• No results found

van 41  De groei van de hoeveelheid groene en duurzame

alternatieve aanwending Een grondeigenaar heeft globaal drie

Pagina 32 van 41  De groei van de hoeveelheid groene en duurzame

alternatieve ideeën heeft relatief weinig invloed op de mate waarin deze ideeën daadwerkelijk worden toegepast.

Hoewel er een grote verscheidenheid is aan alternatieve ideeën, blijven de ontwikkelende partijen sceptisch over de haalbaarheid hiervan. Het ontwikkelen van nog meer ideeën heeft hier nauwelijks verandering in gebracht.

6.2.3 CONCLUSIES ANALYSE

 De oplossing voor het, op landelijke schaal, succesvol toepassen van alternatief aanwenden en bestemmen is niet afhankelijk van de variëteit van de bestemmingen, maar in de wijze van toepassen.

Een veelgehoord bezwaar van ontwikkelende partijen is dat veel alternatieven niet financieel haalbaar zijn. Door een alternatieve aanpak kan er een groter (financieel) draagvlak gecreëerd worden. Dit draagvlak kan direct of indirect voordelig zijn voor de ontwikkelende partij.

 Mogelijkheden voor het bijdragen aan de maatschappij en het beperken van financiële verliezen zijn gelegen in het verbinden van de ontwikkelingslocatie aan maatschappelijke vraagstukken.

 Gemeenten beschikken over de minst slechte positie met betrekking tot overschotlocaties, omdat zij binnen het eigen beleid kunnen schuiven met financiële middelen en doelstellingen.

Omdat gemeenten een breder takenpakket hebben dan de overige ontwikkelende partij, is het voor hen mogelijk om de grondoverschotten aan te wenden voor alternatieve doeleinden die in lijn liggen met het te voeren beleid.

6.2.4 CONCLUSIES ADVIES

 Het lokaal oplossen van het overschotprobleem vereist een gedegen kennis over maatschappelijke vraagstukken en plaatselijke belangen.

Als men in wil spelen op plaatselijke belangen en vraagstukken is het nodig dat deze kennis ook voorhanden is. Met kennis over het gebied kan beter aangesloten worden bij plaatselijke belangen en vraagstukken.

 Overschotproblemen zijn veelal te grootschalig voor een enkelvoudige oplossing. Transparantie over de omvang van het probleem en de bereidheid om ook indirecte oplossingen aan te grijpen maken het overschotprobleem beter oplosbaar.

Veel ontwikkelingslocaties zijn te groot voor het kunnen oplossen van een zuiver lokaal probleem. Plaatselijke verenigingen of initiatieven zijn veelal gericht op het inrichten van kleine locaties. Bij een grotere ontwikkelingslocatie hoort ook een groter maatschappelijk vraagstuk. Hierbij kan gedacht worden aan projecten als: Ruimte voor de Rivier en aan de Europese duurzame energiedoelstellingen.

 Een (grootschalige) oplossing voor het overschotprobleem begint, met of zonder begeleiding, met een initiatief van ontwikkelende partijen.

Externe initiatieven van projectbureaus en buurtverenigingen zijn gericht op kleinschalige oplossingen. Om het overschot op grotere schaal weg te werken is het van belang dat de ontwikkelende partijen actief op zoek gaan naar mogelijke oplossingrichtingen, zoals het opzetten van een regionale grondbank.

7. Bronvermelding

Schriftelijke bronnen

Vereniging van Nederlandse gemeenten, 2012, VNG Magazine,’ Bouwgrond nekt gemeenten’, SDU uitgevers: Den Haag.

Segeren, A., 2007, De grondmark t voor woningbouwlocaties, marktstrategieën van eindgebruikers, Ruimtelijk Planbureau: Den Haag.

Poelarends, A.C., 2011, AF- Bouwwijzer, Een model om inzicht te krijgen in de potentie van alternatieve functies

op koude grondposities

,

Bouwfonds Ontwikkeling, Zwolle.

Hogeweg, R., 2004, Een goed rapport, Uitgeverij Thiememeulenhoff: Amersfoort. Wiersma, J., Leeuwen, van A., 2012, Van wie is Nederland?, Elsevier: Amsterdam.

Bruil, D.W. en Wieringa, H., 2010, 95 vragen & antwoorden over regels rond multifunctionele landbouw, Instituut voor agrarisch recht, taskforce multifunctionele landbouw: Zegveld.

Dienst Landelijk Gebied, 2012, Grondprijsmonitor, Dienst Landelijk Gebied: Tilburg. Vossen, van der, G.J., e.a., 2011, Jaarverslag, Centraal fonds volkhuisvesting: Naarden. Stroom Den Haag, 2012, Nieuwe regels, nieuwe kansen, Stroom den Haag: Den Haag.

Triple E, 2008, Care and Cure landgoed ‘De Twentse basis’, ‘Waar zorg in onze natuur ligt’, Stichting alternatieven vliegveld Twente: De Lutte.

Digitale bronnen

Centraal bureau voor de statistiek, 2009, http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=70262 ned&D1=0,2,6,16,20,25,28,31,41&D2=0-1,8,64,84,104,113,116,126&D3=a&VW=T, cbs.nl, Den Haag: bezocht: 29 februari 2012.

Centraal bureau voor de statistiek, 2011, http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL &PA=7410 wbo&D1=0-10&D2=57-82&D3=a&D4=a&HDR=T&STB=G1,G2,G3&VW=T, cbs.nl, Den Haag: bezocht: 30 maart 2012.

Vakberaad gemeentefinanciën, 2012, http://www.vng.nl/eCache/DEF/1/13/514.html, www.vng.nl, Den Haag: bezocht: 19 februari 2012.

Pruijt, D.V., 2012, http://www.gisdro.nl/braakliggende_terreinen/, www.amsterdam.nl, Amsterdam: bezocht: 22 maart, 2012.

Omroepvereniging VPRO, 2012, http://www.uitzendinggemist.nl/programmas/8238-de-slag-om-nederland, www.uitzendinggemist.nl, Hilversum: bezocht: 3 mei 2012.

Pagina 34 van 41

Vermeer, C., 2011, http://www.innovatienetwerk.org/nl/bibliotheek/ publicaties/99/DuraVermeerenTijdelijk AndersBestemmen.html, www.innovatienetwerk.org, Utrecht: bezocht: 3 mei 2012.

Mondelinge bronnen

De heer P.S.A. Overwater, rentmeester en grondzakendeskundige Overwater Kenniscentrum, vestiging Strijen: 7 maart 2012.

De heer P. Beertema, Senior accountmanager Stimuleringsfonds Volkshuisvesting, vestiging Hoevelaken, 11 april 2012.

De heer N.J. Beun, Stafmedewerker InnovatieNetwerk vestiging Utrecht, april 2012. De heer H. de Leede, initiatiefnemer Stadlandbouw Rotterdam, februari 2012.

De heer M. van Nes, ontwikkelingsmanager Bouwfonds Ontwikkeling Noord, vestiging Zwolle: april 2012.

De heer T. Yousif, Discussieleider bij ‘Nieuwe Regels, nieuwe kansen’ van Stroom Den Haag, vestiging Den Haag: 29 februari 2012.

De heer G. Smid, accountmanager Triple E, vestiging Arnhem: 20 april 2012.

De heer R. van der Pas, medewerker bouw en ontwikkeling Gemeente Vlist, vestiging Vlist: 21 maart 2012. De heer B. van de Griendt, milieumanager Bouwfonds Ontwikkeling, vestiging Hoevelaken: 5 april 2012. De heer R. Kloet, windenergiespecialist Renewable factory B.V. vestiging De Meern: 9 december 2011.

Bezochte informatiedagen

29 februari 2012, Nieuwe regels, nieuwe kansen, Stroom den Haag: Den Haag.

7 maart 2012, Ontwikkelingen op de agrarische vastgoedmarkt, Wolters Kluwer, Bunnik

8 maart 2012, Dag van de Stadslandbouw, Ontwikkelcentrum Standslandbouw Almere en Rabobank en Wageningen universiteit en ministerie van Economische zaken landbouw Innovatie en Netwerk platteland en ambassade van Canada, Almere