• No results found

Hoofdstuk III. Taxivergunning en verhuurvoertuigen met bestuurder-vergunning

Artikel 12. Gronden tot schorsing en intrekking van de vergunning

§1. Onverminderd de bepalingen van artikel 32 van het Decreet van 20 april 2001 en artikel 10 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2003, kan de vergunning tevens voor bepaalde duur worden geschorst (niet-limitatief):

- In geval de vergunninghouder zijn voertuigen laat besturen door een persoon die hiertoe niet als bekwaam wordt beschouwd op basis van de in voorliggend reglement omschreven exploitatievoorwaarden, in de artikelen 22 tot en met 25;

- In geval van inbreuken op het gebruik van de taxameter en randapparatuur;

- In geval de exploitant niet langer beschikt over de nodige bekwaamheid cf. artikel 7;

- In geval de exploitant weigert de unieke wit-blauw Gentse taxibalk op het dak van één of meerdere van zijn taxivoertuigen te plaatsen; de schorsing van de vergunning heeft desgevallend betrekking op de voertuigen die niet uitgerust zijn met de unieke taxibalk.

§2. Onverminderd de bepalingen van artikel 32 van het Decreet van 20 april 2001 en artikel 10 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2003, kan de vergunning tevens worden

ingetrokken (niet-limitatief):

- Wanneer één van de in artikel 11 vermelde gevallen zich voordoet tijdens de looptijd van de vergunning;

- Wanneer de exploitant blijvend weigert de exploitatievoorwaarden met betrekking tot de bekwaamheid van de in te zetten chauffeurs na te leven;

- Wanneer de exploitant blijvend weigert de unieke wit-blauw Gentse taxibalk op het dak van één of meerdere van zijn taxivoertuig te plaatsen; de intrekking van de vergunning heeft desgevallend betrekking op de voertuigen die niet uitgerust zijn met de unieke taxibalk;

- In geval van vastgesteld misbruik zoals verkoop of verhuur (niet-limitatief) van de unieke wit-blauwe Gentse taxibalk.

§3. In het kader van de hoorzitting, zoals bepaald in artikel 10 §3 van het Besluit wordt rekening gehouden met de stappen die reeds door de exploitant zijn ondernomen ten aanzien van zijn chauffeurs, wat de betreft de exploitatievoorwaarden die met betrekking tot de chauffeurs zijn opgelegd.

De aanvraag voor het bekomen, hernieuwen of wijzigen van een Taxi of VVB – Afdeling 3

vergunning met inbegrip van de tijdelijke en definitieve vervanging van een vergund voertuig.

Onderafdeling 1. Aanvraag tot het bekomen van een vergunning

Artikel 13.

De kandidaat-exploitant biedt zich op afspraak aan bij het Mobiliteitsbedrijf met een ingevulde intentieverklaring ‘Kandidaat-exploitant taxidienst en/of dienst verhuurvoertuig met bestuurder’.

De intentieverklaring kan bekomen worden bij het Mobiliteitsbedrijf.

Op dat ogenblik wordt een afspraak gemaakt voor het afleggen van het examen beroepsbekwaamheid, waarvan de modaliteiten worden beschreven in artikel 8.

Artikel 14.

§1. Wanneer de kandidaat-exploitant geslaagd is voor het examen beroepsbekwaamheid, dient hij de aanvraag tot het bekomen van een vergunning in, door middel van een modelformulier

‘Aanvraag van een vergunning voor het exploiteren van een taxidienst’ of ‘Aanvraag van een vergunning voor het exploiteren van een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder’.

Dit formulier moet de nodige gegevens bevatten:

1° met betrekking tot de aanvrager

2° vermelding van de activiteit of activiteiten waarvoor een vergunning wordt aangevraagd en het aantal voertuigen

3° met betrekking tot de in te zetten voertuigen - te vermelden op een aparte bijlage 4° in geval van VVB-vergunning: de tarieven die per voertuig zullen worden gehanteerd

§2. Voor het aanvragen van een vergunning moeten volgende bewijsstukken worden toegevoegd:

Wat de aanvrager betreft:

1° een afschrift van de elektronische identiteitskaart van de aanvrager als natuurlijke persoon, of in geval de aanvrager een rechtspersoon is, van de bestuurders en de zaakvoerders/afgevaardigde beheerders

2° een uittreksel uit het strafregister, Model 1, van de aanvrager als natuurlijke persoon, of in geval de aanvrager een rechtspersoon is, de bestuurders en de zaakvoerders/afgevaardigde beheerders, dat hoogstens drie maand oud is

3° de statuten van de firma of een afschrift van de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad, waaruit blijkt dat de firma werd opgericht met als doel bezoldigd personenvervoer

4° een officieel uittreksel uit de KBO, afgeleverd door de Ondernemingsloketten

5° in geval de aanvrager een natuurlijk persoon is: een attest van een kas voor zelfstandigen waaruit blijkt dat de aanvrager als zelfstandige in hoofd- of bijberoep is aangesloten en dat hij zijn bijdragen correct heeft betaald

6° in geval de aanvrager een rechtspersoon is: een attest van een sociaal verzekeringsfonds, waaruit blijkt dat de aanvrager aangesloten is en dat hij zijn bijdragen correct heeft betaald

7° in geval de aanvrager personeel tewerkstelt:

a) een lijst met de actuele personeelsleden

b) een attest van de RSZ waaruit blijkt dat de aanvrager zijn bijdragen correct heeft betaald 8° een fiscaal attest:

a) Een fiscaal attest waaruit blijkt dat de aanvrager als natuurlijke persoon, of in geval de aanvrager

een rechtspersoon is, de bestuurders en de zaakvoerders/afgevaardigde beheerders, zijn belastingplichten is nagekomen (Attest nr. 276c2)

b) Een fiscaal attest waaruit blijkt dat de gevestigde aanvrager, natuurlijk persoon of

rechtspersoon, geen openstaande opeisbare schulden heeft en alle periodieke btw-aangiften waarvoor de wettelijke indieningstermijn op datum van heden verstreken, is, zijn ingediend; en er uit de rekening-courant bijgehouden door het CIV te Brussel geen te betalen saldo blijkt

9° voor de gevestigde ondernemingen: de balansen van de twee voorafgaande boekjaren Wat betreft de in te zetten voertuigen:

10° een kopie van de bewijsstukken die aantonen dat de aanvrager over de voertuigen mag beschikken: hetzij een aankoopfactuur, een bewijs van een koop op afbetaling, een

leasingovereenkomst of bestelbon

11° een kopie van het inschrijvingsbewijs volgens het aantal voertuigen dat zal worden ingezet 12° een kopie van het schouwingsbewijs volgens het aantal voertuigen dat zal worden ingezet, afgeleverd door een schouwingsorganisme dat door de Minister is erkend. Deze regel geldt ook voor nieuwe voertuigen

13° een kopie van de verzekeringspolis, afgeleverd door een door de Koning erkende verzekeringsmaatschappij; alsook het periodiek bewijs van betaling van de premie 14° voor de taxi-voertuigen:

a) een bewijs afgeleverd door een door de wetgever erkende maatschappij, dat het voertuig is uitgerust met een wettelijke taxameter, printer en randapparatuur

b) een bewijs dat het voertuig werd uitgerust met een alarminstallatie conform artikel 32 van dit reglement.

c) het bewijs dat het voertuig uitgerust is met een motor waarvan de uitstoot aan de direct van kracht zijnde Europese normen beantwoordt.

d) de originele prints van de dienststaat, het vervoerbewijs van een testrit en het controlerapport.

e) een kopie van het testrapport van de taxameter.

f) een bewijs dat het voertuig over een speciale TX-nummerplaat beschikt voor taxi’s.

Wat betreft de tarieven, in voorkomend geval:

15° een lijst met de gewenste commerciële kortingen.

Artikel 15.

De geldigheid en correctheid van de ingediende aanvraag en stukken worden nadien onderzocht en de aanvrager wordt op de hoogte gebracht van zijn dossier.

Onderafdeling 2. Hernieuwen van de vergunning

Artikel 16.

§1. De aanvraag tot hernieuwing van de vergunning moet, samen met alle vereiste bijlagen, ten minste twee maand vóór het verstrijken van de termijn, bepaald in de vergunning die verloopt, aan de Stad Gent overgemaakt worden.

§2. De aanvraag tot het hernieuwen van een vergunning gebeurt door middel van een

modelformulier ‘Aanvraag van een vergunning voor het exploiteren van een taxidienst’ of ‘Aanvraag van een vergunning voor het exploiteren van een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder’ en moet de nodige gegevens bevatten:

1° met betrekking tot de aanvrager

2° vermelding van de activiteit of activiteiten waarvoor een hernieuwing van de vergunning wordt aangevraagd en het aantal voertuigen

3° met betrekking tot de in te zetten voertuigen - te vermelden op een aparte bijlage 4° in geval van VVB-vergunning: de tarieven die per voertuig zullen worden gehanteerd

§3. Bij de aanvraag tot hernieuwing van de vergunning moeten volgende bewijsstukken worden toegevoegd:

a. Indien er geen substantiële wijzigingen gebeurd zijn:

Met betrekking tot de aanvrager:

1° een uittreksel uit het strafregister, Model 1, van de aanvrager als natuurlijke persoon, of in geval de aanvrager een rechtspersoon is, de bestuurders en de zaakvoerders/afgevaardigde beheerders, dat hoogstens drie maand oud is

2° in geval de aanvrager een natuurlijk persoon is: een attest van een kas voor zelfstandigen waaruit blijkt dat de aanvrager als zelfstandige in hoofd- of bijberoep is aangesloten en dat hij zijn bijdragen correct heeft betaald

3° in geval de aanvrager een rechtspersoon is: een attest van een sociaal verzekeringsfonds, waaruit blijkt dat de aanvrager aangesloten is en dat hij zijn bijdragen correct heeft betaald

4° in geval de aanvrager personeel tewerkstelt:

a) een lijst met de actuele personeelsleden

b) een attest van de RSZ waaruit blijkt dat de aanvrager zijn bijdragen correct heeft betaald 5° twee fiscaal attesten:

a) een fiscaal attest waaruit blijkt dat de aanvrager als natuurlijke persoon, of in geval de aanvrager een rechtspersoon is, de bestuurders en de zaakvoerders/afgevaardigde beheerders, zijn

belastingplichten is nagekomen (Attest nr. 276c2)

b) Een fiscaal attest waaruit blijkt dat de gevestigde aanvrager, natuurlijk persoon of

rechtspersoon, geen openstaande opeisbare schulden heeft en alle periodieke btw-aangiften waarvoor de wettelijke indieningstermijn op datum van heden verstreken, is, zijn ingediend; en er uit de rekening-courant bijgehouden door het CIV te Brussel geen te betalen saldo blijkt

6° voor de gevestigde ondernemingen: de balansen van de twee voorafgaande boekjaren.

Wat betreft de tarieven, in voorkomend geval:

7° een lijst met de gewenste commerciële kortingen.

b. Indien nieuwe voertuigen worden ingezet:

Alle bewijsstukken zoals vermeld onder artikel 14 met betrekking tot de aanvraag van een vergunning.

Onderafdeling 3 – De wijziging van de vergunning

Artikel 17.

§1. Elke wijziging van de vergunning dient binnen de vijf dagen gemeld te worden aan de Stad Gent.

De wijziging kan betrekking hebben op:

- Het inzetten als taxi van eigen verhuurvoertuigen met bestuurder OF het inzetten als verhuurvoertuig met bestuurder van eigen taxivoertuigen

- Het verhogen van het aantal taxi- of VVB-voertuigen - Het verminderen van het aantal taxi- of VVB-voertuigen - Het definitief vervangen van een taxi- of VVB-voertuig

- Het wijzigen van het gebruik van radiotelefonie of taxistandplaatsen in de stad of op de openbare weg of op een voor het publiek toegankelijke weg

- Het aanvragen of verhogen van het aantal reservevoertuigen - Het verminderen van het aantal reservevoertuigen

- Het wijzigen van de tarieven (in geval van VVB-vergunning)

- Het wijzigen van de exploitantgegevens, waaronder begrepen wordt: wijziging van adres, wijziging van samenstelling van de zaakvoerders/bestuurders (niet limitatief)

§2. De aanvraag tot wijziging van een vergunning gebeurt door middel van een modelformulier

‘Aanvraag van een vergunning voor het exploiteren van een taxidienst’ of ‘Aanvraag van een vergunning voor het exploiteren van een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder’

en moet de nodige gegevens bevatten:

1° met betrekking tot de aanvrager

2° vermelding van de activiteit of activiteiten waarvoor een wijziging van de bestaande vergunning wordt aangevraagd

3° indien van toepassing: met betrekking tot de in te zetten voertuigen - te vermelden op een aparte bijlage

4° in geval van VVB-vergunning: indien van toepassing: de tarieven die per voertuig zullen worden gehanteerd

5° Indien het taxivoertuig ingezet wordt als verhuurvoertuig met bestuurder of omgekeerd, het identificatienummer respectievelijk herkenningsnummer van het voertuig, indien al toegekend.

§3. Bij de aanvraag tot wijziging van de vergunning moeten volgende bewijsstukken worden toegevoegd:

1° Bij vermeerdering van het aantal voertuigen, het definitief vervangen van een voertuig, het aanvragen of verhogen van het aantal reservevoertuigen:

Alle bewijsstukken zoals vermeld onder artikel 14 §2 met betrekking tot de in te zetten voertuigen bij aanvraag van een vergunning.

2° Bij vermindering van het aantal voertuigen of reservevoertuigen:

a) twee boorddocumenten per taxivoertuig en, indien van toepassing de reservekaart(en) b) één boorddocument en twee herkenningstekens per verhuurvoertuig met bestuurder.

3° bij wijziging van de exploitantgegevens:

a) Duidelijke opgave van de gewijzigde gegevens

b) Indien de samenstelling van de exploitant wat betreft de zaakvoerders of bestuurders gewijzigd is, alle bewijsstukken zoals vermeld onder artikel 14 §2 met betrekking tot de nieuwe

zaakvoerders/bestuurders

Onderafdeling 4 – De tijdelijke vervanging

Artikel 18.

§1. Indien een vergund voertuig tijdelijk dient vervangen te worden omwille van één van de decretaal expliciet vermelde redenen, dient de exploitant daarvoor een aanvraag te doen bij de Stad Gent.

§2. De aanvraag voor het bekomen van een machtiging om een voertuig tijdelijk te vervangen moet de nodige gegevens bevatten:

1° met betrekking tot de aanvrager

2° De gegevens van het te vervangen voertuig:

1) het identificatienummer of herkenningsnummer 2) reden van vervanging.

3° met betrekking tot de in te zetten voertuigen - te vermelden op een aparte bijlage 4° in geval van VVB-vergunning: de tarieven die per voertuig zullen worden gehanteerd 5° met betrekking tot de verhuurder van het vervangingsvoertuig

6° met betrekking tot de periode, met een maximum van drie maand, waarin het vervangingsvoertuig zal ingezet worden.

§3. Om een machtiging te bekomen om een voertuig tijdelijk te vervangen moeten volgende bewijsstukken worden toegevoegd:

a) bij een ongeval, ernstig technisch defect of brand: het attest van de garage waar het te vervangen voertuig zich bevindt met vermelding van de schade

b) bij diefstal: het attest van diefstal dat door de politie werd afgeleverd

c) een bewijs, afgeleverd door een door de Koning erkende verzekeringsmaatschappij waaruit blijkt dat het vervangingsvoertuig verzekerd is als taxi

d) voor de taxi-voertuigen:

1) een bewijs afgeleverd door een door de wetgever erkende maatschappij, dat het voertuig is uitgerust met een wettelijke taxameter, printer en vanaf 1 juli 2010, de randapparatuur

2) een bewijs dat het voertuig werd uitgerust met een alarminstallatie conform artikel 32 van dit reglement

3) de originele prints van de dienststaat, het vervoerbewijs van een testrit en het controlerapport.

4) een kopie van het testrapport van de taxameter.

5) een bewijs dat het voertuig over een speciale TX-nummerplaat beschikt voor taxi’s.

§4. Indien de exploitant het noodzakelijk acht een voertuig definitief te vervangen, dient de exploitant daarvoor een aanvraag te doen bij de Stad Gent, overeenkomstig onderafdeling 3 van huidig Hoofdstuk – de wijziging van de vergunning.

Indienen van bewijsstukken tijdens de looptijd van de vergunning Afdeling 4

Artikel 19.

Tussentijds dienen volgende bewijsstukken automatisch te worden bezorgd bij de Stad Gent met name:

1° jaarlijks een uittreksel uit het strafregister, Model 1, dat hoogstens drie maand oud is van de exploitant als natuurlijk persoon, indien de exploitant een rechtspersoon isde bestuurders en de zaakvoerders/afgevaardigde beheerders

2° voor de exploitant-natuurlijk persoon: jaarlijks een attest van een kas voor zelfstandigen waaruit blijkt dat de aanvrager zijn bijdragen correct heeft betaald

3° voor de exploitant-rechtspersoon: jaarlijks een attest van een sociaal verzekeringsfonds, waaruit blijkt dat de aanvrager aangesloten is en dat hij zijn vennootschapsbijdragen correct heeft betaald 4° voor de exploitant die personeel tewerk stelt:

a) jaarlijks een bewijs van betaling van de sociale bijdragen als exploitant voor zijn personeel b) per kwartaal een lijst met de actuele personeelsleden

5° met betrekking tot de voertuigen:

a) Keuringsbewijs zodra het ingediende keuringsbewijs vervallen is b) Groene kaart zodra de ingediende groene kaart vervallen is

c) een attest van herijk overeenkomstig Koninklijk Besluit van 28 september 2010 betreffende de installatie en de delegatie van de herijkverrichtingen van de taxameters staan enkele dwingende bepalingen over de taxameters:

a. Een eerste herijk door een erkende keuringsinstelling na de installatie en vóór de indienststelling.

b. Een herijk om de vier jaar