• No results found

Grondslag vergoedingsverzoek: beëindiging met wederzijds goedvinden vanwege

Als het dienstverband is beëindigd op grond artikel 3.5, vierde lid, van de CAO PO, te weten met wederzijds goedvinden met als reden dat er naar het oordeel van de werkgever sprake is van onbekwaamheid of

ongeschiktheid van de werknemer voor de door hem uitgeoefende functie, zoals bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder d, van de CAO PO, dan komt de werkgever voor toewijzing van het vergoedingsverzoek in aanmerking indien de werkgever aan de voorwaarden van artikel 4:4:1 tot en met 4:4:4 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel 4:4:1 Meedelen reden beëindiging van het dienstverband aan werknemer

─ 1. De werkgever heeft de reden voor beëindiging van het dienstverband aan de werknemer meegedeeld.

─ 2. De werkgever legt daartoe over de beëindigingsovereenkomst.

Artikel 4:4:2 Inspanning behoud werknemer voor eigen functie

─ 1. Voorafgaand aan de beëindiging van het dienstverband heeft de werkgever zich ingespannen om de werknemer voor zijn eigen functie te behouden. Uiteindelijk heeft hij geconcludeerd dat dit niet mogelijk is.

─ 2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘gesprekkencyclus’, die door de werkgever en de werknemer is ondertekend. Uit deze verklaring blijkt dat gesprekken tussen de werkgever en de werknemer hebben

plaatsgevonden en dat de werkgever tijdens die gesprekken heeft benoemd:

a. de door de werkgever geconstateerde knelpunten in het functioneren van de werknemer;

b. de door de werkgever noodzakelijk geachte verbetering in het functioneren van de werknemer;

c. de wijze waarop de werknemer met interne of externe ondersteuning deze verbetering moest bereiken en de periode waarbinnen de werknemer dat moest realiseren;

d. de conclusie van de werkgever dat het verbetertraject niet of onvoldoende tot de noodzakelijke verbetering heeft geleid.

21

3. Weigert de werknemer de verklaring te ondertekenen, dan overlegt de werkgever andere ter zake overtuigende documenten zoals:

a. één of meer schriftelijke uitnodigingen aan werknemer voor gesprekken; of b. één of meer offertes van aanbieders voor begeleiding van werknemer; of c. één of meer facturen van aanbieders voor begeleiding van werknemer; of

d. andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat, en wanneer de gesprekken en/of de begeleiding van de werknemer hebben plaatsgevonden.

Artikel 4:4:3 Inspanning behoud werknemer voor eigen organisatie

─ 1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat het niet mogelijk is om de werknemer voor zijn eigen functie te behouden, heeft de werkgever zich ingespannen om de werknemer in een andere functie voor de eigen organisatie te behouden.

─ 2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘herplaatsingsonderzoek’, die door de werkgever en de werknemer is ondertekend. Uit deze verklaring blijkt dat de werkgever met de werknemer de

herplaatsingsmogelijkheden binnen de eigen organisatie heeft besproken. Tevens blijkt daar uit dat de werkgever heeft geconcludeerd dat die mogelijkheden ontbreken of redelijkerwijs niet te realiseren zijn.

─ 3. Weigert de werknemer de verklaring te ondertekenen, dan overlegt de werkgever andere ter zake overtuigende documenten zoals een brief aan de werknemer waarin de werkgever gemotiveerd meedeelt dat, en waarom, er geen herplaatsingsmogelijkheden zijn.

Artikel 4:4:4 Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

─ 1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat de werknemer niet behouden kan blijven voor de eigen organisatie heeft hij de werknemer ondersteuning geboden bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie.

─ 2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘aanbod ondersteuning extern’, die door de werkgever en de werknemer, voor de einddatum van het dienstverband is ondertekend. Uit de verklaring blijkt welke activiteiten de werkgever heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar ander werk. De waarde van de ingekochte activiteiten hangt af van de duur van het dienstverband bij de werkgever en vertegenwoordigt een bedrag van:

a. minstens € 3.000,-- bij een dienstverband van 10 jaar of korter;

b. minstens € 4.000,-- bij een dienstverband langer dan 10 jaar maar korter dan 20 jaar;

c. minstens € 5.000,-- bij een dienstverband van 20 jaar of langer.

─ 3. Als de werknemer geen gebruik heeft gemaakt van de in dit artikel genoemde aangeboden ondersteuning bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie, dan verlengt de werkgever het ondersteuningsaanbod tot drie maanden na de eerste WW-dag van de werknemer.

─ 4. De werkgever legt daartoe over:

a. een afschrift van de – voor de ontslagdatum ondertekende – modelbrief ‘verlengd aanbod ondersteuning extern’ waaruit blijkt dat hij het aanbod aan de werknemer om hem te ondersteunen bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft verlengd tot 3 maanden na de eerste WW-dag; of

b. als de werkgever geen gebruik maakt van de modelbrief ‘verlengd aanbod ondersteuning extern’ dan overlegt hij andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat de werkgever het aanbod aan de werknemer om hem te ondersteunen bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft verlengd tot 3 maanden na de eerste WW-dag.

─ 5. Weigert de werknemer de verklaring zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel te ondertekenen dan overlegt de werkgever andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat de werkgever activiteiten heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar ander werk, zoals een offerte en factuur, waarbij de waarde van de ingekochte activiteiten minstens overeenkomt met de bedragen zoals genoemd in lid 2 van dit artikel.

22

Artikel 4:5 Grondslag vergoedingsverzoek: beëindiging met wederzijds goedvinden vanwege ziekte/arbeidsongeschiktheid

Als het dienstverband van de werknemer die minder dan 35% arbeidsongeschikt is verklaard door het UWV in het kader van de WIA is beëindigd op grond van artikel 3.5, vierde lid, van de CAO PO, te weten met wederzijds goedvinden met als reden dat er naar het oordeel van de werkgever sprake is van ziekte of arbeidsongeschiktheid, zoals bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder b, van de CAO PO, dan komt de werkgever voor toewijzing van een vergoedingsverzoek in aanmerking indien hij aan de voorwaarden genoemd in artikel 4:5:1 tot en met 4:5:4 heeft voldaan en de in die artikelen genoemde documenten heeft overgelegd.

Artikel 4:5:1 Meedelen reden beëindiging dienstverband aan werknemer

─ 1. De werkgever heeft de reden voor de beëindiging van het dienstverband aan de werknemer meegedeeld.

─ 2. De werkgever legt daartoe over een afschrift van de beëindigingsovereenkomst.

─ 3. Tevens overlegt de werkgever een afschrift van de WIA-beschikking waaruit blijkt dat de werknemer minder dan 35% arbeidsongeschikt is verklaard door het UWV.

Artikel 4:5:2 Inspanning behoud werknemer voor eigen functie

─ 1. Voorafgaand aan de beëindiging dienstverband heeft de werkgever zich ingespannen om de werknemer voor de eigen functie te behouden. Uiteindelijk heeft hij geconcludeerd dat dit niet mogelijk is.

─ 2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘gesprekkencyclus ziekte en arbeidsongeschiktheid’, die door de werkgever en de werknemer is ondertekend. Uit deze verklaring blijkt dat gesprekken tussen de werkgever en de werknemer hebben plaatsgevonden en dat de werkgever tijdens die gesprekken heeft benoemd:

a. welke beperkingen de werknemer heeft voor het uitoefenen van zijn eigen functie;

b. welke mogelijkheden zijn onderzocht om zijn eigen functie aan te passen;

c. de conclusie dat het niet mogelijk is de eigen functie van de werknemer aan te passen.

3. Weigert de werknemer de verklaring te ondertekenen, dan overlegt de werkgever andere ter zake overtuigende documenten zoals:

a. één of meer schriftelijke uitnodigingen aan werknemer voor gesprekken; of b. één of meer offertes van aanbieders voor begeleiding van werknemer; of c. één of meer facturen van aanbieders voor begeleiding van werknemer; of

d. andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat, en wanneer de gesprekken en/of de begeleiding van de werknemer hebben plaatsgevonden.

Artikel 4:5:3 Inspanning behoud werknemer voor eigen organisatie

─ 1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat het niet mogelijk is om de werknemer voor zijn eigen functie te behouden, heeft de werkgever zich ingespannen om hem in een andere functie voor de eigen organisatie te behouden.

─ 2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘herplaatsingsonderzoek ziekte en arbeidsongeschiktheid’, die door beide partijen is ondertekend. Uit deze verklaring blijkt dat de werkgever met de werknemer de

herplaatsingsmogelijkheden binnen de eigen organisatie heeft besproken. Tevens blijkt daar uit dat de werkgever heeft geconcludeerd dat die mogelijkheden ontbreken of redelijkerwijs niet te realiseren zijn.

─ 3. Weigert de werknemer de verklaring te ondertekenen, dan overlegt de werkgever andere ter zake overtuigende documenten zoals een brief aan de werknemer waarin de werkgever gemotiveerd meedeelt dat, en waarom, er geen herplaatsingsmogelijkheden zijn.

Artikel 4:5:4 Ondersteuning werknemer bij verwerven werkkring buiten eigen organisatie

─ 1. Nadat de werkgever heeft geconcludeerd dat de werknemer niet behouden kan blijven voor de eigen organisatie heeft hij de werknemer ondersteuning geboden bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie.

23

─ 2. De werkgever legt daartoe over de modelverklaring ‘aanbod ondersteuning extern’, die door beide partijen, voor de einddatum van het dienstverband is ondertekend. Uit de verklaring blijkt welke activiteiten de werkgever heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar ander werk. De waarde van de ingekochte activiteiten hangt af van de duur van het dienstverband bij de werkgever en vertegenwoordigt een bedrag van:

a. minstens € 3.000,-- bij een dienstverband van 10 jaar of korter;

b. minstens € 4.000,-- bij een dienstverband langer dan 10 jaar maar korter dan 20 jaar;

c. minstens € 5.000,-- bij een dienstverband van 20 jaar of langer.

─ 3. Als de werknemer geen gebruik heeft gemaakt van de in dit artikel genoemde aangeboden ondersteuning bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie, dan verlengt de werkgever het ondersteuningsaanbod tot drie maanden na de eerste WW-dag van de werknemer.

─ 4. De werkgever legt daartoe over:

a. een afschrift van de – voor de ontslagdatum ondertekende – modelbrief ‘verlengd aanbod ondersteuning extern’

waaruit blijkt dat hij het aanbod aan de werknemer om hem te ondersteunen bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft verlengd tot 3 maanden na de eerste WW-dag; of

b. als de werkgever geen gebruik maakt van de modelbrief ‘verlengd aanbod ondersteuning extern’ dan overlegt hij andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat de werkgever het aanbod aan de werknemer om hem te ondersteunen bij het verwerven van een werkkring buiten de eigen organisatie heeft verlengd tot 3 maanden na de eerste WW-dag.

─ 5. Weigert de werknemer de verklaring zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel te ondertekenen dan overlegt de werkgever andere ter zake overtuigende documenten waaruit blijkt dat de werkgever activiteiten heeft ingekocht om de werknemer te begeleiden naar ander werk, zoals een offerte en factuur, waarbij de waarde van de ingekochte activiteiten minstens overeenkomt met de bedragen zoals genoemd in lid 2 van dit artikel.

Artikel 4:6 Grondslag vergoedingsverzoek: beëindiging met wederzijds goedvinden vanwege gewichtige