruik worden vastgelegd. Voordat dit plan is vastgesteld, wordt in de Noord-Kennemerland Noord de voorkeursvolgorde voor het afvoeren van de lozingen als volgt toegepast (conform het beleidsondersteunend document: ‘Lozingen bij aanleg en onderhoud van

Tabel 12 Lozingsvolgorde bodemenergiesystemen

Type afvalwater Kenmerken Voorkeursvolgorde

lozing

Bevoegd gezag

Spoelwater als gevolg van de aanleg van

bodemenergiesystemen

- water met bentoniet en polymeren

- relatief kleine hoeveelheid - eenmalige lozing

Spoelwater als gevolg van ontwikkelen en onderhouden van bodemenergiesystemen

- grondwater, zoals lokaal aanwezig

- zeer grote hoeveelheden - herhaaldelijk in de gebruiksfase

“We gaan grondwaterstanden centraal ontsluiten”

De gemeenten geven inzicht in de grondwatersituatie aan betrokken partijen. Als metingen (met een grondwatermeetnet), klachtenregistratie of gemeentebrede analyses daar aanleiding toe geven, voeren de gemeente locatiespecifieke onderzoeken uit naar de aard, omvang, mogelijke oorzaken en

oplossingsrichtingen.

Bovendien zijn gemeenten met de komst van de nieuwe wet Basis Registratie Ondergrondgegevens (BRO) vanaf 1 januari 2016 wettelijk verplicht om grondwatergegevens aan dit platform te leveren. Hoewel dit platform voldoende mogelijkheden biedt om data in te zien, biedt het geen mogelijkheden als

monitoringsprogramma, of als hulpmiddel om grondwaterstanden te analyseren. Bovendien zijn

gemeenten nog steeds vrij om zelf te bepalen op welke wijze zij data ontsluiten richting de BRO. Binnen de regio is het streven om meetgegevens onderling te delen om zodoende te komen tot een uniforme

ontsluiting van meetgegevens. De komende planperiode wordt onderzocht welk platform zich het beste leent voor deze doeleinden.

De gemeente Bergen heeft een grondwatermeetnet opgezet. Met de meetresultaten is een

grondwatermodel gebouwd. Dit heeft geresulteerd in een watersysteemkaart en GIS database. Bovendien worden enquêtes in aandachtsgebieden gehouden (zie bijlage 8).

Maatregelen tegen de maatschappelijk laagste kosten

Maatregelen tegen grondwateroverlast worden gebaseerd op locatiespecifiek onderzoek, waarin maatregelen worden getoetst op doelmatigheid. Overlastsituaties worden benaderd vanuit een integrale beoordeling van het watersysteem (oppervlaktewater, hemelwater, grondwater, riolering). De

doelmatigheid wordt bepaald op basis van het structurele nadeel, de effectiviteit van een maatregel, beschikbaarheid van alternatieve maatregelen en een vergelijking van geschatte maatregelkosten en schadekosten. Bij maatregelen wordt waar mogelijk ‘meegelift’.

De gemeente Bergen meet de grondwaterstand op veel locaties binnen de gemeente. De gemeente gebruikt het meetnet om een actueel overzicht te krijgen van de ontwatering en ter onderbouwing van systeemkeuzes voor stedelijk grond- en hemelwaterbeheer. Via een internettoepassing kunnen de

Beheer grondwatermeetnet

Het grondwatermeetnet van de gemeente wordt in abonnementvorm beheerd via WarecoWaterData (WWD). Per eind 2015 worden alle peilbuizen van het meetnet automatisch bemeten.

Beheer en validatie data

De grondwatermeetreeksen worden dagelijks geactualiseerd. Uitval wordt vrijwel direct opgemerkt, waardoor de maximale aaneengesloten periode met dataverlies één maand bedraagt. Minimaal eenmaal per jaar wordt een handmatige controlemeting van de grondwaterstand uitgevoerd. Validatie vindt verder per kwartaal plaats door controle op uitschieters en het vallen van de metingen binnen het meetbereik van de meetinrichting. Er volgt een beknopt verslag van de validatie per e-mail. Eenmaal per jaar wordt digitaal in pdf een jaarrapportage aangeboden, waarin tevens de reeksgrafieken van het afgelopen jaar zijn opgenomen.

Het delen van grondwaterdata

Elk kwartaal verstuurt Wareco de gevalideerde grondwaterstanden naar het Dinoloket van TNO en wordt een update verzorgd van de burgerportal.

Beheer peilbuizen

Benodigd onderhoud aan de peilbuizen wordt opgenomen in de rapportages.

Model en GIS database

Model

Het grondwatermodelonderzoek is op een gestructureerde wijze aangepakt, gebaseerd op de NEN 6260

“Modellering in waterbeheer”. Het bijhouden van een modellogboek is daarbij een belangrijk aspect.

Hierin werd elke aanpassing aan het model bijgehouden, zodat het modelleerproces transparant en reproduceerbaar is. Doordat de input van het model door de tijd verouderd, is het van belang om het grondwatermodel periodiek te actualiseren. Actualisatie heeft betrekking op de invoergegevens en herkalibratie op basis van nieuwe metingen. Bij actualisatie van het model, wordt ook de

watersysteemkaart geactualiseerd. De eerste actualisatie wordt uitgevoerd in 2015. Daarna wordt per drie jaar, zover daartoe aanleiding is, het model geactualiseerd.

GIS database

De GIS database dient geactualiseerd te worden na iedere actualisatie van het grondwatermodel of andere bronnen (indien daar in de toekomst gebruik van wordt gemaakt).

Grondwatermodel

Om op wijkniveau inzicht te krijgen in mogelijke toekomstige wijzigingen van het grondwatersysteem is door Wareco een grondwatermodel opgesteld. Het model is een krachtig hulpmiddel om toekomstige ingrepen in het waterhuishoudkundig systeem te kunnen toetsen en onderbouwen. Daarnaast dient de output van het model als een communicatiemiddel richting bewoners, bedrijven en belanghebbenden.

Het grondwatermodel wordt ingezet voor de volgende toepassingen:

 Interpoleren grondwaterstanden tussen de peilbuislocaties, zodat een vlakdekkend beeld van de grondwaterstanden in de gemeente wordt verkregen. Hierdoor kan locatiespecifiek en

onderbouwd worden gecommuniceerd met bewoners over de grondwaterstand onder hun pand.

 Het ontwikkelen van een watersysteemkaart. Dit is een kaart waarop is aangegeven in welke straten (op termijn) een drainagesysteem aangelegd moet worden en waar het hemelwater kan worden geïnfiltreerd. De kaart is geschikt voor een effectieve werkvoorbereiding van werken in de openbare ruimte.

 Het bepalen van effecten van vernatting in de duinen op de bebouwde kom.

 Het bepalen van de effecten van afkoppelen van het hemelwater van het gemengd rioolstelsel (gefaseerd en waar mogelijk) op de grondwaterstand elders.

 De effecten van klimaatveranderingen op de grondwaterhuishouding in de gemeente Bergen.

Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) heeft voorspeld dat het klimaat verandert: de zeespiegel gaat stijgen, droge periodes in de zomer duren langer, buien worden intensiever en de winters worden gemiddeld natter.

Verder wordt het model ingezet voor:

 Bepaling van invloeden van ingrepen in de grondwaterhuishouding op aanwezige

grondwaterverontreinigingen in de omgeving. Een voorbeeld is het effect van infiltratie van regenwater.

 Voorbereiding van werken en ingrepen in het grondwatersysteem om de effecten op de grondwaterstand te berekenen. Voorbeelden zijn: bemalingsadviezen, effecten realiseren

waterberging, realiseren kelders en bouwputten, aanleggen drainage, peilaanpassing open water, toetsen interferentie Warmte-Koude-Opslagsystemen.

Watersysteemkaart

De resultaten uit de modelstudie zijn verwerkt tot een watersysteemkaart. In deze kaart zijn aandachtsgebieden voor grondwateroverlast en infiltratiemogelijkheden weergegeven. De

watersysteemkaart kan worden ingezet bij werkvoorbereiding van rioleringsprojecten om te beslissen of drainage wordt aangelegd dan wel infiltratie kan plaatsvinden. De kaart met aandachtsgebieden voor hoge grondwaterstanden kan worden ingezet om tot een planmatige aanpak van grondwateroverlast te komen.

GIS-database

De watersysteemkaarten en andere uitkomsten van de modelstudie zijn als GIS-layers aangeleverd. De verschillende kaartlagen zijn daardoor in te lezen in QGIS. Dit programma maakt het onder andere mogelijk de kaarten tot in groot detailniveau te bekijken en om verschillende kaartlagen met elkaar te vergelijken.

Enquête

Door de ontwateringssituatie samen met de ouderdom van de bebouwing te analyseren, komt naar voren in welke buurten er een verhoogd risico op grondwateroverlast is. De buurten met een verhoogd risico (combinatie beperkte ontwateringsdiepte en oude bebouwing die als kwetsbaar wordt ingeschat voor hoge grondwaterstanden) zijn aangewezen als grondwateraandachtsgebieden. Om inzicht te verkrijgen in de beleving van grondwateroverlast van de bewoners, zijn enquêtes onder bewoners uitgevoerd in de grondwateraandachtsgebieden: in Bergen aan de Buerweg en in diverse wijken in Schoorl.

Beheer van drainagevoorzieningen

Gegevens in het beheersysteem

Voor het beheer van het drainagesysteem is een goede revisietekening van groot belang. Op de revisietekening dient opgenomen te worden hoe de drainage daadwerkelijk is aangelegd, gebruikte omhulling, diameter, bob, drainage-instelniveau. De revisietekening wordt in digitaal bewerkbaar formaat opgenomen in de beheeromgeving van de gemeente. Tijdens de beheerfase worden deze gegevens zo nodig geactualiseerd naar aanleiding van inspecties, onderhoud, reparaties en vervangingen.

In het beheersysteem wordt bijgehouden wat de onderhoud- en inspectiefrequentie is van elke drainagevoorziening.

Onderhoud

De gemeente voert op basis van een vaste kenmerkenlijst reguliere inspectie uit van

drainagevoorzieningen en spuit de drainages door. Tijdens het doorspuiten mag de druk niet te hoog zijn.

Omtrent het beheer en onderhoud, waar het doorspuiten deel van uitmaakt, wordt verwezen naar de Leidraad Riolering module ‘Beheer en onderhoud van drainage’.

Inspectie en doorspuiten vindt éénmaal per twee jaar plaats of wanneer er aanleiding toe is op basis van meldingen of grondwaterstandmetingen. De onderhoudsfrequentie wordt jaarlijks geëvalueerd op basis van de inspectieresultaten en zo nodig bijgesteld. Resultaten van de inspectie en eventuele

storingsopvolging worden geregistreerd in het beheersysteem

Bij nieuwbouw

Voor een nieuwbouwgebied is het belangrijk om een integraal ontwerp voor omgang met hemelwater, grondwater en oppervlaktewater op te stellen. Het is van belang om hydrologische randvoorwaarden op te stellen die behoren bij het te ontwikkelen gebied. De omvang van de voorbereidende onderzoeken hangt af van het type en de omvang van de planontwikkeling. De aangegeven stappen worden in meer of mindere mate doorlopen.

Stap 1. Inventarisatie huidige hydrologische situatie

De huidige ontwateringssituatie wordt vastgesteld op basis van de metingen van het grondwatermeetnet en de maaiveldhoogte (AHN-bestand). Informatie over de huidige oppervlaktewaterstructuren

(waaronder greppels) en waterpeilen worden bij de gemeente en het waterschap geïnventariseerd.

Stap 2. Inventarisatie plannen en beleidskaders

Uit een analyse van het waterbeleid, de nieuwbouwplannen en eventuele plannen van het waterschap worden randvoorwaarden gedestilleerd waaraan de toekomstige (grond)waterstructuur moet voldoen.

Hierbij wordt gedacht aan eisen ten aanzien van waterberging, afvoervertraging, de toepassing van doorlatende verhardingen et cetera.

Stap 3. Analyse knelpunten en kansen

Uit de inventarisatie van de huidige situatie en de inventarisatie van de plannen en beleidskaders volgen hydrologische knelpunten en kansen. Gedacht wordt aan gebieden met risico op (grond)wateroverlast.

De invulling van de vervolgstappen is sterk afhankelijk van de resultaten tot zover. Ter indicatie voor de volgende stappen kan gedacht worden aan:

Stap 4: Uitwerking en afweging scenario’s

De knelpunten en kansen kunnen vermoedelijk op verschillende manieren worden opgelost dan wel benut. Hiertoe kunnen verschillende scenario’s worden opgesteld die met behulp van een multi criteria analyse met elkaar kunnen worden vergeleken, zodat de meest doelmatige oplossing kan worden gekozen.

Stap 5: Uitwerking Masterplan

Deze stap betreft de uitwerking van de (geo)hydrologische hoofdstructuur in een rapportage met uitgebreid kaartmateriaal. Daarnaast wordt een kostenraming opgesteld voor de realisatie van de (grond)waterstructuur. Tevens worden (geo)hydrologische randvoorwaarden aangegeven voor het bouwrijp maken en de verdere inrichting van het gebied.

Om de gewenste waterstanden te realiseren en om grondwater over- en onderlast bij nieuwbouw tegen te gaan, wordt de volgende voorkeursvolgorde gehanteerd voor het uitvoeren van maatregelen.

1. Het ophogen van het maaiveld.

2. Het realiseren van extra oppervlaktewater voor af- en aanvoer van water in de wijk.

3. Het aanleggen van een drainagesysteem met eventuele grondverbetering.