• No results found

Grenzen verplichte controle en OOB definitie

In document IN HET PUBLIEK BELANG (pagina 63-67)

DUIDELIJKE RAPPORTAGE

7.4 Grenzen verplichte controle en OOB definitie

Zoals hiervoor geschetst voert de accountant zijn taak van oudsher uit voor partijen die in een marktomgeving opereren en transacties aangaan. De accountant heeft zijn toegevoegde waarde voor die belanghebbenden vele jaren bewezen. Ook tegenwoordig zien wij nog steeds veel situaties waarin marktpartijen zonder dat hiertoe een wettelijke verplichting bestaat, waarde zien in het inschakelen van een accountant. De wettelijke verplichting heeft voordelen voor belanghebbenden die zelf onvoldoen-de in staat zijn om onvoldoen-de ononvoldoen-derneming ertoe te bewegen in hun belang controle door een accountant uit te laten voeren of zelf een accountant te benoemen. De werkgroep constateert echter ook dat de wet-telijke controleplicht leidt tot onduidelijkheid over de rol van de accountant in het bedrijfseconomische

WAT STAKEHOLDERS ZEGGEN

“Zijn we een professie ten behoeve van het publiek belang of een industrie ten behoeve van de markt?

In het tweede geval moet je de controleverplichting afschaffen. In het eerste geval is mijn remedie:

verhoog de grens voor verplichte controle drastisch - breidt wel de definitie van OOB uit - en maak waar dat openbaar belang speelt, het toezicht nog scherper dan nu.”

Marcel Pheijffer, hoogleraar

“Er is een discussie te voeren over de vraag of je die grens voor de verplichte accountantscontroles moet oprekken, bijvoorbeeld in ruil voor een grotere hoofdelijke aansprakelijkheid van ondernemers.”

Eddy van Hijum, CDA

“Aanpassing van de verplichtingen tot wettelijke controle; zwaardere normen en verscherping van het toezicht aan de bovenkant van de markt (in ieder geval het OOB-segment). Afschaffing van de

controleplicht aan de onderkant van de markt (grootste deel MKB-segment).”

TUACC

“Om transparantie en zekerheid een boost te geven, zouden we bijvoorbeeld de lijst van OOB’s kunnen uitbreiden.”

Roland van Vliet, fractie Van Vliet

“De oproep die ik ook graag wil doen is om te zorgen dat we die druk erop houden. Dat we de niet alleen de woningcorporaties (…) opschalen naar wat dan heet organisaties van openbaar belang. (….) Eigenlijk vinden we dat heel veel van dit soort sectoren, met publiek geld gefinancierd, groot maatschappelijk belang ook onder die kwali-ficatie moeten komen.”

Gerben Everts (parlementaire enquête woco’s), AFM

Nader te onderzoeken maatregelen

• 4.7 Gezien de huidig geldende wettelijke geheimhoudingsplicht, onderzoeken de beroepsgroep en stakeholders in hoeverre het wenselijk en mogelijk is dat de accountant pro-actief rappor-teert over de punten in zijn managementletter (of board report). Dit geldt ook voor de op aange-ven van de accountant doorgevoerde correcties en of in meer gevallen dan nu een spreekplicht zou moeten gelden voor de accountant. Tot dit onderzoek is afgerond maakt de accountant duidelijk dat als aandeelhouders van mening zijn dat het management of de rvc actiever of uitgebreider dienen te rapporteren, zij dit moeten oplossen binnen hun eigen governance met de middelen die ze daarvoor hebben.

64 | In het publiek belang - De juiste opdracht gever, een heldere opdracht en duidelijke rapportage

neming speelt. Andere partijen zijn van mening dat de wettelijke regeling niets verandert aan de basis-gedachte van waaruit het accountantsberoep ooit is ontstaan en dat de accountant zich slechts dient te richten op het verschaffen van zekerheid over de jaarrekening aan een beperkte groep gebruikers, de opdrachtgevers van de accountant. Dergelijke verschillen van mening beïnvloeden ook discussies over hoe het accountantsberoep georganiseerd en gereguleerd zou moeten zijn of worden.

Daarnaast leren gesprekken met stakeholders ons dat er behoefte bestaat aan meer op de belang-hebbenden toegesneden vormen van zekerheid van de accountant bij een deel van de ondernemingen die op dit moment onder de wettelijke controleplicht vallen. Wij zien dat er een grote groep (veelal kleinere) ondernemingen is waar de belangrijkste groep stakeholders (zoals banken en andere schuldeisers) vooral belang hecht aan een andere vorm van zekerheid die meer gericht is op de juistheid van de winst en het eigen vermogen en waarin minder belang wordt gehecht aan de controle van bijvoorbeeld de volledigheid van de omzet. Bij deze groep is een op juistheid én volledigheid gerichte controle niet noodzakelijkerwijs doelmatig gezien deze gebruikersbehoeften.

In een omgeving waarin stakeholders zelf de inhoud van de opdracht bepalen (buiten het wettelijk controledomein) kunnen stakeholders en accountant dit gezamenlijk afstemmen en de opdracht (vorm van assurance) hierop aanpassen. De werkgroep stelt voor om onderzoek te doen naar de wenselijkheid van de invoering van een dergelijke meer op de juistheid van de winst en het eigen vermogen gerichte alternatieve controle of een andere vorm van assurance en bijbehorende verklaring voor een deel van de ondernemingen die op dit moment binnen het wettelijk controledomein vallen. De werkgroep is van mening dat de beroepsgroep hiermee een belangrijke bijdrage kan leveren aan het in motie 32681-10 gevraagde onderzoek naar de voor- en nadelen van het verhogen van de vrijstellingsgrens voor de verplichte controle van de jaarrekening. De beroepsgroep dient actief bij te dragen aan het inzicht in deze voor- en nadelen. De behoefte aan en mogelijkheden tot andere vormen van zekerheid bij kleinere ondernemingen zou hiervan onderdeel moeten zijn.

De werkgroep zou onderzoek naar modernisering van het beroep en de controle-standaarden op dergelijke gebieden daarnaast onderdeel willen maken van de opdracht van het wetenschappelijk onderzoeksinstituut (zie maatregel 5.10).

De werkgroep is daarnaast van mening dat de huidige controlestandaarden nog onvoldoende zijn ingericht op moderne controletechnieken, zoals data-analyse. Ze sluiten toepassing ervan weliswaar niet uit, maar leggen de nadruk op meer traditionele controletechnieken. In meer algemene zin merkt de werkgroep op dat innovatie op gespannen voet staat met een sterk gereguleerde omgeving.

Ook om die reden is de werkgroep van mening dat het van belang is dat het voor een grotere groep rechtspersonen mogelijk wordt om een accountant in te schakelen voor andere vormen van zekerheid die zijn toegesneden op de specifieke belanghebbenden. Binnen die omgeving ontstaat meer ruimte voor innovatie waar uiteindelijk ook bij de wettelijke accountantscontroles van geprofiteerd zal worden.

Daartegenover staat dat relatief recent is geconcludeerd dat er een bepaalde groep rechtspersonen is, OOB’s, die een specifieke rol binnen de maatschappij vervullen waarvoor juist aanvullende regelgeving noodzakelijk is om de rol van de accountant extra te versterken. Ook in dit rapport stellen wij een aantal maatregelen voor die zich specifiek richten op accountants of accountantsorganisaties die dergelijke OOB’s controleren. De werkgroep heeft overwogen of het gepast zou zijn om bepaalde maatregelen die nu slechts toezien op de controle van OOB’s of accountantsorganisaties die OOB’s controleren uit te breiden naar de niet-OOB’s. Nagenoeg unaniem geven stakeholders hiervan aan dat ze van mening zijn dat het niet passend zou zijn en mogelijk schadelijk voor het Nederlandse bedrijfsleven om daartoe over te gaan. Dit bijvoorbeeld gezien de kosten die bepaalde maatregelen voor het MKB met zich mee kunnen brengen. Diverse discussies laten echter wel zien dat door de maatschappij aan een grotere groep rechtspersonen het belang wordt toegekend dat deze regelgeving zou rechtvaardigen, dan de groep die op dit moment is aangemerkt als OOB. Hierbij wordt gedacht aan andere organisaties met een maatschappelijke functie, organisaties die primair vanuit gemeenschapsgeld worden gefinancierd of andere organisaties met een brede groep stakeholders (zoals bepaalde coöperaties).

De werkgroep is van mening dat een goede combinatie van vrije marktwerking waarin de accountant zijn toegevoegde waarde aan belanghebbenden moet blijven bewijzen en de wettelijke verplichting voor een specifieke groep rechtspersonen met aanvullende strenge regelgeving voor organisaties die maatschappelijk van het grootste belang zijn, leidt tot de juiste prikkels voor accountants om hun rol in het bedrijfseconomische verkeer continu waar te maken.

Nader te onderzoeken maatregelen

• 4.8 De beroepsgroep (NBA) levert een actieve bijdrage aan onderzoek naar de mogelijkheid om de grenzen voor de wettelijk verplichte controle te verhogen en zo de accountant uit te dagen zijn relevantie voor stakeholders te blijven bewijzen. Als onderdeel hiervan doet de beroepsgroep onderzoek naar de wenselijkheid om voor een bepaalde groep ondernemingen andere vormen van zekerheid mogelijk te maken.

• 4.9 De beroepsgroep (NBA) onderzoekt in overleg met het Ministerie of het wenselijk is om meer instellingen aan te merken als OOB en daarmee de reeds bestaande regels en een deel van de in dit rapport opgenomen voorstellen van toepassing te maken voor een grotere groep accountant-sorganisaties en controles. Hierbij kan gedacht worden aan organisaties die worden gefinancierd vanuit publieke middelen zoals (semi-)publieke instellingen, maar ook bepaalde niet beursge-noteerde ondernemingen die als gevolg van hun omvang, doelstelling of structuur gekenmerkt worden door een grotere groep stakeholders. De werkgroep is van mening dat de OOB definitie in ieder geval uitgebreid zou moeten worden met woningbouwcorporaties, zorginstellingen, onderwijsinstellingen, provincies en gemeentes van een nog nader in te vullen omvang.

In document IN HET PUBLIEK BELANG (pagina 63-67)